CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Artikel 32. Meldingsplicht van het ontvankelijk voorstel tot gebiedswijziging

 

De Vlaamse Regering brengt al de volgende instanties binnen dertig dagen na de ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot wijziging van de gebiedsomschrijving op de hoogte van die aanvraag:

1° het representatief orgaan;

2° het betrokken bestuur van de eredienst of besturen van de eredienst;

3° de federale overheid;

4° de financierende overheid;

5° in voorkomend geval de adviserende gemeente.

 

Uiterlijk vier maanden na de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, bezorgen de huidige en toekomstige financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een advies over de gebiedswijziging aan de Vlaamse Regering. Als een van de instanties, vermeld in dit lid, het advies niet op tijd bezorgt, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.

 

 

 

Onontvankelijkheid

 

Op straffe van onontvankelijkheid wordt een compleet dossier ingediend ter staving van het voorstel aan de Vlaamse Regering (zie E.Art. 31, § 2, 2de lid).

 

Onontvankelijkheid betekent: niet vatbaar voor behandeling. De niet-ontvankelijkheid wordt bepaald door de Vlaamse Regering. Een voorstel is niet-ontvankelijk als het niet tot een inhoudelijke behandeling komt omdat er niet is voldaan aan formele vereisten.

 

De onontvankelijkheid op basis van ontbrekende elementen in het voorstel, kan in principe gerepareerd worden door de ontbrekende elementen in het dossier aan te vullen.

 

Dit geeft aanleiding tot een nieuw onderzoek en eventueel tot een nieuwe ontvankelijkheidsbeslissing.

Ontvankelijkheid

De Vlaamse Regering onderzoekt het dossier inhoudende het voorstel van het representatief orgaan tot de wijziging van de gebiedsomschrijving van een lokale geloofsgemeenschap.

Na dit onderzoek deelt de Vlaamse Regering volgende betrokken partijen de ontvankelijkheid tot behandeling van het voorstel mee aan: het representatief orgaan, het betrokken bestuur van de eredienst of besturen van de eredienst, de federale overheid, de financierende overheid, en in voorkomend geval de adviserende gemeente (zie E.Art. 31, 1ste lid).

Termijn 1ste mededeling

De mededelingsplicht geldt slechts voor een ontvankelijk dossier. De Vlaamse Regering beschikt daarvoor over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van de ontvankelijke aanvraag (zie E.Art. 6).

De aanvang van deze termijn is aleatoir. Slechts de Vlaamse Regering beslist immers over de compleetheid van het dossier inhoudende het voorstel tot een gebiedswijziging en over de ontvankelijkheid.

Het ware beter geweest dat de Vlaamse Regering binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van het verzoek een meldingsplicht werd opgelegd, dat een voorstel tot gebiedswijziging überhaupt werd ontvangen (Vgl. E.Art. 8).

Adviestermijn

De ingelichte overheden beschikken over een termijn van 4 maanden om hun advies in verband met het verzoek tot wijziging van gebied mee te delen aan de Vlaamse Overheid (zie E.Art. 31, 2de lid).

De aanvang van deze termijn wordt zwak omschreven, namelijk: “Uiterlijk vier maanden na de kennisgeving”. Er wordt niet verwezen naar de dag van opmaak van de kennisgeving, er wordt niet verwezen naar de datum van verzending van de kennisgeving, en er wordt niet verwezen naar de mogelijke dag van ontvangst van de kennisgeving. Slechts een vermoeden wordt gewekt dat E.Art. 6 van toepassing is.

In de kennisgeving kan echter een vervaldatum opgelegd worden. De Vlaamse Regering kan een termijn van 4 maanden impliciet of expliciet opleggen, met een zin als: “Gelieve uw advies te verstrekken binnen de termijn van 4 maanden te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van deze kennisgeving” of “Gelieve uw advies te verstrekken uiterlijk op dd.mm.jjjj”.

Geen advies

Indien de betrokken overheid zijn advies niet binnen de termijn van 4 maanden verstrekt, dan kan de Vlaamse Overheid het ontbrekende advies negeren (zie E.Art. 31, 2de lid, in fine).

 

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 31

Home

Naar E.Art. 33