CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

Art. 16. (de onverenigbaarheden)
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van de kerkraad:
1° bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad of echtgenoten. Voor de toepassing van deze bepaling wordt de wettelijke samenwoning met aanverwantschap gelijkgesteld;
2° degenen die personeelslid zijn van de kerkfabriek.

In het decreet worden zowel onverenigbaarheden als verbodsbepalingen opgesomd. Onverenigbaarheden onderscheiden zich van verbodsbepalingen op het vlak van het lidmaatschap van de kerkraad.

Onverenigbaarheid is een wettelijk beletsel om lid te zijn van een kerkraad ondanks het voldoen aan de verkiesbaarheidvoorwaarden.
Verbodsbepalingen houden in dat leden van de kerkraad onder bepaalde voorwaarden en omstandigheden niet kunnen deelnemen aan de beraadslaging en / of de stemming in de kerkraad. Hun lidmaatschap komt hierdoor echter niet in het gedrang.
Als een kandidaat(a)t(e) voldoet aan de verkiesbaarheidvoorwaarden, opgesomd in artikel 9 [en 10] van het decreet, en zich niet bevindt in een van de gevallen opgesomd in artikel 16 kan hij/zij aangesteld/verkozen [Standpunt van de permanente werkgroep erediensten; datum validatie 13/10/2005].

Het betreft in het bijzonder de redenen die verbonden zijn aan familiale (bloed- of aanverwantschap tot in de 2de graad in rechte lijn of echtgenoten(s) van de leden van de kerkraad) of bedrijfseconomische beperkingen (niet werken in bezoldigd dienstverband van de kerkraad).

Aangezien er veel nieuwe gezinsvormen bestaan, heeft de Decreetmaker de modaliteiten zoals ze werden opgelegd aan de regelmatig gevormde gezinnen, ook uitgebreid naar de leden van onregelmatig gevormde gezinnen die wettelijk samenwonen.

[zie Omzendbrief BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera 1, ptn. 1.3 en 1.4]

© PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.