CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Artikel 19. Wijze waarop het toezicht kan vervuld worden

 

Om de opdrachten, vermeld in artikel 18, te vervullen:


1° sluit de bevoegde instantie informatie-uitwisselingsakkoorden af met andere overheidsinstanties;
2° kunnen de personeelsleden van de bevoegde instantie een beroep doen op de bevoegdheden, vermeld in artikel 20 tot en met 27.

De personeelsleden van de bevoegde instantie kunnen de bevoegdheden, vermeld in artikel 20 tot en met 27, § 1, enkel aanwenden in volgende gevallen:


1° voor de opdrachten, vermeld in artikel 18, eerste lid, 1° en 2° ;
2° voor de opdrachten, vermeld in artikel 18, eerste lid, 3°, na door de bevoegde instantie ontvankelijk beoordeelde zwaarwichtige aanwijzingen van een tekortkoming door een bestuur van de eredienst op zijn verplichtingen, vermeld in hoofdstuk 3.

De bevoegde instantie stelt het representatief orgaan in kennis ingeval een aanwijzing als vermeld in het tweede lid, 2°, als ontvankelijk beoordeeld en onderzocht wordt door de bevoegde instantie.

De personeelsleden van de bevoegde instantie kunnen hun bevoegdheden als vermeld in dit hoofdstuk enkel aanwenden indien ze voor de uitoefening van het toezicht passend en noodzakelijk zijn.

De personeelsleden van de bevoegde instantie zijn bij de uitoefening van hun opdrachten als vermeld in artikel 18 steeds voorzien van een legitimatiebewijs dat wordt vertoond wanneer daar om wordt verzocht.

De Vlaamse Regering stelt de procedure vast voor het beoordelen van de ontvankelijkheid, als bedoeld in het tweede lid, 2°.

De Vlaamse Regering kan:


1° de voorwaarden waaronder de personeelsleden van de bevoegde instantie worden aangesteld bepalen;
2° het model van het legitimatiebewijs, vermeld in het vijfde lid, bepalen;
3° de procedure die de personeelsleden van de bevoegde instantie moeten naleven bij de uitoefening van hun opdrachten en bevoegdheden, vermeld in dit hoofdstuk, vaststellen.

 

 

Samenwerkingsakkoorden

Om haar opdracht naar behoren te vervullen, kan de ISD samenwerkingsakkoorden met andere overheidsinstanties afsluiten (zie E.Art. 19, 1ste lid).

Binnen het handhavingsspoor zijn contacten met de lokale actoren (gemeenten, provincies, LIVC’s, burgemeesters, etc.) en andere stakeholders (Veiligheid van de staat, verbindingsofficieren geïntegreerde politie, FOD Justitie, etc.) belangrijk om na te gaan of aan de erkenningscriteria en de verplichtingen in het eredienstendecreet blijvend voldaan is (zie MvT, p. 54).

* LIVC = Lokale Integrale Veiligheidscel

In de omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie van 21 augustus 2015 met betrekking tot de foreign terrorist fighters (FTF) wordt de burgemeester de regierol toebedeeld in de lokale aanpak van gewelddadige radicalisering. Dit wordt nogmaals bevestigd en verduidelijkt in de hernieuwde omzendbrief van 22 mei 2018.

Bevoegdheden, opsomming

De bevoegdheden van de leden van de ISD worden opgelijst aan de hand van een verwijzingsartikel, namelijk de bevoegdheden zoals voorzien in E.Art. 19, 1ste lid, 2°: deze vermeld in E.Art. 20 tot en met 27.

De personeelsleden van de bevoegde instantie beschikken over volgende bevoegdheden:

1) Het recht om ruimtes te betreden (E.Art. 20);

2) Het recht tot opname van de identiteit van personen (E.Art. 21);

3) Het recht om inlichtingen te vorderen bij betrokkenen (E.Art. 22);

4) Het recht om de voorlegging, inzage, kopieën of de tijdelijke bewaarneming te vorderen van informatie, documenten en infodragers (E.Art. 23);

5) Het recht om verplichte medewerking te eisen (E.Art. 24);

6) Het recht op het doen van vaststellingen met audiovisuele middelen binnen het wettelijk kader (E.Art. 25);

7) Het recht om de bijstand van de politie te vorderen (E.Art. 26);

8) Het recht om zich te laten bijstaan door deskundigen en andere personen (E.Art. 26);

9) Het recht om raadgevingen te geven om tekortkomingen aan de verplichtingen te voorkomen (E.Art. 27, § 2, eerste lid);

10) Het recht om waarschuwingen te geven in geval van een vastgestelde tekortkoming, zodat het bestuur van de eredienst deze kan wegwerken (E.Art. 27, § 2, tweede lid);

11) Het opstellen van verslagen van vaststelling met een bewijswaarde tot het bewijs van het tegendeel (artikel 27, § 1).

Bevoegdheid, toezicht op (zie ook E.Art. 18)

Aan de personeelsleden van de bevoegde instantie belast met de controleopdrachten worden enkel bevoegdheden toegekend die nodig zijn om de controleopdracht vermeld in E.Art. 18, 1ste lid, 1° en 2° op een adequate wijze te kunnen uitvoeren (zie E.Art. 19, 2de lid).

Dit is bij het toezicht op de erkenningscriteria waaraan de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschap moet voldoen tijdens de (verlengde) wachtperiode of tijdens de bijzondere periode voorzien in E.Art. 67, § 1 (lokale geloofsgemeenschap die de erkenning heeft aangevraagd vóór 01.07.2019).

Bovendien kan enkel gebruik gemaakt worden van deze bevoegdheden als dat redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van de controleopdrachten. Deze bevoegdheden kunnen niet onbeperkt worden ingezet (zie E.Art.19, 4de lid).

De bevoegdheid om toezicht te houden op de besturen van de eredienst is onderhevig aan voorafgaande vaststellingen door de toezichthoudende overheden in verband met de incorrecte toepassing van de voorschriften van het Erkenningsdecreet (zie E.Art. 18, 1ste lid, 3°).

De uitoefening van deze bevoegdheden moet steeds in verhouding staan met de welomschreven controleopdrachten opgenomen in artikel 18 (finaliteit) en voor zover dat deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van de controleopdrachten (proportionaliteit) (MvT, p. 54).

Beperking van het toezicht

In navolging van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 19 december 2019 kunnen deze bevoegdheden enkel worden aangewend voor het toezicht op de naleving van de (erkenningsverplichtingen) die gelden voor de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschappen en de besturen van de eredienst (MvT, p. 54).

Bij het uitoefenen van het toezicht moet er steeds rekening gehouden worden met het recht op vrijheid van de eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan en de organisatorische autonomie van godsdienstige geloofsgemeenschappen, die gewaarborgd worden door de Grondwet en door de internationale mensenrechtenverdragen (zie MvT, p. 13).

De uitoefening van het fysieke toezicht wordt beperkt. In geen geval mag een controletoezicht ter plaatse de aan gang zijnde eredienst verstoren (zie E.Art. 18, 3de lid).

De personeelsleden van de bevoegde instantie hebben niet de bevoegdheid om gebouwen of ruimten te betreden die bestemd zijn als private woning ongeacht wie deze woning betrekt (de bedienaar van de eredienst of andere personen) (zie MvT, pp. 14 en 24).

Informatieplicht

Wanneer de ISD vaststelt dat een bijzonder toezicht op de bepalingen van Hoofdstuk 3 van het Erkenningsdecreet aangewezen is, dan deelt ze deze beslissing mee aan het representatief orgaan, in casu de bisschop (zie E.Art. 19, 3de lid).

Zwaarwichtige aanwijzingen

Deze houden zeer dikwijls verband met een conflict aangaande de identiteit van bestuursleden of van bedienaars; met een conflict aangaande de financiering van de lokale geloofsgemeenschappen of van de besturen van de eredienst; met een conflict aangaande de beïnvloeding van de onafhankelijkheid van de lokale geloofsgemeenschap of van het bestuur van de eredienst (zie E.Art. 19, 2de lid, 2°).

Beslissingen genomen door (de leden van de) besturen van de eredienst die aanleiding kunnen geven tot schorsing- of vernietigingsbesluiten door de stedelijke of de Vlaamse overheden (zie Eredienstendecreet  art. 58art. 59 en art. 62) worden ook bedoeld. Deze schorsing- of vernietigingsbesluiten moeten ook aan de ISD worden ter kennis gebracht.

Na het inwinnen van het advies van de Raad van State, gaf de Vlaamse Regering op 28 januari 2022 haar definitieve goedkeuring aan het besluit dat volgende procedures bepaalt:

·         de procedure voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van zwaarwichtige aanwijzingen van een tekortkoming door een bestuur van een eredienst;

·         de procedure voor kennisgeving aan het representatief orgaan waarin bepaald wordt welke gegevens minstens moeten vermeld worden door de Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen.

Het besluit treedt in werking 10 dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad (zie E.Art. 19, 6de lid).

Legitimatiebewijs

Bij de uitoefening van het toezicht moeten de toezichthouders hun identiteit en hun bijzondere functie kunnen bewijzen. Zij leggen aan de personen of instellingen op wie zij toezicht willen houden een bijzonder geschreven bewijs voor (zie E.Art. 19, 5de lid).

De Vlaamse Regering kan eveneens de voorwaarden bepalen waaronder de personeelsleden van de bevoegde instantie die belast zijn met de controleopdrachten kunnen worden aangesteld en het model van hun legitimatiebewijs (zie MvT, p. 54, in fine).

Personeels- en toezichtvereisten

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaraan de leden moeten voldoen om als toezichthouder aangesteld te kunnen worden en bepaalt de procedures die moeten gevolgd worden bij het toezicht (zie E.Art. 19, laatste lid).

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 18

Home

Naar E.Art. 20