CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

 

Artikel 67. Erkenningsaanvraag vóór 01 juli 2019 door lokale geloofsgemeenschappen

 

 

§ 1. In afwijking van hoofdstuk 2 kunnen de lokale geloofsgemeenschappen die conform artikel 3, § 1, eerste lid, van het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten een aanvraag tot erkenning bij het representatief orgaan hebben ingediend voor 1 juli 2019 erkend worden met toepassing van de procedure, vermeld in paragraaf 2 tot en met 6.

 

§ 2. Het representatief orgaan bezorgt binnen één jaar vanaf de inwerkingtreding van dit decreet een geactualiseerd dossier aan de Vlaamse Regering dat, op straffe van onontvankelijkheid, al de volgende gegevens en documenten bevat:

 

1° de identificatie van de lokale geloofsgemeenschap: de naam en de denominatie van de lokale geloofsgemeenschap;

2° in voorkomend geval de huidige juridische structuur, de naam, het adres, statuten en het nummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen;

3° de gebiedsomschrijving, namelijk de duidelijke aanwijzing van het territoriale werkingsgebied van de lokale geloofsgemeenschap: de naam van de gemeente(n) of van de delen ervan;

4° de vermelding van de financierende overheid en in voorkomend geval een voorstel van verdeelsleutel van de kosten tussen de financierende overheden;

5° het adres van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst en het adres van alle andere infrastructuur die de lokale geloofsgemeenschap gebruikt;

6° voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de personen die, als de lokale geloofsgemeenschap wordt erkend, conform artikel 15 aangesteld worden als leden van het tijdelijk voltallig bestuursorgaan en voor elk van hen, een uittreksel uit het strafregister, conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen. Het tijdelijk voltallig bestuursorgaan treedt tijdens de procedure, vermeld in dit artikel, eveneens op als bestuursorgaan van de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschap. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt ze dat binnen dertig dagen aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente;

7° voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, e-mailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de bedienaars van de eredienst en hun vervangers en voor elk van hen, een uittreksel uit het strafregister, conform artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan negentig dagen. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het tijdelijk voltallig bestuursorgaan, vermeld in punt 6°, dat binnen dertig dagen aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente;

8° de personen, vermeld in punt 6° en 7°, ondertekenen een schriftelijke verklaring op eer waarin ze zich ertoe verbinden de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7 en de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 na te leven, met dien verstande dat de woorden "het voorlopig bestuursorgaan", vermeld in artikel 7, worden gelezen als "het tijdelijk voltallig bestuursorgaan", vermeld in punt 6° ;

9° de laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten van de lokale geloofsgemeenschap, aangevuld met een jaarrekening voor dat gedeelte van haar activiteiten dat betrekking heeft op de materiële aspecten van de eredienst, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst;

10° een overzicht van alle giften in natura of in contanten met betrekking tot de materiële aspecten van de eredienst waarvan de lokale geloofsgemeenschap de twee voorgaande jaren rechtstreeks of onrechtstreeks de begunstigde was en die een waarde hebben van 1000 euro en meer. Het overzicht van de giften vermeldt de datum van de gift, de waarde van de gift, de aard van de gift, de wijze waarop de transactie is uitgevoerd en de volgende identificatiegegevens van de schenker:

 

a) voor natuurlijke personen:

1) de voor- en achternaam;

2) het adres van de hoofdverblijfplaats;

3) de geboortedatum en de plaats;

4) de nationaliteit;

 

b) voor rechtspersonen of structuren zonder rechtspersoonlijkheid:

1) de naam;

2) in voorkomend geval het ondernemingsnummer;

3) de rechtsvorm;

4) het adres van de zetel;

 

11° een ontwerp van meerjarenplan voor de komende zes jaar, waarin een inschatting wordt gegeven van de ontvangsten en uitgaven van het op te richten bestuur van de eredienst na de erkenning, opgemaakt conform de modellen die gelden voor de besturen van de eredienst.

 

§ 3. De Vlaamse Regering brengt al de volgende instanties binnen dertig dagen na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag tot erkenning, bezorgd door het representatief orgaan, op de hoogte van die aanvraag:

1° het bestuursorgaan, vermeld in paragraaf 2, 6° ;

2° het representatief orgaan;

3° de financierende overheid;

4° de federale overheid;

5° in voorkomend geval de adviserende gemeente.

 

§ 4. Uiterlijk vier maanden na de kennisgeving, vermeld in paragraaf 3, bezorgen het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een advies aan de Vlaamse Regering waarin wordt geadviseerd of de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, met uitzondering van punt 10° en 11°.

 

Als een van de instanties, vermeld in het eerste lid, het advies niet op tijd bezorgt, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.

 

§ 5. Uiterlijk zes maanden nadat de termijn, vermeld in paragraaf 4, is verstreken, beslist de Vlaamse Regering over de erkenning en brengt ze het bestuursorgaan vermeld in paragraaf 2, 6°, het representatief orgaan, de federale overheid, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente op de hoogte van deze beslissing.

 

De Vlaamse Regering beoordeelt de erkenning van een lokale geloofsgemeenschap op basis van de verplichtingen, vermeld in artikel 7, met uitzondering van punt 10° en 11°. De beslissing tot erkenning bevat in voorkomend geval al de elementen, vermeld in artikel 14, § 2, eerste lid.

 

Het erkenningsbesluit, vermeld in het tweede lid, wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad

bekendgemaakt.

 

§ 6. Als de lokale geloofsgemeenschap wordt erkend, is artikel 15 van toepassing.

 

 

Welke erkenning?

 

Dit artikel bepaalt de procedure voor de lopende aanvragen tot erkenning die ingediend zijn vóór 1 juli 2019 (MvT, p. 67).

 

Welke geloofsgemeenschappen?

 

De verwijzingen naar wetteksten maken E.Art. 67, § 1, onleesbaar. Het gaat om volgende lokale geloofsgemeenschappen:

 

“In afwijking van hoofdstuk 2 kunnen de lokale geloofsgemeenschappen, die een aanvraag tot erkenning bij het representatief orgaan voor 1 juli 2019 hebben ingediend, erkend worden met toepassing van de procedure, vermeld in §§ 2 tot en met 6.”

 

Bijzondere procedure E.Art. 67, §§ 2 tot en met 6

 

Deze procedure maakt de regels die in het Erkenningsdecreet, E.Art. 8 en 9 mutatis mutandis toepasbaar op de vroeger ingediende en te actualiseren erkenningsaanvragen.

 

Het representatief orgaan zal binnen één jaar vanaf de inwerkingtreding van het decreet (29.12.2021) een geactualiseerd aanvraagdossier van de bij haar ingediende erkenningsaanvragen moeten bezorgen aan de Vlaamse Regering (MvT, p. 68 en E.Art. 67, § 2, ab initio).

 

Vergelijking E.Art. 67, § 2 met E.Art. 8

 

Vergelijk daartoe E.Art. 67, § 2, 1° tot en met 8°, met E.Art. 8, 1° tot en met 8°, waarnaar verwezen wordt.

 

Daarenboven worden enkele administratieve documenten opgevraagd:

 

E.Art. 67, § 2, 9°:

de jaarrekening over de gelopen periode tot en met de actualisatie (zie Eredienstendecreet, art. 54);

E.Art. 67, § 2, 10°:

het register van giften boven de 1000,00 euro van de 2 voorgaande jaren  (zie E.Art. 17, § 2);

E.Art. 67, § 2, 11°:

het meerjarenplan voorzien in Eredienstendecreet, art. 41;

 

De kennisgeving

 

Volgende instanties ontvangen de kennisgeving dat een geactualiseerd erkenningsverzoek werd ontvangen (zie E.Art. 67, § 3, vergelijk met E.Art. 9):

 

1° het bestuursorgaan, vermeld in paragraaf 2, 6° ;

2° het representatief orgaan;

3° de financierende overheid;

4° de federale overheid;

5° in voorkomend geval de adviserende gemeente.

 

De Vlaamse Regering stelt hen op de hoogte binnen een periode van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van een geactualiseerd ontvankelijk erkenningsverzoek.

 

Het advies van de betrokken instanties

 

De instanties bedoeld in E.Art. 67, § 3, geven hun advies binnen een periode van 4 maanden te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van de hierboven bedoelde kennisgeving (zie E.Art. 67, § 4, vergelijk met E.Art. 39).

 

De erkenningsbeslissing

 

De Vlaamse Regering erkent de lokale geloofsgemeenschap binnen een periode van 6 maanden te rekenen vanaf de dag na de dag dat de adviesperiode bedoeld in E.Art. 67, § 4, verlopen is (zie E.Art. 67, § 5, vergelijk met E.Art. 40).

 

En gaat over tot de publicatie van het uittreksel in het Belgisch Staatsblad met de elementen vermeld in E.Art. 14, § 2:

 

1° de naam van het bestuur van de eredienst;

2° de gebiedsomschrijving;

3° in voorkomend geval de verdeelsleutel van de kosten tussen de financierende overheden.

 

Aanstelling van het (voorlopig) bestuursorgaan

 

E.Art. 15 wordt toepasbaar gemaakt (zie E.Art. 67, § 6). Het representatief orgaan stelt binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van de kennisgeving van de erkenningsbeslissing het bestuursorgaan aan.

 

Het bestuursorgaan wordt (gedeeltelijk) vernieuwd op het ritme van het Eredienstendecreet, Art. 6.

 

Belangrijk onderscheid

 

De E.Art. 7, 10° en 11° zijn niet van toepassing. Namelijk,

 

10° ze voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 11 en 12;

11° ze doorloopt de wachtperiode van vier jaar, vermeld in afdeling 3, met gunstig gevolg.

 

Dit wil zeggen dat de lokale geloofsgemeenschap niet moet bewijzen dat ze voldoet aan de E.Art. 11, (boekhoudkundige verplichtingen van het voorlopig bestuursorgaan) en E.Art. 12 (wijzigingen aan de erkenningsverplichtingen, vergaderplicht, notulen, archief). Deze verplichtingen worden reeds vervuld of zijn vervulbaar. 

 

Daarenboven moet de lokale geloofsgemeenschap de wachtperiode van 4 jaar niet doorlopen.

 

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 66

Home

Naar E.Art. 68