Financiële
onafhankelijkheid
Paragraaf
1 van artikel 17 verwijst rechtstreeks naar E.Art. 7, 3° en 9°. Een bestuur van de eredienst / de
lokale geloofsgemeenschap moet financieel onafhankelijk zijn en blijven
gedurende haar ganse bestaan. De oorsprong van de werkingsgelden, van
giften, bezoldigingen, toelagen van derdelanden, of van organisaties, moet
aangetoond worden, opdat de onafhankelijkheid van het bestuur van de
eredienst / de lokale geloofsgemeenschap gewaarborgd blijft, gedurende haar
ganse bestaan.
Dubbele
voorwaarde
1. De
financiering is van buitenlandse oorsprong;
2. Daarenboven
moet deze financieringsvorm de onafhankelijkheid van de lokale
geloofsgemeenschap, rechtstreeks of onrechtstreeks, bedreigen (zie E.Art. 17, § 1, ab initio).
Nevenvoorwaarde: altijd verdachte
financieringsbronnen
3. Deze
financiering vloeit voort uit middelen die door terroristische,
extremistische, spionerende of clandestiene organisaties ter beschikking
zijn / worden gesteld (zie E.Art.17, § 1, fine).
Deze voorwaarden moeten
tegelijkertijd vervuld zijn: buitenlandse en clandestiene financiële
inmenging die de onafhankelijkheid van de lokale gemeenschap / het bestuur
van de eredienst (negatief) beïnvloedt (zie MvT, pp. 52 & 53).
Financieringsvormen
Onder
financiering en ondersteuning worden niet enkel financiële stromen
verstaan, maar ook prestaties die kosteloos of onder de reële kostprijs
verleend worden (vb. de terbeschikkingstelling van personeel), terbeschikkinggestelde
kredietlijnen die niet moeten worden terugbetaald en rechtshandelingen die
betrekking hebben op een overdracht of een afstand van een recht zonder
gelijkwaardig geachte (economische) tegenprestatie (vb.
terbeschikkingstelling van roerende of onroerende goederen) (zie MvT, p. 50).
Openbare
veiligheid
De
ontworpen bepaling is eveneens noodzakelijk in onze democratische
samenleving om de openbare veiligheid en de bescherming van de openbare
orde te waarborgen, alsook om de bescherming van de rechten en vrijheden
van anderen te garanderen (zie MvT, p. 51).
Noodzakelijke
beperking
De
regeling van artikel 17, § 1, is noodzakelijk en ingesteld door de Vlaamse
Overheid. Er wordt geen algemeen verbod ingesteld, maar een gekwalificeerd
verbod. In die zin overstijgt deze paragraaf de Europese regelgeving niet (zie EVRM, art. 9).
Er
wordt immers geen absoluut verbod op buitenlandse financiering en ondersteuning
opgelegd, maar een gekwalificeerd verbod dat enkel die buitenlandse
financiering en ondersteuning verbiedt die rechtstreeks of onrechtstreeks
afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van de geloofsgemeenschappen én deze
die verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene
inmenging (zie MvT, p. 51).
Giften
Onder
giften wordt verstaan elke opzettelijke daad om het bestuur van de
eredienst een economisch of anderszins voordeel te geven, zonder een
tegenprestatie die gelijkwaardig wordt geacht (zie MvT, p. 53).
Om
aan te tonen dat giften die aan de lokale geloofsgemeenschap ter
beschikking worden gesteld, van onverdachte oorsprong zijn, wordt het
bijhouden van een Register van Giften opgelegd (zie E.Art. 17, § 2).
Elke
gift die per jaar het bedrag van € 999,00 overstijgt, in éénmaal of in
delen gestort, door één natuurlijke of rechterlijke persoon met of zonder
rechtspersoonlijkheid, in natura of in contanten, moet opgenomen worden in
het Register van Giften.
Register
Het register
vermeldt de datum van de gift, de waarde van de gift, de aard van de gift,
de wijze waarop de transactie is uitgevoerd en tevens alle elementen die de
identificatie van de gever mogelijk maakt (zie E.Art. 17, § 2, 3de lid):
E.Art. 17, § 2, 3de lid, 1°: Natuurlijk
persoon
|
E.Art.
17, § 2, 3de lid, 2°: Rechtspersoon of structuren
zonder rechtspersoonlijkheid
|
a) de voor- en achternaam;
b) het adres van hoofdverblijfplaats;
c) de geboortedatum en de plaats;
d) de nationaliteit.
|
a) de
(bijzondere) naam;
b) in
voorkomend geval het ondernemingsnummer;
c) de
rechtsvorm;
d) het
adres van de zetel.
|
Rijksregisternummer
of Ondernemingsnummer
Het nummer
van het rijksregister of het ondernemingsnummer is niet opgenomen in deze
opsomming. Alhoewel de opname van dit nummer een unieke identificatie zou
kunnen vereenvoudigen.
Het
Rijksregisternummer is een uniek identificatienummer toegekend aan natuurlijke
personen ingeschreven in België. Iedere burger met ofwel een Belgisch
identiteitsdocument ofwel een Belgisch verblijfsdocument heeft zo'n nummer.
Rechtspersonen hebben als uniek identificatienummer een ondernemingsnummer,
geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Giften
uit het buitenland kunnen aan de bovenstaande bepalingen voldoen. Zij
moeten ook in het Register van Giften opgenomen worden.
Registratieplicht
Het
bestuursorgaan neemt elke gift op binnen de 8 dagen na de dag van ontvangst
van de gift (zie E.Art. 17, § 2, 2de lid).
Toezichthouders
Het
Register van Giften moet voorgelegd worden op het eerste verzoek van:
1° de Vlaamse Regering;
2° het representatief orgaan;
3° de financierende overheid;
4° in voorkomend geval de adviserende
gemeente;
5° de provinciegouverneur;
6° de overheden, de administraties en
de diensten die de Vlaamse Regering daarvoor machtigt, als dat noodzakelijk
is in het kader van hun wettelijke opdracht (zie E.Art. 19, 1ste lid).
De Vlaamse Regering heeft daartoe een toezichtinstantie opgericht
met haar Besluit
van 10 december 2021. Zij geeft een toezicht- en controleopdracht aan
de Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen van het
Agentschap Binnenlands Bestuur (zie E.Art. 19, 1ste lid).
|