Centraal Kerkbestuur Gent Stad |
Deze
webpagina is een inlichtingsbron voor de leden van de kerkraden die vallen
onder het Centraal Kerkbestuur Gent Stad, maar mag ook geraadpleegd worden
door andere geďnteresseerde derden. |
Aanneming van werken: Wijze van gunnen
Het is de kerkraad die beslist over het
uitschrijven van een overheidsopdracht. De raad kiest de wijze waarop de opdrachten
gegund zullen worden en stelt de voorwaarden (dat is het bijzonder bestek)
vast. De raad stelt ook de procedure in en gunt de opdracht.
Voor opdrachten die betrekking hebben op het
dagelijks beheer van het bestuur van de eredienst en die gefinancierd worden
door middelen die voorzien zijn op het exploitatiebudget (dat is de gewone
begroting) kan de raad zijn bevoegdheden om de wijze van gunnen te bepalen, de
voorwaarden van de opdracht vast te stellen en de opdracht te gunnen, delegeren
aan de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden.
De raad kan daarbij vrij beslissen over de
omvang van de delegatie. De kerkraad kan die beperken tot een bepaalde periode
of tot opdrachten waarvan de prijs een door hem bepaald bedrag niet mag
overschrijden.
Voor opdrachten die de grenzen van de delegatie
te buiten gaan, bijvoorbeeld opdrachten waarvan de vermoedelijke kostprijs meer
bedraagt dan het in het delegatiebesluit vermelde bedrag, blijft de raad
bevoegd.
In gevallen van dringende spoed die voortvloeien
uit niet te voorziene omstandigheden, mogen de voorzitter en de secretaris van
de raad, die samen optreden, op eigen initiatief de wijze van gunnen en de
voorwaarden van een opdracht vaststellen en de opdracht gunnen. De voorzitter
en de secretaris, die samen optreden, moeten de raad daarvoor niet vooraf om een delegatie vragen: ze
bezitten een eigen bevoegdheid hierover, ongeacht het bedrag van de opdracht.
Toepassing artikel 39 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.