Centraal Kerkbestuur Gent Stad |
Deze
webpagina is een inlichtingsbron voor de leden van de kerkraden die vallen
onder het Centraal Kerkbestuur Gent Stad, maar mag ook geraadpleegd worden
door andere geďnteresseerde derden. |
Administratief toezicht: Uitputting van de termijn van
toezicht
De kerkraad of
het centraal kerkbestuur kan niet blijven wachten op een schorsings- of een vernietigingsbesluit.
Een overdreven lange wachtperiode zou tot een wettelijke onzekere toestand
leiden. Daarenboven kan de boekhouding van een kerkfabriek niet blijvend
gehypothekeerd worden met een onzeker gevolg: de al of niet goedkeuring van een
door de kerkraad of het centraal
kerkbestuur genomen besluit. De cijfermatige gegevens zijn meestal met het
genomen maar betwiste besluit nauw verbonden.
Daarom werd een
strikte maatregel gekoppeld aan het toezicht van een burgerlijke overheid:
indien de onderzoekstermijn overschreden wordt, (en niet gestuit wordt bij
toepassing van art. 60 van het Decreet), dan wordt het genomen besluit geacht
te voldoen aan de decretale bepalingen.
De
onderzoekstermijn van 30 dagen begint te lopen vanaf de dag na de dag van ontvangst
van het dossier (bij klacht door een derde), de gevraagde toelichting of uitleg
[zie Decreet, art. 60, 1ste lid].
Art. 61, 1ste
lid legt een vormvoorwaarde op: het dossier moet opgestuurd zijn met een ter
post aangetekende zending of tegen een ontvangstbewijs zijn afgegeven. In feite
wordt bedoeld dat de afgifte van het dossier tegenstelbaar moet zijn aan derden
door zijn vaste dagtekening. De vaste dagtekening wordt bekomen door het
gestempelde afgiftebewijs van de postdiensten, of door het ter hand gestelde
afgiftebewijs verstrekt door de toezichthoudende burgerlijke overheid.
Na de
goedkeuring van de jaarrekening door de toezichthoudende overheid, is deze
jaarrekening niet meer voor betwisting vatbaar, behoudens betwistingen,
schorsingen of vernietigingen die voortvloeien uit burgerlijke zaken. Indien de penningmeester
echter de toezichthoudende overheid (en de kerkraad) zou misleid hebben, dan
komt zijn verantwoordelijkheid opnieuw in het gedrang [zie Decreet, art. 55, §
3, 1ste lid].
Indien
de Vlaamse Regering de termijn van 30 dagen (met zijn eventuele verlengingen na
stuiting) laat verstrijken, zonder dat een vernietigingsbesluit wordt genomen
en meegedeeld, dan wordt de schorsing (opgelegd door de gemeenteoverheid of de
provinciegouverneur) als onbestaande beschouwd. De schorsing is ambtshalve
opgeheven.
Toepassing van artikel
61, § 1, van het Decreet.
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.