CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Waarderingsregels

 

Algemene principes bij het vastleggen van waarderingsregels.

1.     Elke kerkraad bepaalt de regels die gelden voor de waardering van de inventaris en, ondermeer, voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten evenals voor de herwaarderingen.

Deze regels worden bepaald door het bestuursorgaan van het kerkfabriek en vastgelegd in het inventarisboek.

Ze worden samengevat in de toelichting. Deze samenvatting moet voldoende nauwkeurig zijn zodat inzicht wordt verkregen in de toegepaste waarderingsmethoden.

2.     Indien in uitzonderingsgevallen blijkt dat de toepassing van een waarderingsregel niet leidt tot een getrouw beeld, moet daarvan afgeweken worden teneinde hieraan te voldoen.

 

Dergelijke afwijking wordt in de toelichting vermeld en verantwoord. De geraamde invloed ervan op het vermogen, de financiële positie en het resultaat wordt vermeld in de toelichting bij de jaarrekening over het exploitatiejaar waarin de afwijkende waarderingsregel voor het eerst wordt toegepast.

3.     De waarderingsregels bedoeld in 1. moeten van het ene exploitatiejaar op het andere identiek blijven en stelselmatig worden toegepast.

4.      

Ze worden evenwel gewijzigd wanneer, onder meer uit hoofde van belangrijke veranderingen in de activiteiten van het kerkraad, in de structuur van het vermogen of in de economische dan wel technologische omstandigheden, de vroeger gevolgde waarderingsregels niet langer beantwoorden aan het getrouw beeld.

5.     Elk vermogensbestanddeel opgenomen in de jaarrekening wordt afzonderlijk gewaardeerd.

 

6.     De waarderingen moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw.

 

7.     § 1.  Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico’s, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het exploitatiejaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico’s, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn op het ogenblik waarop de jaarrekening door de penningmeester van de kerkraad wordt opgesteld.

 

In de gevallen waarin, bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico’s, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk onzeker en wisselvallig is, wordt hiervoor geen voorziening aangelegd, maar wordt van het risico louter melding gemaakt in de toelichting.

 

§ 2.  Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het exploitatiejaar of op voorgaande exploitatiejaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geďnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is.

Ten laste van het exploitatiejaar moeten onder meer worden geboekt: de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen die in de loop van een volgend exploitatiejaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het exploitatiejaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht.

Wanneer de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beďnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander exploitatiejaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting.

Schenkingen en legaten in natura

8.     § 1. De goederen die aan de kerkraad werden geschonken of nagelaten en die het voor zijn activiteit bestemt, worden geboekt op het ogenblik van hun verkrijging. De goederen die kosteloos ter beschikking worden gesteld van de kerkraad worden enkel geboekt indien de kerkraad ze tegen betaling mag uitbaten. Ze worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde of, bij ontstentenis, tegen hun gebruikswaarde.

§ 2. De andere goederen die aan de kerkraad worden geschonken of nagelaten, alsook de diensten die vrijwillig voor deze laatste worden gepresteerd, worden enkel geboekt als ze bestemd zijn om te worden gerealiseerd.

 

Ze worden geregistreerd op het ogenblik van het opmaken van de inventaris of op het ogenblik van hun realisatie indien deze aan de inventaris voorafgaat.

 

Ze worden gewaardeerd op hun waarschijnlijke realisatiewaarde op het ogenblik van het opmaken van de inventaris of op hun realisatiewaarde indien deze plaatsvindt vóór de inventaris.

 

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten (in de groene kaders) hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Printversie