Onontvankelijkheid
Op straffe van
onontvankelijkheid wordt een compleet dossier ingediend ter staving van het
voorstel aan de Vlaamse Regering (zie E.Art. 37, § 2).
Onontvankelijkheid
betekent: niet vatbaar voor behandeling. De niet-ontvankelijkheid wordt
bepaald door de Vlaamse Regering. Een voorstel is niet-ontvankelijk als het
niet tot een inhoudelijke behandeling komt omdat er niet is voldaan aan
formele vereisten.
De onontvankelijkheid
op basis van ontbrekende elementen in het voorstel, kan in principe
gerepareerd worden door de ontbrekende elementen in het dossier aan te
vullen.
Dit geeft aanleiding
tot een nieuw onderzoek en eventueel tot een nieuwe ontvankelijkheidsbeslissing.
Ontvankelijkheid
De Vlaamse Regering
onderzoekt het dossier inhoudende het voorstel van het representatief
orgaan tot de samenvoeging van de besturen van de eredienst.
Na dit onderzoek deelt
de Vlaamse Regering volgende betrokken partijen de ontvankelijkheid tot
behandeling van het voorstel mee aan: het representatief orgaan, de betrokken besturen van
de eredienst, de federale overheid, de financierende overheid, in
voorkomend geval het centraal kerkbestuur; en in voorkomend geval de
adviserende gemeente (zie
E.Art. 39, 1ste lid).
Termijn 1ste mededeling
De mededelingsplicht geldt slechts voor een ontvankelijk dossier.
De Vlaamse Regering beschikt daarvoor over een termijn van 30 dagen te
rekenen vanaf de dag na de dag van de ontvankelijke aanvraag (zie E.Art. 6).
De aanvang van deze termijn is aleatoir. Slechts de
Vlaamse Regering beslist immers over de compleetheid van het dossier
inhoudende het voorstel tot samenvoeging en over de
ontvankelijkheid.
Het ware beter geweest dat de Vlaamse Regering binnen
een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst
van het verzoek een meldingsplicht werd opgelegd, dat een voorstel tot
gebiedswijziging überhaupt werd ontvangen (Vgl. E.Art. 8).
Adviestermijn
De ingelichte overheden beschikken
over een termijn van 4 maanden om hun advies in verband met het verzoek tot
samenvoeging mee te delen aan de Vlaamse Overheid (zie E.Art. 39, 2de lid).
De aanvang van deze termijn wordt zwak omschreven,
namelijk: “Uiterlijk vier maanden na de kennisgeving”. Er wordt
niet verwezen naar de dag van opmaak van de kennisgeving, er wordt niet
verwezen naar de datum van verzending van
de kennisgeving, en er wordt niet verwezen naar de mogelijke dag van
ontvangst van de kennisgeving. Slechts een vermoeden wordt gewekt dat
E.Art. 6 van toepassing is.
In de kennisgeving kan
echter een vervaldatum opgelegd worden. De Vlaamse Regering kan een termijn
van 4 maanden impliciet of expliciet opleggen, met een zin als: “Gelieve uw
advies te verstrekken binnen de termijn van 4 maanden te rekenen vanaf de
dag na de dag van ontvangst van deze kennisgeving” of “Gelieve uw advies te
verstrekken uiterlijk op dd.mm.jjjj”.
Geen
advies
Indien de betrokken
overheid zijn advies niet binnen de termijn van 4 maanden verstrekt,
dan kan de Vlaamse Overheid het ontbrekende advies
negeren (zie E.Art. 39, 2de lid, in
fine).
Uitsluitingsbeslissing
Een in de samenvoeging betrokken
bestuur van de eredienst mag niet betrokken zijn in een sanctieprocedure
van E.Art. 29 (zie E. Art. 38).
|