CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Afdeling 3. Samenvoeging van erkende lokale geloofsgemeenschappen

 

Onderafdeling 1. Procedure

 

Artikel 36. Samenvoeging van lokale geloofsgemeenschappen

 

Het representatief orgaan neemt het initiatief tot samenvoeging van twee of meer erkende lokale geloofsgemeenschappen. Het representatief orgaan brengt de betrokken besturen van de eredienst en, in voorkomend geval het centraal bestuur, onmiddellijk op de hoogte van zijn interne beslissing tot samenvoeging.

 

Vanaf de kennisgeving van de beslissing van het representatief orgaan, vermeld in het eerste lid, tot aan de beslissing van de Vlaamse Regering over de samenvoeging, vermeld in artikel 40, treedt een periode van lopende zaken in. Tijdens die periode kunnen alleen handelingen worden gesteld die betrekking hebben op de lopende zaken. Handelingen die niet tot de lopende zaken behoren worden gesteld na een verplicht overleg tussen de betrokken besturen.

 

Beslissingen over handelingen die niet voldoen aan de vereisten, vermeld in het tweede lid, of de gevolgen ervan, zijn niet tegenstelbaar aan het bestuursorgaan van het te behouden bestuur van de eredienst.

 

 

Initiële beslissing

 

Het representatief orgaan neemt het initiatief. Het is uitermate belangrijk dat het representatief orgaan de besturen van de eredienst van de betrokken lokale geloofsgemeenschappen onmiddellijk in kennis stelt van zijn interne beslissing tot samenvoeging. Ook het centraal kerkbestuur wordt onmiddellijk ingelicht (zie E.Art. 36, 1ste lid).

Het representatief orgaan duidt het bestuur van de eredienst aan dat behouden blijft.

 

Vanaf de interne beslissing van het representatief orgaan tot samenvoeging van erkende lokale geloofsgemeenschappen komen de bijhorende besturen van de eredienst in een stelsel van lopende zaken (MvT, p. 60).

Basisvoorwaarden

Aan drie basisvoorwaarden moeten voldaan worden:

1.      Het representatief orgaan, de bisschop, moet een fusievoorstel uitbrengen over twee of meer reeds vroeger erkende en nog bestaande besturen van de eredienst van de lokale geloofsgemeenschappen. Dit wil zeggen dat de oorsprongsbesturen reeds zijn (waren) opgericht en erkend bij ministerieel besluit. Daarenboven moeten de besturen van de eredienst nog bestaan, dit wil zeggen nog niet afgeschaft zijn bij een ministerieel besluit.

2.      De besturen van de eredienst van de lokale geloofsgemeenschap kunnen niet worden opgeheven en samengevoegd zonder dat ook de overeenkomstige entiteiten van de eredienst door het betreffende representatieve orgaan worden opgeheven en samengevoegd (zie E.Art. 41).

3.      Een lokaal bestuur van de eredienst mag niet betrokken zijn in een sanctioneringsprocedure voorzien in E.Art. 29 (zie E.Art. 38).

Communicatieverplichting

Het representatief orgaan, de bisschop, deelt zijn fusiebeslissing mee aan de betrokken besturen van de eredienst en aan het centraal kerkbestuur waartoe de besturen behoren (zie E.Art. 36, 1ste lid, in fine).

Gevolgen

Dit betekent dat de op te heffen eredienstbesturen niet langer blijven bestaan (zie E.Art. 41, 1ste lid) en dat het patrimonium en de gebiedsomschrijving van die besturen worden overgedragen aan een ander eredienstbestuur.

Door de opheffing gaan ook alle mandaten van de lokale eredienstbesturen, de kerkraden, verloren (zie E.Art. 41, 2de lid). De penningmeester van de opgeheven kerkraad moet zijn eindrekening opmaken binnen de 2 maand te rekenen vanaf de datum van het ministerieel besluit (zie Eredienstendecreet, art. 56).

De overdracht van het patrimonium, zowel openbaar als ten private titel, zowel roerend (zie E.Art. 43, § 1) als onroerend (zie E.Art. 43, § 2), van de rechten en de plichten (zie E.Art. 43, § 1, 3de lid), de voortzetting van de lopende contracten (zie E.Art. 43, § 3) en de noodzakelijke opmaak van de eindrekening (zie E.Art. 44) worden later behandeld in het Erkenningsdecreet.

Een stelsel van lopende zaken gaat in vanaf de dag na de dag van de kennisgeving van het representatief orgaan, de bisschop, opgenomen in E.Art. 36, 1ste lid, tot op de dag van de positieve ministeriële beslissing tot samenvoeging.

Beperking van bevoegdheden

Vanaf de datum dat het representatief orgaan, de bisschop, beslist en bekend maakt dat twee of meerdere lokale besturen van de eredienst worden samengevoegd, worden de bevoegdheden van de betrokken besturen beperkt. Een waarnemingsperiode begint. Deze periode zal uitdoven na de erkenning van het samengevoegde bestuur bij ministerieel besluit (zie E.Art. 36, 2de lid).

Deze beperking is echter niet van toepassing op het te behouden bestuur van de eredienst.

De kennisgeving van het representatief orgaan

De wijze van kennisgeving is niet bepaald. Traditioneel gebeurt een kennisgeving mits een aangetekend schrijven ter post. Maar andere wijzen zijn ook mogelijk. Het voornaamste element (behalve de inhoudelijke beslissing) is de vaste dagtekening dat aan het document dat ter kennis wordt gebracht, wordt gegeven.

Aard van de bevoegdheden

Het stelsel van lopende zaken wordt niet omschreven in het Erkenningsdecreet. In het 2de lid van E.Art. 36 wordt slechts gewag gemaakt van: “treedt een periode van lopende zaken in. Tijdens die periode kunnen alleen handelingen worden gesteld die betrekking hebben op de lopende zaken.”

Aangenomen wordt dat de betrokken besturen van de eredienst die zullen verdwijnen, geen andere beslissingen kunnen nemen of handelingen kunnen stellen dan deze die ofwel rechtstreeks verbonden zijn aan het dagelijks beheer, ofwel voortvloeien uit lopende zaken, ofwel die ontstaan uit overmacht.

Gemeen overleg

Handelingen die niet tot de lopende zaken behoren en die gesteld worden na een verplicht overleg tussen de betrokken besturen (zie E.Art.36, 2de lid, in fine), zullen weinig bijval verkrijgen bij het bestuur van de eredienst dat behouden blijft…

Dagelijks beheer

Tot het dagelijks beheer behoort onder andere het reinigen of laten reinigen van de kerk; de aanschaf van klein bureelmateriaal, het betalen van de elektriciteitsrekeningen, enz. Het onderscheid met lopende zaken is niet altijd gemakkelijk te maken.

In het verleden heeft het Verbrekingshof (vroeger Hof van Cassatie) gesteld dat (vervang vennootschap door bestuur van de eredienst en raad van beheer door bestuursorgaan):

Daden van dagelijks bestuur zijn “die welke door het dagelijks leven van de vennootschap vereist worden of die welke zowel wegens hun gering belang als wegens de noodzakelijkheid van een snelle oplossing de tussenkomst van de raad van beheer zelf niet rechtvaardigen” (Cass. 17 september 1968, Pas. 1969, I, 61).

Hierbij werden het gering belang en de dringende aard van de handeling klassiek geïnterpreteerd als alternatieve voorwaarden, m.a.w. een van beide was voldoende om de handeling onder het dagelijks bestuur te doen vallen.

Dit resulteerde klassiek in drie soorten handelingen van ‘dagelijks bestuur’:

o   handelingen die vereist zijn voor het dagelijks leven van de vennootschap (recurrente handelingen, dit is terugkerende handelingen);

o   handelingen die niet recurrent zijn, maar een gering (financieel) belang vertonen;

o   handelingen die niet recurrent zijn, maar die zo dringend zijn dat de raad van bestuur niet op tijd kan samenkomen.

Maar het Verbrekingshof heeft zijn rechtspraak aangepast en heeft in haar arrest van 26 februari 2009 deze klassieke interpretatie verworpen door te stellen dat aan de vereisten van gering belang en hoogdringendheid cumulatief moet voldaan zijn om te kunnen spreken van een handeling van dagelijks bestuur (Cass. 26 februari 2009, TRV 2009, afl. 5, 444, noot C. CLOTTENS).

Dit impliceert dat handelingen die niet behoren tot het dagelijks leven van de vennootschap (niet recurrente handelingen) slechts tot het dagelijks bestuur kunnen behoren indien ze een gering belang vertonen én dermate dringend zijn dat de raad van bestuur niet tijdig kan worden bijeengeroepen.

Lopende zaken

Tot de lopende zaken behoren de contracten die bezig zijn, de lopende contracten kunnen worden uitgevoerd, maar geen nieuwe contracten kunnen worden aangegaan. Bv. een leveringscontract van stookolie bij oproep.

Lopende zaken houden in dat geen nieuwe beleidsopties worden genomen. Ook belangrijke beslissingen vallen hieronder, wanneer ze de afwikkeling vormen van een beleidskeuze die al voordien genomen is.

Een provider wil op de kerktoren een zendinstallatie installeren en wil het bestuur van de eredienst daarvoor vergoeden. Het contract heeft een langdurige looptijd (permanentiegedachte) tegen een trimestrieel betaalbare vergoeding.

Indien dit contract wordt aangegaan op een datum vooraleer de beslissing van het representatief orgaan, de bisschop, wordt kenbaar gemaakt, dan zijn de contractuele gevolgen rechtsgeldig en tegenstelbaar aan het behouden bestuur van de eredienst. De beleidsoptie was immers al genomen vooraleer de beslissing van het representatief orgaan was gevallen.

Indien dit contract wordt aangegaan na de datum van bekendmaking van de beslissing van het representatief orgaan, de bisschop, dan overschrijdt het samen te voegen bestuur van de eredienst die in de fusie betrokken is, zijn bevoegdheid en zijn de ontstane rechtsgevolgen niet tegenstelbaar aan het behouden bestuur van de eredienst. Dit is immers een nieuwe beleidsoptie.

Dringende zaken

Tot de dringende zaken behoren de handelingen die niet uitgesteld kunnen worden zonder de essentiële belangen van de lokale geloofsgemeenschap ernstig te schaden. Tot deze categorie horen de handelingen die noodzakelijk zijn om het patrimonium in stand te houden.

Het regime van de dringende (en noodzakelijke) handelingen wordt beheerst door artikel 39 van het Eredienstendecreet.

Bij de beoordeling van de concrete omstandigheden moet slechts aan één voorwaarde voldaan worden: er is spoed vereist bij de uitvoering van werken om het patrimonium in stand te houden.

Deze voorwaarde is voldoende: noch de 10 procent meer regel, noch de oorsprong van de aan te wenden middelen (gewone of buitengewone kredieten), noch het te besteden bedrag zijn belangrijk. Deze voorwaarde is noodzakelijk: werken die geen spoed vereisen, behoren niet tot het dagelijks beheer.

Tegenstelbaarheid

Het begrip tegenstelbaarheid komt uit het verbintenissenrecht. Met tegenstelbaarheid wordt bedoeld dat een verbintenis (een contract) externe rechtsgevolgen heeft die een derde moet eerbiedigen of waarop ze zich kunnen beroepen.

o   Derden moeten het bestaan van overeenkomsten, alsook de gevolgen die een overeenkomst tussen partijen teweegbrengt, erkennen en ermee rekening houden, ook al betekent dit een beperking van hun vrijheid.

o   Derden kunnen zich in hun voordeel beroepen op het bestaan van de overeenkomst tussen derden en op de gevolgen die de overeenkomst teweegbrengt.

De sanctie is dat het bestuur van de te behouden bestuur van de eredienst geen rekening moet houden met de daden die onregelmatig werden gesteld (zie E.Art. 36, 3de lid).

De leden van de verdwijnende besturen van de eredienst kunnen individueel en voor het geheel financieel aangesproken worden voor de handelingen die niet behoren tot de drie voorgaande categorieën in het stelsel van lopende zaken.

Centrale kerkbesturen

De samenvoeging van besturen van de eredienst heeft geen invloed op de samenstelling en / of het voortbestaan van de centrale kerkbesturen, althans niet onmiddellijk (zie E.Art. 42).

Een centraal kerkbestuur kan wel opgeheven worden, indien de oprichting / samenstelling ervan niet meer voorgeschreven is volgens het Eredienstendecreet, art. 25. De eventuele opheffing gaat in vanaf de dag van de nieuwe verkiezingen van een centraal kerkbestuur (zie E. Art. 42, laatste zin).

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 35

Home

Naar E.Art. 37