|
|
Jaarrekening
A. Kerkraad
Periodiciteit en datum van indiening
De jaarrekening wordt periodiek
(éénmaal per jaar) ingediend vóór de 1ste april van het jaar dat
volgt op het boekjaar.
Dit wil zeggen dat de jaarrekening
bij het centraal kerkbestuur moet toekomen ten laatste op 31 maart van het jaar
dat volgt op het boekjaar. De voorafgaande goedkeuring van de jaarrekening door
de kerkraad is een conditione sine qua non.
Toepassing
artikelen 54 en 55 van het Decreet
Samenstellende delen en voorstellingswijze
De
jaarrekening bestaat uit een financieel gedeelte en een toelichting. De posten
van de jaarrekening worden uitgedrukt in euro, afgerond tot op twee cijfers na
de komma.
De
jaarrekening omvat voor alle posten volgens de voorgeschreven indeling:
§ de bedragen van de voorgaande jaarrekening;
§ de cijfers van het budget;
§
de totalen
op 31 december.
Toepassing artikelen 54
van het Decreet
Financieel gedeelte
Het financiële gedeelte van de jaarrekening maakt een onderscheid
tussen de ontvangsten en uitgaven, inclusief overboekingen die betrekking
hebben op de exploitatie en op de investeringen.
Toepassing artikel 54 van het Decreet
Toelichting
De
toelichting in de jaarrekening omvat minstens de volgende elementen:
1° het
bewijsstuk van de kastoestand van het bestuur van de eredienst op 31 december
van het financieel boekjaar:
De
penningmeester maakt op het einde van elk financieel boekjaar een door hem
ondertekend bewijsstuk op, waaruit moet blijken dat de cijfers van de
boekhouding overeenstemmen met de saldi van de financiële rekeningen en de
kassen van het bestuur van de eredienst.
2° een
overzicht van de interne kredietaanpassingen:
Het
bestuursorgaan kan binnen een hoofdfunctie van het exploitatiebudget de
kredieten verschuiven met een interne kredietaanpassing zolang het totaal van
de ontvangsten en de uitgaven van de hoofdfuncties gelijk blijft, geen
kredieten opgenomen worden op artikelen van het budget voor uitgaven waarop
geen kredieten opgenomen waren en de afspraken, vermeld in artikel 6 en 10, worden
gerespecteerd.
3° de
geactualiseerde investeringsfiches voor de lopende investeringsprojecten:
36.1
Voor elk gepland investeringsproject wordt een investeringsfiche opgemaakt,
waarin het project omschreven wordt en de geraamde uitgaven en de geplande
financieringswijze aangegeven worden, met vermelding van het financieel
boekjaar waarin die ontvangsten en uitgaven, inclusief overboekingen, in het
meerjarenplan en het budget opgenomen werden.
36.2
Voor investeringsprojecten die betrekking hebben op gebouwen, wordt op de
investeringsfiche vermeld of het gebouw al dan niet beschermd is, in de zin van
artikel 34, derde lid.
36.3
De minister bepaalt de nadere regels voor de vorm en de inhoud van de
investeringssteekkaart.
37.
In de loop van de uitvoering van het investeringsproject wordt elke betaling,
elke ontvangen toelage of lening en elke wijziging in de financieringswijze
onmiddellijk aangegeven op de investeringsfiche, met vermelding van de datum.
38.
De investeringsfiches zijn niet gebonden aan een financieel boekjaar. Ze maken
deel uit van de toelichting in de jaarrekeningen waarop ze betrekking hebben.
4° de
wijzigingen in de geactualiseerde inventaris:
32.1
Het bestuur van de eredienst stelt een boekhoudkundige inventaris op die
voorzichtig, oprecht en te goeder trouw een genummerd overzicht geeft van alle
bezittingen, vorderingen, rechten, schulden en verplichtingen, van welke aard
ook, van het bestuur van de eredienst. De verbruiksgoederen hoeven niet in de
inventaris te worden opgenomen.
32.2
De verschillende stichtingen en legaten worden duidelijk van elkaar gescheiden.
32.3
Bij de bezittingen die deel uitmaken van het privaat patrimonium worden de
rechten van het bestuur van de eredienst verduidelijkt.
33.1
De vorderingen worden vastgesteld door de voorzitter en de secretaris en worden
door de penningmeester zonder uitstel, doorlopend genummerd, opgenomen in het
desbetreffende deel van de inventaris, met vermelding van de datum van het
stuk, het financieel boekjaar en het bedrag. De inventaris vermeldt tevens het
eventueel al ontvangen bedrag en het saldo. Minstens eenmaal per jaar en in
ieder geval op 31 december worden alle ontvangsten, evenals de oninbaar
verklaarde bedragen die betrekking hebben op een van die vorderingen in dat
deel van de inventaris opgenomen, zodat de openstaande vorderingen kunnen
worden afgelezen.
33.2
De schulden worden door de penningmeester zonder uitstel, doorlopend genummerd,
opgenomen in het desbetreffende deel van de inventaris, met vermelding van de
datum van het stuk, het financieel boekjaar en het bedrag. De inventaris
vermeldt tevens het eventueel al betaalde bedrag en het saldo. Minstens eenmaal
per jaar en in ieder geval op 31 december worden alle betalingen van schulden
in dat deel van de inventaris opgenomen, zodat het saldo kan worden afgelezen.
34.1
Van de bezittingen van het bestuur van de eredienst moeten enkel de bezittingen
worden gewaardeerd die het bestuur van de eredienst verwerft vanaf 1 januari
2007.
34.2
Met behoud van de toepassing van het eerste lid worden voor de onroerende
goederen de ligging, het kadastraal inkomen, in voorkomend geval de erop
rustende lasten en de al dan niet periodieke opbrengsten ervan en indien bekend
het jaar van verwerving in de inventaris vermeld. Ook belangrijke investeringsprojecten worden vermeld met
verwijzing naar de desbetreffende investeringssteekkaart.
34.3
Bij de gebouwen waarover het bestuur van de eredienst beschikt, wordt vermeld
of ze al dan niet beschermd zijn, in de zin van het decreet van 3 maart 1976
tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten met latere
wijzigingen.
34.4
Voor de vorderingen, beleggingen, liquide middelen en schulden wordt de
nominale waarde opgenomen.
34.5
Als daartoe gegronde redenen bestaan, kan het bestuur van de eredienst de
waarde, vermeld in de inventaris, aanpassen, mits het daarvoor een
draagkrachtige en duidelijke motivering geeft.
35.
Met behoud van de toepassing van artikel 33 wordt de inventaris minstens
eenmaal per jaar en in ieder geval op 31 december geactualiseerd en wordt een
overzicht van de wijzigingen, met inbegrip van de wijzigingen, vermeld in
artikel 33, bij de jaarrekening gevoegd.
5° een
lijst van de openstaande schulden, een lijst van de openstaande vorderingen en
een lijst van de oninbaar verklaarde bedragen, die opgenomen werden in de
inventaris met toepassing van artikel 33:
33.1
De vorderingen worden vastgesteld door de voorzitter en de secretaris en worden
door de penningmeester zonder uitstel, doorlopend genummerd, opgenomen in het
desbetreffende deel van de inventaris, met vermelding van de datum van het
stuk, het financieel boekjaar en het bedrag. De inventaris vermeldt tevens het
eventueel al ontvangen bedrag en het saldo.
Minstens
eenmaal per jaar en in ieder geval op 31 december worden alle ontvangsten,
evenals de oninbaar verklaarde bedragen die betrekking hebben op een van die
vorderingen in dat deel van de inventaris opgenomen, zodat de openstaande
vorderingen kunnen worden afgelezen.
33.2
De schulden worden door de penningmeester zonder uitstel, doorlopend genummerd,
opgenomen in het desbetreffende deel van de inventaris, met vermelding van de
datum van het stuk, het financieel boekjaar en het bedrag. De inventaris
vermeldt tevens het eventueel al betaalde bedrag en het saldo. Minstens eenmaal
per jaar en in ieder geval op 31 december worden alle betalingen van schulden
in dat deel van de inventaris opgenomen, zodat het saldo kan worden afgelezen.
6° de
staat van het vermogen:
43.1
De staat van het vermogen vloeit rechtstreeks voort uit de inventaris, vermeld
in artikel 32.
43.2
De minister bepaalt de nadere regels voor de vorm en de inhoud van de staat van
het vermogen.
7° de
verdeelsleutels, vermeld in artikel 4, tweede lid:
Het
bestuursorgaan kan waar het dat noodzakelijk acht verdeelsleutels hanteren bij
het toewijzen van bepaalde ontvangsten en uitgaven. Die verdeelsleutels moeten
uitdrukkelijk worden gemotiveerd en maken deel uit van de strategische nota van
het meerjarenplan, de beleidsnota van het budget en de toelichting van de jaarrekening.
8° de
waarderingsregels:
35. Met behoud van de toepassing van
artikel 33 wordt de inventaris minstens eenmaal per jaar en in ieder geval op
31 december geactualiseerd en wordt een overzicht van de wijzigingen, met
inbegrip van de wijzigingen, vermeld in artikel 33, bij de jaarrekening
gevoegd.
Toepassing artikel 54 van het Decreet
Bewijsstukken
In tegenstelling tot in de
huidige praktijk worden niet langer alle bewijsstukken bij de jaarrekening
systematisch opgevraagd. Naar aanleiding van het onderzoek van de rekening door
het gemeente- of provinciebestuur of door de gouverneur kan wel aanvullende
informatie worden gevraagd en kunnen een of meer bewijsstukken worden
opgevraagd. Het blijft in ieder geval verplicht om de bewijsstukken te bewaren,
ook al hoeven ze niet langer op systematische wijze meegestuurd te worden.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
Bewijsstukken Stad Gent
Stad
Gent vraagt om volgende documenten met de jaarrekening mee te sturen:
·
Kopie van
de facturen van alle communicatiemiddelen, zoals telefoon, fax, internet;
·
Kopie van
aanslagbiljetten op leegstand of
niet-bebouwde panden;
·
Kopie van het jaaroverzicht van de lonen (door
Sofim geleverd).
B.
Centraal Kerkbestuur
Centraal kerkbestuur en Gemeentebestuur
Als een
centraal bestuur werd opgericht, dient dat centraal bestuur de jaarrekeningen
gezamenlijk in, in de vorm van de onderscheiden jaarrekeningen, aangevuld met
een overzicht van de overschotten en tekorten van die jaarrekeningen en van de
betaalde toelagen.
De jaarrekeningen worden ten laatste op 31 mei jaarlijks door het centraal bestuur
gezamenlijk ingediend bij het gemeente- of provinciebestuur. Net als bij de
meerjarenplannen en de budgetten kan en mag het centraal bestuur hierbij geen
wijzigingen aanbrengen in de jaarrekeningen.
Centraal kerkbestuur en Overzicht van betaalde toelagen
Het centraal bestuur moet wel
een overzicht van de betaalde toelagen opmaken, en een overzicht van de
overschotten en tekorten van de jaarrekeningen. Die overschotten en tekorten
spelen immers een rol bij de volgende budgetten. Het is dus nuttig dat het
gemeente- of provinciebestuur daar een beknopt overzicht van heeft.
Een dergelijk overzicht zou de
volgende vorm kunnen aannemen:
bestuur |
Exploitatie |
investeringen |
||
|
Toelage |
overschot/tekort |
toelage |
overschot/tekort |
A |
10 |
2 |
10 |
-10 |
B |
10 |
1 |
30 |
2 |
C |
5 |
-1 |
0 |
0 |
D |
7 |
4 |
0 |
0 |
Toepassing artikel 55 van het Decreet
Gemeentelijk
advies
Vóór 1 juni worden de rekeningen
bezorgd aan het gemeente- of provinciebestuur en aan de provinciegouverneur. De
gemeente- of provincieraad brengt dan binnen de vijftig dagen nadat de
rekeningen zijn binnengekomen bij het bestuur zijn advies uit. Als er binnen
die vijftig dagen geen advies werd uitgebracht, wordt het advies automatisch
als gunstig beschouwd.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
Gouvernementele goedkeuring
De gouverneur keurt de
rekening goed binnen een termijn van tweehonderd dagen nadat hij de rekening
heeft ontvangen en hij stelt daarbij de bedragen vast. Als er binnen die
termijn van tweehonderd dagen geen besluit wordt verstuurd naar het centraal
bestuur, wordt de rekening automatisch als goedgekeurd beschouwd. De gouverneur
deelt zijn beslissing ook mee aan het gemeente- of provinciebestuur, het
bestuur van de eredienst, de penningmeester en het erkend representatief
orgaan.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.