|
|
Aanneming van werken: Meeruitgaven
Als tijdens de uitvoering van de opdracht
wijzigingen moeten worden aangebracht, kan in principe alleen de raad hierover
beslissen. De voorzitter en de secretaris die samen optreden, kunnen echter aan
de opdrachten die werden gegund, wijzigingen aanbrengen die zij nodig achten,
voor zover hieruit geen meeruitgave van meer dan 10% voortvloeit. Boven 10% is
de raad opnieuw bevoegd.
Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen
daden van dagelijks beheer (zie art. 39, 3de lid) die aan de
voorzitter en de secretaris werden gedelegeerd, en spoedeisende zaken (zie art.
39, 4de lid) waarbij de voorzitter en secretaris samen optreden
zonder de overige leden van de kerkraad te moeten raadplegen.
Indien er afwijking van meer dan 10 procent
optreedt t.o.v. het gegunde bedrag, dan is slechts de kerkraad bevoegd.
Toepassing van artikel 40 van het
Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.