CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Agenda en Agendapunten

De voorzitter moet bij het bepalen van het tijdstip van de vergadering en de samenstelling van de agenda in redelijkheid oordelen en rekening houden met de beschikbaarheid van de leden.

De oproeping kan per brief of per elektronische drager. Ze moet ten minste acht kalenderdagen voor de dag van de vergadering worden verstuurd. In die termijn zijn de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet inbegrepen. Er zijn geen afwijkingen mogelijk.

Hoewel de voorzitter de agenda vaststelt, kan elk lid, dus ook het lid van rechtswege, punten aan de agenda toevoegen tot uiterlijk twee kalenderdagen vóór de vergadering. De raad mag tijdens zijn vergadering alleen de punten behandelen die op de agenda voorkomen.

Als bij een eerste bijeenroeping niet beraadslaagd kan worden omdat het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt, kan de raad na een tweede bijeenroeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, toch beraadslagen en besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

De kerkraad kan tijdens de 2de vergadering slechts de agendapunten behandelen die zowel  in de 1ste als in de 2de  oproepingsbrief werden vermeld. Indien er in de 2de oproepingsbrief agendapunten zouden voorkomen die niet in de 1ste oproepingsbrief werden vermeld, dan moet voor deze punten gehandeld worden volgens en met het quorum zoals bepaald in de 1ste lid van het artikel 19.

Bij de behandeling van bepaalde agendapunten kan een deskundige erbij geroepen worden. Die deskundige mag echter niet aanwezig zijn bij de beraadslaging en de stemming.

Indien agendapunten behandeld worden waarbij één van de leden andere (tegenstrijdige) belangen zou hebben, dan waakt de kerkraad over de integriteit van de besluitvorming.

Leden van de kerkraad die ook andere mandaten of functies uitoefenen (gemeenteraadslid, voorzitter van het OCMW-bestuur, burgemeester, lid van het Centraal Kerkbestuur), alsook leden die een persoonlijk, familiaal of professioneel belang hebben, rechtstreeks of onrechtstreeks, al of niet strijdig met de belangen van de kerkraad, moeten de vergadering verlaten bij de behandeling van deze agendapunten of zich onthouden op te treden.

Een niet-limitatieve opsomming:

§  het deelnemen aan besprekingen of stemmingen met een rechtstreeks of onrechtstreeks (via bloed- of aanverwantschap) en persoonlijk belang;

§  het als advocaat of notaris tegen bezoldiging optreden voor of tegen het bestuur van de eredienst. Kosteloos optreden kan wel;

§   het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten zoals een pachtovereenkomst of een overheidsopdracht. Zo kan een lid niet zelf of via een tussenpersoon goederen verkopen aan of kopen van het bestuur van de eredienst.

Deze verbodsbepalingen zijn geďnspireerd op bepalingen in andere organieke regelgevingen voor lokale besturen. Voor het definiëren van het rechtstreekse en persoonlijk belang kan bijgevolg verwezen worden naar de geldende rechtsleer en rechtspraak. Hieruit volgt dat een aantal voorwaarden gelijktijdig vervuld moeten zijn:

§  het voor- of nadeel moet materieel en in geld waardeerbaar zijn, hetzij een verregaand moreel belang betreffen;

§  er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de beslissing en het voor- of nadeel;

§  het belang moet actueel zijn;

§  het belang moet individueel zijn.

Toepassing van artikelen 18, 19 en 20 van het Decreet

 

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Printversie