CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Artikel 24. Medewerking verlenen, antwoordtermijn

 

Binnen de termijn die de personeelsleden van de bevoegde instantie bepalen, verleent iedereen alle medewerking aan de personeelsleden van de bevoegde instantie die redelijkerwijze kan worden gevraagd.

 

 

 

Medewerking verlenen

De Memorie van Toelichting blijft zeer vaag in haar uitleg en beperkt zich tot:

“Om de uitoefening van de bevoegdheden effectiever te laten verlopen wordt die gekoppeld aan een medewerkingsplicht voor iedereen die een bijdrage kan leveren om te controleren of de lokale geloofsgemeenschap of het bestuur van de eredienst voldoet aan de verplichtingen opgenomen in E.Art. 18 (bv. bestuursleden van de eredienst, de bedienaars van de eredienst en hun vervangers, personeelsleden van het bestuur van de eredienst, de aangeduide verantwoordelijken van een lokale geloofsgemeenschap tijdens de wachtperiode, etc.)” (zie MvT, p. 55).

Iedereen

De MvT beperkt zich schijnbaar veeleer tot de personen die functies binnen het bestuur van de eredienst of van de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap opnemen, of die bedienaars ervan zijn. Maar elke bevraagde persoon moet zijn medewerking verlenen.

E.Art. 22 bepaalt uitdrukkelijk dat het personeel van de toezichthoudende instantie (ISD) elke persoon, die iets weet van of kennis kan hebben van de te onderzoeken feiten, kan aanspreken om inlichtingen te verschaffen.

De schenkers van giften in species of natura, in éénmaal of samengeteld gedurende een jaar, die de € 1.000,00 bereiken, worden bedoeld. De oorsprong van deze gelden moet traceerbaar zijn (zie E.Art. 17, § 2).

Personen of instellingen die zakelijke rechten op onroerende goederen ter beschikking stellen aan de besturen van de eredienst of aan de erkenningzoekende lokale gemeenschap moeten ook hun medewerking verlenen (zie E.Art. 16, 4°).

Antwoord- of reactietermijn

De duurtijd van de termijn wordt niet bepaald. De antwoordtijd die aan de bevraagde mensen wordt gegeven, moet echter redelijk blijven.

Hierbij wordt verwezen naar het Eredienstendecreet, Hoofdstuk IV, Administratief toezicht, waar antwoordtermijnen van 30 dagen gehanteerd worden of waar een beperkende termijn van 30 dagen wordt opgelegd.

“Een door de toezichthoudende overheid opgevraagd besluit van een kerkraad of een centraal kerkbestuur is niet langer vatbaar voor schorsing of vernietiging door de overheden, genoemd in artikelen 58 en 59, na het verstrijken van een termijn van dertig dagen, …” (zie Eredienstendecreet, art. 61).

Bij het bepalen van de reactietijd en van de toegestane termijn moet een onderscheid gemaakt worden, tussen:

·         een loutere administratieve kwestie, die relatief snel kan opgelost worden,

·         een persoonskwestie (bv. identiteit bewijzen) die kan afhangen van inlichtingen van binnen- of buitenlandse overheden of dito instanties,

·         morele oordelen waarmee eventueel de geplogenheden van de Westerse beschaving (!?) in het gedrang worden gebracht (wie deelt mee binnen of buiten de kerkelijke hiërarchie),

·         financieringsmoeilijkheden die de onafhankelijk van het bestuur van de eredienst zouden kunnen bedreigen.

Daarenboven moet rekening gehouden worden dat de bestuursleden van een bestuur van de eredienst of van de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap meestal vrijwilligers zijn, vaak zonder grote administratieve of wettelijke vorming, of beroepsmatige (voor)kennis.

Redelijkerwijze

Wat de ratio aangaat, wat door de rede is bepaald. Wat redelijk is voor de ene toezichthouder, is misschien onredelijk voor een andere toezichthouder. Wie bepaalt de mate van wijsheid?

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 23

Home

Naar E.Art. 25