CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

 

HOOFDSTUK 8. Wijzigingen aan het decreet van 7 mei 2004

 

 

Artikel 48.

 

In artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004 wordt het tweede lid opgeheven.

 

Artikel 49.

 

In titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 6 juli 2012 en 22 december 2017, wordt afdeling 1/1, die bestaat uit artikel 4/1 tot en met 4/11, opgeheven.

 

Artikel 50.

 

In artikel 25/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 22 december 2017, wordt het

tweede lid vervangen door wat volgt:

"In het geval, vermeld in het eerste lid, is artikel 43 van het erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 van toepassing, met dien verstande dat de woorden "het te behouden bestuur van de eredienst" worden gelezen als "het nieuwe centraal kerkbestuur" en de woorden "de samengevoegde besturen van de eredienst" worden gelezen als "de centrale kerkbesturen waarvan het bestaan beëindigd wordt".".

 

Artikel 51.

 

In artikel 52/1 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 4 ingevoegd, die luidt als volgt:

" § 4. De Vlaamse Regering kan de verplichtingen in paragraaf 1 opschorten of beperken, conform artikel 29 § 1, eerste lid, van het erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021.".

 

Artikel 52.

 

Artikel 60 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 60. De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij de kerkfabriek of het centraal kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt.

 

De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft

ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.".

 

 

Artikel 53.

 

In artikel 61, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "dat met een aangetekende zending

is opgestuurd of tegen ontvangstbewijs is afgegeven" opgeheven.

 

 

Artikel 54.

 

Artikel 74 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 74. De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 72 en 73, een besluit van de

kathedrale kerkraad kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende

overheid het dossier over dat besluit bij de kathedrale kerkfabriek opvraagt of aanvullende

inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de

termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering

bepaalt.

 

De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft

ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.".

 

 

Artikel 55.

 

In artikel 75, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "dat met een aangetekende zending

is opgestuurd of tegen ontvangstbewijs is afgegeven" opgeheven.

 

 

Artikel 56.

 

In artikel 79 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

 

 

Artikel 57.

 

In artikel 115 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

 

Artikel 58.

 

In artikel 151 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

 

 

Artikel 59.

 

In artikel 187 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

 

 

Artikel 60.

 

Artikel 225 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 225. De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 223 en 224, een besluit van de

kerkfabriekraad of van het centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als

de toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij de orthodoxe kerkfabriek of het

centraal kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende

overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd

wordt op de wijze die de Vlaamse Regering bepaalt.

 

De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft

ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.".

 

 

Artikel 61.

 

In artikel 226, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "dat met een aangetekende zending

is opgestuurd of tegen ontvangstbewijs is afgegeven" opgeheven.

 

 

Artikel 62.

 

In artikel 230 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid opgeheven.

 

 

Artikel 63.

 

Artikel 268 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:

"Art. 268. De termijn waarin de overheden, vermeld in artikel 266 en 267, een besluit van het

comité of van het centraal bestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de

toezichthoudende overheid het dossier over dat besluit bij het comité of het centraal bestuur

opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de toezichthoudende overheid een klacht

ontvangt, stuit dat ook de termijn, op voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die

de Vlaamse Regering bepaalt.

 

De dag nadat de toezichthoudende overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft

ontvangen, begint een nieuwe termijn van dertig dagen.".

 

 

 

Artikel 64.

 

In artikel 269, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "dat met een aangetekende

zending is opgestuurd of tegen ontvangstbewijs is afgegeven" opgeheven.

 

 

Wijzigingen aan het Eredienstendecreet

 

De artikelen 48 tot en met 64 van het Erkenningsdecreet wijzigen artikelen van het Eredienstendecreet.

 

De wijzigingen gaan in vanaf 29.12.2021.

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 47

Home

Naar E.Art. 65