|
|
Meerjarenplan: de Coördinerende
rol van het Centraal kerkbestuur
Tot
het takenpakket van het centraal kerkbestuur behoort het gecoördineerd indienen
van het meerjarenplan (en de wijzigingen), van het budget (en de wijzigingen)
en van de jaarrekening.
Het centraal kerkbestuur
dient de meerjarenplannen gecoördineerd in, maar behoudt de vorm van de
onderscheiden meerjarenplannen, aangevuld met een overzicht van de daarin
opgenomen gemeentelijke (of provinciale) toelagen per financieel boekjaar en
per bestuur van de eredienst, en van het totaal van die toelagen.
Bij
de wijziging van een of meer meerjarenplannen van de betrokken besturen van de
eredienst, moet het overzicht daarenboven worden aangepast aan de nieuwe
bedragen in die meerjarenplannen. Het centraal bestuur dient die wijziging of
wijzigingen samen met het aangepaste overzicht in.
Het
centraal kerkbestuur heeft een belangrijke coördinerende rol in het overleg
tussen het gemeente- of provinciebestuur en de besturen van de eredienst van
die gemeente. In het decreet is bepaald dat het centraal bestuur de
verschillende meerjarenplannen samen moet indienen. Dat moet op een
gecoördineerde wijze gebeuren, dat wil zeggen dat de verschillende
meerjarenplannen samen worden ingediend. Er blijft echter per bestuur van de
eredienst een afzonderlijk meerjarenplan bestaan. Het is dus zeker niet de
bedoeling dat er per centraal bestuur één meerjarenplan wordt gedistilleerd uit
de meerjarenplannen van de afzonderlijke besturen.
De enige formaliteit die het centraal
bestuur moet vervullen bij het indienen van de meerjarenplannen is het
toevoegen van een samenvatting waarin voor alle jaren van het meerjarenplan de
verschillende toelagen voor de verschillende besturen worden opgesomd.
Toepassing van artikel 42 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.