Centraal
Kerkbestuur Gent Stad |
Deze webpagina is een
inlichtingsbron voor de leden van de kerkraden die vallen onder het Centraal
Kerkbestuur Gent Stad, maar mag ook geraadpleegd worden door andere
geïnteresseerde derden. |
Patrimoniumhandelingen
Het decreet streeft naar modernisering en naar het eenvormig maken
van het beheer van de goederen en van het patrimonium van de eredienst. Voor
het beheer van goederen, schenkingen, legaten, daden van beschikking en
overheidsopdrachten, wordt het bijzonder toezicht vervangen door een algemeen
toezicht.
Een belangrijk gevolg hiervan is, dat de beslissingen van de
eredienstbesturen onmiddellijk uitvoerbaar zijn, tenzij de toezichthoudende
overheid ertegen optreedt. De raad beslist autonoom over alle daden van beheer
(verhuur, verpachting, onderhoud en herstelling) en beschikking (verwerving,
vervreemding, ruil) van de goederen. De beslissingen moeten deugdelijk en
afdoende worden gemotiveerd.
Daden van beheer zijn alle daden die het behoud en de instandhouding
van het patrimonium als voorwerp hebben, dit wil zeggen alle beslissingen die
verband houden met het onderhoud en / of herstel van de gebouwen van de
eredienst of van het privaat patrimonium. Het nemen van een hypotheek is een
daad van beheer. Het eigendomsrecht gaat immers niet over op een ander persoon,
maar wordt wel belast door de vestiging van de hypotheek.
Daden van beschikking veronderstellen altijd een overdracht van een
deel of van het geheel van eigendomsrecht. De verkoop van een onroerend goed is
een daad van beschikking. Het vestigen van een vruchtgebruik is een daad van
beschikking want een deel van de eigendom wordt door een zakelijk recht (het
vruchtgebruik) belast. In dit geval valt het eigendomsrecht uiteen en behoort
het eigendomsrecht aan twee of meerdere personen, namelijk de naakte eigenaar
en de vruchtgebruiker. Indien het vruchtgebruik ophoudt te bestaan dan verenigt
het vruchtgebruik zich opnieuw met de naakte eigendom. Dit wil zeggen dat
slechts één eigenaar nog bestaat. Hierbij mag de eigendom verdeeld zijn over
verschillende personen: zij zijn volledige eigenaar elk voor hun deel.
De kerkfabriek kan een burgerlijke
aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Dit behoort tot de autonomie van de
kerkraad.
Het doorlichten van de
verzekeringspolissen moet worden beschouwd als een dienstenopdracht in het
kader van de wetgeving op de overheidsopdrachten. De verzekeringsinstelling van
het interdiocesaan centrum kan één van de aangeschreven instellingen zijn. De
opdrachthouder wordt vergoed in het kader van de af te sluiten overeenkomst.
Gratis doorlichting kan geen probleem zijn doch de overeenkomsten die eraan
gekoppeld zijn, vallen onder de wetgeving i.v.m. overheidsopdrachten. In deze
aangelegenheid behoudt elke kerkfabriek zijn autonomie.
Indien een kerkfabriek goederen
wenst aan te kopen tijdens een openbare verkoop of veiling dan moet de kerkraad
toelating geven binnen de grenzen van het schattingsverslag. De kerkraad
bepaalt wie hem vertegenwoordigt op de openbare veiling.
Restauratiepremies moeten door de kerkfabriek aangevraagd worden bij
de bevoegde overheden [zie Besluit van de
Vlaamse regering van 8 juli 1992 tot vaststelling van de modaliteiten voor de
toekenning en uitbetaling van de subsidies voor werken aan beschermde
monumenten die door of op initiatief van regionale of lokale besturen worden
uitgevoerd en de Omzendbrief BA 2002/14 van 25 oktober 2002]. De
procedure betreffende aanvragen voor restauratiepremies blijft onverkort van
toepassing. De machtiging zoals voorgeschreven in het KB van 16 augustus 1824
vervalt.
Conform artikel 34 beslist de
kerkraad over alle handelingen van beheer en van beschikking van de goederen en
de gelden die toebehoren aan de kerkfabriek. De kerkraad kan in deze
aangelegenheid beschouwd worden als de rechtsopvolger van het bureau der
kerkmeesters (zie art. 28 van het Keizerlijk decreet). Daarenboven wordt de
kerkraad vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris en zijn zij,
samen optredend, belast met de uitvoering van de beslissingen van de kerkraad.
Oud financieel stelsel blijft van toepassing.
Toepassing van artikel 34 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.