|
In het Erkenningsdecreet worden de
criteria (E.Art. 7) en het toezicht op deze criteria (E.Art. 27) om erkend
te worden als lokale geloofsgemeenschap georganiseerd. De overeenstemmende
artikelen van het Eredienstendecreet (Art. 4/1 e.v.) worden opgeheven
(E.Art. 49), maar niet helemaal, want ze blijven toepasselijk voor de
lokale geloofsgemeenschappen die hun verzoek tot erkenning voor 01.07.2019
hebben aangevraagd (E.Art. 67).
De erkenning is afhankelijk van een
wachtperiode (E.Art. 10). In een periode van 4 jaar houdt het ISD toezicht
op het toepassen en het onderhouden van de diverse criteria (E.Art. 18 en
27). Deze dienst adviseert de Vlaamse Regering ook over eventuele sancties (E.Art.
29) bij het niet navolgen van de criteria en / of het onderhouden van de
toepasselijke regels en artikelen van het Eredienstendecreet.
De erkenning, het opschorten van de
erkenning, het opheffen van een erkenning bij gebiedswijziging, bij het
opheffen van annexe-kerken of kapelanijen, bij het opheffen van een lokale
geloofsgemeenschap of een bestuur van de eredienst, is het onderwerp van
het Erkenningsdecreet.
Talrijke criteria worden opgesomd, onder
andere de financiering, de transparantie, juridische voorwaarden, democratische
(Westerse) principes zijn vervat het Erkenningsdecreet en worden getoetst
enerzijds bij het verzoek om erkenning (minimale 4-jarige wachtperiode),
anderzijds bij het verdere bestaan van de erkende lokale geloofsgemeenschap
of erkende bestuur van de eredienst.
Onderzoek en opvolgen van persoonsgegevens
(E.Art. 49) moeten toelaten dat personeelswijzigingen, wijzigingen van
bestuursleden, wijziging of aanstelling van bedienaars of hun vervangers, schenkers
van giften, financierende overheden uit derdelanden, worden afgetoetst en
onderzocht op het onderhouden van, het naleven van, de algemeen geldende
Europese gedachten en (morele) principes.
De integratie in de Vlaamse gemeenschap is
een ander streefdoel. Nederlandstalige correspondentie is een must.
Het representatief orgaan bevraagt de
bestuursorganen bij het verzoek om erkend te worden als lokale
geloofsgemeenschap en geeft advies aan de Vlaamse Regering over de correcte
toepassing van de erkenningsverplichtingen tijdens de (verlengde)
wachtperiode (E.Art. 13 en 14).
De financierende overheid (gemeente,
provincie) en in voorkomend geval de adviserende overheid geven advies bij
een verzoek om erkenning, bij een naams- of gebiedswijziging, bij het
afschaffen van kapelanijen en annexe kerken, bij sanctiemaatregelen. Deze
overheden volgen de correcte toepassing op van boekhoudkundige documenten
en van de beslissingen van de besturen van de eredienst en geven advies aan
het ISD bij misslag.
|
