Checklist
budget
VORMELIJK
NAZICHT |
1.
Verifieer aan de hand van de notulen
of het budget werd vastgesteld
door de kerkraad en noteer de datum van vaststelling. |
2.
Check of het budget tijdig werd ingestuurd, d.w.z. vóór 1 oktober of de specifieke datum zoals
afgesproken in het overleg. Noteer de datum
van ontvangst en bepaal de toezichttermijn,
d.w.z. de uiterste datum waarop de beslissing van de gemeenteraad moet
verstuurd zijn aan de kerkfabriek, het centraal kerkbestuur (wanneer er één
is), het bisdom en de provinciegouverneur (als de gemeentelijke bijdrage in
het budget hoger uitvalt dan het bedrag dat is opgenomen in het goedgekeurde
meerjarenplan). |
3.
Ga na of het verplichte voorafgaande overleg werd gevoerd.
Noteer de datum van het overleg, voeg het (eventuele) verslag van de
overlegvergadering toe aan het dossier en noteer de eventuele opmerkingen
voor verdere behandeling tijdens het inhoudelijke nazicht. |
4.
Indien er een centraal kerkbestuur is,
verifieer of de documenten (gecoördineerd) werden ingediend via het centraal kerkbestuur. Ga tevens na of
het samenvattende overzicht met
aanduiding van de toelagen voor exploitatie en investeringen per individuele
kerkfabriek werd toegevoegd. |
5.
Controleer of het budget volledig is en alle vereiste documenten bevat (de
financiële nota, ingedeeld in een exploitatie- en een investeringsbudget, de
beleidsnota, het advies van het bisdom). |
6.
Check of een geactualiseerd meerjarenplan werd toegevoegd en of alle
voorgeschreven gegevens hierin werden opgenomen (cijfers van vastgestelde
budgetten en jaarrekeningen, ramingen voor de resterende boekjaren van het
meerjarenplan). |
7.
Ga na of de financiële nota van het budget werd opgemaakt volgens het model van het ministerieel besluit
(samenvattend gedeelte, detailgedeelte, budgetcijfers van het boekjaar,
budgetcijfers betreffende het vorige boekjaar, rekeninggegevens uit de laatst
afgesloten jaarrekening (boekjaar n-2), budgetcijfers voor het betrokken
boekjaar zoals opgenomen in het meerjarenplan). |
INHOUDELIJK
NAZICHT |
1.
Doe een rekenkundige controle (eventueel steekproefsgewijs) op: -
de aansluiting tussen de totalen van
de hoofdfuncties en de geraamde bedragen op de onderliggende rekeningen; -
de overeenstemming van de totalen per
hoofdfunctie in het samenvattende gedeelte en de geraamde bedragen in het
onderliggende detailgedeelte; -
de berekende totalen in het
samenvattende gedeelte van het budget. |
2.
Ga na of de afspraken van het overleg
worden gerespecteerd en vertaald zijn in het budget. Kijk ook na of afspraken
die in het meerjarenplan gemaakt werden, ook gerespecteerd worden in het
budget. |
3.
Evalueer en onderzoek eventuele opmerkingen in het advies van het bisdom. |
4.
Controleer of het budget financieel in evenwicht is, zowel voor de exploitatie
als voor de investeringen. Check
daartoe of de rubrieken N (resultaat exploitatie) en Z (resultaat
investeringen) gelijk zijn aan nul. Is dit niet het geval, ga dan na of er
gemeentelijke toelagen worden gevraagd. |
5.
Verifieer of aan de gemeente een toelage voor exploitatie gevraagd wordt (rubriek M). Zo ja, evalueer of het
gevraagde bedrag “logisch” lijkt en in de lijn ligt van wat kan worden
verwacht, uitgaande van gegevens in rekeningen en budgetten van voorgaande
jaren. Vraag naar een verklaring of bijkomende toelichting als de gemeentelijke
bijdrage sterke schommelingen vertoont. Controleer aanvullend ook of de
berekening van de gebudgetteerde
gemeentelijke exploitatietoelage correct werd uitgevoerd en of ze op de
juiste rekening (rubriek M, code 900/901) werd opgenomen. Registreer in welke
hoofdfuncties tekorten ontstaan. |
6.
Check of aan de gemeente investeringstoelagen worden gevraagd.
Ga na welke investeringsprojecten het betreft en of er bijkomende informatie
terug te vinden is in de beleidsnota. Als het een project betreft waar ook
andere overheden (Vlaamse overheid, provincie, deelgemeente) subsidiërend
(kunnen) tussenkomen, ga dan na of deze subsidies werden aangevraagd en
opgenomen in het budget. |
7.
Controleer
of de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van de
bedragen opgenomen in het door de gemeenteraad goedgekeurde meerjarenplan.
Bepaal op basis hiervan welke vervolgprocedure het budget dient te volgen
(zie art. 48 en 49 van het decreet). |
8.
Beoordeel of de geraamde uitgaven en ontvangsten voor exploitatie in de lijn van
de verwachtingen liggen, uitgaande van: -
de ramingen opgenomen in het
meerjarenplan; -
de gegevens in budgetten van
voorgaande boekjaren; -
de gegevens opgenomen in rekeningen
van voorgaande boekjaren. Naar
gelang de situatie kan deze globale controle worden uitgevoerd op het niveau
van de hoofdfuncties of op detailniveau (rekeningen). Bij
markante schommelingen kan bijkomende informatie of verantwoording aan de
kerkfabriek gevraagd worden. |
9.
Ga na of er overboekingen van de exploitatie naar de investeringen werden
opgenomen. Check of de bedragen opgenomen onder de codes 29 en 39
(overboekingen) met elkaar in overeenstemming zijn. Ga voor een kerkfabriek
die een toelage ontvangt na of de overboekingen via het overleg of de
afsprakennota zijn toegestaan door de gemeente. |
10. Verifieer
of de resultaten van de
exploitatie (rubriek K) en de investeringen (rubriek Y) betreffende voorgaande boekjaren correct werden
overgenomen. Vertrek daarbij vanuit de rekening van het laatst afgesloten
boekjaar, het goedkeuringsbesluit van de gouverneur over die rekening en het
budget van het vorige boekjaar. Voer daartoe de volgende controles uit: -
ga na of de waarde in rubriek K1 van
het budget (overschot/tekort exploitatie n-2) gelijk is aan het overschot of
tekort zoals opgenomen in de jaarrekening van twee boekjaren voordien
(opgenomen onder rubriek N van die jaarrekening); -
check of de waarde in rubriek K2 van
het budget (gecorrigeerd overschot/tekort budget n-1) aansluit met de waarde
die in het budget van het voorgaande boekjaar werd opgenomen onder de rubriek
K (gecorrigeerd overschot/exploitatie n-2); -
controleer of in rubriek K
(gecorrigeerde overschot/tekort van de exploitatie n-2) de correcte waarde
werd opgenomen (vertrekkende vanuit de bovenstaande gegevens voor de
rubrieken K1 en K2); -
verifieer of de waarde in rubriek Y
van het budget (overschot tekort/ investeringen n-2) overeenstemt met het
overschot of tekort zoals opgenomen in de jaarrekening van twee boekjaren
voordien (opgenomen onder rubriek Z van die jaarrekening); -
ga voor de zelfbedruipende
kerkfabrieken na of ze afwijken van de geldende evenwichtsverplichting (art.
20). Zo ja, bekijk hun motivering. |
11. Als
in rubriek Y’ (overschot
budgetwijziging n-1) een bedrag werd ingeschreven, ga dan na of er voor het
vorige boekjaar een budgetwijziging werd ingediend die financieel niet in
evenwicht was. Check of de ingeschreven bedragen in overeenstemming zijn. |
12. Controleer
of de intresten van financiële rekeningen werden
opgenomen in de exploitatie en of ze op de correcte rekeningen (rekening 121
voor netto intresten van werkingsrekeningen en rekening 133 voor netto
intresten van investeringsbeleggingen) werden geboekt. Evalueer of de
geraamde ontvangsten uit intresten in een redelijke verhouding staan tot het
financiële vermogen van de kerkfabriek (vooral uitgaande van de
geldbeleggingen, bijvoorbeeld zoals opgenomen in de staat van het vermogen
bij de laatst afgesloten jaarrekening). |
13. Verifieer
of geen exploitatie- of
investeringstoelage van de gemeente gevraagd wordt voor het onderhoud van
het private patrimonium. |
14. Stem
de gevraagde gemeentelijke toelagen voor exploitatie en investeringen af met
de gegevens die hieromtrent zijn opgenomen in de meerjarenplanning en het budget
van de gemeente. |
|
Noteer de resultaten van de
vormelijke en inhoudelijke controles (data, bedragen, vaststellingen,
opmerkingen) in een controlerapport
of een opmerkingenblad. Vraag waar
nodig bijkomende informatie bij het centraal kerkbestuur of de kerkfabriek.
Neem dit rapport op in het dossier dat samen met de jaarrekening voor
beslissing wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Neem de relevante informatie
over in het overwegende gedeelte van (het ontwerp van) de beslissing. |
Bijkomende
opmerking
In
dit overzicht werd de terminologie van de rooms-katholieke kerkfabrieken
gebruikt. Op de besturen van de andere erkende erediensten is exact dezelfde
regeling van toepassing. Voor de kathedrale en orthodoxe kerkfabrieken en de
islamitische gemeenschappen moet gemeentebestuur, gemeenteraad en college van
burgemeester en schepenen gelezen worden als provinciebestuur, provincieraad en
deputatie. Verder moeten de termen vervangen worden als blijkt uit onderstaande
tabel:
EREDIENST |
BESTUUR
VAN DE EREDIENST |
BESTUURSORGAAN |
ERKEND
REPRESENTATIEF ORGAAN |
Rooms-katholieke
eredienst |
kerkfabriek |
kerkraad |
Bisdom |
|
kathedrale
kerkfabriek |
kathedrale
kerkraad |
Bisdom |
Protestantse
eredienst |
kerkgemeente |
bestuursraad |
Administratieve
Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst |
Anglicaanse
eredienst |
anglicaanse
kerkfabriek |
kerkraad |
Centraal
comité van de anglicaanse eredienst in België |
Israëlitische
eredienst |
Israëlitische
gemeente |
bestuursraad |
Centraal
Israëlitisch consistorie van België |
Orthodoxe
eredienst |
orthodoxe
kerkfabriek |
kerkfabriekraad |
Metropoliet-aartsbisschop van
het Oecumenisch Patriarchaat van Konstantinopel |
Islamitische
eredienst |
islamitische
gemeenschap |
comité |
Executief
van de moslims van België |