|
Kerkfabrieken
|
6. Vergoedingen voor de diakens
6.1 De diaken met een beroepsinkomen of vervangingsinkomen (loopbaanonderbreking, werkloosheidsuitkering, invaliditeit, …) uit een profaan beroep heeft recht op het “casueel voorganger” en op een forfaitaire onkostenvergoeding van 70 € per maand ten laste van de kerkfabriek.
6.2 De diaken met een volledige wedde eredienst heeft recht op het “casueel voorganger” en het “casueel gewijde bedienaren”.
De canonieke benoeming is bepalend om uit te maken ten overstaan van welke parochie of parochies de diaken aanspraak kan maken op het casueel gewijde bedienaren”.
6.3 Cumulatie van inkomens
6.3.1 hoofdinkomen eredienst met deeltijdse bezoldigde activiteit: de diaken heeft recht op het “casueel voorganger” en het “casueel gewijde bedienaren”;
6.3.2 hoofdinkomen anders dan eredienst met halve wedde eredienst: de diaken heeft recht op het “casueel voorganger”;
6.3.3 hoofdinkomen eredienst aangevuld met prestatievergoeding niet afkomstig van parochie: de diaken heeft recht op het “casueel voorganger”.
6.4 De diaken met pensioen
6.4.1 diaken met pensioen hoofdzakelijk actief in de liturgie: heeft recht op het “casueel voorganger” en daarnaast op het “casueel gewijde bedienaren” dat wegvalt met het bereiken van het emeritaat;
6.4.2 diaken met pensioen hoofdzakelijk actief in niet-liturgisch diaconaal werk: heeft recht op het “casueel voorganger” en op vergoeding van werkelijk gemaakte onkosten vanwege de dekenale kas, de dekenale VZW Pastorale Werking of de instelling waarvoor hij werkt;
6.4.3 diaken met brugpensioen: heeft recht op ofwel een forfaitaire onkostenvergoeding zoals voorzien in het wettelijke vrijwilligersstatuut en die wordt vastgesteld op 100€ per maand waarvan 70 € per maand wordt bijgedragen door de kerkfabriek en 30 € per maand door de dekenale kas ofwel de vergoeding van de werkelijk gemaakte onkosten.
6.5 De diaken-emeritus: heeft recht op het “casueel voorganger”.
Commentaar vicaris De
Jonghe
8. Diakens
Vroeger werd voor de vergoeding van diakens gewerkt met twee hoofdcategorieën:
voltijds pastoraal werkzaam (volledige wedde eredienst/profaan pensioen met voltijdse pastorale activiteit): recht op “casueel onderpastoor”;
niet voltijds werkzaam in parochiepastoraal:
· recht op forfait van 50 €/maand ten laste van de kerkfabriek
· recht op “casueel hulppersoneel”.
De inkomenssituatie van de diakens is zo gevarieerd dat die twee categorieën eigenlijk ontoereikend zijn om voor alle gevallen een voldoening gevende regeling te bieden.
In samenspraak met de verantwoordelijken voor het diaconaat werd een meer verfijnd systeem uitgewerkt dat de verschillende situaties zo dicht mogelijk benadert.
Rekening houdend met de categorie waartoe de diaken behoort, zijn de belangrijke vernieuwingen dat:
de diaken heeft recht op voorgangercasueel;
de diaken heeft recht op “casueel gewijde bedienaren” of een deel ervan (samen met andere diakens of priesters);
de diaken heeft in sommige gevallen recht op 70 €/maand ten laste van de kerkfabriek;
de diaken heeft recht op vergoeding vanwege de VZW Dekenale Werken (pastorale werking) of de dekenale kas of de instantie waarvoor diaconaal werk gedaan wordt.