Draaiboek betreffende de opheffing en samenvoeging van lokale eredienstbesturen – de wijziging van gebiedsomschrijvingen – de opheffing van annexe-kerken en kapelanijen

 

14 juni 2011

 

 

A. Opheffing en samenvoeging van lokale eredienstbesturen

 

 

Inleiding: In het kader van administratieve vereenvoudiging en/of als oplossing voor het eventueel verminderd kerkbezoek kunnen lokale eredienstbesturen beslissen tot de opheffing van één of meerdere besturen en de samenvoeging van die besturen bij een ander eredienstbestuur. Dit betekent dat de op te heffen eredienstbesturen niet langer zullen blijven bestaan en dat het patrimonium en de gebiedsomschrijving van die besturen worden overgedragen aan een ander eredienstbestuur.

Het is bij deze procedure de bedoeling dat de opheffing en samenvoeging van eredienstbesturen niet gepaard gaat met een bijkomende administratieve last, zowel voor de eredienstbesturen zelf als voor de subsidiërende overheid. Dit wil zeggen dat het niet aangewezen is om gemeente- of provinciegrensoverschrijdende eredienstbesturen te creëren, als de betrokken eredienstbesturen zelf niet gemeentegrens- of provinciegrensoverschrijdend zijn.

Zoals vermeld onder punt II.2 van de omzendbrief  B.A. 2006/04 van 10 maart 2006 betreffende de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen is de opheffing en samenvoeging van erkende lokale kerk- of geloofsgemeenschappen niet onderhavig aan een nieuwe erkenningsaanvraag.

De Vlaamse Regering neemt de beslissing over de opheffing en samenvoeging van erkende lokale eredienstbesturen. De beslissing over de opheffing en samenvoeging van de lokale entiteiten van de eredienst wordt daarentegen genomen door het representatieve orgaan van de eredienst, volgens de eigen regelgeving van de betreffende eredienst. Lokale eredienstbesturen kunnen niet worden opgeheven en samengevoegd zonder dat ook de overeenkomstige entiteiten van de eredienst door  het betreffende representatieve orgaan worden opgeheven en samengevoegd.

 

 

Initiatiefnemer: De aanvraag moet steeds door het representatief orgaan bij de Vlaamse Regering worden ingediend. Zelfs indien op het niveau van de lokale eredienstbesturen en/of de gemeente(n) of provincie(s) een samenvoeging wordt overwogen, moet de aanvraag daarvoor worden ingediend door het representatief orgaan. Daarom is het aangeraden dat de lokale eredienstbesturen en de gemeente(n) of provincie(s) voorafgaand overleggen en het representatief orgaan daarbij voldoende vroeg op de hoogte stellen.

 

 

Terminologie: Er wordt best een eenduidige terminologie gebruikt bij de aanvraag en in het ministerieel besluit. De termen opheffing en samenvoeging kunnen daarvoor gebruikt worden.

Procedure:

 

Vooraf:

 

-          Het representatief orgaan stuurt de aanvraag naar de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. Het dossier bevat volgende informatie en documenten:

 

o   De beslissing volgens de eigen regelgeving van de eredienst in kwestie waarbij de betrokken entiteit(en) van de eredienst word(t)(en) opgeheven. Deze beslissing moet steeds vermelden dat de beslissing pas in werking treedt vanaf de datum van inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot opheffing van het betrokken eredienstbestuur of de betrokken eredienstbesturen is genomen;

 

o   Een motivering door het representatief orgaan waarom de samenvoeging wordt gevraagd;

 

o   De adviezen van de lokale bestuursorganen in kwestie (geen expliciete goedkeuring), die door het representatief orgaan worden opgevraagd. De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

o   Een opgave van alle gemeenten of provincies op wiens grondgebied de samen te voegen eredienstbesturen een territoriaal werkingsgebied hebben en die bijgevolg bijdragen in de financiering van deze eredienstbesturen;

 

o   Een geactualiseerde inventaris van de goederen en staat van het vermogen van de samen te voegen lokale eredienstbesturen, op basis van de laatste jaarrekening en eventueel aangevuld met mogelijke latere wijzigingen. Dit document wordt als bijlage gevoegd bij het ministerieel besluit;

 

o   Een duidelijke beschrijving van de gebiedsomschrijving van het samengevoegde eredienstbestuur (met plan);

 

o   Een document van het representatief orgaan waarin wordt aangegeven of er al dan niet een wijziging komt van het aantal te begeven plaatsen van de bedienaars van de eredienst en het statuut van de bedienaars van de eredienst;

 

-          Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (verder: ABB) vraagt het advies op over de samenvoeging van de betreffende gemeente- of provincieraad of -raden. De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

-          Indien het samengevoegde eredienstbestuur en/of de afzonderlijke eredienstbesturen gemeente- of provinciegrensoverschrijdend zijn, vraagt ABB daarnaast het advies van de betreffende gemeenteraden of provincieraden op over de financiële consequenties (de gewijzigde verdeelsleutel);

 

-          ABB vraagt het advies op van de minister van Justitie, zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten;

 

 

Ministerieel Besluit:

 

-          In het ministerieel besluit wordt opgenomen dat alle roerende en onroerende goederen van de samen te voegen eredienstbesturen, zowel behorend tot het openbaar als het privaat domein, worden overgedragen aan het samengevoegde eredienstbestuur;

 

-          In het ministerieel besluit wordt opgenomen dat de penningmeester(s) van elk op te heffen lokale bestuursorgaan binnen de twee maanden de eindrekening maakt (met bijhorende inventaris, staat van het vermogen, e.d.);

 

 

Na de goedkeuring door de minister:

 

o   Een afschrift van het ministerieel besluit tot goedkeuring van de samenvoeging wordt ter kennis gegeven aan de minister van Justitie, het representatief orgaan, de gouverneur(s), de gemeente(n), de lokale eredienstbesturen en desgevallend de betreffende centrale besturen;

 

o   Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde bestuur bestaat uit de leden van het lokale bestuursorgaan van het eredienstbestuur waarbij het opgeheven bestuur of de opgeheven besturen zijn samengevoegd. Het lokale bestuursorgaan van het opgeheven bestuur of de opgeheven besturen houdt van rechtswege op te bestaan;

 

o   Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde bestuur blijft dus ongewijzigd – tot de volgende driejaarlijkse vernieuwing (de bestaande driejaarlijkse cyclus blijft ongewijzigd);

 

o   Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde eredienstbestuur neemt kennis van de eindrekening van de penningmeester(s) van het opgeheven bestuur of de opgegeven besturen, als rechtsopvolger van het opgeheven lokale bestuursorgaan of de opgeheven lokale bestuursorganen;

 

o   De penningmeester(s) stuurt een eindrekening naar de gouverneur ter goedkeuring;

 

o   Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde eredienstbestuur verleent de penningmeester(s) kwijting nadat een eindrekening werd goedgekeurd door de gouverneur;

 

o   Indien het gemeen recht speciale pleegvormen vereist voor de overdracht van bepaalde goederen, moeten deze regels uiteraard nageleefd worden;

 

 

B. Wijziging van gebiedsomschrijvingen

 

 

Inleiding: Lokale eredienstbesturen kunnen beslissen om hun gebiedsomschrijving aan te passen. Met de gebiedsomschrijving wordt het territorium bedoeld dat als werkingsgebied door het eredienstbestuur wordt gehanteerd – en dat als dusdanig in de ministeriële beslissing tot erkenning van het eredienstbestuur aan dat eredienstbestuur is gehecht.

De beslissing tot aanpassing van de gebiedsomschrijving kadert meestal in het laten samenvallen van het eigen werkingsgebied met de territoriale grenzen van de betrokken gemeenten of provincies. Dit zorgt voor een administratieve lastenverlaging doordat de verdeelsleutel tussen de betrokken gemeenten of provincies zo wegvalt.

Deze procedure heeft enkel betrekking op het wijzigen van de gebiedsomschrijving. Wanneer het de bedoeling zou zijn dat samen met de wijziging van de gebiedsomschrijving een eredienstbestuur zou worden opgeheven en worden samengevoegd bij een ander eredienstbestuur – waarbij ook het patrimonium wordt overgedragen, moet procedure A worden gevolgd.

 

 

Procedure:

 

-          Het representatief orgaan stuurt de aanvraag naar de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. De aanvraag bevat volgende informatie en documenten:

 

o   De beslissing volgens de eigen regelgeving van de eredienst in kwestie waarbij de gebiedsomschrijving van de betrokken entiteit(en) van de eredienst wordt gewijzigd. Deze beslissing moet steeds vermelden dat de beslissing pas in werking treedt vanaf de datum waarop het ministerieel besluit tot wijziging van de gebiedsomschrijving van het betrokken eredienstbestuur of de betrokken eredienstbesturen is genomen;

 

o   Een motivering door het representatief orgaan voor de wijzigingen van de gebiedsomschrijving;

 

o   De adviezen van de lokale bestuursorganen in kwestie (geen expliciete goedkeuring), die door het representatief orgaan worden opgevraagd. De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

o   Een opgave van alle gemeenten of provincies op wiens grondgebied de eredienstbesturen waarvan de gebiedsomschrijving wordt gewijzigd een erkend territoriaal werkingsgebied hebben en die bijgevolg bijdragen in de financiering van deze eredienstbesturen;  

 

o   Een duidelijke beschrijving van de gebiedsomschrijving (met plan);

 

o   Een document van het representatief orgaan waarin wordt aangegeven of er al dan niet een wijziging komt van het aantal te begeven plaatsen van de bedienaars van de eredienst en het statuut van de bedienaars van de eredienst;

 

-          ABB vraagt het advies op van de gemeente- of provincieraad of –raden over de wijziging van de gebiedsomschrijvingen en de financiële consequenties (de gewijzigde verdeelsleutel). De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

-          ABB vraagt het advies op van de minister van Justitie, zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten;

 

 

Na de goedkeuring door de minister:

 

-          Een afschrift van het ministerieel besluit tot goedkeuring van de samenvoeging wordt ter kennis gegeven aan de minister van Justitie, het representatief orgaan, de gouverneur(s), de gemeente(n), de lokale eredienstbesturen en desgevallend de betreffende centrale besturen;

 

 

C. Opheffing van annexe-kerken en kapelanijen

 

 

Procedure:

 

-          Het representatief orgaan stuurt de aanvraag naar de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. De aanvraag bevat volgende informatie en documenten:

 

o   Een motivering door het representatief orgaan voor de afschaffing van de bijkerk / kapelanij;

 

o   Het besluit tot erkenning van de bijkerk / kapelanij;

 

o   Het advies van het betrokken lokale bestuursorgaan (geen expliciete goedkeuring), dat door het representatief orgaan wordt opgevraagd. De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

o   Een opgave van alle gemeenten die deel uitmaken van de gebiedsomschrijving van het lokale eredienstbestuur waartoe de betreffende annexe-kerk of kapelanij behoort;

 

-          ABB vraagt het advies op van de betreffende gemeenteraad of -raden. De adviestermijn bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);

 

 

Na de goedkeuring door de minister:

 

-          Een afschrift van het ministerieel besluit tot goedkeuring van de samenvoeging wordt ter kennis gegeven aan de minister van Justitie (geen advies vereist), het representatief orgaan, de gouverneur(s), de gemeente(n), de lokale eredienstbesturen en desgevallend de betreffende centrale besturen;