CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

 

Artikel 14. Erkenning of verlenging adviestermijn

 

 

 

§ 1. Uiterlijk zestig dagen na het einde van de wachtperiode, vermeld in paragraaf 3 en artikel 10, neemt de Vlaamse Regering een beslissing over de erkenning van de lokale geloofsgemeenschap en brengt ze het voorlopig bestuursorgaan, het representatief orgaan, de federale overheid, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente op de hoogte van die beslissing.

 

 

§ 2. Als de Vlaamse Regering beslist dat de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, en de aanvraag tot erkenning volledig is conform artikel 8, tweede lid, bevat het erkenningsbesluit al de volgende elementen:

 

1° de naam van het bestuur van de eredienst;

2° de gebiedsomschrijving;

3° in voorkomend geval de verdeelsleutel van de kosten tussen de financierende overheden.

 

 

Het erkenningsbesluit van de Vlaamse Regering, vermeld in het eerste lid, wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

 

 

§ 3. De Vlaamse Regering kan binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, de wachtperiode verlengen met maximaal twaalf maanden en brengt in voorkomend geval het voorlopig bestuursorgaan, het representatief orgaan, de federale overheid, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente op de hoogte van die verlenging.

 

Bij een verlenging als vermeld in het eerste lid vraagt de Vlaamse Regering opnieuw een advies aan de instanties, vermeld in artikel 13. De Vlaamse Regering bepaalt de termijn waarin dat advies moet worden bezorgd.

 

 

Beslissingstermijn

De verzoekende lokale geloofsgemeenschap wordt na onderzoek van de voorwaarden vervat in E.Art. 7 en E.Art. 8, 2de lid erkend of niet-erkend. De Vlaamse Regering neemt deze beslissing binnen een termijn van 60 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van het einde van de wachtperiode (zie E.Art. 10).

Deze termijn van 60 dagen sluit aan op de initiële wachtperiode van 4 jaar. In het voorbeeld was de einddag van de termijn vastgelegd op 28.02.2026. Dit wil zeggen dat de beslissingstermijn loopt vanaf 01.03.2026 tot en met woensdag 29.04.2026.

Wanneer de Vlaamse Regering deze beslissing moet meedelen (!) of ter kennis brengen, is niet opgenomen in het artikel. Er wordt slechts vermeld: ‘neemt de Vlaamse Regering een beslissing over de erkenning van de lokale geloofsgemeenschap en brengt ze … op de hoogte van die beslissing’ (zie E.Art.14, § 1, in fine). Ook E.Art. 29, waar de sanctieregeling wordt behandeld, biedt geen uitkomst.

Als men de voorzin en de nazin samen leest door het voegwoord ‘en’, dan kan men besluiten dat de Vlaamse Regering haar beslissing moet meedelen en ter kennis brengen uiterlijk op de laatste dag van de voorziene termijn van 60 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van het einde van de wachtperiode.

Erkenningsbesluit

Het erkenningsbesluit wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Daarmee wordt een dubbel doel bereikt, namelijk: de lokale geloofsgemeenschap wordt (definitief) erkend; aan derden wordt dit besluit tegenstelbaar (zie E.Art. 14, § 2, 2de lid).

Belanghebbende partijen

De Vlaamse Regering deelt haar beslissing mee aan (zie E.Art. 14, § 1 en § 3):

·         Het voorlopig bestuursorgaan van de lokale geloofsgemeenschap,

·         het representatief orgaan,

·         de federale overheid,

·         de financierende overheid,

·         en in voorkomend geval, de adviserende gemeente.

Beslissingsonderdelen

Paragraaf 2 van het E.Art. 14 somt de onderdelen op, namelijk: de naam van de lokale geloofsgemeenschap en de geografische omschrijving van de lokale geloofsgemeenschap.

En voegt er een eventuele verdeelsleutel van kosten aan toe. Dit is een heikel punt. In de MvT, pp. 35 – 36 wordt gewag gemaakt, dat de lokale geloofsgemeenschap zijn exploitatie moet begroten en aanduiden welke financiële kostenverdeelsleutel(s) zullen gehanteerd worden (zie E.Art. 7). Welke overheid betaalt geheel of gedeeltelijk de uitbatingskosten van de lokale geloofsgemeenschap?

Indien de religie erkend wordt (is), dan betaalt de federale overheid justitie de lonen en de wedden en staat ze in voor de pensioenen van de bedienaars. De negatieve exploitatie- en de investeringskosten worden betaald door de lokale gemeentelijke of provinciale overheden.

Beslissing ad hoc

Na onderzoek van de voorwaarden vervat in E.Art. 7 en E.Art. 8 zijn er drie mogelijkheden:

·         De lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de voorwaarden en wordt erkend;

·         De lokale geloofsgemeenschap voldoet niet aan de voorwaarden en wordt niet erkend;

·         De lokale geloofsgemeenschap voldoet gedeeltelijk aan de voorwaarden en de vierjarige wachtperiode wordt verlengd (zie E.Art.14, § 3).

Verlengde wachtperiode

De termijn van de wachtperiode beloopt in principe 4 jaar te rekenen vanaf de dag na de dag van bezorging van de erkenningsaanvraag (zie E.Art. 10).

Deze termijn kan verlengd worden met een bijkomende observatieperiode van maximaal 12 maanden (zie E.Art. 14, § 3). De Vlaamse Regering vraagt opnieuw advies aan de instanties (het representatief orgaan, de financierende overheid en eventueel de adviserende gemeente), vermeld onder E.Art. 13, 1ste lid.

De mededelingstermijn van dit ultiem advies wordt door de Vlaamse Regering aan deze instellingen meegedeeld (zie E.Art. 14, § 3, 2de lid).

Geen advies

Indien de toezichthoudende instanties geen advies verstrekken of het advies buiten termijn verstrekken, dan kan de Vlaamse Regering beslissen om de erkenning zonder of met een laattijdig advies toe te kennen (zie E.Art. 13, in fine).

Geen beslissing

Uiterlijk zestig dagen na het einde van de gewone en de verlengde wachtperiode moet de Vlaamse Regering een beslissing nemen omtrent de erkenning van de lokale geloofsgemeenschap. Dit is een termijn van orde.

Indien de Vlaamse Regering nalaat om binnen deze voorgeschreven termijn een beslissing te nemen kunnen het betrokken representatief orgaan en de lokale geloofsgemeenschap conform artikel 14, § 3, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, de nodige stappen ondernemen opdat de Vlaamse Regering alsnog een uitdrukkelijke beslissing neemt over de erkenningsaanvraag.

Artikel 14, § 3, van de wetten op de Raad van State biedt aan het representatief orgaan of de betrokken lokale geloofsgemeenschap de mogelijkheid om na het verstrijken van de voorgeschreven beslissingstermijn de Vlaamse Regering aan te manen om alsnog een uitdrukkelijke beslissing te nemen.

Ingeval de Vlaamse Regering vier maanden na de aanmaning nog steeds nalaat een uitdrukkelijke beslissing te nemen omtrent de erkenningsaanvraag, wordt ze geacht een afwijzende beslissing (impliciete weigeringsbeslissing) te hebben genomen waartegen een annulatieberoep bij de Raad van State kan ingesteld worden door het representatief orgaan of de betrokken lokale geloofsgemeenschap (MvT, p. 48).

 

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 13

Home

Naar E.Art. 15