Checklist meerjarenplan
VORMELIJK NAZICHT |
1. Verifieer aan de hand van de notulen of het
meerjarenplan werd vastgesteld
door de kerkraad en noteer de datum
van vaststelling. |
2. Check of het meerjarenplan tijdig werd ingestuurd,
d.w.z. vóór 2 juli van het jaar na dat van installatie van de volledig
vernieuwde gemeenteraad of op de datum die in het overleg werd afgesproken.
Noteer de datum van ontvangst van
het meerjarenplan op de gemeente. |
3. Kijk na of het advies
van het erkend representatief orgaan
tijdig werd ingestuurd (d.w.z. binnen de vijftig dagen na ontvangst van het
meerjarenplan) en bepaal de toezichttermijn,
d.w.z. de uiterste datum waarop de beslissing van de gemeenteraad betreffende
de al dan niet goedkeuring van het meerjarenplan moet verstuurd worden aan
het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek, de provinciegouverneur en het
erkend representatief orgaan. |
4. Ga na of het verplichte voorafgaande overleg heeft plaatsgevonden en noteer de datum van
het overleg. Voeg het (eventuele) verslag van de overlegvergadering toe aan
het dossier en noteer de eventuele opmerkingen voor verdere behandeling
tijdens het inhoudelijke nazicht. |
5. Indien er een centraal kerkbestuur is, verifieer of
de documenten (gecoördineerd) werden ingediend via het centraal kerkbestuur. Ga tevens na of het samenvattende overzicht met aanduiding van de toelagen voor
exploitatie en investeringen per financieel boekjaar en per individuele
kerkfabriek werd toegevoegd. |
6. Controleer of het meerjarenplan volledig is en de volgende documenten bevat: -
de financiële
nota, ingedeeld in een exploitatie- en een investeringsluik; -
de strategische
nota; -
de
afsprakennota. |
7. Ga na of de financiële
nota van het meerjarenplan werd opgemaakt volgens het model van het ministerieel besluit
(samenvattend gedeelte, detailgedeelte, raming van ontvangsten en uitgaven
voor een periode van zes jaar, cijfers van het laatst vastgesteld budget,
rekeninggegevens uit de laatst vastgestelde jaarrekening. |
8. Check of voor elk jaar van het meerjarenplan een
afzonderlijke gemeentelijke toelage werd berekend (rubriek M). |
INHOUDELIJK NAZICHT |
1. Doe een rekenkundige
controle (eventueel steekproefsgewijs) op: -
de aansluiting
tussen de totalen van de hoofdfuncties en de geraamde bedragen op de
onderliggende rekeningen; -
de overeenstemming
van de totalen per hoofdfunctie in het samenvattende gedeelte en de geraamde
bedragen in het onderliggende detailgedeelte; -
de berekende
totalen in het samenvattende gedeelte van het meerjarenplan (rubrieken F, H,
J, L, N, T, V, X en Z ). |
2. Ga na of de afspraken
die in het overleg werden gemaakt
gerespecteerd werden en vertaald zijn in de documenten betreffende het
meerjarenplan (strategische nota, afsprakennota, financiële nota). Kijk in elk geval na of in de strategische nota minstens de volgende elementen werden
opgenomen: -
een
omschrijving van de investeringsprojecten en het geplande tijdspad waarbinnen
ze zullen worden uitgevoerd; -
een
beschrijving van de belangrijke verschilpunten met het vorige meerjarenplan. Check de afspraken die zijn opgenomen in de afsprakennota. Stem af met het
(eventuele) verslag van het overleg. |
3. Evalueer en onderzoek eventuele opmerkingen gemaakt in het advies
van het erkend representatief orgaan. |
4. Controleer of het meerjarenplan financieel in evenwicht
is, zowel voor de exploitatie als
voor de investeringen. Check
daartoe of voor alle boekjaren de rubrieken N (resultaat exploitatie) en Z
(resultaat investeringen) gelijk zijn aan nul. Is dit niet het geval, ga dan
na of er gemeentelijke toelagen worden gevraagd. |
5. Verifieer of er gemeentelijke
toelagen voor exploitatie voorzien worden (rubriek M). Zo ja, evalueer dan of
de gevraagde bedragen “logisch” lijken en evolueren in de lijn van wat kan
worden verwacht, uitgaande van historische gegevens (rekeningen en budgetten
van voorgaande jaren). Maak uit of de kerkfabriek zelfbedruipend is. Dat is
enkel het geval als er in geen enkel jaar van het meerjarenplan een
exploitatietoelage nodig is. Vraag indien nodig naar een verklaring of
bijkomende toelichting als de gemeentelijke bijdrage sterke schommelingen
vertoont. Controleer aanvullend ook of de berekening van de gebudgetteerde gemeentelijke
exploitatietoelage correct werd uitgevoerd en of ze op de juiste rekening
(rubriek M, code 900/901) werd opgenomen. Registreer in welke hoofdfuncties
de tekorten ontstaan. |
6. Ga na of van de gemeente investeringstoelagen worden gevraagd en of de geraamde bedragen
op de juiste rekeningen (rekeningen 300, 3100, 3110, 3120, 322, 332) en in
overeenstemming met het tijdspad zoals aangegeven in de strategische nota
werden opgenomen. Indien er investeringstoelagen worden ingeschreven, ga dan
na welke investeringsprojecten het betreft en of er hierover bijkomende
gegevens (omschrijving van de investeringsprojecten en een tijdspad) terug te
vinden zijn in de strategische nota. Als het een project betreft waar ook
andere overheden (Vlaamse overheid, provincie, deelgemeente) subsidiërend
(kunnen) tussenkomen, ga dan na of deze subsidies werden aangevraagd en
voorzien in het meerjarenplan. |
7. Beoordeel of de geraamde
uitgaven en ontvangsten voor exploitatie
in de lijn van de verwachtingen
liggen, uitgaande van: -
de ramingen
opgenomen in het vorige meerjarenplan; -
de gegevens in
budgetten van voorgaande boekjaren; -
de gegevens
opgenomen in rekeningen van voorgaande boekjaren. Naar gelang de situatie kan deze globale controle
worden uitgevoerd op het niveau van de hoofdfuncties
of op detailniveau (rekeningen).
Bij markante schommelingen kan bijkomende informatie of verantwoording aan de
kerkfabriek gevraagd worden. |
8. Ga na of er overboekingen
van de exploitatie naar de investeringen werden opgenomen. Zo ja, controleer: -
of de bedragen
opgenomen onder de codes 29 en 39 (overboekingen) met elkaar in
overeenstemming zijn; -
voor niet-zelfbedruipende besturen, of dit is toegestaan door
de gemeente (via het overleg, afsprakennota, …enz.). |
9. Verifieer of het gecorrigeerde resultaat (overschot/tekort) van de exploitatie n-2 (rubriek K) correct werd opgenomen?
Vertrek daarbij vanuit de rekening van het laatst afgesloten boekjaar, het
goedkeuringsbesluit van de gouverneur over deze rekening en het budget van
het vorige boekjaar. Voer daartoe de volgende controles uit: -
check of de
waarde in rubriek K (gecorrigeerd overschot/tekort exploitatie n-2) van het
eerste jaar (boekjaar n) van het meerjarenplan overeen stemt met het verschil
tussen het overschot of tekort van de exploitatie zoals opgenomen in de
jaarrekening van twee boekjaren (boekjaar n-2) voordien (opgenomen onder
rubriek N van die jaarrekening) en het gecorrigeerde overschot of tekort van
de exploitatie zoals opgenomen in rubriek K van het budget van boekjaar n-1; -
verifieer of de
rubriek K (gecorrigeerde overschot/tekort exploitatie n-2) vanaf het tweede
tot en met het zesde jaar van het meerjarenplan op nul staat; -
ga
voor de zelfbedruipende kerkfabrieken na of ze afwijken van de geldende
evenwichtsverplichting (art. 9). Zo ja, bekijk hun motivering. |
10. Controleer of de rubrieken Y (overschot investeringen n-2) en Y’ (overschot budgetwijziging n-1) op nul staan. Opmerking:
aangezien er op het niveau van het meerjarenplan voor de investeringen geen verrekening van de eventuele overschotten uit
het verleden mag gebeuren, mogen hier geen bedragen worden opgenomen in het
meerjarenplan. Deze rubrieken kunnen enkel worden opgenomen bij een
actualisering van het meerjarenplan. |
11. Controleer of de intresten van financiële
rekeningen werden opgenomen in de exploitatie en of ze op de correcte
rekeningen (rekening 121 voor netto intresten van werkingsrekeningen en
rekening 133 voor netto intresten van investeringsbeleggingen) werden
geboekt. Evalueer of de geraamde ontvangsten uit intresten in een redelijke
verhouding staan tot de het financiële vermogen van de kerkfabriek (vooral
uitgaande van de geldbeleggingen, bijvoorbeeld zoals opgenomen in de staat
van het vermogen bij de laatst afgesloten jaarrekening). |
12. Verifieer of geen exploitatie- of investeringstoelage van de gemeente gevraagd
wordt voor het onderhoud van het private
patrimonium. |
13. Stem de gevraagde gemeentelijke toelagen voor
exploitatie en investeringen af met de gegevens die hieromtrent zijn
opgenomen in de meerjarenplanning van
de gemeente. |
|
Noteer
de resultaten van de vormelijke en inhoudelijke controles (data, bedragen,
vaststellingen, opmerkingen) in een controlerapport
of een opmerkingenblad. Vraag waar
nodig bijkomende informatie bij het centraal kerkbestuur of de kerkfabriek.
Neem dit rapport op in het dossier dat samen met het meerjarenplan ter
goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Neem de relevante
informatie over in het overwegende gedeelte van (het ontwerp van) de
beslissing. |
Bijkomende opmerking
In dit overzicht werd de terminologie van de rooms-katholieke kerkfabrieken gebruikt. Op de besturen van de andere erkende erediensten is exact dezelfde regeling van toepassing. Voor de kathedrale en orthodoxe kerkfabrieken en de islamitische gemeenschappen moet gemeentebestuur, gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen gelezen worden als provinciebestuur, provincieraad en deputatie. Verder moeten de termen vervangen worden als blijkt uit onderstaande tabel:
EREDIENST |
BESTUUR VAN DE EREDIENST |
BESTUURSORGAAN |
ERKEND REPRESENTATIEF
ORGAAN |
Rooms-katholieke eredienst |
kerkfabriek |
kerkraad |
Bisdom |
|
kathedrale kerkfabriek |
kathedrale kerkraad |
Bisdom |
Protestantse eredienst |
kerkgemeente |
bestuursraad |
Administratieve Raad van de
Protestants-Evangelische Eredienst |
Anglicaanse eredienst |
anglicaanse kerkfabriek |
kerkraad |
Centraal comité van de
anglicaanse eredienst in België |
Israëlitische eredienst |
Israëlitische gemeente |
bestuursraad |
Centraal Israëlitisch
consistorie van België |
Orthodoxe eredienst |
orthodoxe kerkfabriek |
kerkfabriekraad |
Metropoliet-aartsbisschop van het Oecumenisch Patriarchaat van Konstantinopel |
Islamitische eredienst |
islamitische gemeenschap |
comité |
Executief van de moslims
van België |