|
|
Aanneming van werken: Beoordeling
In gevallen van dringende spoed die voortvloeien
uit niet te voorziene omstandigheden, mogen de voorzitter en de secretaris van
de raad, die samen optreden, op eigen initiatief de wijze van gunnen en de
voorwaarden van een opdracht vaststellen en de opdracht gunnen. De voorzitter
en de secretaris, die samen optreden, moeten de raad daarvoor niet vooraf om een delegatie vragen: ze
bezitten ongeacht het bedrag van de opdracht een eigen bevoegdheid hierover.
Het speelt evenmin een rol of de opdracht
gefinancierd moet worden door kredieten die op de gewone begroting zijn
ingeschreven, dan wel door kredieten die op de buitengewone begroting zijn
ingeschreven.
De voorzitter en de secretaris zijn verplicht om
de raad tijdens de eerstvolgende vergadering van hun beslissing op de hoogte te
brengen en te melden dat er zich inderdaad een onvoorzienbare situatie heeft
voorgedaan die tot spoedeisend optreden noopte.
De raad heeft hier geen zeggenschap over. De
raad neemt akte van de beslissing die de voorzitter en de secretaris, die samen
optreden, getroffen hebben en hoeft die niet te bekrachtigen.
De beoordeling van de concrete omstandigheden in
het licht van laatstgenoemde voorwaarde behoort tot de bevoegdheid van de
voorzitter en secretaris, die samen optreden, onder controle echter van de
toezichthoudende overheid.
Bij de beoordeling van de concrete
omstandigheden door de toezichthoudende overheid moet slechts aan één
voorwaarde voldaan worden: er is spoed vereist bij de uitvoering van werken om
het patrimonium in stand te voldoen.
Deze voorwaarde is voldoende: noch de 10 procent
meer regel, noch de oorsprong van de aan te wenden middelen (gewone of
buitengewone kredieten), noch het te besteden bedrag zijn belangrijk.
Deze voorwaarde is noodzakelijk: werken die geen
spoed vereisen, moeten wel onderworpen worden aan de kerkraad.
De voorzitter en de secretaris moeten tekst en
uitleg verschaffen over hun samen genomen beslissing op de eerstvolgende
vergadering van de kerkraad. Maar hun beslissing is niet voor betwisting
vatbaar door de overige leden van de kerkraad: zij nemen er slechts akte van.
De toezichthoudende overheid (gemeente, provincie, Vlaamse Regering) echter kan
wel de spoedeisende aard van de omstandigheden onderzoeken, beoordelen en
eventueel sanctioneren.
Ogenschijnlijk is geen bestraffing van de
aangenomen houding door de voorzitter en secretaris mogelijk, dan de
vraagstelling naar de opportuniteit van de genomen beslissing. Wat echter de
financiële en administratieve verantwoordelijkheid aangaat, kunnen toch
kanttekeningen worden gemaakt.
Het algemeen administratief toezicht voorziet in
een schorsings- en vernietingstoezicht op de beslissingen van de kerkraad,
alsmede op de beslissingen van de voorzitter en de secretaris van de raden die
voor overheidsopdrachten samen optreden.
De uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad
kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst worden als het
gemeentelijk belang en in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente
geschaad worden. De provinciegouverneur kan eveneens de uitvoering schorsen als
het besluit de wet schendt of het algemeen belang schaadt.
De besluiten van de voorzitter en de secretaris
van de raad, die samen optreden bij overheidsopdrachten, kunnen ook geschorst
en vernietigd worden op grond van dezelfde redenen die gelden voor de besluiten
van de kerkraad.
Omdat die besluiten niet worden opgenomen in de
notulen, vangt de toezichttermijn van dertig dagen pas aan de dag na ontvangst
van het door de toezichthoudende overheid opgevraagde dossier. Bovendien moet
het schorsingsbesluit binnen voormelde termijn aan het bestuur van de eredienst
en aan het centraal bestuur worden verstuurd. Die toezichttermijn kan niet
gestuit worden.
De Vlaamse Regering kan de voormelde besluiten van de voorzitter
en de secretaris, die samen optreden, ook vernietigen binnen dezelfde termijn
en om dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad, dus wegens
het schaden van het gemeentelijk belang, in het bijzonder de financiële belangen
van de gemeente, het schenden van de wet of het schenden van het algemeen
belang. De termijn waarbinnen de Vlaamse Regering kan optreden, kan niet worden
gestuit.
Toepassing van de artikelen 39, 58, 59 en 62 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.