Centraal Kerkbestuur Gent Stad

Deze webpagina is een inlichtingsbron voor de leden van de kerkraden die vallen onder het Centraal Kerkbestuur Gent Stad, maar mag ook geraadpleegd worden door andere geďnteresseerde derden.

Monast5

 

Vacatures

Oprichting Kerkraad

De door het bisdom aangestelde parochieverantwoordelijke, meestal de parochiepriester, zal aan de parochiegemeenschap schriftelijk het aantal te begeven plaatsen in de kerkraad mededelen waarbij tevens een oproep aan de leden van de parochiegemeenschap gelanceerd wordt om zich kandidaat te stellen. De lijst met kandidaten zal nadien bekend gemaakt worden. Uit deze lijst zal met meerderheid van stemmen het nieuwe lid of de nieuwe leden gekozen worden.

Toepassing artikel 7 van het Decreet

Vervanging van leden van de kerkraad

Uittredende leden zijn leden die bij de driejaarlijkse vernieuwing van het kerkbestuur hun mandaat neerleggen en ter beschikking stellen. De eerste maal gebeurt dit bij loting van 3 leden (de grote helft). Bij de tweede vernieuwing treden de twee andere verkozen leden (de kleine helft) uit en stellen hun mandaat ter beschikking. Bij de volgende vernieuwingen wordt deze beurtrol aangehouden [zie Decreet art.6].

Te vervangen leden zijn leden die niet aan alle voorwaarden om lid te zijn van de kerkraad nog voldoen [zie Decreet art. 9 en art. 16].

Het betreft in het bijzonder de redenen die verbonden zijn aan de religie (rooms-katholiek zijn en ingeschreven zijn in één van de gemeentes van de parochie), aan de leeftijdsbeperking (minimum 18 jaar zijn op het ogenblik van de aanstelling of van de verkiezing) en aan familiale (bloed- of aanverwantschap tot in de 2de graad in rechte lijn of echtgenoten (s) van de leden van de kerkraad) of bedrijfseconomische beperkingen (niet werken in bezoldigd dienstverband van de kerkraad).

De termijn voor de vervanging van de uittredende of de te vervangen leden is 2 maanden, vanaf de dag na de dag dat het lid uittreedt of vanaf de dag na de dag dat niet meer aan alle beperkende voorwaarden is voldaan.

In principe wordt bij termijnen per dag van 24 uur gerekend. Er wordt geen rekening gehouden met weekeinden. Gelopen maanden worden in principe berekend met een cijferbenadering, namelijk bij het cijfer van de maand wordt het aantal te lopen maanden geteld. Een voorbeeld verduidelijkt veel. Een lid dient zijn ontslag in op 12.02. De termijn begint te lopen vanaf 13.02 en loopt af op 12.04 om 24 uur.

De looptijd van het te begeven mandaat wordt voortgezet. Dit wil zeggen dat de gelopen termijn en de procedure voorzien in art. 6 van het Decreet (3 jaar nŕ de 1ste installatie) moeten gerespecteerd worden, namelijk de vervanging in de loop van de maand april van de grote of kleine helft van de leden. Opnieuw een voorbeeld. Een lid gaat op 13.03.2007 wonen in een gemeente buiten de parochie en wordt op 15.04.2007 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de nieuwe gemeente. De termijn van zijn vervanging begint te lopen op 16.04.2007 en loopt af op 15.06.2007. Het nieuw lid zet het mandaat voort tot april 2008. Maand waarin de vernieuwing van de leden moet doorgevoerd worden.

Uittredende leden zijn opnieuw verkiesbaar. Er wordt geen enkele beperking opgelegd dan de voorwaarden als bepaald in art. 9 en 16. Het aantal herverkiezingen is onbeperkt.

De leeftijdsbeperking voorzien in art. 10 van het Decreet werd geschrapt.

Toepassing artikel 8 van het Decreet

Centraal kerkbestuur

Na elke gedeeltelijke vernieuwing van de kerkraden vindt de verkiezing van de nieuwe mandatarissen voor het centraal kerk bestuur plaats. Een mandaat in het centraal kerkbestuur duurt bijgevolg drie jaar. Een afgevaardigde kan een onbeperkt aantal maal herkozen worden.

Toepassing artikel 27 van het Decreet

Bijzondere mandaten

Penningmeester vervanging bij belet

Een penningmeester moet bij overlijden of bij plotse onmogelijkheid om de functie van penningmeester nog uit te oefenen, vervangen worden. Dit is ook het geval wanneer hij tijdelijk (min of meer langdurig) belet is [zie Decreet, art.15, 4de lid].

Gelet op het principe dat de kerkraad volheid van bevoegdheid heeft kan de kerkraad een waarnemend penningmeester aanduiden uit de twee overige leden van de kerkraad die geen bijzonder mandaat hebben.

Aangezien de functie van penningmeester voorbehouden is aan verkozen leden [zie Decreet, art. 12, 1ste lid] komt de door het erkend representatief orgaan aangestelde verantwoordelijke van de parochie of zijn vervanger niet in aanmerking.

De aandacht wordt gevestigd op art. 12, 2de lid van het Decreet waarin de cumul van de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester verboden wordt. De aangestelde verantwoordelijke van de parochie of zijn vervanger stemt samen met de voorzitter, de secretaris en de overige verkozen leden mee om de penningmeester ad interim aan te stellen. Daarnaast, en in uitvoering van artikel 11 van de wet van 4 maart 1870, maakt de uittredende penningmeester een eindrekening.

Toepassing artikel 14 van het Decreet

Secretaris vervanging bij belet

Indien de secretaris belet is, dan wordt hij / zij vervangen het jongste lid in leeftijd van de kerkraad. Daarbij moet enerzijds de cumulregel zoals voorzien in art. 12, 2de lid van het Decreet gerespecteerd worden en anderzijds de quorumregel zoals voorzien in art. 19 van het Decreet in acht genomen worden.

Toepassing artikel 15 van het Decreet

Voorzitter vervanging bij belet

Indien de voorzitter die verhinderd is, dan wordt hij / zij vervangen door het oudste lid in leeftijd van de kerkraad. Daarbij moet enerzijds de cumulregel zoals voorzien in art. 12, 2de lid van het Decreet gerespecteerd worden en anderzijds de quorumregel zoals voorzien in art. 19 van het Decreet in acht genomen worden.

Toepassing artikel 15 van het Decreet

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.