Artikel 1. (26/04/2019- ...)
§ 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Ze voorziet in de gedeeltelijke omzetting van :
1° artikel 7 van richtlijn 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen;
2° artikel 6 van richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG;
3° richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG, hierna de richtlijn 2014/24/EU genoemd;
4° richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van richtlijn 2004/17/EG, hierna de richtlijn 2014/25/EU genoemd;
[5° richtlijn 2014/55/EU van 16 april 2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij overheidsopdrachten (ing. W. 7 april 2019, art. 3, I: 26 april 2019)].
§ 2. Deze wet bepaalt de principes en basisregels die van toepassing zijn op de overheidsopdrachten omschreven in titel 2, hoofdstuk 1, en in titel 3, hoofdstuk 1.
Artikel 2. (26/04/2019- ...)
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1° aanbestedende overheid :
a) de Staat;
b) de Gewesten, de Gemeenschappen en de lokale overheidsinstanties;
c) de publiekrechtelijke instellingen en personen die, ongeacht hun vorm en aard, op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan :
i opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en;
ii rechtspersoonlijkheid hebben, en;
iii op een van de volgende wijzen afhangen van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen, als bedoeld in onderhavig punt c) :
1. ofwel worden hun werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
2. ofwel is hun beheer onderworpen aan het toezicht van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
3. ofwel zijn meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende orgaan aangewezen door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
d) de verenigingen bestaande uit een of meer aanbestedende overheden als bedoeld in 1°, a, b of c;
2° overheidsbedrijf : elke onderneming die een activiteit bedoeld in de artikelen 96 tot 102 uitoefent waarop de aanbestedende overheden rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op de onderneming van toepassing zijnde voorschriften. De overheersende invloed wordt vermoed wanneer deze overheden, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van de onderneming :
a) de meerderheid van het maatschappelijk kapitaal van de onderneming bezitten, of;
b) over de meerderheid van de stemmen beschikken die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of;
c) meer dan de helft van de leden van het bestuurs, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen;
3° persoon die geniet van bijzondere of exclusieve rechten : de persoon die bijzondere of exclusieve rechten geniet wanneer hij een activiteit uitoefent als bedoeld in de artikelen 96 tot 102. De bijzondere of exclusieve rechten zijn rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde overheid verleende machtiging op grond van een wettelijke, reglementaire of administratieve bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een van de in titel 3 bedoelde activiteiten aan een of meer entiteiten voorbehouden blijft waardoor de mogelijkheden van andere entiteiten om dezelfde activiteit uit te oefenen wezenlijk nadelig worden beïnvloed;
De rechten toegekend door middel van een procedure die het voorwerp was van een gepaste bekendmaking en waarbij gebruik werd gemaakt van objectieve criteria, vormen geen "bijzondere of exclusieve rechten" in de zin van het onderhavig punt.
Deze procedures zijn onder meer de volgende :
a) de procedures voor de plaatsing van een opdracht met voorafgaande oproep tot mededinging, overeenkomstig onderhavige wet, de wet defensie en veiligheid en de wet betreffende de concessies;
b) de procedures ingevolge andere rechtshandelingen van de Europese Unie, opgesomd in bijlage IV, die een voldoende voorafgaande transparantie waarborgen met het oog op het toekennen van vergunningen op basis van objectieve criteria;
4° aanbestedende entiteit : de in 1° bedoelde aanbestedende overheden die een activiteit bedoeld in de artikelen 96 tot 102 uitoefenen, de overheidsbedrijven bedoeld in 2° en de persoon die genieten van bijzondere of exclusieve rechten bedoeld in 3° ;
5° aanbesteder : de aanbestedende overheden die een activiteit bedoeld in titel 2 uitoefenen en de aanbestedende entiteiten;
6° aankoopcentrale :
a) in de zin van titel 2, een aanbestedende overheid die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht als bedoeld in de bepalingen onder respectievelijk 7° en 8° ;
b) in de zin van titel 3, een aanbesteder die gecentraliseerde en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten doet zoals bedoeld in respectievelijk 7° en 8° ;
7° gecentraliseerde aankoopactiviteiten : activiteiten die permanent plaatsvinden op een van de volgende wijzen :
a) de verwerving van leveringen en/of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders;
b) de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten voor werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders;
8° aanvullende aankoopactiviteiten : activiteiten die bestaan in het verlenen van ondersteuning aan aankoopactiviteiten, met name op de volgende wijzen :
a) technische infrastructuur die aanbesteders in staat stelt overheidsopdrachten of raamovereenkomsten te plaatsen voor werken, leveringen of diensten;
b) adviesverlening over het verloop of de opzet van plaatsingsprocedures;
c) voorbereiding en beheer van plaatsingsprocedures namens en voor rekening van de betrokken aanbesteder;
9° aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten : een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke persoon die aanvullende aankoopactiviteiten op de markt aanbiedt;
10° ondernemer : elke natuurlijke persoon, elke privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon of elke combinatie van deze personen, met inbegrip van alle tijdelijke samenwerkingsverbanden van ondernemingen, die werken, een werk in de zin van de bepaling onder 19°, leveringen of diensten op de markt aanbiedt. Het betreft, naargelang het geval, een aannemer, leverancier of dienstverlener;
11° kandidaat : een ondernemer die heeft verzocht om een uitnodiging, of is uitgenodigd, om deel te nemen aan een niet-openbare procedure, een concurrentiegerichte dialoog, een innovatiepartnerschap, een mededingingsprocedure met onderhandeling, een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, een onderhandelingsprocedure met of zonder voorafgaande oproep tot mededinging, een lijst van geselecteerde kandidaten of een kwalificatiesysteem;
12° aanvraag tot deelneming : de schriftelijke en uitdrukkelijke wilsuiting door een kandidaat om geselecteerd te worden in het kader van de in artikel 2, 11°, bedoelde procedures;
13° selectie : de beslissing van een aanbesteder tot keuze van de kandidaten of inschrijvers op basis van de uitsluitingsgronden en van de selectiecriteria;
14° inschrijver : een ondernemer die een offerte indient;
15° offerte : de verbintenis van de inschrijver om de opdracht uit te voeren op grond van de opdrachtdocumenten en tegen de voorwaarden die hij biedt;
16° opdrachtnemer : de inschrijver met wie de opdracht is gesloten;
17° overheidsopdracht : de overeenkomst onder bezwarende titel die wordt gesloten tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbesteders en die betrekking heeft op het uitvoeren van werken, het leveren van producten of het verlenen van diensten, met inbegrip van de opdrachten die worden geplaatst in toepassing van titel 3 door overheidsbedrijven als bedoeld in 2° en personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten bedoeld in 3° ;
18° overheidsopdracht voor werken : de overheidsopdracht die betrekking heeft op een van de volgende voorwerpen :
a) de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van werken die betrekking hebben op een van de in bijlage I bedoelde werkzaamheden;
b) de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van een werk;
c) het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbesteder die een beslissende invloed uitoefent op het soort werk of het ontwerp van het werk;
19° werk : het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen;
20° overheidsopdracht voor leveringen : de overheidsopdracht die betrekking heeft op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten;
21° overheidsopdracht voor diensten : de overheidsopdracht die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die bedoeld in de bepaling onder 18° ;
22° openbare procedure : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte mag indienen;
23° niet-openbare procedure : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming mag indienen en waarbij alleen de door de aanbesteder geselecteerde kandidaten een offerte mogen indienen;
24° mededingingsprocedure met onderhandeling : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming mag indienen, waarbij alleen de geselecteerde kandidaten een offerte mogen indienen en waarbij over de voorwaarden van de opdracht kan worden onderhandeld met de inschrijvers, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 vallen;
25° onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een oproep tot mededinging een aanvraag tot deelneming mag indienen, waarbij alleen de geselecteerde kandidaten een offerte mogen indienen en waarbij over de voorwaarden van de opdracht kan worden onderhandeld met de inschrijvers, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 3 vallen;
26° onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking : de plaatsingsprocedure waarbij de aanbestedende overheid de door haar gekozen ondernemers een offerte vraagt en met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht kan onderhandelen, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 vallen;
27° onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging : de plaatsingsprocedure waarbij de aanbestedende entiteit de door hem gekozen ondernemers een offerte vraagt en met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht kan onderhandelen, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 3 vallen;
28° concurrentiegerichte dialoog : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming mag indienen en waarbij de aanbesteder een dialoog voert met de voor deze procedure geselecteerde kandidaten, teneinde een of meer oplossingen uit te werken die aan de behoeften van de aanbesteder beantwoorden en op grond waarvan de deelnemers aan de dialoog wiens voorgestelde oplossing of oplossingen in aanmerking genomen werden na afloop van deze dialoog, zullen worden uitgenodigd om een offerte in te dienen;
29° vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte mag indienen en waarbij de aanbesteder met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht kan onderhandelen, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 vallen;
30° vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging : de plaatsingsprocedure waarbij elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte mag indienen en waarbij de aanbesteder met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht kan onderhandelen, en die uitsluitend van toepassing is op de opdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 3 vallen;
31° prijsvragen : de procedure die tot doel heeft de aanbesteder een plan of een ontwerp te verschaffen dat na mededinging door een jury wordt gekozen, al dan niet met toekenning van prijzen;
32° innovatie : de toepassing van een nieuw of aanzienlijk verbeterd product, een nieuwe of aanzienlijk verbeterde dienst of een nieuw of aanzienlijk verbeterd proces, waaronder, maar niet beperkt tot productie- of bouwprocessen, een nieuwe verkoopmethode of een nieuwe organisatiemethode in de bedrijfsvoering, organisatie op de werkvloer of de externe betrekkingen, onder meer om maatschappelijke problemen te helpen oplossen of de Europese strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei te ondersteunen;
33° dynamisch aankoopsysteem : het volledig elektronisch proces voor het verwerven van werken, leveringen of diensten voor courant gebruik, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken die overeenstemmen met de behoeften van de aanbesteder, dat beperkt is in de tijd en gedurende de gehele looptijd openstaat voor elke ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria;
34° elektronische veiling : het zich herhalend proces langs elektronische weg, toepasselijk voor werken, leveringen of diensten, voor de voorstelling van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de offertes, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de offertes en de klassering van de offertes op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt;
35° raamovereenkomst : een overeenkomst tussen een of meer aanbesteders en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijzen en eventueel de beoogde hoeveelheden;
36° gezamenlijke opdracht : een opdracht die al dan niet integraal gezamenlijk gerealiseerd wordt in naam van en voor rekening van meerdere aanbesteders;
37° plaatsing : procedure voor het uitschrijven van een overheidsopdracht, die in voorkomend geval de volgende aspecten omvat : de voorafgaande marktconsultatie, de bekendmaking, de selectie, de gunning en de sluiting van de opdracht;
38° gunning van de opdracht : de beslissing van de aanbesteder om de gekozen inschrijver aan te wijzen;
39° sluiting van de opdracht : de totstandkoming van de contractuele band tussen de aanbesteder en de opdrachtnemer;
40° Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten : de op overheidsopdrachten toepasselijke referentienomenclatuur als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten, afgekort "CPV";
41° schriftelijk : elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens meegedeeld. Dit geheel kan met elektronische middelen overgebrachte en opgeslagen informatie bevatten;
42° elektronisch middel : elektronische apparatuur voor de verwerking, met inbegrip van digitale compressie, en opslag van gegevens die worden verspreid, overgebracht en ontvangen door draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen;
43° opdrachtdocument : alle documenten die op de opdracht toepasselijk zijn en die door de aanbesteder worden opgesteld of vermeld. In voorkomend geval omvatten ze de aankondiging van een opdracht, de vooraankondiging van de opdracht of de periodieke indicatieve aankondiging, wanneer deze gebruikt wordt als oproep tot mededinging, het bestek of elk ander beschrijvend document omvattende met name de technische specificaties en de voorgestelde contractvoorwaarden, formaten voor de aanbieding van documenten door kandidaten en inschrijvers, informatie over algemeen toepasselijke verplichtingen en alle overige aanvullende documenten. Bij een prijsvraag worden deze documenten prijsvraagdocumenten genoemd;
44° technische specificatie :
a) in geval van overheidsopdrachten voor werken : alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in de opdrachtdocumenten, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een materiaal, een product of een levering, zodat dit of deze beantwoordt aan het gebruik waarvoor het materiaal, product of de levering door de aanbesteder is bestemd; tot deze kenmerken behoren ook het niveau van milieuvriendelijkheid en klimaatprestaties, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet, met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten, en de conformiteitsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid, of afmetingen, met inbegrip van kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen en productieprocessen en -methoden tijdens de verschillende stadia van de levenscyclus van een werk of de werken; deze kenmerken omvatten eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbesteder bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld;
b) in geval van overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten : een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of dienst, zoals het niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid en klimaatprestaties, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet, met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten, en de overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid of afmetingen van het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocessen en -methoden tijdens de verschillende stadia van de levenscyclus van de levering of dienst, en conformiteitsbeoordelingsprocedures;
45° Norm : een door een erkende normalisatie-instelling vastgestelde technische specificatie voor herhaalde of voortdurende toepassing, waarvan de naleving niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort :
a) internationale norm : een door een internationale normalisatie-instelling vastgestelde norm die ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
b) Europese norm : een door een Europese normalisatie-instelling vastgestelde norm die ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
c) nationale norm : een door een nationale normalisatie-instelling vastgestelde norm die ter beschikking van het publiek wordt gesteld;
46° Europese technische beoordeling : de gedocumenteerde beoordeling van de prestaties van een bouwproduct met betrekking tot zijn essentiële kenmerken aan de hand van het respectieve Europees beoordelingsdocument, zoals omschreven in punt 12 van artikel 2 van Verordening nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten;
47° gemeenschappelijke technische specificatie : een technische specificatie op het gebied van ICT die is opgesteld overeenkomstig de artikelen 13 en 14 van Verordening nr. 1025/2012 van 25 oktober 2012 betreffende de Europese normalisatie;
48° technisch referentiekader : ieder ander document dan de Europese normen, dat door Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de markt zijn aangepast;
49° levenscyclus : alle opeenvolgende en/of onderling verbonden stadia, waaronder uit te voeren onderzoek en ontwikkeling, productie, handel en handelsvoorwaarden, vervoer, gebruik en onderhoud, in het bestaan van het product of werk of het verlenen van een dienst, gaande van het verwerven van de grondstof of de opwekking van hulpbronnen tot de verwijdering, de opruiming en "end-of-service" fase of "end-of-utilisation"-fase;
50° keurmerk : ieder document, certificaat of getuigschrift dat bevestigt dat de werken, producten, diensten, processen of procedures in kwestie aan bepaalde eisen voldoen;
51° keurmerkeisen : de voorschriften waaraan de werken, producten, diensten, processen of procedures in kwestie moeten voldoen om het betrokken keurmerk te verkrijgen;
52° perceel : de onderverdeling van een opdracht, die apart kan worden gegund, in principe met het oog op een gescheiden uitvoering;
53° variante : een alternatieve ontwerp- of uitvoeringswijze die hetzij op vraag van de aanbesteder, hetzij op initiatief van de inschrijver wordt ingediend;
54° optie : een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, dat hetzij op vraag van de aanbesteder, hetzij op initiatief van de inschrijver wordt ingediend;
55° voorschot : de betaling van een deel van de opdracht voorafgaand aan verstrekte en aanvaarde prestaties;
56° wet defensie en veiligheid : de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied;
57° wet betreffende de concessies : de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten;
[58° elektronische factuur: een factuur die is opgesteld, verzonden en ontvangen in een gestructureerde elektronische vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt;
59° kernelementen van een elektronische factuur: een verzameling van essentiële gegevenscomponenten die een elektronische factuur moet bevatten om grensoverschrijdende interoperabiliteit mogelijk te maken, met inbegrip van de gegevens die nodig zijn om de naleving van de wettelijke voorschriften te waarborgen (ing. W. 7 april 2019, art. 4, I: 26 april 2019)].
Artikel 3. (... - ...)
Dit hoofdstuk omvat de algemene beginselen die zowel van toepassing zijn op de overheidsopdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 2 vallen als op de overheidsopdrachten die onder het toepassingsgebied van titel 3 vallen. Voor de toepassing van dit hoofdstuk omvat het begrip overheidsopdracht ook de raamovereenkomst en de prijsvragen.
Artikel 4. (... - ...)
De aanbesteders behandelen de ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze en handelen op een transparante en proportionele wijze.
Voor zover de bijlagen 1, 2, 4 en 5 en de algemene opmerkingen bij aanhangsel I van de Europese Unie bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van 15 april 1994 en de andere internationale overeenkomsten waardoor de Europese Unie gebonden is van toepassing zijn, geven aanbesteders aan werken, leveringen, diensten en ondernemers van de ondertekenende partijen van deze overeenkomsten geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan werken, leveringen, diensten en ondernemers van de Europese Unie geven.
Artikel 5. (... - ...)
§ 1. Een aanbesteder stelt geen overheidsopdracht op met het doel om deze uit te sluiten van het toepassingsgebied van deze wet of om de mededinging op kunstmatige wijze te beperken. De mededinging wordt geacht kunstmatig te zijn beperkt indien de overheidsopdracht is ontworpen met het doel bepaalde ondernemers ten onrechte te bevoordelen of te benadelen.
Ondernemers stellen geen handelingen, sluiten geen overeenkomsten of maken geen afspraken die de normale mededingingsvoorwaarden kunnen vertekenen.
§ 2. De niet naleving van de in paragraaf 1, tweede lid bedoelde bepaling, geeft aanleiding tot de toepassing van onderstaande maatregelen, behoudens het geval waarbij het eerste lid van de paragraaf 1 evenmin wordt nageleefd, in welk geval paragraaf 3 van toepassing is :
1° zolang de aanbesteder nog geen eindbeslissing nam en de opdracht nog niet heeft gesloten, het weren van de aanvragen tot deelneming of de offertes die als gevolg van zodanige handelingen, overeenkomsten of afspraken zijn ingediend;
2° wanneer de opdracht reeds is gesloten, de door de Koning bepaalde ambtshalve maatregelen, tenzij de aanbesteder, bij een met redenen omklede beslissing, anders beschikt.
§ 3. De niet naleving van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde bepalingen, al dan niet gepaard gaand met de niet-naleving van de bepalingen van het tweede lid van paragraaf 1, geeft aanleiding tot de toepassing van onderstaande maatregelen :
1° zolang de aanbesteder de opdracht nog niet heeft gesloten of, wanneer het een omzeiling van het toepassingsgebied betreft, zolang geen eindbeslissing werd genomen, het afzien van het gunnen of de toewijzing, in welke vorm dit ook weze, van de opdracht;
2° wanneer de opdracht reeds is gesloten, in welke vorm dit ook weze, de desgevallend door de Koning bepaalde maatregelen, hetgeen ook ambtshalve maatregelen ten aanzien van de opdrachtnemer kan behelzen, voor zover deze laatste de bepalingen van paragraaf 1, tweede lid, niet heeft nageleefd.
Evenwel moet overeenkomstig het eerste lid, 2°, slechts een maatregel worden genomen, in het geval waarbij de opdrachtnemer geen enkele fout beging, voor zover de inbreuk een reëel mededingingsvertekenend effect heeft gesorteerd.
Artikel 6. (... - ...)
§ 1. De aanbesteder treft de nodige maatregelen om tijdens de plaatsing en de uitvoering belangenconflicten doeltreffend te voorkomen, te onderkennen en op te lossen, teneinde vertekening van de mededinging te vermijden en de gelijke behandeling van alle ondernemers te verzekeren.
Het begrip belangenconflict beoogt ten minste iedere situatie waarin een bij de plaatsing of de uitvoering betrokken ambtenaar, openbare gezagsdrager of andere persoon die op welke wijze ook aan de aanbesteder verbonden is, met inbegrip van de namens de aanbesteder optredende aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten, alsook elke persoon die bij de plaatsing of op het resultaat ervan invloed kan hebben, direct of indirect, financiële, economische of andere persoonlijke belangen heeft die geacht kunnen worden hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid bij de plaatsing of de uitvoering in het gedrang te brengen.
De Koning kan ook andere situaties benoemen als belangenconflicten.
§ 2. Het is elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbesteder verbonden is, met inbegrip van de namens de aanbesteder optredende aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing of de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenconflict met een kandidaat of inschrijver. In uitzonderlijke omstandigheden is dit verbod evenwel niet van toepassing, indien dit verbod de aanbesteder zou beletten te voorzien in haar behoeften.
§ 3. Een belangenconflict wordt alleszins vermoed te bestaan :
1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of desgevallend via een tussenpersoon, een vertegenwoordiging-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent.
De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een toestand van belangenconflict bevindt, is verplicht zichzelf te wraken. Hij stelt er de aanbesteder schriftelijk en onverwijld van op de hoogte.
§ 4. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon, één of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbesteder daarvan in kennis te stellen.
Artikel 7. (... - ...)
De ondernemers zijn ertoe gehouden alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu- sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het Europees Unierecht, nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage II vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht, na te leven en te doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt voor de uitvoering van de opdracht.
Onverminderd de toepassing van de sancties bedoeld in andere wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen, worden de inbreuken op de in het eerste lid bedoelde verplichtingen vastgesteld door de aanbesteder en treft de aanbesteder zo nodig de maatregelen voor inbreuken op de bepalingen van de opdracht.
Artikel 8. (... - ...)
§ 1. Ondernemers die krachtens de wetgeving van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de betrokken dienst te leveren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij krachtens in België van toepassing zijnde wet- of regelgeving, een natuurlijke persoon dan wel een rechtspersoon moeten zijn.
§ 2. Combinaties van ondernemers mogen deelnemen aan overheidsopdrachten. Een aanbesteder kan niet eisen dat zij voor het indienen van een aanvraag tot deelname of een offerte een bepaalde rechtsvorm aannemen.
Aanbesteders kunnen in de opdrachtdocumenten verduidelijken op welke wijze combinaties van ondernemingen aan de vereisten op het gebied van economische en financiële draagkracht en technische en beroepsbekwaamheid als bedoeld in artikel 71, eerste lid, 2° en 3°, moeten voldoen, wat de klassieke sectoren betreft, dan wel, wat de speciale sectoren betreft, aan de criteria en voorschriften op het gebied van kwalificatie en kwalitatieve selectie als bedoeld in Titel 3, Hoofdstuk 4, Afdeling 3, Onderafdeling 2, mits deze gerechtvaardigd zijn op basis van objectieve gronden en proportioneel zijn. De Koning kan de voorwaarden voor de toepassing van die vereisten bepalen.
Alle aan combinaties van ondernemers opgelegde voorwaarden voor uitvoering van een opdracht, die afwijken van de voorwaarden die aan individuele deelnemers zijn opgelegd, moeten eveneens op objectieve gronden berusten en dienen proportioneel te zijn.
Niettegenstaande het eerste lid mogen aanbesteders van combinaties van ondernemers eisen dat zij een bepaalde rechtsvorm aannemen nadat de opdracht aan hen is gegund, voor zover dit nodig is voor de goede uitvoering van de overheidsopdracht.
Artikel 9. (... - ...)
De overheidsopdrachten worden geplaatst op forfaitaire basis en zonder dat hieraan, bij de uitvoering ervan, wezenlijke wijzigingen kunnen worden aangebracht behoudens de door de Koning te bepalen uitzonderingen en overeenkomstig de door Hem te bepalen voorwaarden.
De overheidsopdrachten kunnen in onderstaande gevallen echter worden geplaatst zonder forfaitaire prijsbepaling :
1° in uitzonderlijke gevallen, voor de werken, leveringen of diensten die ingewikkeld zijn of een nieuwe techniek inluiden, met belangrijke technische risico's, die verplichten tot het aanvatten van de uitvoering van de prestaties, terwijl niet alle uitvoeringsvoorwaarden en verplichtingen volledig kunnen worden bepaald;
2° in buitengewone en onvoorzienbare omstandigheden, die door een zorgvuldige aanbesteder niet voorzien konden worden, wanneer zij betrekking hebben op spoedeisende werken, leveringen of diensten waarvan de uitvoeringsvoorwaarden moeilijk kunnen worden omschreven.
Artikel 10. (... - ...)
De in het artikel 9 bedoelde forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten vormt geen belemmering voor de herziening van de prijzen in het licht van bepaalde economische en sociale factoren, op voorwaarde dat in de opdrachtdocumenten in een duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige prijsherzieningsclausule is voorzien.
De herziening van de prijzen moet tegemoetkomen aan de prijsevolutie van de hoofdcomponenten van de kostprijs. De Koning bepaalt de bijkomende materiële en procedurele regels van deze prijsherziening en kan het opnemen van dergelijke clausule verplicht stellen voor opdrachten die bepaalde bedragen bereiken of bepaalde uitvoeringstermijnen omvatten, die Hij vastlegt.
Wanneer de ondernemer een beroep doet op onderaannemers, dan moeten die, in voorkomend geval, ook in de weerslag van de herziening van hun prijzen delen volgens de door de Koning te bepalen nadere regels en in de mate die overeenstemt met de aard van de door hen uitgevoerde prestaties.
Artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen, is niet van toepassing op de overheidsopdrachten.
Artikel 11. (... - ...)
De Koning werkt, voor de door Hem te bepalen opdrachten, een herzieningsmechanisme uit voor het geval van ontwrichting van het contractueel evenwicht indien deze herziening het gevolg is van onvoorzienbare omstandigheden. De in artikel 9 bedoelde forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten vormt geen belemmering voor de toepassing van dit herzieningsmechanisme.
De Koning bepaalt de voorwaarden en de procedure voor de toepassing van dit herzieningsmechanisme.
Artikel 12. (... - ...)
Betalingen mogen alleen worden gedaan voor verstrekte en aanvaarde prestaties. Als zodanig worden beschouwd, volgens wat in de opdrachtdocumenten is bepaald, de voorraden die aangelegd zijn voor de uitvoering van de opdracht en die door de aanbesteder zijn goedgekeurd.
Voorschotten kunnen enkel worden toegestaan volgens de materiële en desgevallend procedurele voorwaarden vastgesteld door de Koning.
Artikel 13. (26/04/2019- ...)
§ 1. Zolang de aanbesteder geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de plaatsingsprocedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbesteder.
Van het eerste lid kan afgeweken worden mits het schriftelijk akkoord van de kandidaat of inschrijver die deelneemt aan de onderhandelingen, overeenkomstig de artikelen 38, § 6, tweede lid, 39, § 3, derde lid, 40, § 4, tweede lid en § 5, vierde lid, 41, § 4, tweede lid, 121, § 3, derde lid, en 122, § 4, tweede lid, en dit enkel voor wat de vertrouwelijke informatie betreft die door deze kandidaat of inschrijver werd meegedeeld.
§ 2. Onverminderd de verplichtingen inzake de bekendmaking van gegunde overheidsopdrachten en de informatieverstrekking aan kandidaten, deelnemers en inschrijvers, maakt de aanbesteder de informatie die hem door een ondernemer als vertrouwelijk is verstrekt, met inbegrip van eventuele fabrieks- of bedrijfsgeheimen en de vertrouwelijke aspecten van de offerte, niet bekend.
Hetzelfde geldt voor elke persoon die in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van dergelijke vertrouwelijke informatie.
§ 3. De aanbesteder kan aan een ondernemer eisen stellen die tot doel hebben de vertrouwelijke aard van de informatie die hij beschikbaar stelt, te beschermen.
[ § 4. De persoonsgegevens die werden verkregen met het oog op de verwerking van de facturen mogen uitsluitend voor dat doel of daarmee vergelijkbare doeleinden worden gebruikt. De regelingen voor de bekendmaking van persoonsgegevens die in verband met elektronische facturering zijn vergaard, moeten stroken met het doel van die bekendmaking en met het beginsel van de bescherming van de privacy (ing. W. 7 april 2019, art. 5, I: 26 april 2019)].
Artikel 14. (... - ...)
§ 1. De communicatie en de informatie-uitwisseling tussen de aanbesteder en de ondernemers, met inbegrip van de in paragraaf 7 bedoelde elektronische indiening en ontvangst van de offertes dient, in alle fasen van de plaatsingsprocedure plaats te vinden met behulp van elektronische communicatiemiddelen, tenzij in de in paragrafen 2 tot 4 bedoelde gevallen.
Onverminderd paragraaf 5, moeten de voor communicatie langs elektronische weg te gebruiken instrumenten en middelen en de technische kenmerken daarvan niet-discriminerend en algemeen beschikbaar zijn alsmede interoperabel met algemeen gebruikte ICT en mogen de toegang van ondernemers tot de plaatsingsprocedure niet beperken.
§ 2. Niettegenstaande paragraaf 1, eerste lid, is de aanbesteder niet verplicht het gebruik van elektronische communicatiemiddelen voor te schrijven :
1° wanneer wegens de gespecialiseerde aard van de overheidsopdracht, voor het gebruik van elektronische communicatiemiddelen niet algemeen beschikbare gespecialiseerde instrumenten, middelen of bestandsformaten nodig zijn of wanneer de benodigde instrumenten, middelen of bestandsformaten niet ondersteund worden door algemeen beschikbare toepassingen;
2° wanneer de applicaties voor ondersteuning van de bestandformaten die geschikt zijn voor de omschrijving van de offertes bestandsformaten gebruiken die niet door andere open of algemeen beschikbare toepassingen kunnen worden verwerkt, of onderworpen zijn aan een eigendomsgebonden licentieregeling en niet door de aanbesteder als downloads of gebruik op afstand beschikbaar kunnen worden gesteld;
3° wanneer voor het gebruik van elektronische communicatiemiddelen gespecialiseerde kantoorapparatuur nodig is waarover de aanbesteders doorgaans niet beschikken;
4° wanneer voor de opdrachtdocumenten de indiening is vereist van fysieke of schaalmodellen die niet langs elektronische weg kunnen worden verzonden;
5° wanneer het een overheidsopdracht betreft die wordt geplaatst door middel van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking of oproep tot mededinging en waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempel voor de Europese bekendmaking.
De aanbesteder die, omwille van een in het eerste lid, 1° tot 4°, vermelde reden, het gebruik van andere dan elektronische communicatiemiddelen vereist of toelaat, geeft hiervan de redenen op in de in het artikel 164, §§ 1 en 2, bedoelde informatie.
Mededelingen waarvoor op grond van deze paragraaf geen elektronische communicatiemiddelen worden gebruikt, gebeuren per post of via een andere geschikte vervoerder, dan wel door een combinatie van post of een andere geschikte vervoerder enerzijds en elektronische communicatiemiddelen anderzijds.
§ 3. Niettegenstaande paragraaf 1, eerste lid, is de aanbesteder niet verplicht het gebruik van elektronische communicatiemiddelen voor te schrijven, voor zover het gebruik van andere dan elektronische communicatiemiddelen nodig is, hetzij vanwege een inbreuk op de beveiliging van die elektronische communicatiemiddelen, hetzij voor de bescherming van de bijzonder gevoelige aard van de informatie waarvoor een dermate hoog beschermingsniveau nodig is dat dit niveau niet afdoende kan worden verzekerd via elektronische instrumenten en middelen die algemeen beschikbaar zijn voor de ondernemers of hun via alternatieve toegangsmiddelen in de zin van paragraaf 5 ter beschikking kunnen worden gesteld.
Een aanbesteder die, omwille van de in het eerste lid vermelde reden, het gebruik van andere dan elektronische communicatiemiddelen vereist of toelaat, geeft hiervan de redenen op in de in het artikel 164, §§ 1 en 2, bedoelde informatie.
§ 4. Niettegenstaande paragraaf 1, eerste lid, is mondelinge communicatie toegestaan voor andere mededelingen dan die betreffende de essentiële elementen van de plaatsingsprocedure, mits de inhoud van de mondelinge communicatie voldoende gedocumenteerd wordt. Met name worden onderstaande elementen, in dit verband, geacht deel uit te maken van de voormelde essentiële elementen :
1° de opdrachtdocumenten;
2° de aanvragen tot deelneming;
3° de offertes.
Wat betreft de mondelinge communicatie met de inschrijvers die van grote invloed kan zijn op de inhoud en beoordeling van de offertes, gebeurt de in het eerste lid bedoelde verplichting tot documenteren door middel van schriftelijke of auditieve registratie, samenvatting van de voornaamste elementen van de communicatie of een ander passend middel.
Het eerste lid belet geenszins dat informatiesessies worden georganiseerd waarin mondelinge communicatie gebruikt wordt voor het verstrekken van toelichtingen in verband met de opdrachtdocumenten, mits de inhoud van deze mondelinge communicatie voldoende gedocumenteerd wordt overeenkomstig het tweede lid en geen informatie wordt verspreid die niet reeds in de opdrachtdocumenten is aangegeven. Deze documentatie wordt verspreid naar alle belangstellenden toe.
§ 5. Niettegenstaande paragraaf 1, tweede lid, kan de aanbesteder, indien noodzakelijk, het gebruik van niet-algemeen beschikbare instrumenten en middelen voorschrijven, mits hij passende alternatieve toegangsmiddelen aanbiedt. De Koning bepaalt de gevallen waarbij de aanbesteder geacht wordt passende alternatieve toegangsmiddelen aangeboden te hebben.
§ 6. Bij elke mededeling, uitwisseling en opslag van informatie zorgt de aanbesteder ervoor dat de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de offertes en aanvragen tot deelneming gewaarborgd zijn. Hij neemt pas na het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening kennis van de inhoud van de offertes en aanvragen tot deelneming.
§ 7. De gebruikte instrumenten en middelen voor de elektronische ontvangst van offertes, aanvragen tot deelneming en plannen en ontwerpen bij prijsvragen, hierna de "elektronische platformen" genoemd, moeten door passende technische voorzieningen en procedures ten minste de waarborg bieden dat :
1° het exacte tijdstip en de exacte datum van ontvangst van de offertes, van de aanvragen tot deelneming, van de overlegging van de plannen en ontwerpen precies kunnen worden vastgesteld;
2° redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de opgegeven uiterste data toegang kan hebben tot de op grond van onderhavige eisen verstrekte informatie;
3° alleen de gemachtigde personen de data voor openbaarmaking van de ontvangen gegevens kunnen vaststellen of wijzigen;
4° tijdens de verschillende fasen van de plaatsing, de uitvoering of van de prijsvraag alleen de gemachtigde personen toegang hebben tot de verstrekte gegevens of tot een gedeelte daarvan;
5° alleen de gemachtigde personen toegang tot de verstrekte gegevens kunnen geven, en dit slechts na de opgegeven datum;
6° de met toepassing van de onderhavige eisen ontvangen en geopende gegevens slechts toegankelijk blijven voor de tot inzage gemachtigde personen;
7° bij een inbreuk op de bepalingen onder 2°, 3°, 4°, 5° of 6° bedoelde toegangsverboden of -voorwaarden, of een poging daartoe, redelijkerwijs kan worden gewaarborgd dat de inbreuk of de poging daartoe zonder problemen kan worden opgespoord.
De belanghebbende partijen moeten bovendien kunnen beschikken over gegevens betreffende de specificaties voor de elektronische indiening van offertes en aanvragen tot deelneming, inclusief encryptie en tijdstempeldiensten.
Deze paragraaf is niet van toepassing in de gevallen bedoeld in de paragrafen 2 en 3.
De Koning bepaalt de nadere bijkomende materiële en procedurele regels die van toepassing zijn op de elektronische platformen, met inbegrip van de vereiste veiligheidsniveaus voor het gebruik van de elektronische communicatiemiddelen die in de verschillende fasen van de specifieke plaatsingsprocedure worden gebruikt. Dit niveau moet in verhouding staan tot de risico's.
Artikel 14/1.
Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".
(datum onbepaald- ...)[De ondernemers moeten hun facturen elektronisch naar de aanbesteders versturen. Deze laatsten vermelden deze verplichting in de opdrachtdocumenten.
De aanbesteders ontvangen en verwerken de elektronische facturen die naar hen worden verstuurd.
Het eerste lid is niet van toepassing op de opdrachten geplaatst door autonome overheidsbedrijven als bedoeld in artikel 54/1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven of door personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten. Het eerste lid is evenmin van toepassing op de opdrachten die worden geplaatst in het kader van ontwikkelingssamenwerking, die worden geplaatst door diplomatieke vertegenwoordigingen of consulaten of die worden geplaatst in het kader van de deelname aan een internationale tentoonstelling van het Internationaal Bureau van Tentoonstellingen.
Dit artikel is niet van toepassing op opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan of gelijk is aan het bedrag bepaald door de Koning (ing. W. 7 april 2019, art. 6, I: te bepalen door de Koning)].
Artikel 14/2. (26/04/2019- ...)
[De elektronische facturen moeten voldoen aan de Europese norm voor elektronische facturering EN 16931-1:2017 en CEN/TS 16931-2:2017.
Indien de Europese Commissie overeenkomstig artikel 5 van richtlijn 2014/55/EU een geactualiseerde norm vaststelt moet de verwijzing naar de Europese norm voor elektronische facturering EN 16931-1:2017 en CEN/TS 16931-2:2017 worden gelezen als een verwijzing naar de geactualiseerde norm.
Een elektronische factuur bevat minimaal de volgende kernelementen:
1° proces- en factuurkenmerken;
2° factuurperiode;
3° informatie over de verkoper;
4° informatie over de koper;
5° informatie over de begunstigde van de betaling;
6° informatie over de fiscaal vertegenwoordiger van de verkoper;
7° verwijzing naar de overeenkomst;
8° leveringsdetails;
9° betalingsinstructies;
10° informatie over kortingen of toeslagen;
11° informatie over de factuurposten;
12° totalen op de factuur;
13° uitsplitsing van de btw per tarief (ing. W. 7 april 2019, art. 7, I: 26 april 2019)].
Artikel 15. (... - ...)
Een aanbesteder kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de plaatsingsprocedure voorbehouden aan sociale werkplaatsen en aan ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen tot doel hebben, of de uitvoering van deze opdrachten voorbehouden in het kader van programma's voor beschermde arbeid, mits ten minste dertig procent van de werknemers van deze werkplaatsen, ondernemingen of programma's gehandicapte of kansarme werknemers zijn.
In de aankondiging van een opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument, wordt het in het eerste lid bedoelde voorbehoud vermeld met verwijzing naar onderhavig artikel.
De aanbesteder kan verwijzen naar een werkplaats, een ondernemer of een programma dat overeenstemt met de in een decreet of ordonnantie gebruikte terminologie en vastgelegde voorwaarden.
Echter moet hij werkplaatsen, ondernemers en programma's aanvaarden die beantwoorden aan gelijkwaardige voorwaarden.
Artikel 16. (... - ...)
De waarde van de opdracht moet worden geraamd. De Koning bepaalt de regels volgens de welke de raming van de waarde van de opdracht gebeurt.
Behoudens andersluidende bepaling moet elk bedrag in onderhavige wet begrepen worden als een bedrag zonder belasting op de toegevoegde waarde.
Artikel 17. (... - ...)
Deze titel is van toepassing op de aanbestedende overheden als bedoeld in artikel 2, 1°.
Een niet-limitatieve lijst van de personen bedoeld in artikel 2, 1°, c), wordt door de Koning opgesteld.
Artikel 18. (... - ...)
Een persoon die niet aan de voorwaarden van artikel 2, 1°, voldoet, is onderworpen aan de bepalingen van titel 1 en titel 2, hoofdstukken 1 tot 5, voor de opdrachten die hij plaatst wanneer de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn :
1° het geraamde opdrachtbedrag is gelijk aan of hoger dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking;
2° de opdracht wordt voor meer dan vijftig percent rechtstreeks gesubsidieerd door een aanbestedende overheid als bedoeld in artikel 2, 1° ;
3° de opdracht betreft :
a) hetzij werken van civieltechnische aard, zoals vermeld in bijlage I of werken voor ziekenhuizen, inrichtingen voor sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, school- en universiteitsgebouwen en gebouwen met een administratieve bestemming;
b) hetzij diensten die met de in a) vermelde werken of werk zijn verbonden.
De aanbestedende overheid die bovenvermelde subsidies verstrekt, ziet toe op de naleving van de bepalingen van deze wet, wanneer zij de gesubsidieerde opdrachten niet zelf gunt of wanneer zij die gunt in naam en voor rekening van andere entiteiten.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan elke bepaling of beslissing die de naleving van de bepalingen van deze wet zou opleggen.
Artikel 19. (... - ...)
Deze titel is van toepassing op de in artikel 2, 17° tot 21°, omschreven overheidsopdrachten, alsook op de in artikel 2, 31°, omschreven prijsvragen en de in artikel 2, 35°, omschreven raamovereenkomsten. Behoudens andersluidende bepaling zijn de bepalingen van deze titel van toepassing op de opdrachten lager dan, gelijk aan of hoger dan de drempels voor de Europese bekendmaking.
De Koning is gemachtigd om bepaalde bedragen in functie van de herzieningen voorzien in de Europese richtlijnen en die de waarde aangeven van de drempels waarvan sprake in deze richtlijnen aan te passen.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk omvat het begrip overheidsopdrachten ook de raamovereenkomst en de prijsvragen.
Artikel 20. (... - ...)
Opdrachten die betrekking hebben op verschillende soorten opdrachten waarop deze titel van toepassing is worden geplaatst overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het type van opdracht dat het hoofdvoorwerp van de opdracht in kwestie vormt.
Bij gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op diensten als op leveringen of bij gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op de in hoofdstuk 6, bedoelde sociale en andere specifieke diensten als op andere diensten, wordt het hoofdvoorwerp bepaald op basis van de hoogste waarde van de geraamde waarden van de respectieve leveringen of diensten.
Een overheidsopdracht die betrekking heeft op het leveren van producten of het verrichten van diensten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden, wordt als een overheidsopdracht voor leveringen, respectievelijk een opdracht voor diensten beschouwd.
Artikel 21. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is van toepassing op gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op opdrachten waarop deze titel van toepassing is, als op opdrachten die onder een ander juridisch kader vallen.
§ 2. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien niet deelbaar zijn, wordt het toepasselijke juridische kader bepaald door het hoofdvoorwerp van die opdracht.
§ 3. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien deelbaar zijn, kan de aanbestedende overheid beslissen om voor de afzonderlijke onderdelen afzonderlijke opdrachten te plaatsen of daarentegen één enkele opdracht te plaatsen.
Wanneer de aanbestedende overheid beslist voor de afzonderlijke onderdelen afzonderlijke opdrachten te plaatsen, wordt de beslissing over het juridisch kader dat voor elk van de afzonderlijke opdrachten moet gelden, genomen op grond van de kenmerken van het afzonderlijke onderdeel in kwestie.
Wanneer de aanbestedende overheid beslist één enkele opdracht te plaatsen en tenzij in artikel 24 anders is bepaald, is deze titel van toepassing op de daaruit voortvloeiende gemengde opdracht, ongeacht de waarde van de onderdelen die anders onder een ander juridisch kader zouden vallen en ongeacht het juridisch kader dat anders voor die onderdelen had gegolden.
In het geval van een gemengde opdracht die elementen van opdrachten voor werken, leveringen of diensten die onder deze titel vallen, alsook elementen van concessies omvat, wordt de gemengde opdracht geplaatst overeenkomstig deze titel.
Artikel 22. (... - ...)
Wanneer een opdracht zowel betrekking heeft op opdrachten waarop deze titel van toepassing is als op opdrachten voor de uitoefening van een activiteit waarop titel 3 van toepassing is, worden de toepasselijke regels, niettegenstaande artikel 21, § 2, bepaald overeenkomstig de artikelen 103 tot 105.
Artikel 23. (... - ...)
Wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht onderworpen is aan de titels 2 of 3 of aan titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid, is artikel 24 van toepassing.
Artikel 24. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is van toepassing op gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op opdrachten waarop deze titel van toepassing is, als op opdrachten waarop Artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is of die onderworpen zijn aan de titels 2 of 3 of aan de titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid.
§ 2. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien niet deelbaar zijn, kan de opdracht overeenkomstig titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid worden geplaatst indien zij elementen bevat waarop artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is of die betrekking hebben op de essentiële veiligheidsbelangen van het Rijk.
Wanneer de opdracht in datzelfde geval geen elementen bevat waarop artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is of die geen betrekking hebben op de essentiële veiligheidsbelangen van het Rijk, kan zij overeenkomstig de titels 2 en 3 van de wet defensie en veiligheid worden geplaatst.
§ 3. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien deelbaar zijn, kan de aanbestedende overheid beslissen om voor de afzonderlijke onderdelen afzonderlijke opdrachten te plaatsen, of om één enkele opdracht te plaatsen.
Wanneer de aanbestedende overheid beslist om voor afzonderlijke delen afzonderlijke opdrachten te plaatsen, wordt de beslissing over het juridisch kader dat voor elk van de afzonderlijke opdrachten moet gelden, genomen op grond van de kenmerken van het afzonderlijke deel in kwestie.
Wanneer de aanbestedende overheid beslist één opdracht te plaatsen, gelden de volgende criteria om de toepasselijke juridische regeling te bepalen :
1° wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht valt onder titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid, kan de opdracht worden geplaatst overeenkomstig de voormelde titel, mits het plaatsen van één enkele opdracht objectief gerechtvaardigd is;
2° wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht valt onder de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid, kan de opdracht overeenkomstig de voormelde titels worden geplaatst, mits het plaatsen van één enkele opdracht objectief gerechtvaardigd is. Deze bepaling geldt onverminderd de drempels en uitzonderingen van die wet.
De beslissing om één enkele opdracht te plaatsen mag evenwel niet zijn ingegeven door het oogmerk opdrachten aan de toepassing van de onderhavige wet of van de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid te onttrekken.
Wanneer bij de toepassing van het derde lid de voorwaarden van zowel 1° als 2° zijn vervuld, is de bepaling onder 1° van toepassing.
Artikel 25. (... - ...)
Deze titel is niet van toepassing op overheidsopdrachten die, in het kader van titel 3, worden geplaatst door een aanbestedende overheid die een of meer van de in de artikelen 96 tot 102 van die titel bedoelde activiteiten uitoefent en die geplaatst worden voor de uitvoering van die activiteiten, noch op overheidsopdrachten die, op grond van de artikelen 109, 111 en 116 van die titel, uitgesloten zijn van het toepassingsgebied ervan, noch, indien geplaatst door een aanbestedende overheid die postdiensten als bedoeld in artikel 101, § 2, 2°, van die titel verleent, op opdrachten geplaatst voor de uitvoering van de volgende activiteiten :
1° diensten met een toegevoegde waarde die verband houden met en volledig worden geleverd via elektronische middelen, met inbegrip van de beveiligde overdracht van gecodeerde documenten via elektronische middelen, adresbeheerdiensten en het doorzenden van geregistreerde elektronische post;
2° financiële diensten die vallen onder de CPV-codes met referentienummers 66100000-1 tot en met 66720000-3 en onder artikel 28, § 1, eerste lid, 5°, met inbegrip van met name postoverschrijvingen en overdrachten vanuit lopende postrekeningen;
3° filateliediensten; of
4° logistieke diensten, meer bepaald diensten waarbij fysieke levering en/of opslag gecombineerd worden met niet-postale diensten.
Artikel 26. (... - ...)
De overheidsopdrachten die hoofdzakelijk tot doel hebben de aanbestedende overheid in staat te stellen openbare communicatienetwerken beschikbaar te stellen of te exploiteren of aan het publiek één of meer elektronische communicatiediensten te verlenen, vallen niet onder de toepassing van deze titel.
Artikel 27. (... - ...)
Vallen niet onder de toepassing van deze wet, onverminderd artikel 34 :
1° de overheidsopdrachten die de aanbestedende overheid verplicht is te plaatsen overeenkomstig andere plaatsingsprocedures dan die van deze wet, en waarin is voorzien bij :
a) een overeenkomstig de Europese Verdragen tot stand gekomen juridisch instrument dat internationaalrechtelijke verplichtingen schept, zoals een internationale overeenkomst tussen een lidstaat en één of meer derde landen of deelgebieden daarvan met betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor de gezamenlijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende staten. De aanbestedende overheden melden alle bovenvermelde juridische instrumenten aan het in artikel 162, § 2, bedoelde aanspreekpunt;
b) een internationale organisatie;
2° de overheidsopdrachten, die de aanbestedende overheid plaatst volgens de plaatsingsregels van een internationale organisatie of een internationale financiële instelling, waarbij de betrokken overheidsopdrachten volledig door die organisatie of instelling worden gefinancierd.
Wat betreft de overheidsopdrachten die voor meer dan de helft door een internationale organisatie of een internationale financiële instelling worden gefinancierd, komen de partijen overeen welke plaatsingsprocedure worden toegepast.
Artikel 28. (... - ...)
§ 1. Vallen niet onder de toepassing van deze wet, onder voorbehoud van paragraaf 2, de overheidsopdrachten voor diensten betreffende :
1° de verwerving of huur, ongeacht de financiële voorwaarden ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende goederen of betreffende rechten hierop;
2° de aankoop, ontwikkeling, productie of coproductie van programmamateriaal bestemd voor audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten, die worden geplaatst door aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten, of opdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma's die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten;
3° arbitrage- en bemiddelingsdiensten;
4° een van de volgende juridische diensten :
a) de vertegenwoordiging in rechte van een cliënt door een advocaat als bedoeld in artikel 1 van richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten, en dit in het kader van :
i een arbitrage- of bemiddelingsprocedure in een lidstaat, een derde land of voor een internationale arbitrage- of bemiddelings-instantie, of
ii een procedure voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat of een derde land of voor een internationale rechter of instantie;
b) juridisch advies dat wordt gegeven ter voorbereiding van de procedures als bedoeld in de bepaling order a), of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat over de kwestie waarop het advies betrekking heeft, een dergelijke procedure zal worden gevoerd, mits het advies door een advocaat is gegeven in de zin van artikel 1 van voormelde richtlijn 77/249/EEG;
c) het waarmerken en voor echt verklaren van documenten door een notaris;
d) juridische dienstverlening door bewindvoerders of aangewezen voogden, en andere juridische dienstverlening waarvan de aanbieders door een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat, of van rechtswege, aangewezen zijn om specifieke taken te verrichten onder toezicht van die rechterlijke instanties;
e) andere juridische diensten die in het Rijk al dan niet incidenteel verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag;
5° financiële diensten betreffende de uitgifte, aankoop, verkoop en overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, als bedoeld in richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, alsmede door de centrale banken verleende diensten en activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme;
6° leningen, al dan niet in samenhang met de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;
7° arbeidsovereenkomsten;
8° diensten inzake civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen en onder de CPV-codes 75250000-3, 75251000-0, 75251100-1, 75251110-4, 75251120-7, 75252000-7, 75222000-8, 98113100-9 en 85143000-3 vallen, behalve ziekenvervoer per ambulance;
9° openbaar personenvervoer per trein of metro wanneer zij onder het toepassingsgebied vallen van verordening 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening nr. 1191/69 van de Raad en Verordening nr. 1107/70 van de Raad;
10° opdrachten voor diensten inzake politieke campagnes die onder de CPV-codes 79341400-0, 92111230-3 en 92111240-6 vallen, indien geplaatst door een politieke partij in het kader van een verkiezingscampagne.
In het eerste lid 2° hebben de begrippen "audiovisuele mediadiensten" en "aanbieders van mediadiensten" dezelfde betekenis als in de artikelen 1.3/1 en 1.6/1 van de wet van 30 maart 1995 betreffende de elektronische-communicatienetwerken en -diensten en audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, het artikel 2, 26° en 27°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie, en het artikel 1, 48° en 49° van het gecoördineerde decreet van 26 maart 2009 van de Franse Gemeenschap betreffende de audiovisuele mediadiensten. Het begrip "Programma" beantwoordt aan de definitie in artikel 1.5 de voormelde wet van 30 maart 1995, artikel 2, 31°, van het voormelde decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 2009 en artikel 1, 36°, van het voormelde gecoördineerde decreet van 26 maart 2009 van de Franse Gemeenschap, maar omvat ook radioprogramma's en radioprogramma-materieel. Voorts wordt voor de toepassing van deze bepaling onder "programmamaterieel" hetzelfde verstaan als onder "programma".
De Koning kan de gevallen omschrijven die beschouwd worden als arbeidsovereenkomst.
§ 2. De Koning kan specifieke plaatsingsregels bepalen waaraan de in de paragraaf 1, 4°, a en b, bedoelde opdrachten, in de gevallen die Hij bepaalt, onderworpen zijn.
Artikel 29. (... - ...)
De overheidsopdrachten voor diensten die geplaatst worden door een aanbestedende overheid bij een andere aanbestedende overheid of bij een vereniging van aanbestedende overheden op basis van een alleenrecht dat ze genieten krachtens bekendgemaakte wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen die verenigbaar zijn met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van deze wet.
Artikel 30. (... - ...)
§ 1. Een overheidsopdracht die geplaatst wordt door een aanbestedende overheid bij een privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon, valt buiten het toepassingsgebied van deze wet, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de aanbestedende overheid oefent op die rechtspersoon toezicht uit zoals op haar eigen diensten;
2° meer dan 80 % van de activiteiten van de gecontroleerde rechtspersoon behelst de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende aanbestedende overheid of door andere, door diezelfde aanbestedende overheid gecontroleerde rechtspersonen; en
3° er is geen directe participatie van privékapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opleverende vormen van participatie van privékapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon.
Een aanbestedende overheid wordt geacht op een rechtspersoon toezicht zoals op haar eigen diensten uit te oefenen in de zin van het eerste lid, punt 1°, indien zij zowel op strategische doelstellingen als op belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon een beslissende invloed uitoefent.
Dit toezicht kan ook worden uitgeoefend door een andere rechtspersoon, die zelf op dezelfde wijze door de aanbestedende overheid wordt gecontroleerd.
§ 2. De uitsluiting bepaald in paragraaf 1 is eveneens van toepassing wanneer een gecontroleerde rechtspersoon die een aanbestedende overheid is, een opdracht plaatst bij zijn controlerende aanbestedende overheid, of bij een andere rechtspersoon die door dezelfde aanbestedende overheid wordt gecontroleerd, mits er geen directe participatie van privékapitaal is in de rechtspersoon bij wie de overheidsopdracht wordt geplaatst, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opleverende vormen van participatie van privékapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de Europese verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon.
§ 3. Een aanbestedende overheid die op een privaat- of publiekrechtelijke rechtspersoon geen controle uitoefent in de zin van paragraaf 1, kan niettemin een overheidsopdracht plaatsen bij die rechtspersoon zonder deze wet toe te passen, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de aanbestedende overheid oefent, samen met andere aanbestedende overheden, op die rechtspersoon toezicht uit zoals op hun eigen diensten;
2° meer dan 80 % van de activiteiten van die rechtspersoon behelst de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende aanbestedende overheden of door andere, door diezelfde aanbestedende overheden gecontroleerde rechtspersonen; en
3° er is geen directe participatie van privékapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opleverende vormen van participatie van privékapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon.
Voor de toepassing van het eerste lid, onder 1°, oefenen de aanbestedende overheden gezamenlijk toezicht uit op een rechtspersoon indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de besluitvormingsorganen van de gecontroleerde rechtspersoon zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle deelnemende aanbestedende overheden. Individuele vertegenwoordigers kunnen verscheidene of alle deelnemende aanbestedende overheden vertegenwoordigen;
2° deze aanbestedende overheden zijn in staat gezamenlijk beslissende invloed uit te oefenen op de strategische doelstellingen en belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon; en
3° de gecontroleerde rechtspersoon mag geen belangen nastreven die in strijd zijn met de belangen van de controlerende aanbestedende overheden.
§ 4. Het percentage van de activiteiten als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2° en in paragraaf 3, eerste lid, 2°, wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde totale omzet, of een geschikte alternatieve op activiteit gebaseerde maatstaf zoals de kosten die door de betrokken rechtspersoon of aanbestedende overheid zijn gemaakt met betrekking tot diensten, leveringen en werken over de laatste drie jaren voorafgaand aan de plaatsing van de opdracht.
Wanneer in verband met de datum van oprichting van of aanvang van de bedrijfsactiviteiten van die rechtspersoon of aanbestedende overheid, of in verband met een reorganisatie van zijn of haar activiteiten, de omzet of een alternatieve op activiteit gebaseerde maatstaf zoals gemaakte kosten over de laatste drie jaren niet beschikbaar of niet langer relevant is, volstaat het om met name middels bedrijfsprognoses aan te tonen dat de meting van de activiteit aannemelijk is.
Artikel 31. (... - ...)
Een opdracht die uitsluitend tussen twee of meer aanbestedende overheden wordt gesloten, valt buiten het toepassingsgebied van deze wet, wanneer aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de opdracht voorziet in of geeft uitvoering aan samenwerking tussen de deelnemende aanbestedende overheden om te bewerkstelligen dat de openbare diensten die zij moeten uitvoeren,
worden verleend met het oog op de verwezenlijking van hun gemeenschappelijke doelstellingen;
2° de invulling van die samenwerking berust uitsluitend op overwegingen in verband met het openbaar belang; en
3° de deelnemende aanbestedende overheden nemen op de open markt niet meer dan 20 % van de onder die samenwerking vallende activiteiten voor hun rekening. Dit activiteitenpercentage wordt bepaald overeenkomstig artikel 30, § 4.
Artikel 32. (... - ...)
Opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van deze wet. De wet is daarentegen wel toepasselijk op de opdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling die onder de CPV-codes 73000000-2 tot 73120000-9, 73300000-5, 73420000-2 en 73430000-5 vallen, mits aan de beide volgende voorwaarden is voldaan :
1° de baten komen uitsluitend toe aan de aanbestedende overheid voor gebruik ervan in de uitoefening van haar eigen werkzaamheden; en
2° de verleende dienst wordt volledig door de aanbestedende overheid betaald.
Artikel 33. (... - ...)
§ 1. Deze wet is van toepassing op de overheidsopdrachten op defensie- en veiligheidsgebied, met uitzondering van :
1° de opdrachten waarop de wet defensie en veiligheid van toepassing is;
2° de in artikel 18 van de wet defensie en veiligheid bedoelde opdrachten.
§ 2. Deze wet is niet van toepassing op overheidsopdrachten die niet anderszins op grond van paragraaf 1 zijn uitgesloten, voor zover de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van het Rijk niet kan worden gewaarborgd door minder ingrijpende maatregelen, bijvoorbeeld door eisen te stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie die de aanbestedende overheid in een plaatsingsprocedure overeenkomstig deze wet beschikbaar stelt.
Voorts is deze wet, overeenkomstig artikel 346, lid 1, a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, niet van toepassing op overheidsopdrachten die niet anderszins op grond van paragraaf 1 van dit artikel zijn uitgesloten, voor zover de toepassing van deze wet het Rijk ertoe zou verplichten informatie ter beschikking te stellen waarvan hij de openbaarmaking in strijd acht met zijn essentiële veiligheidsbelangen.
§ 3. Wanneer de plaatsing en de uitvoering van de overheidsopdracht geheim zijn verklaard of, overeenkomstig de in het Rijk geldende wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen, gepaard moeten gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, is deze wet, niet van toepassing, voor zover vastgesteld werd dat de bescherming van de essentiële belangen niet kan worden gewaarborgd door minder ingrijpende maatregelen, zoals deze bedoeld in paragraaf 2, eerste lid.
Artikel 34. (... - ...)
§ 1. Deze wet is niet van toepassing op overheidsopdrachten waaraan defensie- of veiligheidsaspecten verbonden zijn, die de aanbestedende overheid verplicht is te plaatsen overeenkomstig andere plaatsingsprocedures dan die welke onder deze wet vallen, en waarin is voorzien bij :
1° een overeenkomstig de verdragen tot stand gekomen internationale overeenkomst of regeling tussen het Rijk en één of meer derde landen of deelgebieden daarvan met betrekking tot werken, leveringen of diensten en die bestemd zijn voor de gezamenlijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende staten;
2° een internationale overeenkomst of regeling betreffende de legering van strijdkrachten die betrekking heeft op ondernemingen in een lidstaat of in een derde land;
3° een internationale organisatie.
Alle overeenkomsten of regelingen als bedoeld in paragraaf 1, 1°, worden door de aanbestedende overheid gemeld aan het aanspreekpunt vermeld in artikel 163, § 2.
§ 2. Deze wet is niet van toepassing op overheidsopdrachten waaraan defensie- of veiligheidsaspecten verbonden zijn, die door de aanbestedende overheid volgens de plaatsingsregels van een internationale organisatie of internationale financiële instelling worden geplaatst en volledig door deze organisatie of instelling worden gefinancierd. In het geval van overheidsopdrachten die voor het grootste deel mede door een internationale organisatie of een internationale financiële instelling worden gefinancierd, komen de partijen overeen welke plaatsingsregels worden toegepast.
Artikel 35. (... - ...)
Onverminderd artikel 38, § 1, 2°, en artikel 42, gebeurt de plaatsing van overheidsopdrachten volgens een van de volgende procedures, mits een aankondiging van een opdracht werd bekendgemaakt :
1° de openbare procedure;
2° de niet-openbare procedure;
3° de mededingingsprocedure met onderhandeling, onder de in artikel 38 bepaalde voorwaarden;
4° de concurrentiegerichte dialoog, onder de in artikel 39 bepaalde voorwaarden;
5° het innovatiepartnerschap, onder de in artikel 40 bepaalde voorwaarden;
6° de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, onder de in artikel 41 bepaalde voorwaarden.
In de in artikel 42 uitdrukkelijk vermelde gevallen en omstandigheden kunnen opdrachten worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 36. (... - ...)
§ 1. In een openbare procedure kan elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte indienen.
De termijn voor ontvangst van de offertes bedraagt ten minste vijfendertig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht.
De offerte moet vergezeld gaan van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
§ 2. Indien de aanbestedende overheid een vooraankondiging heeft bekendgemaakt kan de in paragraaf 1, tweede lid, bepaalde minimumtermijn voor ontvangst van de offertes tot vijftien dagen worden verkort, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de vooraankondiging bevatte alle door de Koning bepaalde informatie, voor zover zij beschikbaar was op het tijdstip dat de vooraankondiging werd bekendgemaakt;
2° vooraankondiging was tenminste vijfendertig dagen en ten hoogste twaalf maanden vóór de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht ter bekendmaking verzonden.
§ 3. De aanbestedende overheid kan, wanneer het in een urgente situatie welke door de aanbestedende overheid naar behoren is onderbouwd, niet haalbaar blijkt de in de paragraaf 1, tweede lid, bepaalde termijnen in acht te nemen, een termijn vaststellen die niet minder bedraagt dan vijftien dagen na de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht.
§ 4. De aanbestedende overheid kan de in paragraaf 1, tweede lid, bepaalde termijn voor ontvangst van offertes met vijf dagen verkorten indien de offertes langs elektronische weg worden ingediend overeenkomstig de door en krachtens artikel 14, § 1, tweede lid en §§ 5 tot 7, bepaalde regels betreffende de elektronische platformen.
§ 5. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de openbare procedure.
Artikel 37. (... - ...)
§ 1. In een niet-openbare procedure kan elke ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming indienen die de door de Koning bepaalde informatie bevat door verstrekking van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
De termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht.
§ 2. Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie door de aanbestedende overheid daartoe worden verzocht, kunnen een offerte indienen. De aanbestedende overheid kan overeenkomstig artikel 79 het aantal kandidaten die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd, beperken.
De termijn voor ontvangst van de offertes bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een offerte.
§ 3. Indien de aanbestedende overheid een vooraankondiging heeft bekendgemaakt kan de in paragraaf 2, tweede lid, bepaalde minimumtermijn voor ontvangst van de offertes tot tien dagen worden verkort, mits aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de vooraankondiging bevatte alle door de Koning bepaalde informatie, voor zover zij beschikbaar was op het tijdstip dat de vooraankondiging werd bekendgemaakt;
2° de vooraankondiging was tenminste vijfendertig dagen en ten hoogste twaalf maanden vóór de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht ter bekendmaking verzonden.
§ 4. Blijkt het in het geval van een urgente situatie, welke door de aanbestedende overheid naar behoren is onderbouwd niet haalbaar de in dit artikel bepaalde termijnen in acht te nemen, dan kan de aanbestedende overheid :
1° een termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming van ten minste vijftien dagen bepalen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht;
2° een termijn voor ontvangst van de offertes van ten minste tien dagen bepalen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een offerte.
§ 5. De aanbestedende overheid kan de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde termijn voor ontvangst van de offertes met vijf dagen verkorten indien de offertes langs elektronische weg worden ingediend overeenkomstig de door en krachtens artikel 14, § 1, tweede lid, en §§ 5 tot 7, bepaalde regels betreffende de elektronische platformen.
§ 6. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de niet-openbare procedure.
Artikel 38. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan in de volgende gevallen gebruik maken van een mededingingsprocedure met onderhandeling :
1° met betrekking tot werken, leveringen of diensten die aan één of meer van de volgende criteria voldoen :
a) er kan niet worden voorzien in de behoeften van de aanbestedende overheid zonder aanpassing van onmiddellijk beschikbare oplossingen;
b) ze bevatten ontwerp- of innovatieve oplossingen;
c) de opdracht kan niet worden gegund zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's;
d) de technische specificaties kunnen door de aanbestedende overheid niet nauwkeurig genoeg worden vastgesteld op basis van een norm, Europese technische beoordelingen, een gemeenschappelijke technische specificatie of een technisch referentiekader als bedoeld in artikel 2, 45° tot 48° ;
e) de toegang tot de opdracht wordt voorbehouden overeenkomstig artikel 15 en het geraamde bedrag van de opdracht zonder belasting over de toegevoegde waarde lager is dan de voor de Europese bekendmaking bepaalde drempel;
f) het geraamde bedrag van de opdracht zonder belasting over de toegevoegde waarde is lager dan de bedragen bepaald door de Koning;
2° met betrekking tot werken, leveringen of diensten waarvoor, naar aanleiding van een openbare of niet-openbare procedure, enkel onregelmatige of onaanvaardbare offertes werden ingediend.
In het in het eerste lid, onder 2°, bedoelde geval is de aanbestedende overheid niet verplicht een aankondiging van een opdracht bekend te maken indien zij tot de procedure uitsluitend alle inschrijvers toelaat die aan de in de artikelen 67 tot 78 bedoelde criteria voldoen en die bij de voorafgaande openbare of niet-openbare procedure offertes hebben ingediend die aan de formele eisen van de plaatsingsprocedure voldeden. Indien zij niet al deze inschrijvers toelaat tot de procedure, zal de aanbestedende overheid ertoe gehouden zijn een aankondiging van een opdracht bekend te maken.
Wanneer de eerste procedure niet verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking, kan de aanbestedende overheid echter, teneinde de mededinging te verruimen, bovendien ondernemers raadplegen die volgens haar in staat zijn te voldoen aan de eisen inzake selectie, ongeacht of zij al dan niet een regelmatige offerte hebben ingediend, of geen enkele offerte hebben ingediend in het kader van de eerste procedure. In een dergelijk geval is de aanbestedende overheid er niet toe gehouden een aankondiging van een opdracht te publiceren.
§ 2. In een mededingingsprocedure met onderhandeling en onverminderd de paragraaf 1, tweede en derde lid, kan elke ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming indienen door verstrekking van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
§ 3. De aanbestedende overheid bepaalt in de opdrachtdocumenten het voorwerp van de opdracht door de vereisten en de vereiste kenmerken van de werken, leveringen of diensten te beschrijven en de gunningscriteria vast te leggen. Zij geeft tevens aan welke elementen van de beschrijving de minimumeisen zijn waaraan alle offertes moeten voldoen.
De verschafte informatie is voldoende nauwkeurig om de ondernemers in staat te stellen de aard en omvang van de opdracht te bepalen en over hun deelname aan de procedure te beslissen.
De termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. De termijn voor ontvangst van de eerste offerte bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging. Artikel 37, §§ 3 tot 5, is van toepassing.
§ 4. Alleen de ondernemers die na de beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende overheid worden uitgenodigd, kunnen een eerste offerte indienen. Deze vormt de basis voor verdere onderhandelingen. De aanbestedende overheid kan, overeenkomstig artikel 79, het aantal kandidaten die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd, beperken.
§ 5. Met het oog op de verbetering van hun inhoud onderhandelt de aanbestedende overheid met de inschrijvers over de initiële offertes en over alle volgende offertes die door hen werden ingediend, met uitzondering van de definitieve offertes in de zin van paragraaf 8. De aanbestedende overheid kan de opdrachten desalniettemin gunnen op basis van de initiële offertes zonder onderhandeling, indien zij zich de mogelijkheid daartoe heeft voorbehouden in de aankondiging van een opdracht.
Over de minimumeisen en de gunningscriteria wordt niet onderhandeld.
§ 6. Tijdens de onderhandelingen verzekert de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Daartoe verstrekt zij geen discriminerende informatie die bepaalde inschrijvers kan bevoordelen ten opzichte van andere. Zij stelt alle inschrijvers wier offerte niet is afgewezen overeenkomstig paragraaf 7 schriftelijk in kennis van eventuele andere wijzigingen in de technische specificaties of andere opdrachtdocumenten dan die waarbij de minimumeisen worden vastgesteld. Na deze wijzigingen biedt de aanbestedende overheid de inschrijvers voldoende tijd om hun offertes, indien nodig, aan te passen en opnieuw in te dienen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende overheid de vertrouwelijke inlichtingen die een aan de onderhandelingen deelnemende kandidaat of inschrijver heeft verstrekt, niet zonder diens schriftelijke toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 7. De mededingingsprocedure met onderhandeling kan in opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal offertes waarover moet worden onderhandeld wordt beperkt door toepassing van de gunningscriteria uit de aankondiging van een opdracht of een ander opdrachtdocument. De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van een opdracht of een ander opdrachtdocument aan of zij van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
§ 8. Indien de aanbestedende overheid voornemens is de onderhandelingen af te sluiten, stelt zij de resterende inschrijvers daarvan in kennis en stelt zij een gemeenschappelijke termijn vast voor de indiening van nieuwe of aangepaste offertes. De aanbestedende overheid controleert of de definitieve offertes voldoen aan de minimumeisen en overeenstemmen met artikel 66, § 1, beoordeelt de definitieve offertes aan de hand van de gunningscriteria en gunt de opdracht krachtens de artikelen 79 tot 84.
Indien de aanbestedende overheid zich in de aankondiging van een opdracht het recht heeft voorbehouden geen onderhandelingen te voeren, en zij van deze mogelijkheid gebruik maakt, geldt de initiële offerte bijgevolg als definitieve offerte.
§ 9. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de mededingingsprocedure met onderhandeling.
Artikel 39. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan gebruik maken van een concurrentiegerichte dialoog in dezelfde gevallen als die bedoeld in artikel 38, § 1, 1°, a) tot d), en 2°.
In de concurrentiegerichte dialoog kan elke ondernemer naar aanleiding van de aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming indienen door de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie te verstrekken.
De termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht.
Alleen de ondernemers die na de beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende overheid worden uitgenodigd, kunnen aan de dialoog deelnemen. De aanbestedende overheid kan overeenkomstig artikel 79 het aantal kandidaten die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd, beperken. De opdracht wordt uitsluitend gegund op grond van het gunningscriterium van de beste prijs-kwaliteitsverhouding, overeenkomstig artikel 81, § 2, 3°.
§ 2. De behoeften en eisen van de aanbestedende overheid worden in de aankondiging van een opdracht aangegeven en in die aankondiging en/of in een beschrijvend document nader uitgewerkt. Tevens worden in deze documenten de gekozen gunningscriteria aangegeven en nader uitgewerkt, en een indicatief tijdschema aangegeven.
§ 3. De aanbestedende overheid treedt overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 66 tot en met 80 in dialoog met de geselecteerde deelnemers, om na te gaan en te bepalen met welke middelen het best in haar behoeften kan worden voorzien. Tijdens deze dialoog kan zij met de geselecteerde deelnemers alle aspecten van de opdracht bespreken.
Tijdens de dialoog verzekert de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle deelnemers. Daartoe verstrekt ze geen informatie op een discriminerende wijze die bepaalde deelnemers kan bevoordelen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende overheid de voorgestelde oplossingen of andere vertrouwelijke inlichtingen die een van de deelnemers heeft verstrekt, niet zonder diens schriftelijke en voorafgaande toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 4. De concurrentiegerichte dialoog kan in opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken oplossingen wordt beperkt door toepassing van de gunningscriteria uit de aankondiging van een opdracht of in het beschrijvend document. De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van een opdracht of in het beschrijvende document of hij van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
§ 5. De aanbestedende overheid zet de dialoog voort totdat zij kan aangeven met welke oplossing of oplossingen in haar behoeften kan worden voorzien.
§ 6. Nadat de aanbestedende overheid heeft verklaard dat de dialoog is afgesloten en de resterende deelnemers daarvan op de hoogte heeft gesteld, verzoekt zij ieder van hen hun definitieve offerte op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen in te dienen. Deze offertes bevatten alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project.
De aanbestedende overheid kan verzoeken om de offertes te verduidelijken, te preciseren of nauwkeuriger te omschrijven. Dit mag echter geen wijziging van de offerte of van de overheidsopdracht inhouden op essentiële punten, daaronder begrepen de in de aankondiging van een opdracht of in het beschrijvend document vermelde behoeften en eisen, indien daardoor de mededinging verstoord dreigt te worden of discriminatie dreigt te ontstaan.
§ 7. De aanbestedende overheid beoordeelt de ontvangen offertes op basis van de in de aankondiging van een opdracht of in het beschrijvend document vastgestelde gunningscriteria.
Op verzoek van de aanbestedende overheid kunnen met de inschrijver die de offerte met de beste prijs-kwaliteitsverhouding heeft ingediend overeenkomstig artikel 81, § 2, 3°, onderhandelingen worden gevoerd om de in de offerte vervatte financiële toezeggingen of andere voorwaarden te bevestigen en de voorwaarden van de opdracht af te ronden, mits dit de essentiële aspecten van de offerte of overheidsopdracht, met inbegrip van de in de aankondiging van een opdracht of het beschrijvend document vermelde behoeften en voorschriften, materieel ongewijzigd laat en niet tot vervalsing van de mededinging of discriminatie kan leiden.
§ 8. De aanbestedende overheid kan voorzien in prijzengeld of vergoedingen aan de deelnemers aan de dialoog.
§ 9. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de concurrentiegerichte dialoog.
Artikel 40. (... - ...)
§ 1. Bij een innovatiepartnerschap kan elke ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een aanvraag tot deelneming indienen door verstrekking van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
De aanbestedende overheid geeft in de opdrachtdocumenten aan dat er behoefte is aan innovatieve producten, diensten of werken, en dat met de aanschaf van reeds op de markt beschikbare producten, diensten of werken niet in die behoefte kan worden voorzien. Ze geeft aan welke elementen van deze beschrijving de minimumeisen zijn waaraan alle offertes moeten voldoen. Dit wordt voldoende duidelijk aangegeven zodat ondernemers kennis kunnen nemen van de aard en de strekking van de gevraagde oplossing en kunnen besluiten al dan niet om deelneming aan de procedure te verzoeken.
De aanbestedende overheid kan beslissen het innovatiepartnerschap met één partner te sluiten, dan wel met verschillende partners die afzonderlijke onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten voor hun rekening nemen.
De termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt minimaal dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. Alleen de ondernemers die na de beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende overheid worden uitgenodigd, kunnen aan de procedure deelnemen. De aanbestedende overheid kan overeenkomstig artikel 79 het aantal kandidaten dat tot deelneming aan de procedure wordt uitgenodigd, beperken. De opdracht wordt uitsluitend gegund op grond van het criterium van de beste prijs-kwaliteitsverhouding in overeenstemming met artikel 81, § 2, 3°.
§ 2. Het innovatiepartnerschap dient te zijn gericht op de ontwikkeling van innovatieve producten, diensten of werken en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende leveringen, diensten of werken, mits deze voldoen aan de prestatieniveaus die tussen de aanbestedende overheid en de deelnemers zijn afgesproken en onder de afgesproken maximumkosten blijven.
Het innovatiepartnerschap wordt gestructureerd in opeenvolgende fasen die de reeks stappen in het onderzoeks- en innovatieproces volgen, hetgeen de fabricage van goederen, de verlening van diensten of de voltooiing van werken kan omvatten. In het innovatiepartnerschap worden tussentijdse, door de partners te bereiken doelen bepaald, en wordt voorzien in betaling van de vergoeding in passende termijnen.
De aanbestedende overheid kan op basis van deze doelen na elke fase beslissen het innovatiepartnerschap te beëindigen of, bij een innovatiepartnerschap met verschillende partners, het aantal partners te verminderen door individuele opdrachten stop te zetten, mits de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten heeft aangegeven dat en onder welke voorwaarden zij van die mogelijkheden gebruik kan maken.
§ 3. Tenzij in dit artikel anders bepaald, wordt door de aanbestedende overheid met de inschrijver of inschrijvers over hun oorspronkelijke offerte en over elke daaropvolgende offerte, met uitzondering van de definitieve offerte, onderhandeld om de inhoud ervan te verbeteren.
Over de minimumeisen en de gunningscriteria wordt niet onderhandeld.
§ 4. Tijdens de onderhandelingen verzekert de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Daartoe verstrekt zij geen informatie op discriminerende wijze die bepaalde inschrijvers zou kunnen bevoordelen. Zij stelt alle inschrijvers wier offerte niet is afgewezen overeenkomstig paragraaf 5 schriftelijk in kennis van eventuele andere wijzigingen in de technische specificaties of andere opdrachtdocumenten dan die waarbij de minimumeisen worden vastgesteld. Na deze wijzigingen biedt de aanbestedende overheid de inschrijvers voldoende tijd om hun offertes naar aanleiding van deze wijzigingen, indien nodig, aan te passen en opnieuw in te dienen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende overheid de vertrouwelijke inlichtingen die een aan de onderhandelingen deelnemende kandidaat of inschrijver heeft verstrekt, niet zonder diens toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 5. Er kunnen tijdens procedures voor innovatiepartnerschappen in opeenvolgende fasen onderhandelingen plaatsvinden om het aantal offertes waarover moet worden onderhandeld te beperken door middel van het toepassen van de gunningscriteria die in de aankondiging van een opdracht of de opdrachtdocumenten zijn vermeld. De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van een opdracht of in de opdrachtdocumenten aan of zij van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
Tijdens de selectie van de kandidaten past de aanbestedende overheid in het bijzonder de criteria toe betreffende de capaciteiten van de kandidaten in het domein van onderzoek en ontwikkeling, alsook van het ontwikkelen en implementeren van innovatieve oplossingen.
Enkel die ondernemers die een uitnodiging ontvingen van de aanbestedende overheid ingevolge de evaluatie van de vereiste informatie, mogen hun projecten voor onderzoek en ontwikkeling, die aan de door de aanbestedende overheid gestelde behoeften voldoen en die niet door bestaande oplossingen kunnen worden gedekt, indienen.
In de opdrachtdocumenten bepaalt de aanbestedende overheid welke regelingen op de intellectuele-eigendomsrechten van toepassing zijn. Bij innovatiepartnerschappen met meerdere partners mag de aanbestedende overheid voorgestelde oplossingen of andere door een partner in het kader van het partnerschap meegedeelde vertrouwelijke inlichtingen, overeenkomstig artikel 13, niet aan de andere partners zonder de voorafgaande en schriftelijke instemming van die partner bekendmaken. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 6. De aanbestedende overheid ziet erop toe dat de structuur van het partnerschap en in het bijzonder de duur en de waarde van de verschillende fasen rekening houden met de innovatiegraad van de voorgestelde oplossing en de reeks onderzoeks- en innovatieactiviteiten die vereist zijn voor de ontwikkeling van een innovatieve en nog niet op de markt beschikbare oplossing. De geraamde waarde van de leveringen, diensten of werken moet in verhouding staan tot de investering voor de ontwikkeling ervan.
§ 7. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op het innovatiepartnerschap.
Artikel 41. (... - ...)
§ 1. Overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking in de volgende gevallen :
1° voor de leveringen en diensten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking;
2° voor de werken waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan 750.000 euro.
§ 2. In een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking kan elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte indienen.
De termijn voor ontvangst van de offertes bedraagt ten minste tweeëntwintig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. Artikel 37, §§ 3 tot 5, is van toepassing.
De offerte moet vergezeld gaan van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
§ 3. Met het oog op de verbetering van hun inhoud kan de aanbestedende overheid met de inschrijvers over de initiële offertes en over alle volgende offertes die door hen werden ingediend onderhandelen, met uitzondering van de definitieve offertes.
Over de minimumeisen en de gunningscriteria wordt niet onderhandeld.
§ 4. Tijdens de onderhandelingen verzekert de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Daartoe verstrekt zij geen discriminerende informatie die bepaalde inschrijvers kan bevoordelen ten opzichte van andere. Zij stelt alle inschrijvers wier offerte niet is afgewezen overeenkomstig paragraaf 5 schriftelijk in kennis van eventuele andere wijzigingen in de technische specificaties of andere opdrachtdocumenten dan die waarbij de minimumeisen worden vastgesteld. Na deze wijzigingen biedt de aanbestedende overheid de inschrijvers voldoende tijd om hun offertes, indien nodig, aan te passen en opnieuw in te dienen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende overheid de vertrouwelijke inlichtingen die een aan de onderhandelingen deelnemende kandidaat of inschrijver heeft verstrekt, niet zonder diens schriftelijke toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 5. De vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking kan in opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal offertes waarover moet worden onderhandeld wordt beperkt door toepassing van de gunningscriteria uit de aankondiging van een opdracht of een ander opdrachtdocument. De aanbestedende overheid geeft in de aankondiging van een opdracht of een ander opdrachtdocument aan of zij van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
§ 6. Indien de aanbestedende overheid voornemens is de onderhandelingen af te sluiten, stelt zij de resterende inschrijvers daarvan in kennis en stelt zij een gemeenschappelijke termijn vast voor de indiening van nieuwe of aangepaste offertes. De aanbestedende overheid controleert of de definitieve offertes voldoen aan de minimumeisen en overeenstemmen met artikel 66, § 1, beoordeelt de definitieve offertes aan de hand van de gunningscriteria en gunt de opdracht krachtens de artikelen 79 tot 84.
Indien de aanbestedende overheid beslist om niet te onderhandelen, geldt de initiële offerte als definitieve offerte.
§ 7. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Artikel 42. (... - ...)
§ 1. Overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking doch, indien mogelijk, na raadpleging van meerdere ondernemers in de volgende gevallen :
1° in geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer :
a) de goed te keuren uitgave zonder belasting over de toegevoegde waarde, is lager dan de bedragen bepaald door de Koning;
b) voor zover dit strikt noodzakelijk is, de termijnen voor de openbare of niet-openbare procedure of de mededingingsprocedure met onderhandeling wegens dwingende spoed voortvloeiend uit onvoorzienbare gebeurtenissen voor de aanbestedende overheid, niet in acht kunnen worden genomen. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende overheid te wijten zijn;
c) geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte werd ingediend ingevolge een openbare of niet-openbare procedure, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd, en, voor opdrachten die gelijk zijn aan of hoger zijn dan de drempels voor de Europese bekendmaking, aan de Europese Commissie op haar verzoek een verslag wordt overgelegd;
Een aanvraag tot deelneming wordt niet geschikt geacht wanneer de betrokken ondernemer overeenkomstig de artikelen 67 tot 70 moet of kan worden uitgesloten, of niet aan de overeenkomstig artikel 71 door de aanbestedende overheid bepaalde selectiecriteria voldoet. Een offerte wordt ongeschikt bevonden als zij niet relevant is voor de opdracht, omdat zij, zonder wezenlijke wijzigingen, kennelijk niet voorziet in de in de opdrachtdocumenten omschreven behoeften en eisen van de aanbestedende overheid.
d) de werken, leveringen of diensten alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, om een van de volgende redenen :
i) de opdracht heeft als doel het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of het leveren van een unieke artistieke prestatie;
ii) mededinging ontbreekt om technische redenen;
iii) uitsluitende rechten moeten worden beschermd, met inbegrip van de intellectuele eigendomsrechten.
De in de punten ii) en iii) genoemde uitzonderingen gelden alleen als er geen redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging niet het gevolg is van een kunstmatige beperking van de voorwaarden van de opdracht;
2° in geval van een overheidsopdracht voor werken of diensten wanneer het gaat om nieuwe werken of diensten bestaande uit een herhaling van soortgelijke werken of diensten, die aan de opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht worden gegund door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisproject en dit project het voorwerp uitmaakte van een oorspronkelijke opdracht die geplaatst werd bij een in artikel 35, eerste lid, bedoelde procedure. Het basisproject dient de omvang van de eventuele aanvullende werken of diensten evenals de voorwaarden waaronder deze zullen worden gegund, te vermelden. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden dient evenwel bij het in mededinging stellen van de eerste opdracht vermeld te worden en het geraamde totaalbedrag voor de daaropvolgende werken of diensten moet reeds vanaf dit ogenblik door de aanbestedende overheden in aanmerking genomen worden voor het al dan niet bereiken van de voor de Europese bekendmaking bepaalde drempels. Bovendien moet de gunning van de herhalingsopdrachten gebeuren binnen drie jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht.
3° wanneer het gaat om de aankoop van leveringen of diensten tegen bijzonder gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, hetzij bij curatoren, de met een overdracht onder gerechtelijk gezag gelaste mandatarissen of vereffenaars van een faillissement, een gerechtelijke reorganisatie of een in de nationale wetgevingen of reglementeringen bestaande procedure van dezelfde aard;
4° in geval van een overheidsopdracht voor leveringen wanneer :
a) het producten betreft die uitsluitend voor onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling worden vervaardigd. Deze bepaling geldt niet voor de productie in grote hoeveelheden met het oog op commerciële haalbaarheid of om de kosten van onderzoek en ontwikkeling terug te verdienen;
b) aanvullende leveringen moeten worden verricht door de oorspronkelijke leverancier, die ofwel bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer een verandering van leverancier de aanbestedende overheid ertoe zou verplichten leveringen te verwerven met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid zou ontstaan of zich bij het gebruik en het onderhoud onevenredige technische moeilijkheden zouden voordoen. De looptijd van deze opdrachten en nabestellingen mag in de regel niet langer zijn dan drie jaar;
c) het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;
5° in geval van een overheidsopdracht voor diensten wanneer de betrokken opdracht op een prijsvraag volgt en overeenkomstig de toepasselijke regels moet worden gegund aan de winnaar of aan een van de winnaars van de prijsvraag. In dit laatste geval moeten alle winnaars worden uitgenodigd om aan de onderhandelingen deel te nemen.
De Koning kan eveneens toestaan, voor de door Hem bepaalde overheidsopdrachten voor leveringen, dat gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, indien mogelijk na raadpleging van meerdere ondernemers, wanneer het gelegenheidsaankopen betreft, overeenkomstig de door Hem te bepalen voorwaarden. De geraamde waarde van deze opdrachten mag het door Hem bepaalde plafond, dat alleszins lager moet liggen dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking, niet bereiken.
§ 2. De aanbestedende overheid kan met de inschrijvers over de initiële offertes en over alle volgende offertes die door hen werden ingediend onderhandelen met het oog op de verbetering van de inhoud ervan.
Over de gunningscriteria wordt niet onderhandeld. Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, mag evenmin onderhandeld worden over de minimumeisen.
Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag deze drempels niet bereikt, kan onderhandeld worden over de minimumeisen, voor zover dit niet uitgesloten werd in de opdrachtdocumenten.
§ 3. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn de onderstaande bepalingen niet van toepassing op de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking :
1° artikel 69 met betrekking tot de facultatieve uitsluitingsgronden;
2° artikel 71 betreffende de selectiecriteria.
Bovendien is, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, het artikel 81 betreffende de gunningscriteria niet van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in de onderstaande gevallen :
1° de diverse gevallen waarin slechts één ondernemer kan worden geraadpleegd zoals bedoeld in de paragraaf 1, 1°, d), 2°, of 4°, b), ongeacht het geraamde bedrag;
2° in het geval van dwingende spoed zoals bedoeld in de paragraaf 1, 1°, b), voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking;
3° wanneer het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen als bedoeld in de paragraaf 1, 4°, c), voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking;
4° wanneer het gaat om de aankoop van leveringen of diensten tegen bijzonder gunstige voorwaarden in de onder de in paragraaf 1, 3°, bedoelde gevallen, voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking alsook, desgevallend, voor de gelegenheidsaankopen als bedoeld in de paragraaf 1, tweede lid.
§ 4. De Koning kan de nadere bijkomende procedurele regels inzake deze procedure bepalen.
Artikel 43. (... - ...)
§ 1. Een aanbestedende overheid kan raamovereenkomsten sluiten, voor zover zij de hiertoe door deze wet voorziene procedures toepast.
Opdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst kunnen alleen worden geplaatst tussen enerzijds een aanbestedende overheid of aanbestedende overheden die duidelijk is aangewezen in de oproep tot mededinging of in de uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling en anderzijds een of meerdere ondernemers die partij zijn bij de gesloten raamovereenkomst.
§ 2. Bij de gunning van opdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst, mogen de reeds in de raamovereenkomst vastgelegde voorwaarden niet wezenlijk worden gewijzigd, met name indien de raamovereenkomst met één enkele ondernemer is gesloten.
De duur van een raamovereenkomst, alsook van de opdrachten die erop gebaseerd zijn, is beperkt tot vier jaar, behoudens in uitzonderlijke en behoorlijk gemotiveerde gevallen, met name op grond van het voorwerp van de raamovereenkomst.
§ 3. De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van een opdracht of zij overweegt een raamovereenkomst te sluiten met één of meerdere ondernemers.
§ 4. Als er een raamovereenkomst met één enkele ondernemer wordt gesloten, worden de op die raamovereenkomst gebaseerde opdrachten gegund volgens de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden.
Voor de gunning van dergelijke opdrachten kunnen de aanbestedende overheden de ondernemer die partij is bij de raamovereenkomst, schriftelijk raadplegen en hem, indien nodig, verzoeken zijn offerte aan te vullen.
§ 5. Wanneer een raamovereenkomst met meer dan één ondernemer wordt gesloten, wordt die raamovereenkomst uitgevoerd op een van de volgende wijzen :
1° volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst, zonder dat de opdracht opnieuw voor mededinging wordt opengesteld, wanneer de overeenkomst alle voorwaarden bevat met betrekking tot de uitvoering van de betrokken werken, leveringen of diensten alsmede de objectieve voorwaarden ter bepaling van de ondernemers die deze als partij bij de raamovereenkomst zullen uitvoeren; laatstbedoelde voorwaarden worden vermeld in de opdrachtdocumenten voor de raamovereenkomst;
2° wanneer de raamovereenkomst alle voorwaarden bevat voor de betrokken werken, leveringen en diensten, ten dele zonder opnieuw tot mededinging op te roepen overeenkomstig punt 1° en ten dele met een nieuwe oproep tot mededinging tussen de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst overeenkomstig punt 3°, wanneer de aanbestedende overheden deze mogelijkheid in de opdrachtdocumenten voor de raamovereenkomst hebben vermeld. De keuze of specifieke werken, leveringen of diensten worden verkregen na een nieuwe oproep tot mededinging dan wel rechtstreeks volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst, wordt gemaakt aan de hand van objectieve criteria, die in de opdrachtdocumenten voor de raamovereenkomst worden opgenomen. In deze opdrachtdocumenten wordt ook aangegeven welke voorwaarden aan een nieuwe oproep tot mededinging kunnen worden onderworpen.
De mogelijkheden als voorzien in het eerste lid van dit punt gelden tevens voor elk perceel van een raamovereenkomst waarvoor in de raamovereenkomst de voorwaarden zijn vastgelegd met betrekking tot de werken, diensten en leveringen, ongeacht de vraag of alle voorwaarden met betrekking tot de werken, diensten en leveringen in kwestie in het kader van andere percelen, zijn vastgelegd;
3° wanneer de raamovereenkomst niet alle voorwaarden bevat met betrekking tot de uitvoering van de werken, leveringen en diensten, door de opdracht opnieuw voor mededinging open te stellen voor de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst.
§ 6. De in paragraaf 5 onder 2° en 3°, bedoelde mededinging is gebaseerd op dezelfde voorwaarden als die welke voor de gunning van de raamovereenkomst gelden en, wanneer nodig, volgens nader gespecificeerde voorwaarden, en, in voorkomend geval, volgens andere voorwaarden die zijn vermeld in de opdrachtdocumenten van de raamovereenkomst, overeenkomstig de volgende procedure :
1° voor elke te gunnen opdracht raadplegen de aanbestedende overheden schriftelijk de ondernemers die in staat zijn de opdracht uit te voeren;
2° de aanbestedende overheden stellen een voldoende lange termijn vast voor de indiening van offertes voor elke specifieke opdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp van de opdracht en de benodigde tijd voor de toezending van de offertes;
3° de offertes worden schriftelijk ingediend en de inhoud ervan wordt niet vrijgegeven totdat de gestelde indieningstermijn is verstreken;
4° de aanbestedende overheden gunnen elke opdracht aan de inschrijver die op grond van de in de opdrachtdocumenten van de raamovereenkomst vastgestelde gunningscriteria de beste offerte heeft ingediend, met uitzondering van de opdrachten bedoeld in artikel 92.
Artikel 44. (... - ...)
§ 1. Een aanbestedende overheid kan gebruik maken van een dynamisch aankoopsysteem voor opdrachten voor werken, leveringen en diensten voor courant gebruik die algemeen beschikbaar zijn op de markt en waarvan de kenmerken voldoen aan haar behoeften.
Dit systeem wordt beheerd als een volledig elektronisch proces, dat gedurende de gehele geldigheidstermijn van het aankoopsysteem openstaat voor elke ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria. Het kan worden ingedeeld in categorieën van producten, werken of diensten die objectief worden vastgesteld op basis van de kenmerken van de opdracht in de betrokken categorie. Die kenmerken kunnen ook verwijzen naar de maximaal toegestane omvang van de latere specifieke opdrachten of naar een specifiek geografisch gebied waarin latere specifieke opdrachten zullen worden uitgevoerd.
§ 2. De aanbestedende overheid volgt bij het plaatsen van een opdracht op basis van een dynamisch aankoopsysteem de regels van de niet-openbare procedure. Alle kandidaten die aan de selectiecriteria voldoen, worden tot het systeem toegelaten en het aantal tot het systeem toe te laten kandidaten wordt niet beperkt overeenkomstig artikel 79. Indien de aanbestedende overheden het systeem in categorieën van producten, werken of diensten hebben ingedeeld overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, vermelden zij de toepasselijke selectiecriteria voor elke categorie.
Niettegenstaande artikel 37 gelden de volgende termijnen :
1° de termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt ten minste dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. Er zijn geen verdere termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming wanneer de uitnodiging tot het indienen van een offerte voor de eerste specifieke opdracht in het kader van het dynamische aankoopsysteem is verzonden;
2° de minimumtermijn voor de ontvangst van offertes bedraagt ten minste tien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een offerte. Artikel 37, §§ 3 en 5, zijn niet van toepassing.
§ 3. Voor alle communicatie in het kader van een dynamisch aankoopsysteem wordt alleen gebruik gemaakt van elektronische middelen overeenkomstig artikel 14, §§ 1 en 5 tot 7.
§ 4. Vóór of gedurende de geldigheidstermijn van het dynamisch aankoopsysteem kan geen enkele kost aangerekend worden aan de belangstellende ondernemers of deelnemers aan het dynamisch aankoopsysteem.
§ 5. De Koning bepaalt de nadere bijkomende procedurele en materiële regels die van toepassing zijn op het dynamisch aankoopsysteem.
Artikel 45. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan elektronische veilingen gebruiken waarin nieuwe, verlaagde prijzen, en/of nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de offertes worden voorgesteld.
Hiertoe structureert de aanbestedende overheid de elektronische veilingen als een zich herhalend elektronisch proces dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de offertes en dat een klassering op basis van automatische beoordelingsmethoden mogelijk maakt.
Aangezien bepaalde overheidsopdrachten voor diensten en bepaalde overheidsopdrachten voor werken die intellectuele prestaties tot voorwerp van de opdracht hebben, zoals het ontwerpen van werken, niet op basis van automatische evaluatie kunnen worden ingedeeld, mogen voor deze opdrachten geen elektronische veilingen worden gebruikt.
§ 2. Bij de openbare of niet-openbare procedure of bij de mededingingsprocedure met onderhandeling kan een aanbestedende overheid de gunning van de opdracht laten voorafgaan door een elektronische veiling, voor zover de inhoud van de opdrachtdocumenten, in het bijzonder de technische specificaties, nauwkeurig kan worden bepaald en het gaat om opdrachten voor werken, leveringen of diensten.
De elektronische veiling kan onder dezelfde voorwaarden worden aangewend bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de partijen bij een raamovereenkomst, alsook voor opdrachten die in het kader van een dynamisch aankoopsysteem worden geplaatst.
§ 3. De elektronische veiling is gebaseerd op een van de volgende elementen van de offertes :
1° alleen de prijzen, wanneer de opdracht louter op basis van de prijs wordt gegund;
2° op de prijzen en/of de nieuwe waarden van de elementen van de offertes zoals aangegeven in de opdrachtdocumenten wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding of aan de inschrijver met de laagste kostprijs op basis van kosteneffectiviteit.
§ 4. Vooraleer over te gaan tot een elektronische veiling, voert de aanbestedende overheid een eerste volledige beoordeling uit van de offertes, overeenkomstig de gunningscriteria en de eraan verbonden wegingen.
Een offerte wordt als ontvankelijk beschouwd indien die is ingediend door een inschrijver die niet is uitgesloten uit hoofde van de artikelen 67 tot 70 en voldoet aan de selectiecriteria, en wiens offerte overeenstemt met de technische specificaties en niet onregelmatig,onaanvaardbaar of ongeschikt is.
§ 5. De Koning bepaalt de nadere bijkomende materiële en procedurele regels die van toepassing zijn op de elektronische veiling.
Artikel 46. (... - ...)
§ 1. Wanneer het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht is, kan de aanbestedende overheid eisen dat de offertes in de vorm van een elektronische catalogus worden ingediend of een elektronische catalogus bevatten.
§ 2. Elektronische catalogi worden door de kandidaten of inschrijvers opgesteld met het oog op deelneming aan een specifieke plaatsingsprocedure overeenkomstig de technische specificaties en het formaat zoals vastgesteld door de aanbestedende overheid.
Voorts voldoen elektronische catalogi aan de voorschriften inzake elektronische communicatiemiddelen alsook aan alle aanvullende voorschriften als vastgesteld door de aanbestedende overheid.
§ 3. De Koning bepaalt de nadere bijkomende materiële en procedurele regels voor het gebruik van elektronische catalogi.
Artikel 47. (... - ...)
§ 1. Een aanbestedende overheid kan leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten aanbiedt als bedoeld in artikel 2, 7°, a).
Zij kan ook gebruik maken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft, van de in artikel 2, 7°, b), bedoelde gecentraliseerde aankoopactiviteiten van een aankoopcentrale :
1° door gebruik te maken van een door deze aankoopcentrale gesloten opdracht;
2° door gebruik te maken van een door een aankoopcentrale geëxploiteerd dynamisch aankoopsysteem; of
3° in de mate als aangegeven in artikel 43, § 1, tweede lid, door gebruik te maken van een raamovereenkomst die gesloten is door deze aankoopcentrale.
Wanneer een door een aankoopcentrale geëxploiteerd dynamisch aankoopsysteem door andere aanbestedende overheden mag worden gebruikt, wordt dit vermeld in de aankondiging van een opdracht voor het opzetten van het dynamische aankoopsysteem.
§ 2. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
De betrokken aanbestedende overheid is evenwel verantwoordelijk voor de nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de delen die zij zelf verricht, zoals :
1° het plaatsen van een opdracht in het kader van een dynamisch aankoopsysteem dat door een aankoopcentrale wordt geëxploiteerd;
2° een nieuwe oproep tot mededinging organiseren op grond van een raamovereenkomst die door een aankoopcentrale is gesloten;
3° conform artikel 43, § 5, onder 1° of 2°, vaststellen welke van de ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst, een gegeven taak uitvoert op grond van een door een aankoopcentrale gesloten raamovereenkomst.
§ 3. Voor alle plaatsingsprocedures van een aankoopcentrale worden elektronische communicatiemiddelen gebruikt overeenkomstig de voorschriften van artikel 14.
§ 4. Aanbestedende overheden mogen, zonder toepassing van de in deze wet vervatte procedures, een overheidsopdracht voor diensten betreffende gecentraliseerde aankoopactiviteiten aan een aankoopcentrale gunnen.
Dergelijke overheidsopdrachten voor diensten mogen ook het verrichten van aanvullende aankoopactiviteiten omvatten.
Artikel 48. (... - ...)
Twee of meer aanbestedende overheden kunnen overeenkomen om bepaalde specifieke opdrachten gezamenlijk te plaatsen.
Wanneer een volledige plaatsingsprocedure gezamenlijk wordt doorlopen namens en voor rekening van alle betrokken aanbestedende overheden, zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor het nakomen van hun verplichtingen. Dit geldt ook wanneer een aanbestedende overheid de plaatsingsprocedure beheert en optreedt voor rekening van zichzelf en voor rekening van de andere betrokken aanbestedende overheden.
Als een plaatsingsprocedure niet in haar geheel wordt uitgevoerd namens en voor rekening van de betrokken aanbestedende overheden, zijn zij alleen gezamenlijk verantwoordelijk voor de gezamenlijk uitgevoerde delen. Elke aanbestedende overheid is als enige verantwoordelijk voor het nakomen van haar verplichtingen met betrekking tot de delen die zij in eigen naam en voor eigen rekening uitvoert.
De Koning kan de nadere bijkomende materiële en procedurele regels bepalen voor de uitvoering van de gezamenlijke opdrachten.
Artikel 49. (... - ...)
§ 1. Onverminderd de artikelen 30 en 31 kunnen aanbestedende overheden van verschillende lidstaten gezamenlijk een overheidsopdracht plaatsen, gebruik maken van gecentraliseerde aankoopactiviteiten die door in een andere lidstaat gevestigde aankoopcentrales worden aangeboden, een raamovereenkomst sluiten, een dynamisch aankoopsysteem exploiteren of een gezamenlijke entiteit oprichten. Zij kunnen eveneens, in de mate als aangegeven in artikel 43, § 1, tweede lid, opdrachten plaatsen op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem.
De aanbestedende overheden maken geen gebruik van de in het eerste lid bedoelde middelen om de toepassing te vermijden van dwingende publiekrechtelijke bepalingen die in overeenstemming zijn met het Unierecht en waaraan zij onderworpen zijn.
§ 2. Het verschaffen van gecentraliseerde aankoopactiviteiten door een in een andere lidstaat gevestigde aankoopcentrale geschiedt overeenkomstig de nationale bepalingen van de lidstaat waar de aankoopcentrale is gevestigd.
De nationale bepalingen van de lidstaat waar de aankoopcentrale is gevestigd, zijn ook van toepassing op :
1° het plaatsen van een opdracht in het kader van een dynamisch aankoopsysteem;
2° het doen uitgaan van een nieuwe oproep tot mededinging in het kader van een raamovereenkomst;
3° het conform artikel 43, § 5, onder 1° of 2°, bepalen welke ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst, een bepaalde taak uitvoeren
§ 3. Verschillende aanbestedende overheden uit verschillende lidstaten kunnen gezamenlijk een overheidsopdracht plaatsen, een raamovereenkomst sluiten of een dynamisch aankoopsysteem exploiteren. Zij kunnen eveneens, in de mate als aangegeven in artikel 43, § 1, tweede lid, opdrachten plaatsen op basis van de raamovereenkomst of het dynamische aankoopsysteem. Tenzij de noodzakelijke elementen zijn geregeld door een tussen de betrokken lidstaten gesloten internationale overeenkomst, sluiten de deelnemende aanbestedende overheden een overeenkomst die het volgende bepaalt :
1° de verantwoordelijkheden van de partijen en de relevante toepasselijke nationale bepalingen;
2° de interne organisatie van de plaatsingsprocedure, met inbegrip van het beheer van de procedure, de verdeling van de te verwerven werken, leveringen of diensten en de sluiting van opdrachten.
Een deelnemende aanbestedende overheid voldoet aan haar verplichtingen krachtens deze wet wanneer zij werken, leveringen of diensten verwerft van een aanbestedende overheid die voor de plaatsingsprocedure verantwoordelijk is. Bij het vaststellen van de verantwoordelijkheden en het toepasselijke nationale recht bedoeld in het eerste lid, 1°, kunnen de aanbestedende overheden onder hen bijzondere verantwoordelijkheden verdelen en bepalen welke bepalingen van het nationale recht van elke betrokken lidstaat van toepassing zijn. De verdeling van verantwoordelijkheden en het toepasselijke nationale recht worden voor gezamenlijk geplaatste overheidsopdrachten in de opdrachtdocumenten vermeld.
§ 4. Wanneer verscheidene aanbestedende overheden uit verschillende lidstaten een gezamenlijke entiteit hebben opgericht, inclusief een Europese groepering voor territoriale samenwerking overeenkomstig Verordening nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking of andere entiteiten naar Unierecht, komen de deelnemende aanbestedende overheden bij besluit van het bevoegde orgaan van de gezamenlijke organisatie overeen welke nationale plaatsingsregels van één van de volgende lidstaten van toepassing zijn :
1° de nationale bepalingen van de lidstaat waar de gezamenlijke entiteit haar statutaire zetel heeft;
2° de nationale bepalingen van de lidstaat waar de gezamenlijke entiteit haar activiteiten uitoefent.
De in het eerste lid bedoelde overeenkomst kan voor onbepaalde tijd gelden indien de oprichtingsakte van de gezamenlijke entiteit daarin voorziet, of beperkt zijn tot een bepaalde termijn of tot een aantal soorten opdrachten of tot één of meer individuele plaatsingen van opdrachten.
Artikel 50. (... - ...)
De aanbestedende overheid kan een prijsvraag organiseren met toepassing van procedures die zijn aangepast aan de bepalingen van titel 1 en titel 2, eerste hoofdstuk, en aan de door de Koning bepaalde nadere bijkomende materiële en procedurele regels.
De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag niet worden beperkt :
1° tot het grondgebied van het Rijk of een deel daarvan;
2° op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge reglementaire bepalingen, hetzij natuurlijke personen hetzij rechtspersonen moeten zijn.
Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers stelt de aanbestedende overheid duidelijke en niet-discriminerende selectiecriteria vast. In elk geval moet het aantal kandidaten die tot deelneming aan de prijsvraag worden uitgenodigd, toereikend zijn om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.
Artikel 51. (... - ...)
De aanbestedende overheid mag vóór het aanvatten van een plaatsingsprocedure marktconsultaties houden met het oog op de voorbereiding van de plaatsing van de opdracht, alsook om de ondernemers op de hoogte te brengen van haar plannen en eisen.
Met dit doel mag de aanbestedende overheid bijvoorbeeld het advies van onafhankelijke deskundigen, private of publieke instellingen of van marktdeelnemers inwinnen of ontvangen.
De voorafgaande marktconsultaties mogen worden gebruikt bij de planning en het verloop van de plaatsingsprocedure, mits dit niet leidt tot een vervalsing van de mededinging en geen aanleiding geeft tot een schending van de beginselen van non-discriminatie en transparantie.
Artikel 52. (... - ...)
§ 1. Wanneer een kandidaat of inschrijver of een met een kandidaat of inschrijver verbonden onderneming de aanbestedende overheid heeft geadviseerd, al dan niet in het kader van artikel 51, of anderszins betrokken is geweest bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure, neemt de aanbestedende overheid de passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de mededinging niet wordt vervalst door de deelneming van die kandidaat of inschrijver. Deze maatregelen moeten, voor de opdrachten waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan de betreffende drempels voor de Europese bekendmaking, worden aangegeven in de in het artikel 164, §§ 1 of 2, bedoelde informatie.
Deze maatregelen omvatten met name de mededeling aan andere kandidaten en inschrijvers van relevante informatie die is uitgewisseld in het kader van of ten gevolge van de betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure, alsmede de vaststelling van passende termijnen voor de ontvangst van de offertes.
In de zin van dit artikel verstaat men onder "verbonden onderneming", elke onderneming waarop een persoon bedoeld in het eerste lid rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen, of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op die persoon of die, zoals zij, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming omwille van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften.
Voor de toepassing van het derde lid wordt de "overheersende invloed" vermoed in de gevallen bedoeld in artikel 2, 2°.
§ 2. De betrokken kandidaat of inschrijver wordt slechts van de procedure uitgesloten indien er geen andere middelen voorhanden zijn om de naleving van het beginsel van gelijke behandeling te verzekeren. Alvorens te kunnen worden uitgesloten, krijgt de kandidaat of inschrijver de kans om te bewijzen, door middel van een schriftelijke verantwoording, dat zijn voorafgaande betrokkenheid de mededinging niet kan vervalsen.
Voor het verschaffen van de in het eerste lid bedoelde verantwoording wordt aan de kandidaat of inschrijver een termijn toegekend van minstens twaalf dagen vanaf het verzoek van de aanbestedende overheid. De kandidaat of inschrijver in kwestie levert het bewijs van de verzending van de verantwoording.
Ook het verzoek van de aanbestedende overheid moet schriftelijk worden gegeven.
§ 3. De Koning kan, voor de door Hem te bepalen opdrachten onder de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking en onder de door Hem te bepalen voorwaarden, afwijken van de bepalingen van dit artikel.
Artikel 53. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid neemt de technische specificaties, waarin de voor een werk, levering of dienst gestelde kenmerken worden voorgeschreven, op in de opdrachtdocumenten.
Die kenmerken kunnen verband houden met het specifieke proces of de specifieke methode van productie of uitvoering van de gevraagde werken, leveringen of diensten of met een specifiek proces van een ander stadium van de levenscyclus ervan, zelfs wanneer deze factoren niet tot de materiële essentie van de werken, leveringen of diensten behoren, mits zij met het voorwerp van de opdracht verbonden en in verhouding zijn tot de waarde en de doelstellingen ervan.
De technische specificaties kunnen bepalen of de overdracht van intellectuele-eigendomsrechten vereist zal zijn.
Voor alle overheidsopdrachten die zijn bedoeld voor gebruik door natuurlijke personen, hetzij door het grote publiek, hetzij door het personeel van de aanbestedende overheid, moeten deze technische specificaties, uitgezonderd in behoorlijk gemotiveerde gevallen, zodanig worden opgesteld dat rekening wordt gehouden met de criteria inzake toegankelijkheid voor personen met een handicap of de geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers.
Indien middels een rechtshandeling van de Europese Unie verplichte toegankelijkheidsvoorschriften zijn vastgesteld, worden de technische specificaties voor zover het de criteria voor toegankelijkheid van personen met een handicap of de geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers betreft, bepaald door een verwijzing naar de desbetreffende criteria.
§ 2. De technische specificaties bieden de ondernemers gelijke toegang tot de plaatsingsprocedure en mogen er niet toe leiden dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden opgeworpen.
§ 3. Onverminderd dwingende nationale technische voorschriften, voor zover deze met het recht van de Europese Unie verenigbaar zijn, worden de technische specificaties opgesteld op een van de volgende wijzen :
1° hetzij aan de hand van prestatie- of functionele eisen, inclusief milieukenmerken, mits deze zo nauwkeurig zijn dat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende overheid de opdracht kan gunnen;
2° hetzij onder verwijzing naar de technische specificaties en, in volgorde van voorkeur, naar de nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, de Europese technische beoordelingen, de gemeenschappelijke technische specificaties, internationale normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij gebreke van dit alles, de nationale normen, de nationale technische goedkeuringen dan wel de nationale technische specificaties inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van de werken en het gebruik van de leveringen. Iedere verwijzing gaat vergezeld van de woorden "of gelijkwaardig";
3° hetzij aan de hand van de bepaling onder 1° bedoelde prestatie- of functionele eisen, waarbij onder aanname van overeenstemming met deze prestatie-eisen en functionele eisen wordt verwezen naar de onder 2° bedoelde technische specificaties;
4° hetzij onder verwijzing naar de bepaling onder 2° bedoelde technische specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de bepaling onder 1° bedoelde prestatie- of functionele eisen voor andere kenmerken.
§ 4. In de technische specificaties mag geen melding worden gemaakt van een bepaald fabricaat of een bepaalde herkomst of van een bijzondere werkwijze die kenmerkend is voor de producten of diensten van een bepaalde ondernemer, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of geëlimineerd.
Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering alleen toegestaan :
1° wanneer, ingevolge de toepassing van paragraaf 3, geen voldoende nauwkeurige en begrijpelijke omschrijving van het voorwerp van de opdracht mogelijk zou zijn;
2° indien dit door het voorwerp van de opdracht is gerechtvaardigd.
In het in het tweede lid, 1° bedoelde geval moet de betreffende vermelding of verwijzing vergezeld gaan van de woorden "of gelijkwaardig".
Bij niet-naleving van de in deze paragraaf bedoelde verplichtingen door de aanbestedende overheid, kan de inschrijver een gelijkwaardig product of dienst aanbieden.
§ 5. Wanneer een aanbestedende overheid gebruik maakt van de in paragraaf 3, 1°, geboden mogelijkheid de technische specificaties in termen van prestatie- of functionele eisen vast te stellen, wijst zij een inschrijving voor werken, leveringen of diensten niet af als zij voldoet aan een nationale norm waarbij een Europese norm is omgezet, een Europese technische goedkeuring, een gemeenschappelijke technische specificatie, een internationale norm, een door een Europees normalisatieorgaan ingesteld technisch verwijzingssysteem, wanneer deze specificaties betrekking hebben op de door de aanbestedende overheid vastgestelde prestatie- of functionele eisen.
De inschrijver bewijst in zijn offerte met elk passend middel, waaronder de in artikel 55 bedoelde middelen, dat het werk, de levering of de dienst die in overeenstemming is met de norm, voldoet aan de prestatie- of functionele eisen van de aanbestedende overheid.
§ 6. Wanneer een aanbestedende overheid gebruik maakt van de mogelijkheid te verwijzen naar de in paragraaf 3, 2°, genoemde technische specificaties, wijst zij een offerte niet af op grond van het feit dat de aangeboden werken, leveringen of diensten niet overeenstemmen met de betrokken technische specificaties, wanneer de inschrijver in zijn offerte met elk passend middel, inclusief de in artikel 55 bedoelde bewijsmiddelen, aantoont dat de voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de in de technische specificaties gestelde eisen.
§ 7. Indien de werken, leveringen of diensten tegelijkertijd omschreven worden door plannen, modellen en stalen, en behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, bepalen de plannen de vorm, de afmetingen en de aard van het materiaal waaruit het product is vervaardigd. De modellen dienen slechts voor het onderzoek van de afwerking en de stalen om de kwaliteit na te gaan.
Artikel 54. (... - ...)
§ 1. Wanneer de aanbestedende overheid het voornemen heeft werken, leveringen of diensten met specifieke milieu-, sociale of andere kenmerken aan te kopen kan zij, in de technische specificaties, de gunningscriteria of de contractvoorwaarden betreffende de uitvoering van de opdracht, een specifiek keurmerk eisen als bewijs dat de werken, diensten of leveringen overeenstemmen met de vereiste voorschriften, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan :
1° de keurmerkeisen hebben alleen betrekking op criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht en zijn geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken, leveringen of diensten die het voorwerp van de opdracht vormen;
2° de keurmerkeisen zijn gebaseerd op objectief controleerbare en niet-discriminerende criteria;
3° het keurmerk is vastgesteld in een open en transparante procedure waaraan alle belanghebbenden, met inbegrip van publieke instellingen, consumenten, sociale partners, fabrikanten, distributeurs en niet-gouvernementele organisaties kunnen deelnemen;
4° het keurmerk is voor alle betrokken partijen toegankelijk;
5° de keurmerkeisen worden vastgesteld door een derde partij waarover de ondernemer die het keurmerk aanvraagt, geen beslissende invloed uitoefent.
Indien de aanbestedende overheid niet eist dat de werken, leveringen of diensten aan alle keurmerkeisen voldoen, geeft zij aan welke keurmerkeisen worden bedoeld.
De aanbestedende overheid die een specifiek keurmerk eist, aanvaardt alle keurmerken die bevestigen dat de werken, leveringen of diensten aan gelijkwaardige keurmerkeisen voldoen.
Indien een ondernemer, om redenen die hem niet aangerekend kunnen worden, aantoonbaar niet de mogelijkheid heeft het door de aanbestedende overheid aangegeven specifieke keurmerk of een gelijkwaardig keurmerk binnen de gestelde termijnen te verwerven, aanvaardt de aanbestedende overheid andere geschikte bewijsmiddelen, zoals een technisch dossier van de fabrikant, mits de betrokken ondernemer aantoont dat de door hem te leveren werken, leveringen of diensten voldoen aan het door de aanbestedende overheid aangegeven specifieke keurmerk of aan de specifieke eisen. Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager ligt dan de betreffende drempel voor de Europese bekendmaking, moet de aanbestedende overheid echter steeds rekening houden met andere geschikte bewijsmiddelen, voor zover die aantonen dat aan het specifieke keurmerk of aan de specifieke eisen is voldaan.
§ 2. Wanneer een keurmerk aan de in paragraaf 1, onder 2° tot 5° vermelde voorwaarden voldoet, maar eveneens eisen stelt die geen verband houden met het voorwerp van de opdracht, kan de aanbestedende overheid het keurmerk niet als zodanig opleggen. In dat geval kan zij echter de technische specificaties vaststellen onder verwijzing naar de gedetailleerde technische specificaties van dat keurmerk, of indien noodzakelijk, delen daarvan, die verband houden met het voorwerp van de opdracht en geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van dit voorwerp.
§ 3. De aanbestedende overheid maakt in de opdrachtdocumenten op onderstaande manier melding van de wijze waarop het keurmerk aangewend wordt :
1° wanneer het keurmerk wordt vereist als bewijs dat de werken, diensten of leveringen overeenstemmen met de voorschriften, overeenkomstig paragraaf 1, en het een opdracht betreft waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de betreffende drempel van de Europese bekendmaking, door middel van onderstaande vermelding of een soortgelijke vermelding :
"Dit keurmerk wordt vereist ter uitvoering van artikel 54, § 1, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en voldoet aan alle voorwaarden vermeld in deze laatste bepaling. Met name hebben de keurmerkeisen alleen betrekking op criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht en zijn ze geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken/leveringen/diensten die het voorwerp van de opdracht vormen.";
2° wanneer het keurmerk wordt vereist als bewijs dat de werken, diensten of leveringen overeenstemmen met de voorschriften overeenkomstig paragraaf 1, en het een opdracht betreft waarvan de geraamde waarde lager is dan de betreffende drempel van de Europese bekendmaking, door middel van onderstaande vermelding of een soortgelijke vermelding :
"Er wordt verwezen naar het gewenste keurmerk ter uitvoering van artikel 54, § 1, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten dat voldoet aan alle voorwaarden vermeld in deze laatste bepaling. Met name hebben de keurmerkeisen alleen betrekking op criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht en zijn ze geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken/leveringen/diensten die het voorwerp van de opdracht vormen. Echter wordt ook steeds rekening gehouden met andere geschikte bewijsmiddelen, voor zover die aantonen dat aan eisen betreffende het specifieke keurmerk of aan de specifieke eisen is voldaan.";
3° wanneer het keurmerk niet als dusdanig wordt opgelegd maar de technische specificaties worden gedetailleerd door middel van een overname van bepaalde technische specificaties van dit keurmerk, in uitvoering van de tweede paragraaf, door middel van onderstaande vermelding of een soortgelijke vermelding :
"Naar dit keurmerk wordt verwezen ter uitvoering van artikel 54, § 2, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Het keurmerk voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 54, § 1, 2° tot 5°. Aldus wordt het keurmerk niet als dusdanig opgelegd maar de technische specificaties worden gedetailleerd door middel van een overname van bepaalde technische specificaties van dit keurmerk. Daarbij wordt ook steeds rekening gehouden met andere geschikte bewijsmiddelen, voor zover die aantonen dat aan de specifieke eisen is voldaan.".
Artikel 55. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan eisen dat ondernemers een testverslag of certificaat van een conformiteitsbeoordelingsinstantie verstrekken als bewijs van overeenstemming met de voorschriften of criteria die zijn neergelegd in de technische specificaties, de gunningscriteria of de uitvoeringsvoorwaarden.
Wanneer de aanbestedende overheid eist dat certificaten van een specifieke conformiteitsbeoordelingsinstantie worden overgelegd, worden door deze aanbestedende overheid ook certificaten van andere gelijkwaardige conformiteitsbeoordelingsinstanties aanvaard.
Een conformiteitsbeoordelingsinstantie in de zin van deze paragraaf is een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals ijken, testen, certificeren en inspecteren, en geaccrediteerd is overeenkomstig Verordening nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93.
§ 2. De aanbestedende overheid aanvaardt andere dan de in paragraaf 1 bedoelde geschikte bewijsmiddelen, zoals een technisch dossier van de fabrikant, wanneer de betrokken ondernemer geen toegang had tot de in de paragraaf 1 bedoelde certificaten of testverslagen of deze niet binnen de desbetreffende termijnen kon verkrijgen, mits het ontbreken van toegang niet aan de betrokken ondernemer te wijten is, op voorwaarde dat deze laatste daarbij aantoont dat de door hem geleverde werken, leveringen of diensten voldoen aan de voorschriften of criteria van de technische specificaties, de gunningscriteria of de uitvoeringsvoorwaarden van de opdracht.
Artikel 56. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan inschrijvers toestaan of van hen vereisen varianten of opties in te dienen. Zij vermeldt in de aankondiging van een opdracht of, in geval van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, in de opdrachtdocumenten, of zij varianten of opties toestaat of vereist. Zonder een dergelijke vermelding zijn geen varianten of opties toegelaten.
Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking kunnen de inschrijvers, in afwijking van het eerste lid en behoudens andersluidend beding in de opdrachtdocumenten, ook varianten of opties indienen zonder vermelding dat dit toegestaan is in de aankondiging van een opdracht of in de opdrachtdocumenten. Deze varianten of opties worden "vrije varianten" respectievelijk "vrije opties" genoemd.
Varianten en opties zijn verbonden met het voorwerp van de opdracht.
§ 2. Voor de vereiste en toegestane varianten en opties vermeldt de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten aan welke minimumeisen deze moeten voldoen, alsmede de specifieke eisen met betrekking tot hoe zij moeten worden ingediend. De verplichting tot het vermelden van minimumeisen en specifieke eisen met betrekking tot de indiening geldt niet voor de in paragraaf 1, tweede lid, bedoelde vrije varianten of vrije opties.
De aanbestedende overheid vermeldt in de opdrachtdocumenten of varianten slechts kunnen worden ingediend wanneer ook een basisofferte is ingediend. Opties kunnen evenwel niet worden ingediend zonder basisofferte of, in voorkomend geval, een variante. Van deze laatste verplichting moet melding worden gemaakt in de opdrachtdocumenten.
De aanbestedende overheid garandeert dat de gekozen gunningscriteria kunnen worden toegepast op de vereiste en toegestane varianten die aan de minimumvoorschriften voldoen en op de basisoffertes.
§ 3. Bij plaatsingsprocedures voor overheidsopdrachten voor leveringen of diensten mag de aanbestedende overheid een variante of optie niet afwijzen uitsluitend omdat deze, mocht hij worden gekozen, tot een opdracht voor diensten in plaats van een opdracht voor leveringen, dan wel tot een opdracht voor leveringen in plaats van een opdracht voor diensten zou leiden.
§ 4. De aanbestedende overheid is nooit verplicht om een optie te bestellen, noch bij de sluiting, noch tijdens de uitvoering van de opdracht.
§ 5. De Koning kan, voor de door hem te bepalen procedures, de nadere materiële en procedurele regels vaststellen inzake de varianten en opties.
Artikel 57. (... - ...)
Wanneer de aanbestedende overheid de noodzaak daartoe aantoont, kan ze een opdracht plaatsen die een of meer vaste gedeelten en een of meer voorwaardelijke gedeelten omvat. Alhoewel de sluiting van de opdracht betrekking heeft op de volledige opdracht, is de aanbestedende overheid enkel gebonden door de vaste gedeelten. De uitvoering van elk voorwaardelijk gedeelte is afhankelijk van een beslissing van de aanbestedende overheid die aan de opdrachtnemer wordt meegedeeld overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten bepaalde nadere regels. De uitvoering van het voorwaardelijk gedeelte mag de algemene aard van de opdracht niet wijzigen.
Een opdracht kan van bij de sluiting een of meer verlengingen omvatten, overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten vermelde nadere regels. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, moet over het algemeen beperkt blijven tot vier jaar na het sluiten van de opdracht. De verlenging mag geen aanleiding geven tot een wijziging van de algemene aard van de opdracht.
Dit in dit artikel bedoelde clausules moeten worden opgesteld in duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige bewoordingen. Deze clausules omschrijven het toepassingsgebied en de aard van de eventule gevolgen die eruit voort kunnen vloeien, alsmede de voorwaarden waaronder ze kunnen worden gebruikt.
De Koning kan de nadere regels bepalen voor het gebruik van de opdrachten in vaste en voorwaardelijke gedeelten en verlengingsclausules.
Artikel 58. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid kan beslissen de opdracht te plaatsen in de vorm van afzonderlijke percelen, in welk geval zij daarvan de aard, de omvang, het voorwerp, de verdeling en de kenmerken bepaalt in de opdrachtdocumenten.
Voor de opdrachten van leveringen, diensten en werken, waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de herzienbare drempel voor de Europese bekendmaking zoals die van toepassing is voor de door de federale aanbestedende overheden geplaatste overheidsopdrachten voor leveringen en diensten, moeten alle aanbestedende overheden de verdeling in percelen overwegen en, in geval zij besluiten niet in percelen op te delen, de voornaamste redenen daarvoor vermelden in de opdrachtdocumenten of in de in het artikel 164, § 1, bedoelde informatie.
In geval de aanbestedende overheid ervoor kiest de opdracht te plaatsen in de vorm van afzonderlijke percelen, heeft zij het recht er slechts enkele te gunnen en eventueel te besluiten de andere op te nemen in één of meer nieuwe opdrachten, desnoods volgens een andere plaatsingsprocedure.
De aanbestedende overheid vermeldt, in de aankondiging van een opdracht, of offertes mogen worden ingediend voor één, meer of alle percelen.
§ 2. De aanbestedende overheid mag, zelfs indien er offertes mogen worden ingediend voor meer of alle percelen, het aantal aan één inschrijver te gunnen percelen beperken, mits het maximum aantal percelen per inschrijver in de aankondiging van een opdracht is aangegeven. De aanbestedende overheid vermeldt in de opdrachtdocumenten de objectieve en niet-discriminerende criteria of regels die zij voornemens is toe te passen om te bepalen welke percelen zullen worden gegund indien de toepassing van de gunningscriteria zou leiden tot de gunning van meer percelen dan het maximumaantal aan een zelfde inschrijver.
Artikel 59. (... - ...)
§ 1. Bij de vaststelling van de termijnen voor de aanvragen tot deelneming en de ontvangst van offertes houdt de aanbestedende overheid rekening met de complexiteit van de opdracht en met de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de offertes, onverminderd de in de artikelen 36 tot en met 41 vastgestelde minimumtermijnen.
§ 2. Wanneer offertes slechts kunnen worden opgemaakt na een bezoek van de locatie of na inzage ter plaatse van de documenten waarop die opdrachtdocumenten steunen, worden de termijnen voor ontvangst van de offertes, die langer zijn dan de in de artikelen 36 tot en met 41 vastgelegde minimumtermijnen, zodanig vastgesteld dat alle betrokken ondernemers de gelegenheid hebben kennis te nemen van alle nodige gegevens voor het opstellen van de offertes.
§ 3. De aanbestedende overheid verlengt de termijnen voor ontvangst van de offertes opdat alle betrokken ondernemers kunnen beschikken over alle nodige gegevens voor het opstellen van de offertes, in de volgende gevallen :
1° indien, om welke reden dan ook, aanvullende informatie, hoewel tijdig aangevraagd door de ondernemer, niet uiterlijk zes dagen voor de ontvangst van de offertes vastgestelde termijn is verstrekt. In het geval van de in de artikelen 36, § 3, en 37, § 4, bedoelde versnelde procedure, bedraagt deze termijn vier dagen;
2° indien de opdrachtdocumenten aanzienlijk zijn gewijzigd.
De duur van de verlenging dient evenredig te zijn aan het belang van de informatie of wijziging.
Indien de aanvullende informatie niet tijdig aangevraagd is of het belang daarvan gelet op het opstellen van de offertes onbetekenend is, hoeft de aanbestedende overheid de termijnen niet te verlengen.
Artikel 60. (... - ...)
De aanbestedende overheid kan haar voornemens met betrekking tot het plaatsen van opdrachten te kennen geven door middel van de bekendmaking van een vooraankondiging.
De vooraankondiging geldt geenszins als aankondiging van een opdracht.
De periode waarop de vooraankondiging betrekking heeft, is maximaal twaalf maanden te rekenen vanaf de datum waarop de vooraankondiging voor bekendmaking is verzonden.
De koning bepaalt de vermeldingen die de vooraankondiging moet bevatten.
Artikel 61. (... - ...)
De aanbestedende overheid maakt de overheidsopdrachten en raamovereenkomsten bekend door middel van een aankondiging van een opdracht, tenzij in onderstaande gevallen :
1° wanneer gebruik wordt gemaakt, overeenkomstig artikel 42, van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;
2° in de gevallen waarbij gebruik wordt gemaakt van de mededingingsprocedure met onderhandeling, respectievelijk de concurrentiegerichte dialoog, met betrekking tot werken, leveringen en diensten waarvoor in het kader van een openbare of niet-openbare procedure alleen onregelmatige of onaanvaardbare offertes werden ingediend, en waarbij, in voorkomend geval, geen aankondiging van een opdracht gepubliceerd hoeft te worden, voor zover daartoe de voorwaarden van het artikel 38, § 1, 2°, zijn nageleefd;
3° voor de op een raamovereenkomst gebaseerde opdrachten;
4° voor de opdrachten die worden geplaatst in het kader van een dynamisch aankoopsysteem, zolang dit geldig blijft en onverminderd de verplichting tot aankondiging voor de lancering van het dynamisch aankoopsysteem.
De Koning bepaalt de vermeldingen die de aankondiging van een opdracht moet bevatten.
Artikel 62. (... - ...)
Wat de opdrachten en raamovereenkomsten betreft waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de voor de Europese bekendmaking vastgestelde drempels, stuurt de aanbestedende overheid een aankondiging van gegunde opdracht door met betrekking tot de resultaten van de plaatsingsprocedure. Deze aankondiging wordt uiterlijk dertig dagen na de sluiting van de opdracht of de raamovereenkomst doorgestuurd.
In het geval van een overeenkomstig artikel 43 gesloten raamovereenkomst is de aanbestedende overheid er niet toe gehouden om een aankondiging te versturen betreffende de resultaten van de plaatsingsprocedure voor iedere opdracht die gebaseerd is op deze raamovereenkomst.
Voor de opdrachten die gebaseerd zijn op een dynamisch aankoopsysteem, is het eerste lid wel van toepassing, weze het dat de aanbestedende overheid er voor kan kiezen om de betreffende aankondigingen per kwartaal te bundelen. In dat geval verstuurt de aanbestedende overheid de gebundelde aankondigingen ten laatste dertig dagen na het einde van elk kwartaal.
Bepaalde informatie aangaande de plaatsing van de opdracht of van de raamovereenkomst behoeft niet voor bekendmaking te worden vrijgegeven indien de openbaarmaking ervan rechtshandhaving in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbaar belang, schade zou berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van een bepaalde publieke of particuliere ondernemer, of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers.
De Koning bepaalt de vermeldingen die de aankondiging van gegunde opdracht moet bevatten.
Artikel 63. (... - ...)
De Koning bepaalt de nadere regels wat de bekendmaking van de aankondigingen betreft, en dit zowel op nationaal als Europees niveau.
Artikel 64. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid biedt met elektronische middelen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang tot de opdrachtdocumenten vanaf de datum van bekendmaking van de aankondiging van een opdracht. De tekst van de aankondiging vermeldt het internetadres waar deze opdrachtdocumenten toegankelijk zijn.
Wanneer geen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang langs elektronische weg tot bepaalde opdrachtdocumenten kan of moet worden geboden om één van de in de in artikel 14, § 2, eerste lid, vermelde redenen, kan de aanbestedende overheid in de aankondiging aangeven dat de betreffende opdrachtdocumenten zullen worden toegezonden met andere middelen dan langs elektronische weg overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, § 2, derde lid. Ook in dat geval is de toegang kosteloos.
In een dergelijk geval wordt de termijn voor de indiening van de offertes met vijf dagen verlengd, behalve in behoorlijk gemotiveerde dringende gevallen als bedoeld in de artikelen 36, § 3, 37, § 4, en 38, § 3, derde lid.
Wanneer geen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang langs elektronische weg tot bepaalde opdrachtdocumenten kan worden geboden omdat de aanbestedende overheid voornemens is artikel 13, § 3, toe te passen, vermeldt zij in de aankondiging welke maatregelen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie zij eist en hoe toegang kan worden verkregen tot de betrokken documenten. In dat geval wordt de termijn voor de indiening van de offertes met vijf dagen verlengd, behalve in behoorlijk gemotiveerde dringende gevallen als bedoeld in de artikelen 36, § 3, 37, § 4, en 38, § 3, derde lid.
§ 2. De aanbestedende overheid verstrekt alle ondernemers die, op welke wijze dan ook, aan de plaatsingsprocedure deelnemen nadere informatie over de specificaties en de ondersteunende documenten, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen vóór de uiterste datum van ontvangst van de offertes. In het geval van de versnelde procedure als bedoeld in artikel 36, § 3, en artikel 37, § 5, bedraagt deze termijn vier dagen.
Artikel 65. (... - ...)
Bij niet-openbare procedures, concurrentiegerichte dialogen, innovatiepartnerschappen en mededingingsprocedures met onderhandeling, nodigt de aanbestedende overheid de daartoe geselecteerde kandidaten gelijktijdig en schriftelijk uit om een offerte in te dienen, of in het geval van een concurrentiegerichte dialoog, tot deelneming aan de dialoog.
De uitnodigingen bedoeld in het eerste lid bevatten een verwijzing naar het elektronische adres waarop de opdrachtdocumenten rechtstreeks langs elektronische weg toegankelijk zijn. De uitnodigingen gaan vergezeld van de opdrachtdocumenten, wanneer deze documenten niet kosteloos, vrij, volledig en rechtstreeks toegankelijk zijn om de in artikel 64, § 1, tweede of vierde lid, genoemde redenen en nog niet anderszins beschikbaar zijn.
De Koning bepaalt de overige informatie die de uitnodiging moet bevatten, alsook de nadere regels hieromtrent.
Artikel 66. (... - ...)
§ 1. Opdrachten worden gegund op basis van één of meerdere gunningscriteria, vastgesteld overeenkomstig artikel 81, mits de aanbestedende overheid erop heeft toegezien dat aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de offerte voldoet aan de eisen, voorwaarden en criteria vermeld in de aankondiging van een opdracht en de opdrachtdocumenten, met inachtneming, indien van toepassing, van de varianten of opties;
2° de offerte is afkomstig van een inschrijver waaraan de toegang tot de opdracht niet is ontzegd op grond van de artikelen 67 tot 70 en die voldoet aan de door de aanbestedende overheid vastgestelde selectiecriteria en, in voorkomend geval, de niet-discriminerende regels en criteria bedoeld in artikel 79, § 2, eerste lid.
Onverminderd paragraaf 2 beslist de aanbestedende overheid, indien ze vaststelt dat de offerte van de inschrijver aan wie ze voornemens is te gunnen niet voldoet aan de in artikel 7 bedoelde verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal of arbeidsrecht, om de opdracht niet te gunnen aan de inschrijver van hogervermelde offerte, tenminste wanneer het een verplichting betreft waarvan de niet-naleving ook strafrechtelijk beteugeld wordt. In de overige gevallen waarbij ze vaststelt dat deze offerte niet voldoet aan de voormelde verplichtingen, kan ze hetzelfde doen.
§ 2. Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de voor de Europese bekendmaking gebruikte drempels, kan de aanbestedende overheid, wanneer gebruik wordt gemaakt van de openbare procedure, overgaan tot het onderzoek van de offertes zodra het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria zijn nagegaan louter op grond van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. In die gevallen kan worden overgegaan tot de evaluatie van de offertes zonder dat een verdere grondige controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria is doorgevoerd in dit stadium. Vooraleer zij van deze mogelijkheid gebruik maakt, moet de aanbestedende overheid echter de afwezigheid nagaan van fiscale en sociale schulden overeenkomstig artikel 68.
Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de voor de Europese bekendmaking gebruikte drempels, kan de Koning de gevallen bepalen waarin de aanbestedende overheid tot het onderzoek van de offertes mag overgaan voorafgaand aan de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria, alsook de nadere regels in dit verband.
Wanneer zij van de in het eerste en tweede lid bedoelde mogelijkheid gebruik maakt, ziet zij erop toe dat de verificatie van het ontbreken van uitsluitingsgronden en het voldoen aan de selectiecriteria op onpartijdige en transparante wijze plaatsvindt zodat er geen opdracht wordt gegund aan een inschrijver die had moeten worden uitgesloten of die niet voldoet aan de selectiecriteria.
§ 3. Onverminderd artikel 39, § 6, tweede lid, kan de aanbestedende overheid, wanneer de door de kandidaat of inschrijver in te dienen informatie of documentatie onvolledig of onjuist is of lijkt te zijn of wanneer specifieke documenten ontbreken, de betrokken kandidaat of inschrijver verzoeken die informatie of documentatie binnen een passende termijn in te dienen, aan te vullen, te verduidelijken of te vervolledigen, mits dergelijke verzoeken worden gedaan met volledige inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie en, indien gebruik wordt gemaakt van de openbare of de niet-openbare procedure, zonder dat dit aanleiding mag geven tot een wijziging van de essentiële elementen van de offerte.
Een wijziging van de samenstelling van het personeelsteam dat ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de opdracht, die het rechtstreeks gevolg is van maatregelen die gericht zijn op het oplossen van belangenconflicten of situaties van voorafgaande betrokkenheid, wordt geacht geen aanleiding te geven tot een wijziging van een essentieel element van de offerte, op voorwaarde van de volledige inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie.
§ 4. Voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, kan de Koning het gebruik van een kwalificatiesysteem van ondernemers of een lijst van geselecteerde kandidaten toelaten, volgens de door Hem te bepalen voorwaarden.
Artikel 67. (... - ...)
§ 1. Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer zij heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is om een van de volgende misdrijven :
1° deelneming aan een criminele organisatie;
2° omkoping;
3° fraude;
4° terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit;
5° witwassen van geld en financiering van terrorisme;
6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;
7° het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
De Koning kan de in het eerste lid bedoelde misdrijven nader omschrijven.
In afwijking van het eerste lid, sluit de aanbestedende overheid zelfs bij afwezigheid van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling, de kandidaat of inschrijver die als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld uit, van zodra deze inbreuk is vastgesteld door een administratieve of rechterlijke beslissing, met inbegrip van een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde schriftelijke kennisgeving. Deze afwijking doet geen afbreuk aan de in artikel 70 bedoelde mogelijkheid voor de kandidaat of inschrijver om desgevallend corrigerende maatregelen in te roepen.
In afwijking van het eerste lid kan de aanbestedende overheid aangeven dat, bij wijze van uitzondering, een afwijking op de verplichte uitsluiting kan toegestaan worden om dwingende redenen van algemeen belang.
De verplichting tot uitsluiting van de kandidaat of inschrijver is ook van toepassing wanneer de bij onherroepelijk vonnis veroordeelde persoon lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van deze kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. In het geval het een in het derde lid bedoelde inbreuk betreft en bij gebrek aan het voormelde onherroepelijk vonnis, is dezelfde verplichting tot uitsluiting van toepassing, wanneer de betrokken persoon in een administratieve of rechterlijke beslissing staat aangeduid als zijnde een persoon bij wie een inbreuk is vastgesteld op het vlak van het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft.
Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, zijn de aanbestedende overheden, in afwijking van het vijfde lid, echter niet verplicht het ontbreken van de in dit artikel bedoelde uitsluitingsgronden na te gaan in hoofde van de in het voormelde lid bedoelde personen.
§ 2. De in de paragraaf 1, eerste lid, 1° tot 6°, bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de veroordeling.
De in de paragraaf 1, eerste lid, onder 7°, bedoelde uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten, geldt slechts voor een periode van vijf jaar, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
Wanneer zij zich in een geval van verplichte uitsluiting bevinden op de dag die volgt op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen tot deelneming dan wel de indiening van de offertes, mogen de ondernemers niet deelnemen aan de overheidsopdracht, behalve wanneer zij overeenkomstig artikel 70 bewijzen dat zij voldoende corrigerende maatregelen hebben genomen om hun betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond en behoudens het in de paragraaf 1, vierde lid, bedoelde geval.
Artikel 68. (... - ...)
§ 1. Behalve om dwingende redenen van algemeen belang en behoudens het in paragraaf 3 vermelde geval, sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer de kandidaat of inschrijver niet blijkt te voldoen aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen enerzijds of socialezekerheidsbijdragen anderzijds, tenzij :
1° wanneer het onbetaald gebleven bedrag het door de Koning te bepalen bedrag niet overschrijdt; of
2° wanneer de kandidaat of inschrijver kan aantonen dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn. Deze schuldvorderingen moeten ten minste gelijk zijn aan de achterstallige afbetaling van de fiscale dan wel de sociale schulden verminderd met het door de Koning in uitvoering van de bepaling onder 1° bedoelde drempelbedrag.
Indien de aanbestedende overheid vaststelt dat de fiscale dan wel sociale schulden het in het eerste lid, onder 1°, vermelde bedrag overschrijden, vraagt ze de kandidaat of inschrijver of deze zich in een in het eerste lid, onder 2°, bedoelde situatie bevindt.
De aanbestedende overheid geeft elke ondernemer echter de kans om zich in de loop van de plaatsingsprocedure in regel te stellen ten opzichte van de sociale en fiscale verplichtingen nadat ze een eerste maal heeft vastgesteld dat de kandidaat of inschrijver op dit vlak niet voldeed aan de eisen. Ze stelt de ondernemer hiervan in kennis. Vanaf deze kennisgeving geeft de aanbestedende overheid de ondernemer een termijn van vijf werkdagen om het bewijs te geven van zijn regularisatie. Van deze regularisatie kan slechts éénmalig gebruik gemaakt worden. Deze termijn gaat in de dag die volgt op de kennisgeving. Voor de berekening van deze termijn is verordening nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden, niet van toepassing.
§ 2. De Koning bepaalt de in aanmerking te nemen fiscale dan wel sociale schulden, alsook de ter zake geldende nadere regels.
§ 3. Dit artikel is niet langer van toepassing indien de kandidaat of inschrijver zijn verplichtingen is nagekomen door de verschuldigde belastingen of socialezekerheidsbijdragen, met inbegrip van lopende rente of boeten, indien toepasselijk, te betalen of een bindende regeling tot betaling daarvan aan te gaan, voor zover deze betaling of het sluiten van de bindende regeling heeft plaatsgevonden vóór het indienen van een aanvraag tot deelneming, of, in openbare procedures, de termijn voor het indienen van offertes.
Artikel 69. (... - ...)
Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, kan de aanbestedende overheid, in elk stadium van de plaatsingsprocedure, een kandidaat of inschrijver van deelname aan deze procedure uitsluiten, in de volgende gevallen :
1° indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de in artikel 7 genoemde toepasselijke verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, heeft geschonden;
2° wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3° wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;
4° wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2;
5° wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 niet effectief kan worden verholpen met andere minder ingrijpende maatregelen;
6° wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7° wanneer de kandidaat of inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
8° wanneer de kandidaat of inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 of artikel 74 over te leggen; of
9° wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
De in het eerste lid bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden slechts voor een periode van drie jaar vanaf de datum van de betrokken gebeurtenis of, wanneer het een voortdurende inbreuk betreft, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, is de aanbestedende overheid niet gehouden tot nazicht van de facultatieve uitsluitingsgronden in hoofde van de personen die lid zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de kandidaat of inschrijver of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben.
Artikel 70. (... - ...)
Elke kandidaat of inschrijver die in een van de in de artikelen 67 of 69 bedoelde situaties verkeert, mag bewijzen dat de maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Hiertoe bewijst de kandidaat of inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft toegezegd te zullen vergoeden, dat hij de feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen.
De door de kandidaat of inschrijver genomen maatregelen worden beoordeeld met inachtneming van de ernst en de bijzondere omstandigheden van de strafrechtelijke inbreuken of de fout. Het betreft in alle gevallen een door de aanbestedende overheid te nemen beslissing die zowel op materieel als formeel vlak moet gemotiveerd worden.
Wanneer de maatregelen onvoldoende worden geacht, worden aan de ondernemer de redenen daarvoor medegedeeld.
Een ondernemer die bij rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde is uitgesloten van deelneming aan plaatsingsprocedures of procedures voor de gunning van concessies mag gedurende de duur van de uitsluiting als gevolg van die beslissing geen gebruik kunnen maken van de in dit artikel geboden mogelijkheid in de lidstaten waar het vonnis van kracht is.
Artikel 71. (... - ...)
Het selectiecriterium of de selectiecriteria kunnen betrekking hebben op :
1° geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen; en/of
2° de economische en financiële draagkracht; en/of
3° de technische en beroepsbekwaamheid.
De aanbestedende overheid mag alleen deze criteria als voorwaarde voor deelname opleggen aan de kandidaten en inschrijvers. Zij beperken deze voorwaarden tot die welke kunnen garanderen dat een kandidaat of inschrijver over de juridische en financiële middelen en de technische bekwaamheden en beroepsbekwaamheden beschikt om de te gunnen opdracht uit te voeren. Alle voorwaarden houden verband met en staan in verhouding tot het voorwerp van de opdracht.
De Koning geeft nadere invulling aan de modaliteiten voor het vaststellen van deze voorwaarden.
Artikel 72. (... - ...)
De Koning kan de gevolgen regelen van een door een natuurlijke persoon ingediende offerte in geval van diens rechtsopvolging door een rechtspersoon in de loop van de plaatsingsprocedure. Hij kan aan deze personen een hoofdelijke aansprakelijkheid opleggen.
Artikel 73. (... - ...)
§ 1. Op het ogenblik van de indiening van de aanvragen tot deelneming of de offertes, naargelang het geval, leggen de kandidaten of inschrijvers, het door hen ingevulde Uniform Europees Aanbestedingsdocument voor, dat bestaat uit een bijgewerkte eigen verklaring en dat door de aanbestedende overheid als voorlopig bewijs wordt aanvaard ter vervanging van door overheidsinstanties of derden afgegeven documenten of certificaten die bevestigen dat de betrokken kandidaat of inschrijver aan alle hierna vermelde voorwaarden voldoet :
1° hij bevindt zich niet in een van de situaties als bedoeld in de artikelen 67 tot 69, waardoor kandidaten of inschrijvers kunnen of moeten worden uitgesloten;
2° hij voldoet aan de toepasselijke selectiecriteria als vastgesteld overeenkomstig artikel 71;
3° hij voldoet, indien van toepassing, aan de objectieve regels en criteria voor de beperking van het aantal kandidaten, als vastgesteld overeenkomstig artikel 79.
Indien de ondernemer overeenkomstig artikel 78 een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten bevat het Uniform Europees Aanbestedingsdocument ook de in het eerste lid genoemde gegevens ten aanzien van die entiteiten.
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument bestaat uit een formele verklaring van de ondernemer dat de betrokken grond tot uitsluiting niet van toepassing is en/of dat aan het selectiecriterium is voldaan en bevat de relevante informatie die door de aanbestedende overheid wordt verlangd. Voorts vermeldt het Uniform Europees Aanbestedingsdocument welke overheidsinstantie of derde verantwoordelijk is voor het vaststellen van de bewijsstukken en bevat zij een formele verklaring dat de ondernemer in staat zal zijn om op verzoek en onverwijld die bewijsstukken te leveren.
Indien de aanbestedende overheid het bewijsstuk rechtstreeks kan verkrijgen door raadpleging van een databank conform de vierde paragraaf, bevat het Uniform Europees Aanbestedingsdocument ook de daartoe vereiste informatie, zoals het internetadres van de databank, alle identificatiegegevens en, in voorkomend geval, de benodigde verklaring van instemming.
Ondernemers kunnen het reeds in een vorige overheidsopdrachtenprocedure gebruikte Uniform Europees Aanbestedingsdocument opnieuw gebruiken, mits zij bevestigen dat de daarin opgenomen gegevens nog steeds correct zijn.
§ 2. Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument wordt opgesteld op basis van het door de Europese Commissie vast te stellen model en wordt uitsluitend in elektronische vorm verstrekt.
§ 3. De aanbestedende overheid kan kandidaten en inschrijvers tijdens de procedure te allen tijde verzoeken de vereiste ondersteunende documenten geheel of gedeeltelijk in te dienen wanneer dit noodzakelijk is voor het goede verloop van de procedure.
Behoudens voor opdrachten die zijn gebaseerd op overeenkomstig artikel 43, § 4 of § 5, 1°, geplaatste raamovereenkomsten, verzoekt de aanbestedende overheid vóór de gunning van de opdracht, de inschrijver aan wie zij heeft besloten de opdracht te gunnen, de actuele ondersteunende documenten over te leggen, als bedoeld in artikel 75. De aanbestedende overheid kan ondernemers verzoeken de ontvangen certificaten aan te vullen of te verduidelijken.
§ 4. Niettegenstaande paragraaf 3 zijn de ondernemers niet verplicht ondersteunende documenten of andere bewijsstukken over te leggen indien en voor zover de aanbestedende overheid de certificaten of de relevante informatie rechtstreeks kan verkrijgen door raadpleging van een gratis toegankelijke nationale databank in elke lidstaat, zoals een nationaal aanbestedingsregister, een digitaal bedrijfsdossier, een systeem voor digitale documentopslag of een voorselectiesysteem.
Niettegenstaande paragraaf 3 zijn de ondernemers niet verplicht ondersteunende documenten over te leggen wanneer de aanbestedende overheid deze documenten reeds in haar bezit heeft ten gevolge van een opdracht of raamovereenkomst die eerder werd afgesloten. Dit op voorwaarde dat de betrokken ondernemers in hun aanvraag tot deelneming of in hun offerte de procedure identificeren tijdens dewelke zij deze documenten reeds hebben voorgelegd en voor zover de voormelde inlichtingen en documenten nog beantwoorden aan de gestelde vereisten.
Artikel 74. (... - ...)
Voor de door Hem te bepalen opdrachten geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan de Koning, als voorlopig bewijs van door overheidsinstanties of derden afgegeven documenten of certificaten die bevestigen dat de betrokken kandidaat of inschrijver aan alle in artikel 73, § 1, eerste lid, vermelde voorwaarden voldoet, voorzien in een alternatieve regeling waarvan Hij de toepassingsvoorwaarden en vormvoorschriften bepaalt.
Hetzelfde geldt voor de door Hem te bepalen opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempel voor de Europese bekendmaking.
Artikel 75. (... - ...)
De Koning bepaalt de in aanmerking komende certificaten, verklaringen, referenties en andere documenten en inlichtingen, waarvan de aanbestedende overheid de overlegging kan verlangen met het oog op het bewijs van het ontbreken van uitsluitingsgronden en het vervuld zijn van de selectiecriteria.
Artikel 76. (... - ...)
Aanbestedende overheden maken gebruik van e-Certis en zij stellen hoofdzakelijk die typen van certificaten of bewijsstukken verplicht die in e-Certis beschikbaar zijn.
Artikel 77. (... - ...)
§ 1. Ingeval de aanbestedende overheid de overlegging eist van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de ondernemer voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen, met inbegrip van normen inzake toegankelijkheid voor gehandicapten, verwijst zij naar regelingen voor kwaliteitsbewaking op basis van de desbetreffende Europese normenreeks die door geaccrediteerde instanties overeenkomstig de Europese normenreeks zijn gecertificeerd. Zij erkent gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instellingen. Zij aanvaardt eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige kwaliteitsgaranties wanneer de betrokken ondernemer die certificaten niet binnen de gestelde termijnen kan verkrijgen om redenen die niet aan hem toe te schrijven zijn, mits de ondernemer het bewijs levert dat de voorgestelde maatregelen op het gebied van de kwaliteitsbewaking aan de kwaliteitsnormen voldoen.
§ 2. Wanneer de aanbestedende overheid de overlegging eist van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de ondernemer voldoet aan bepaalde systemen of normen inzake milieubeheer, verwijst zij naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) van de Europese Unie of enig ander milieubeheersysteem als erkend overeenkomstig artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie, of andere normen inzake milieubeheer op basis van de toepasselijke Europese of internationale normen die door geaccrediteerde instanties zijn gecertificeerd. Zij erkent gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instellingen.
Indien een ondernemer, om redenen die hem niet aangerekend kunnen worden, aantoonbaar geen toegang had tot de certificaten of niet de mogelijkheid had deze binnen de gestelde termijnen te verwerven, aanvaardt de aanbestedende overheid andere passende bewijzen van gelijkwaardige maatregelen inzake milieubeheer, mits de ondernemer aantoont dat deze maatregelen gelijkwaardig zijn aan die welke krachtens het toepasselijke milieubeheersysteem of de norm vereist zijn.
Artikel 78. (... - ...)
Een ondernemer kan, in voorkomend geval en voor een bepaalde opdracht, zich beroepen op de economische en financiële draagkracht en de technische en beroepsbekwaamheid van andere entiteiten zoals bedoeld in artikel 71, eerste lid, 2° en 3°.
Indien een ondernemer een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten voor het vervullen van de economische en financiële criteria, kan de aanbestedende overheid eisen dat de ondernemer en die entiteiten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht, voor zover deze mogelijkheid om hoofdelijke aansprakelijkheid te eisen niet werd uitgesloten in de opdrachtdocumenten. Om uitwerking te hebben dient de hoofdelijke aansprakelijkheid evenwel schriftelijk aanvaard te worden door de entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan. Indien de voormelde schriftelijke aanvaarding niet wordt gegeven, kan de kandidaat of inschrijver zich niet op de draagkracht van die entiteit beroepen. Het onderhavig lid doet geen afbreuk aan krachtens andere wetten ingestelde hoofdelijke aansprakelijkheidsregelingen, met name op het vlak van sociale, fiscale of loonschulden.
In het geval van overheidsopdrachten voor werken, diensten en plaatsings- of installatiewerkzaamheden in het kader van een opdracht voor leveringen kan de aanbestedende overheid eisen dat bepaalde kritieke taken rechtstreeks door de inschrijver zelf worden verricht, of wanneer de offerte door een combinatie van ondernemers als bedoeld in artikel 8, § 2, is ingediend, door een deelnemer aan die combinatie.
De Koning kan de nadere materiële en procedurele regels bepalen.
Artikel 79. (... - ...)
§ 1. Bij niet-openbare procedures, mededingingsprocedures met onderhandeling, concurrentie-gerichte dialogen en innovatie-partnerschappen kan de aanbestedende overheid het aantal aan de selectiecriteria beantwoordende kandidaten die zij tot indiening van een offerte of tot een dialoog zal uitnodigen, beperken op voorwaarde dat het overeenkomstig paragraaf 2 bepaalde minimumaantal gekwalificeerde kandidaten voorhanden is.
§ 2. De aanbestedende overheid vermeldt in de aankondiging van een opdracht de objectieve en niet-discriminerende criteria of regels die zij voornemens is te hanteren, alsmede het minimum- en in voorkomend geval het maximumaantal kandidaten dat zij voornemens is uit te nodigen.
Bij niet-openbare procedures bedraagt het minimumaantal kandidaten vijf. Bij mededingingsprocedures met onderhandeling, concurrentiegerichte dialogen en innovatiepartnerschappen bedraagt het minimumaantal kandidaten drie. Het aantal uitgenodigde kandidaten moet in elk geval volstaan om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.
De aanbestedende overheid nodigt een aantal kandidaten uit dat ten minste gelijk is aan het vereiste minimumaantal. Wanneer het aantal kandidaten dat aan de selectiecriteria en de minimumvoorschriften inzake bekwaamheid voldoet, echter lager is dan het door de aanbestedende overheid vastgestelde minimumaantal, kan deze aanbestedende overheid de procedure voortzetten door de kandidaten met de vereiste bekwaamheden uit te nodigen. De aanbestedende overheid kan tot dezelfde procedure geen ondernemers toelaten die niet om deelneming hebben verzocht, of kandidaten die niet over de vereiste bekwaamheden beschikken.
§ 3. Voor de opdrachten lager dan de drempels voor de Europese bekendmaking, is de in de tweede paragraaf, eerste lid, bedoelde verplichting om het minimum- en in voorkomend geval het maximumaantal kandidaten te vermelden, niet van toepassing.
Artikel 80. (... - ...)
Wanneer de aanbestedende overheid gebruik maakt van de in artikel 38, § 7, en in artikel 41, § 5, bedoelde mogelijkheid tot beperking van het aantal tot onderhandelingen toegelaten offertes of van de in artikel 39, § 4, bedoelde mogelijkheid tot beperking van het aantal te bespreken oplossingen, passen zij de in de opdrachtdocumenten vermelde gunningscriteria toe. In de slotfase moet het bereikte aantal een daadwerkelijke mededinging kunnen waarborgen voor zover er voldoende offertes, oplossingen of kandidaten zijn die aan de vereisten voldoen.
Artikel 81. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende overheid baseert de gunning van overheidsopdrachten op de economisch meest voordelige offerte.
§ 2. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt, naar keuze, vastgesteld :
1° op basis van de prijs;
2° op basis van de kosten, rekening houdend met de kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, overeenkomstig artikel 82;
3° rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding die bepaald wordt op basis van de prijs of de kosten alsook criteria waaronder kwalitatieve, milieu- en/of sociale aspecten, die verband houden met het voorwerp van de betrokken opdracht. Het kan onder meer gaan om de volgende criteria :
a) kwaliteit, waaronder technische verdienste, esthetische en functionele kenmerken, toegankelijkheid, geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers, sociale, milieu- en innovatieve kenmerken, de handel en de voorwaarden waaronder deze plaatsvindt;
b) de organisatie, de kwalificatie en de ervaring van het personeel voor de uitvoering van de opdracht, wanneer de kwaliteit van dat personeel een aanzienlijke invloed kan hebben op het niveau van de uitvoering van de opdracht;
c) klantenservice en technische bijstand, alsook leveringsvoorwaarden zoals de leveringsdatum, de leveringswijze en de leverings- of uitvoeringstermijn.
Het kostenelement kan ook de vorm aannemen van een vaste prijs of vaste kosten op basis waarvan de ondernemers zullen concurreren op kwaliteitscriteria alleen.
§ 3. Gunningscriteria worden geacht verband te houden met het voorwerp van de overheidsopdracht wanneer zij betrekking hebben op de in het kader van die opdracht te verrichten werken, leveringen of diensten, in alle opzichten en in elk stadium van de levenscyclus ervan, met inbegrip van factoren die te maken hebben met :
1° het specifieke productieproces, het aanbieden of de verhandeling van deze werken, leveringen of diensten, of
2° een specifiek proces voor een andere fase van de levenscyclus ervan,zelfs wanneer deze factoren geen deel uitmaken van de materiële basis ervan.
Gunningscriteria mogen er niet toe leiden dat de aanbestedende overheid onbeperkte keuzevrijheid heeft. Ze waarborgen de mogelijkheid van daadwerkelijke mededinging en gaan vergezeld van specificaties aan de hand waarvan de door de inschrijvers verstrekte informatie daadwerkelijk kan worden getoetst om te beoordelen in welke mate de offertes aan de gunningscriteria voldoen. In geval van twijfel controleert de aanbestedende overheid effectief de juistheid van de door de inschrijvers verstrekte informatie en bewijsmiddelen.
Deze criteria moeten in de aankondiging van een opdracht of in een ander opdrachtdocument worden vermeld.
§ 4. Voor de overheidsopdrachten die gelijk zijn aan of hoger dan de voor de Europese bekendmaking bepaalde bedragen, specificeert de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch meest voordelige offerte aan elk van de gekozen criteria toekent, behalve wanneer dit uitsluitend op basis van de prijs wordt bepaald.
Dit relatieve gewicht kan worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen het minimum en het maximum.
Wanneer weging om objectieve redenen niet mogelijk is, vermeldt de aanbestedende overheid de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid.
Voor de overheidsopdrachten lager dan de voormelde bedragen, specificeert de aanbestedende overheid ofwel het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch meest voordelige offerte aan elk van de gekozen criteria toekent, ofwel de dalende volgorde van belangrijkheid ervan. Zo niet hebben de gunningscriteria dezelfde waarde.
§ 5. De Koning kan nadere regels inzake de gunningscriteria bepalen.
Artikel 82. (... - ...)
§ 1. Levenscycluskosten hebben, voor zover relevant, betrekking op alle of een deel van de volgende kosten gedurende de levenscyclus van een product, dienst of werk :
1° de kosten gedragen door de aanbestedende overheid of andere gebruikers, zoals :
a) kosten in verband met de verwerving;
b) gebruikskosten, zoals kosten voor verbruik van energie en andere hulpbronnen;
c) onderhoudskosten;
d) kosten volgend uit het einde van de levenscyclus, zoals inzamelings- en recyclingkosten;
2° kosten toegeschreven aan externe milieueffecten, die verband houden met het product, de dienst of de werken gedurende de levenscyclus, mits de geldwaarde ervan kan worden bepaald en gecontroleerd; dergelijke kosten kunnen de kosten van broeikasgasemissies en andere verontreinigende emissies en andere kosten voor de bestrijding van klimaatverandering omvatten.
§ 2. Wanneer de aanbestedende overheid de kosten aan de hand van een levenscyclusmethode raamt, vermeldt zij in de opdrachtdocumenten de door de inschrijvers te verstrekken gegevens en de methode die de aanbestedende overheid zal gebruiken om de levenscycluskosten op basis van deze gegevens te bepalen.
De methode die wordt gebruikt voor de raming van de aan externe milieueffecten toegeschreven kosten, dient aan alle volgende voorwaarden te voldoen :
1° zij is gebaseerd op objectief controleerbare en niet-discriminerende criteria. Met name wanneer zij niet is bedoeld voor herhaalde of voortdurende toepassing zal zij bepaalde ondernemers niet ten onrechte bevoordelen of benadelen;
2° zij is toegankelijk voor alle betrokken partijen;
3° de vereiste gegevens kunnen met een redelijke inspanning worden verstrekt door normaal zorgvuldige ondernemers, met inbegrip van ondernemers uit derde landen die partij zijn bij de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie inzake overheidsopdrachten, hierna "GPA-overeenkomst" genoemd, of andere internationale overeenkomsten waaraan de Europese Unie gebonden is.
Wanneer een gemeenschappelijke methode voor de berekening van de levenscycluskosten verplicht is op grond van een wetgevingshandeling van de Europese Unie, wordt die gemeenschappelijke methode toegepast voor de raming van de levenscycluskosten.
Artikel 83. (... - ...)
De aanbestedende overheid onderzoekt de regelmatigheid van de offertes. Daartoe kan de Koning de bijkomende nadere regels bepalen.
Artikel 84. (... - ...)
De aanbestedende overheid voert een prijzen- of kostenonderzoek uit op de ingediende offertes, overeenkomstig de door de Koning te bepalen nadere regels. De Koning kan in uitzonderingen voorzien op het prijzen of kostenonderzoek voor de door Hem te bepalen opdrachten.
Op haar verzoek verstrekken de inschrijvers tijdens de plaatsingsprocedure alle nodige inlichtingen om dit onderzoek mogelijk te maken.
Artikel 85. (... - ...)
Het volgen van een procedure houdt geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de opdracht als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
Artikel 86. (... - ...)
De Koning bepaalt de algemene uitvoeringsregels voor de overheidsopdrachten, met inbegrip van de regels inzake onderaanneming en, voor de door Hem te bepalen opdrachten, het nazicht op het ontbreken van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers en de bepalingen omtrent het einde van de opdracht.
Inzake onderaanneming kan de Koning, voor de door Hem te bepalen opdrachten, de keten van onderaannemers beperken overeenkomstig de door Hem te bepalen nadere regels.
De Koning kan eveneens overeenkomstig de door Hem te bepalen nadere regels :
1° het in het eerste lid bedoelde nazicht op de afwezigheid van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers uitbreiden naar de plaatsingsprocedure;
2° voor de door Hem te bepalen opdrachten van werken, de erkenning als aannemer overeenkomstig de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en haar uitvoeringsbesluiten, uitbreiden naar alle onderaannemers van de keten.
Artikel 87. (... - ...)
De aanbestedende overheid kan bijzondere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits zij verband houden met het voorwerp van de opdracht in de zin van artikel 81, § 3, en vermeld zijn in de aankondiging van een opdracht of in de opdrachtdocumenten. Deze voorwaarden kunnen verband houden met economische, innovatie- of milieugerelateerde dan wel sociale of arbeidsgerelateerde overwegingen.
Artikel 88. (... - ...)
Onderhavig hoofdstuk is van toepassing op de overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten opgesomd in bijlage III, behalve wanneer deze, omwille van hun beperkte waarde, onder het toepassingsgebied vallen van hoofdstuk 7.
Artikel 89. (... - ...)
§ 1. In functie van de aard en de kenmerken van de in te vullen behoefte kan de aanbestedende overheid, voor het plaatsen van de in artikel 88 bedoelde opdrachten voor diensten :
1° een beroep doen op de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking;
2° een beroep doen op de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor zover het geraamde bedrag van de opdracht lager ligt dan 750.000 euro of, wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger ligt dan deze drempel, in de toepassingsgevallen bedoeld in het artikel 42, § 1, 1°, b, c en d, 2°, 3°, 4° en 5° ;
3° uitdrukkelijk verwijzen naar één van de in de hoofdstukken 2 en 3 bedoelde plaatsingsprocedures of aankooptechnieken, met uitzondering van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking en van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zonder dat noodzakelijkerwijs voldaan moet zijn aan de toepassingsvoorwaarden van deze procedures;
4° een beroep doen op een procedure sui generis met voorafgaande bekendmaking waarvan zijzelf de nadere regels bepaalt.
De procedures bedoeld in het eerste lid moeten in ieder geval de principes van transparantie, proportionaliteit en gelijkheid van behandeling van de ondernemers eerbiedigen.
De aanbestedende overheid specificeert ofwel het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch meest voordelige offerte aan elk van de gekozen criteria toekent, ofwel de dalende volgorde van belangrijkheid ervan. Zo niet hebben de gunningscriteria dezelfde waarde.
§ 2. Indien de aanbestedende overheid, overeenkomstig de paragraaf 1, eerste lid, 1°, toepassing maakt van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, is zij ertoe gehouden om ten minste de bepalingen na te leven vervat in titel 1, hoofdstuk 1 en de artikelen 41, §§ 2 tot 7, 51, 52, 59, 66, §§ 1 en 3, 67 tot 71, 73, 74, 78, 80 tot 82, 85 tot 87 van titel 2, titel 4, alsook hoofdstuk 1 van titel 5.
De overige bepalingen van de wet zijn niet van toepassing, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten.
De aanbestedende overheid kan beslissen de offertes te onderzoeken voorafgaand aan de controle op enerzijds de afwezigheid van gronden tot uitsluiting en anderzijds het voldoen aan de selectiecriteria, die zij vrij bepaalt. Wanneer zij van deze mogelijkheid gebruikmaakt, ziet zij erop toe dat de verificatie van het ontbreken van redenen voor uitsluiting en het voldoen aan de selectiecriteria op onpartijdige en transparante wijze plaatsvindt zodat er geen opdracht wordt gegund aan een inschrijver die had moeten worden uitgesloten of die niet voldoet aan de selectiecriteria opgelegd door de aanbestedende overheid.
§ 3. Indien de aanbestedende overheid, overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 2°, toepassing maakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, is zij ertoe gehouden om ten minste de bepalingen na te leven vervat in titel 1, hoofdstuk 1 en de artikelen 42, § 2, 51, 52, 59, 66, §§ 1 en 3, 67, 68, 70, 73, 74, 78, 81, 82, 85 tot 87 van titel 2, titel 4 alsook hoofdstuk 1 van titel 5.
De aanbestedende overheid kan beslissen de offertes te onderzoeken voorafgaand aan de controle op de afwezigheid van gronden tot uitsluiting. Wanneer zij van deze mogelijkheid gebruikmaakt, ziet zij erop toe dat de verificatie van het ontbreken van redenen voor uitsluiting op onpartijdige en transparante wijze plaatsvindt zodat er geen opdracht wordt gegund aan een inschrijver die had moeten worden uitgesloten.
De overige bepalingen van de wet zijn niet van toepassing, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten.
§ 4. Indien de aanbestedende overheid ervoor kiest om toepassing te maken van paragraaf 1, eerste lid, 3°, is zij ertoe gehouden de plaatsingsprocedure waarnaar zij verwijst integraal toe te passen en is zij onderworpen aan de bepalingen van onderhavige wet.
§ 5. Indien de aanbestedende overheid ervoor kiest om toepassing te maken van paragraaf 1, eerste lid, 4°, is zij ertoe gehouden om tenminste de bepalingen na te leven van titel 1, van hoofdstuk 1 van titel 2, hoofdstuk 1 van titel 5 alsook de artikels 67, 68 en 70.
De aanbestedende overheid kan beslissen de offertes te onderzoeken voorafgaand aan de controle op de afwezigheid van gronden tot uitsluiting. Wanneer zij van deze mogelijkheid gebruikmaakt, ziet zij erop toe dat de verificatie van het ontbreken van redenen voor uitsluiting op onpartijdige en transparante wijze plaatsvindt zodat er geen opdracht wordt gegund aan een inschrijver die had moeten worden uitgesloten.
Zij is er eveneens toe gehouden de nadere regels toe te passen die zijzelf heeft bepaald. Voor de bepaling van deze regels kan zij :
1° zich laten inspireren door de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken; of
2° verwijzen naar bepaalde artikelen van de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken en, in voorkomend geval, in afwijkingen voorzien.
Artikel 90. (... - ...)
§ 1. Behalve wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, overeenkomstig artikel 89, § 1, eerste lid, 2°, gebruikt de aanbestedende overheid een aankondiging van de opdracht of, in afwijking van artikel 60, tweede lid, een vooraankondiging als oproep tot mededinging en vermeldt hierin welke van de in artikel 89, § 1, eerste lid, 1°, 3° of 4°, vermelde mogelijkheden wordt aangewend.
In de in artikel 89, § 1, eerste lid, 1° of 3°, bedoelde gevallen, verwijst de aankondiging van een opdracht of de vooraankondiging naar de benaming van de procedure in kwestie.
In het in artikel 89, § 1, eerste lid, 4°, bedoelde geval, verduidelijkt de aanbestedende overheid, wanneer zij zich laat inspireren door de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken, de concrete regels van de procedure op beknopte wijze in de aankondiging van een opdracht of in de vooraankondiging. Zij verduidelijkt deze regels op meer gedetailleerde wijze in de opdrachtdocumenten.
In het in artikel 89, § 1, eerste lid, 4°, bedoelde geval, verduidelijkt de aanbestedende overheid, wanneer zij gedeeltelijk verwijst naar de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken, de van toepassing zijnde artikelen en, in voorkomend geval, de afwijkingen, in de aankondiging van een opdracht of in de vooraankondiging.
§ 2. In afwijking van artikel 60, derde lid, wordt de vooraankondiging op voortdurende wijze bekendgemaakt en kan deze betrekking hebben op een periode van meer dan twaalf maanden. Deze aankondiging kan gebruikt worden in de niet-openbare procedure of in de mededingingsprocedure met onderhandeling.
§ 3. De aanbestedende overheid die een opdracht gegund heeft voor de diensten bedoeld in artikel 88, maakt de resultaten van de plaatsingsprocedure kenbaar door middel van een aankondiging van gegunde opdracht. De aankondigingen van gegunde opdracht mogen worden gegroepeerd op trimestriële basis. In dat geval worden de gegroepeerde aankondigingen binnen dertig dagen na het einde van elk kwartaal toegezonden.
Deze paragraaf is slechts van toepassing wanneer de geraamde waarde van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan 750.000 euro.
§ 4. De aankondigingen bedoeld in dit artikel worden bekendgemaakt overeenkomstig de regels bepaald door de Koning.
Artikel 91. (... - ...)
De Federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten, alsook de door hen bepaalde aanbestedende overheden, kunnen de deelname aan hun respectieve plaatsingsprocedures voor overheidsopdrachten voor diensten die uitsluitend betrekking hebben op diensten op het gebied van gezondheid, sociale en culturele diensten als bedoeld in artikel 88 en die vallen onder de CPV-codes 75121000-0, 75122000-7, 75123000-4, 79622000-0, 79624000-4, 79625000-1, 80110000-8, 80300000-7, 80420000-4, 80430000-7, 80511000-9, 80520000-5, 80590000-6, van 85000000-9 tot en met 85323000-9, 92500000-6, 92600000-7, 98133000-4, 98133110-8, aan bepaalde organisaties voorbehouden.
Een organisatie als bedoeld in het eerste lid moet aan alle hierna volgende voorwaarden voldoen :
1° haar doel is het vervullen van een opdracht van algemeen belang die verband houdt met de in het eerste lid bedoelde diensten;
2° winsten worden opnieuw geïnvesteerd met het oogmerk het doel van de organisatie te behartigen. Wanneer winsten worden uitgekeerd of herverdeeld, dan moet dit op grond van participatieve overwegingen geschieden;
3° de beheers- of eigendomsstructuren van de organisatie die de opdracht uitvoert, zijn gebaseerd op werknemersaandeelhouderschap of beginselen van participatie, of vergen de actieve participatie van werknemers, gebruikers of belanghebbenden, en
4° door de betrokken aanbestedende overheid is uit hoofde van dit artikel in de laatste drie jaar aan de organisatie geen opdracht voor de diensten in kwestie gegund.
De opdracht heeft een maximale looptijd van drie jaar.
In de aankondiging van een opdracht of de vooraankondiging wordt naar dit artikel verwezen.
Artikel 92. (... - ...)
De overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro zijn uitsluitend onderworpen aan :
1° de bepalingen van titel 1, met uitzondering van de artikelen 12 en 14;
2° de bepalingen inzake het personeel en materieel toepassingsgebied bedoeld in hoofdstuk 1 van titel 2.
Deze opdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur.
Artikel 93. (... - ...)
De aanbestedende entiteiten bedoeld in artikel 2, 4°, zijn onderworpen aan de toepassing van deze titel, indien ze één van de in de artikelen 96 tot 102 bedoelde activiteiten uitoefenen.
Een niet-limitatieve lijst van de overheidsbedrijven wordt opgesteld door de Koning.
Artikel 94. (... - ...)
Deze titel is van toepassing op de in artikel 2, 17° tot 21°, omschreven overheidsopdrachten, alsook op de in artikel 2, 31°, omschreven prijsvragen en de in artikel 2, 35° bedoelde raamovereenkomsten, waarvan de geraamde waarden, behoudens andersluidende bepaling :
1° lager liggen, gelijk zijn aan of hoger liggen dan de drempels voor de Europese bekendmaking voor :
a) de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 2, 1°, behalve in het onder 2°, c, bedoelde geval;
b) de overheidsbedrijven bedoeld in artikel 2, 2°, voor de opdrachten die betrekking hebben op hun taken van openbare dienst in de zin van een wet, decreet of ordonnantie;
2° gelijk zijn aan of hoger dan de drempels voor de Europese bekendmaking voor :
a) de overheidsbedrijven bedoeld in artikel 2, 2°, voor de opdrachten die geen betrekking hebben op hun taken van openbare dienst in de zin van een wet, een decreet of een ordonnantie;
b) de personen die genieten van de speciale of exclusieve rechten bedoeld in artikel 2, 3° ;
c) de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 2, 1°, voor de opdrachten die betrekking hebben op de productie van elektriciteit.
De Koning is gemachtigd om bepaalde bedragen in functie van de herzieningen voorzien in de Europese richtlijnen en die de waarde aangeven van de drempels waarvan sprake in deze richtlijnen aan te passen.
De onderhavige titel heeft geen betrekking op de niet-economische diensten van algemeen belang.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk omvat het begrip overheidsopdrachten ook de raamovereenkomst en de prijsvragen.
Artikel 95. (... - ...)
Voor de toepassing van de artikelen 96, 97 en 98, omvat het begrip "toevoer" de productie en groothandel en kleinhandel.
De productie van gas in de vorm van winning valt echter onder artikel 102.
Artikel 96. (... - ...)
§ 1. Met betrekking tot gas en warmte is de onderhavige titel van toepassing op de volgende activiteiten :
1° de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van gas of warmte;
2° de gas- of warmtetoevoer naar deze netten.
§ 2. De toevoer, door een andere aanbestedende entiteit dan een aanbestedende overheid, van gas of warmte naar vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening, wordt niet als een in paragraaf 1 bedoelde activiteit beschouwd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de productie van gas of warmte door die aanbestedende entiteit is het onvermijdelijke resultaat van de uitoefening van een andere activiteit dan de in paragraaf 1 of in de artikelen 97 tot en met 99 bedoelde activiteiten;
2° de toevoer aan het openbare net heeft uitsluitend tot doel deze productie op economisch verantwoorde wijze te exploiteren en vormt ten hoogste 20 procent van de omzet van de aanbestedende entiteit berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.
Artikel 97. (... - ...)
§ 1. Met betrekking tot elektriciteit is de onderhavige titel van toepassing op de volgende activiteiten :
1° de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van elektriciteit;
2° de elektriciteitstoevoer naar deze netten.
§ 2. De toevoer, door een andere aanbestedende entiteit dan een aanbestedende overheid, van elektriciteit naar netten bestemd voor openbare dienstverlening, wordt niet als een in paragraaf 1 bedoelde activiteit beschouwd wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan :
1° de elektriciteitsproductie door die aanbestedende entiteit vindt plaats omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere activiteit dan de in paragraaf 1 of artikel 96, 98 en 99 bedoelde activiteiten;
2° de toevoer aan het openbare net hangt slechts van het eigen verbruik van die aanbestedende entiteit af en was nooit hoger dan 30 procent van de totale energieproductie van die aanbestedende entiteit berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaar, met inbegrip van het lopende jaar.
Artikel 98. (... - ...)
§ 1. Wat het water betreft, is de onderhavige titel van toepassing op de volgende activiteiten :
1° de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater;
2° de drinkwatertoevoer naar deze netten.
§ 2. De onderhavige titel is tevens van toepassing op opdrachten die gegund worden of prijsvragen die georganiseerd worden door aanbestedende entiteiten welke een activiteit in de zin van paragraaf 1 uitoefenen en welke verband houden met één van de volgende activiteiten :
1° waterbouwtechnische projecten, bevloeiing of drainage voor zover de voor drinkwatervoorziening bestemde hoeveelheid water groter is dan 20 procent van de totale hoeveelheid water die door middel van deze projecten of deze bevloeiings- of drainage-installaties ter beschikking wordt gesteld;
2° de afvoer of behandeling van afvalwater.
§ 3. De toevoer, door een andere aanbestedende entiteit dan een aanbestedende overheid, van drinkwater naar vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening wordt niet als een in paragraaf 1 bedoelde activiteit beschouwd wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan :
1° de productie van drinkwater door die aanbestedende entiteit vindt plaats omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere activiteit dan de in de artikelen 96 tot en met 99 bedoelde activiteiten;
2° de toevoer aan het openbare net hangt slechts af van het eigen verbruik van die aanbestedende entiteit en was nooit hoger dan 30 procent van de totale drinkwaterproductie van die aanbestedende entiteit berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaar, met inbegrip van het lopende jaar.
Artikel 99. (... - ...)
De onderhavige titel is van toepassing op activiteiten die het ter beschikking stellen of exploiteren van netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein, automatische systemen, tram, trolleybus, autobus of kabelbaan beogen.
Ten aanzien van vervoersdiensten wordt een net geacht te bestaan wanneer de dienst wordt verleend onder door een bevoegde instantie gestelde exploitatievoorwaarden, zoals de te volgen routes, de beschikbaar te stellen capaciteit of de frequentie van de dienst.
Artikel 100. (... - ...)
De onderhavige titel is van toepassing op activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen ten behoeve van de terbeschikkingstelling aan lucht-, zee- of riviervervoerders van luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere terminalfaciliteiten.
Artikel 101. (... - ...)
§ 1. De onderhavige titel is van toepassing op activiteiten met betrekking tot het aanbieden van :
1° postdiensten;
2° andere diensten dan postdiensten, op voorwaarde dat deze diensten worden aangeboden door een entiteit die ook postdiensten in de zin van paragraaf 2, 2°, aanbiedt, en dat met betrekking tot de onder paragraaf 2, 2°, vallende diensten geen vrijstelling werd bekomen krachtens artikel 116.
§ 2. In dit artikel wordt verstaan onder :
1° "postzending" : geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt : boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die producten met of zonder handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht;
2° "postdiensten" : diensten die bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen. Deze diensten omvatten zowel diensten die binnen als diensten die buiten het toepassingsgebied van de overeenkomstig artikel 144octies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven ingestelde universele dienst vallen;
3° "andere diensten dan postdiensten" : diensten die op de volgende gebieden worden geleverd :
a) beheer van postdiensten, waaronder de postdiensten worden begrepen die zowel voor als na de zending worden verricht, inclusief mailroom management services;
b) diensten die betrekking hebben op niet onder 1° vallende postzendingen, zoals niet-geadresseerde direct mail.
Artikel 102. (... - ...)
De onderhavige titel is van toepassing op activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen ten behoeve van :
1° de winning van olie of gas;
2° de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen.
Artikel 103. (... - ...)
Opdrachten voor dezelfde activiteit die betrekking hebben op verschillende soorten opdrachten waarop deze titel van toepassing is worden geplaatst overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het type van opdracht dat het hoofdvoorwerp van de opdracht in kwestie vormt.
Bij gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op diensten als op leveringen of bij gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op de in hoofdstuk 6, bedoelde sociale en andere specifieke diensten als op andere diensten, wordt het hoofdvoorwerp bepaald op basis van de hoogste waarde van de geraamde waarden van de respectieve leveringen of diensten.
Een overheidsopdracht die betrekking heeft op het leveren van producten of het verrichten van diensten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden, wordt als een overheidsopdracht voor leveringen, respectievelijk een opdracht voor diensten beschouwd.
Artikel 104. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is van toepassing op gemengde opdrachten voor dezelfde activiteit die zowel betrekking hebben op opdrachten waarop deze titel van toepassing is, als op opdrachten die onder een ander juridisch kader vallen.
§ 2. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien niet deelbaar zijn, wordt het toepasselijke juridische kader bepaald door het hoofdvoorwerp van die opdracht.
§ 3. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien deelbaar zijn, kan de aanbestedende entiteit beslissen om voor de afzonderlijke onderdelen van de opdracht afzonderlijke opdrachten te plaatsen of daarentegen één enkele opdracht te plaatsen.
Wanneer de aanbestedende entiteit beslist voor de afzonderlijke onderdelen afzonderlijke opdrachten te plaatsen, wordt de beslissing over het juridisch kader dat voor elk van de afzonderlijke opdrachten moet gelden, genomen op grond van de kenmerken van het afzonderlijke onderdeel in kwestie.
Wanneer de aanbestedende entiteit beslist één enkele opdracht te plaatsen en tenzij in artikel 106 anders is bepaald, is deze titel van toepassing op de daaruit voortvloeiende gemengde opdracht, ongeacht de waarde van de onderdelen die anders onder een ander juridisch kader zouden vallen en ongeacht het juridisch kader dat anders voor die onderdelen had gegolden.
In het geval van een gemengde opdracht die elementen van opdrachten voor werken, leveringen of diensten die onder deze titel vallen, alsook elementen van concessies omvat, wordt de gemengde opdracht geplaatst overeenkomstig deze titel.
§ 4. Niettemin, wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht onderworpen is aan de titels 2 of 3 of aan titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid, is artikel 106 van toepassing.
Artikel 105. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende entiteiten kunnen, in het geval van opdrachten die voor verschillende activiteiten moeten gelden, besluiten per afzonderlijke activiteit afzonderlijke opdrachten te gunnen of één enkele opdracht te gunnen.
De keuze tussen de gunning van één opdracht of van verschillende afzonderlijke opdrachten mag echter niet tot doel hebben de opdracht(en) buiten het toepassingsgebied van deze wet of, in voorkomend geval, van de wet betreffende de concessieovereenkomsten te laten vallen.
§ 2. Wanneer de aanbestedende entiteiten besluiten afzonderlijke opdrachten te gunnen, wordt het besluit betreffende de regels die voor elk van de afzonderlijke opdrachten moeten gelden, genomen op grond van de kenmerken van de betrokken activiteit.
§ 3. In het geval dat de aanbestedende entiteiten beslissen een enige opdracht te plaatsen, zijn de regels voorzien in deze paragraaf van toepassing, ongeacht artikel 104. Niettemin, wanneer één van de betrokken activiteiten onder de titels 2, 3 of 3/1 van de wet defensie en veiligheid valt, is artikel 107 van toepassing.
Een opdracht voor meerdere activiteiten volgt de voorschriften die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor de opdracht in hoofdzaak is bestemd.
In het geval van opdrachten waarbij niet objectief vast te stellen is voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld is, worden de toepasselijke regels bepaald op de volgende wijze :
1° de opdracht wordt overeenkomstig titel 2 gegund, indien een van de activiteiten waarvoor de opdracht bedoeld is, onder onderhavige titel valt en de andere activiteit onder titel 2;
2° de opdracht wordt overeenkomstig onderhavige titel gegund, indien een van de activiteiten waarvoor de opdracht bedoeld is, onder de onderhavige titel valt en de andere activiteit onder de wet betreffende de concessieovereenkomsten;
3° de opdracht wordt overeenkomstig de onderhavige titel gegund, indien een van de activiteiten waarvoor de opdracht bedoeld is, onder de onderhavige titel valt en de andere activiteit noch onder de onderhavige titel, noch onder titel 2, noch onder de wet betreffende de concessieovereenkomsten valt.
Artikel 106. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is van toepassing op gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op opdrachten waarop deze titel van toepassing is, als op opdrachten die onderworpen zijn aan de titels 2 of 3 of aan de titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid.
§ 2. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien niet deelbaar zijn, kan de opdracht overeenkomstig titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid worden geplaatst indien zij elementen bevat waarop artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is.
Wanneer de opdracht in datzelfde geval geen elementen bevat waarop artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, kan zij overeenkomstig de titels 2 en 3 van de wet defensie en veiligheid worden geplaatst.
§ 3. Wanneer de verschillende onderdelen van een bepaalde opdracht objectief gezien deelbaar zijn, kan de aanbestedende entiteit beslissen om voor de afzonderlijke onderdelen van de opdracht afzonderlijke opdrachten te plaatsen, of om één enkele opdracht te plaatsen.
Wanneer de aanbestedende entiteit beslist om voor afzonderlijke delen afzonderlijke opdrachten te plaatsen, wordt de beslissing over het juridisch kader dat voor elk van de afzonderlijke opdrachten moet gelden, genomen op grond van de kenmerken van het afzonderlijke deel in kwestie.
Wanneer de aanbestedende entiteit beslist één opdracht te plaatsen, gelden de volgende criteria om de toepasselijke juridische regeling te bepalen :
1° wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht valt onder titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid, kan de opdracht worden geplaatst overeenkomstig de voormelde titel, mits het plaatsen van één enkele opdracht objectief gerechtvaardigd is;
2° wanneer een bepaald onderdeel van een opdracht valt onder de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid, kan de opdracht overeenkomstig de voormelde titels worden geplaatst, mits het plaatsen van één enkele opdracht objectief gerechtvaardigd is. Deze bepaling geldt onverminderd de drempels en uitzonderingen van die wet.
De beslissing om één enkele opdracht te plaatsen mag evenwel niet zijn ingegeven door het oogmerk opdrachten aan de toepassing van de onderhavige wet of van de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid te onttrekken.
Wanneer bij de toepassing van het derde lid de voorwaarden van zowel 1° als 2° zijn vervuld, is de bepaling onder 1° van toepassing.
Artikel 107. (... - ...)
§ 1. In het geval van opdrachten waaraan defensie- of veiligheidsaspecten verbonden zijn, die voor verschillende activiteiten moeten gelden kunnen de aanbestedende entiteiten besluiten per afzonderlijke activiteit afzonderlijke opdrachten te gunnen of één enkele opdracht te plaatsen.
De keuze tussen de plaatsing van één opdracht of van verschillende afzonderlijke opdrachten mag niet bedoeld zijn om de opdracht(en) uit te sluiten van het toepassingsgebied van deze wet of van de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid.
§ 2. Wanneer de aanbestedende entiteiten besluiten voor onderscheiden onderdelen afzonderlijke opdrachten te gunnen, wordt het besluit welke wettelijke regeling op elk van deze afzonderlijke opdrachten van toepassing is, genomen op grond van de kenmerken van de betrokken afzonderlijke activiteit.
§ 3. In het geval dat de aanbestedende entiteiten beslissen één enkel opdracht te plaatsen en dat de opdrachten die bedoeld zijn voor een activiteit die valt onder deze titel en voor een andere die :
1° valt onder de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid; of
2° valt onder titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid,
kan de opdracht worden geplaatst overeenkomstig de titels 2 of 3 van de wet defensie en veiligheid, in de in de eerste alinea, onder 1°, genoemde gevallen, en kan de opdracht zonder toepassing van deze titel worden gegund in de onder 2° genoemde gevallen. Deze alinea laat de drempels en uitzonderingen van de wet defensie en veiligheid onverlet.
Opdrachten als bedoeld in de eerste alinea, 1°, die daarnaast aankopen of andere elementen bevatten waarop titel 3/1 van de wet defensie en veiligheid van toepassing is, kunnen worden gegund zonder toepassing van onderhavige titel.
Voor de toepassing van de eerste en de tweede alinea geldt evenwel als voorwaarde dat de plaatsing van één enkele opdracht objectief gerechtvaardigd moet zijn en het besluit om één enkele opdracht te gunnen niet tot doel heeft opdrachten van de toepassing van de onderhavige wet uit te zonderen.
Artikel 108. (... - ...)
Onderstaande uitsluitingen zijn van toepassing op de in de onderhavige titel bedoelde overheidsopdrachten :
1° artikel 27 met betrekking tot de overheidsopdrachten op grond van internationale voorschriften;
2° artikel 28 met betrekking tot bepaalde uitsluitingen voor opdrachten voor diensten;
3° artikel 29 met betrekking tot op basis van een alleenrecht geplaatste opdrachten voor diensten;
4° artikel 32 met betrekking tot onderzoeks-en ontwikkelingsdiensten.
Echter is artikel 28, § 1, eerste lid, 10°, met betrekking tot opdrachten voor diensten inzake politieke campagnes, niet van toepassing. De uitsluiting van artikel 28, § 1, eerste lid, 2°, is slechts van toepassing op de opdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma's die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten.
Artikel 109. (... - ...)
De onderhavige titel is niet van toepassing op opdrachten geplaatst met het oog op doorverkoop of het verhuren aan derden, indien de aanbestedende entiteit geen bijzondere of uitsluitende rechten bezit om het voorwerp van deze opdrachten te verkopen of te verhuren en andere diensten vrij zijn om dit voorwerp te verkopen of te verhuren onder dezelfde voorwaarden als de aanbestedende entiteit.
De aanbestedende entiteiten doen de Europese Commissie desgevraagd mededeling van alle categorieën producten en activiteiten die zij ingevolge het eerste lid als uitgesloten beschouwen.
Het onderhavige artikel is niet van toepassing op de overheidsopdrachten die worden geplaatst door een aankoopcentrale met het oog op het verrichten van gecentraliseerde aankoopactiviteiten.
Artikel 110. (... - ...)
De onderhavige titel is niet van toepassing op overheidsopdrachten die de aanbestedende entiteiten plaatsten voor andere doeleinden dan de uitoefening van hun activiteiten als bedoeld in de artikelen 96 tot 102 of voor de uitoefening van deze activiteiten in een derde land, in omstandigheden waarbij er geen sprake is van materiële uitbating van een netwerk of van een geografisch gebied binnen de Unie, en is evenmin van toepassing op prijsvragen die met dat doel worden georganiseerd.
De aanbestedende entiteiten doen de Europese Commissie desgevraagd mededeling van alle categorieën producten en activiteiten die zij ingevolge het eerste lid als uitgesloten beschouwen.
Artikel 111. (... - ...)
De onderhavige titel is niet van toepassing op :
1° opdrachten voor de aankoop van water, geplaatst door aanbestedende entiteiten die betrokken zijn bij een of beide van de activiteiten betreffende drinkwater als bedoeld in artikel 98, § 1;
2° opdrachten van aanbestedende entiteiten die zelf werkzaam zijn in de energiesector doordat zij betrokken zijn bij een activiteit als bedoeld in artikel 96, § 1, artikel 97, § 1 of in artikel 102 voor de levering van :
a) energie;
b) brandstoffen voor de opwekking van energie.
Artikel 112. (... - ...)
De artikelen 33 en 34 zijn van toepassing op de in onderhavige titel bedoelde overheidsopdrachten.
Artikel 113. (... - ...)
De artikelen 30 en 31 zijn van toepassing op de in onderhavige titel bedoelde overheidsopdrachten.
Artikel 114. (... - ...)
§ 1. In dit artikel wordt onder "verbonden onderneming" verstaan elke onderneming waarvan de jaarrekening geconsolideerd is met die van de aanbestedende entiteit overeenkomstig de voorschriften van richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, hierna richtlijn 2013/34/EU genoemd.
Indien het instanties betreft die volgens richtlijn 2013/34/EU niet onder die richtlijn vallen, wordt onder "verbonden onderneming" verstaan, elke onderneming die :
1° al dan niet rechtstreeks onderworpen kan zijn aan een overheersende invloed van de aanbestedende instantie;
2° die een overheersende invloed op de aanbestedende entiteit kan uitoefenen; of
3° die gezamenlijk met de aanbestedende entiteit aan de overheersende invloed van een andere onderneming is onderworpen uit hoofde van eigendom, financiële deelname of de op de onderneming van toepassing zijnde voorschriften.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt "overheersende invloed" vermoed in de in artikel 2, 2°, bedoelde gevallen.
§ 2. Onverminderd de artikelen 30 en 31 en mits aan de voorwaarden van paragraaf 3 wordt voldaan, is de onderhavige titel niet van toepassing op opdrachten :
1° die een aanbestedende entiteit plaatst bij een met hem verbonden onderneming;
2° die een gezamenlijke onderneming, uitsluitend bestaande uit meerdere aanbestedende entiteiten, voor de uitoefening van de in de artikelen 96 tot 102 bedoelde activiteiten plaatst bij een met een van deze aanbestedende entiteiten verbonden onderneming.
§ 3. Paragraaf 2 is van toepassing :
1° op opdrachten voor diensten, mits tenminste 80 procent van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming heeft behaald, rekening houdend met alle diensten die zij de laatste drie jaar heeft verleend, afkomstig is van het verlenen van diensten aan de aanbestedende entiteit of aan andere ondernemingen waarmee zij verbonden is;
2° op opdrachten voor leveringen, mits tenminste 80 procent van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming heeft behaald, rekening houdend met alle leveringen die zij de laatste drie jaar heeft verricht, afkomstig is van het verrichten van leveringen aan de aanbestedende entiteit of aan andere ondernemingen waarmee zij verbonden is;
3° op opdrachten voor werken, mits tenminste 80 procent van de gemiddelde totale omzet die de verbonden onderneming heeft behaald, rekening houdend met alle werken die zij de laatste drie jaar heeft verricht, afkomstig is van het verrichten van werken voor de aanbestedende entiteit of aan andere ondernemingen waarmee zij verbonden is.
§ 4. Wanneer in verband met de datum van oprichting of aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming de omzet over de afgelopen drie jaar niet beschikbaar is, volstaat het dat deze onderneming, met name door bedrijfsprognoses, aantoont dat de in paragraaf 3, onder 1°, 2° of 3°, bedoelde omzet aannemelijk is.
§ 5. Wanneer dezelfde of soortgelijke werken, leveringen of diensten worden verricht door meer dan één onderneming die is verbonden met de aanbestedende entiteit waarmee zij een economische groep vormen, wordt bij de berekening van de bovengenoemde percentages rekening gehouden met de totale omzet die voortvloeit uit het verrichten van respectievelijk diensten, leveringen of werken door deze verbonden ondernemingen.
Artikel 115. (... - ...)
Niettegenstaande de artikelen 30 en 31 en mits de gezamenlijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit gedurende een periode van ten minste drie jaar uit te oefenen en het instrument tot oprichting van deze gezamenlijke onderneming bepaalt dat de aanbestedende entiteiten waaruit zij bestaat, daar deel van uitmaken voor ten minste dezelfde termijn, is de onderhavige titel niet van toepassing op opdrachten die :
1° door een gezamenlijke onderneming, uitsluitend bestaande uit een aantal aanbestedende entiteiten, voor de uitoefening van de in de artikelen 96 tot 102 bedoelde activiteiten worden geplaatst bij een van die aanbestedende entiteiten; of
2° door een aanbestedende entiteit worden geplaatst bij deze gezamenlijke onderneming waarvan zij deel uitmaakt.
Artikel 116. (... - ...)
De onderhavige titel is niet van toepassing op de overheidsopdrachten die de aanbestedende entiteiten plaatsen met het oog op de uitoefening van de in de artikelen 96 tot 102 bedoelde activiteiten, wanneer de uitgeoefende activiteiten rechtstreeks blootstaan aan mededinging op een markt waar de toegang niet beperkt is. Deze uitsluiting is evenwel afhankelijk van een procedure inzake vrijstellingsaanvragen door de nationale bevoegde overheid en van een beslissing van de Europese Commissie.
De Koning bepaalt de materiële en procedure bijkomende regels wat de vrijstellingsaanvraag betreft.
Artikel 117. (... - ...)
§ 1. De plaatsing van de overheidsopdrachten gebeurt volgens een van de volgende procedures, mits een oproep tot mededinging werd bekendgemaakt :
1° de openbare procedure;
2° de niet-openbare procedure;
3° de onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging;
4° de concurrentiegerichte dialoog;
5° het innovatiepartnerschap, onder de in artikel 122 bepaalde voorwaarden;
6° de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, onder de in artikel 123 bepaalde voorwaarden.
In de in artikel 124 uitdrukkelijk vermelde gevallen en omstandigheden kunnen opdrachten worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde oproep tot mededinging kan geschieden op een van de volgende wijzen :
1° een periodieke indicatieve aankondiging overeenkomstig artikel 139 wanneer de opdracht wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging;
2° een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem overeenkomstig artikel 140 wanneer de opdracht wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, of in een concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap;
3° een aankondiging betreffende het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten overeenkomstig artikel 141, wanneer de opdracht, waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging;
4° door middel van een aankondiging van opdracht overeenkomstig artikel 142.
In het onder 1° bedoelde geval worden ondernemers die hun belangstelling na de bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging te kennen hebben gegeven, vervolgens uitgenodigd hun belangstelling schriftelijk te bevestigen door middel van een uitnodiging tot bevestiging van belangstelling overeenkomstig artikel 146, § 1, tweede lid.
Artikel 118. (... - ...)
§ 1. In een openbare procedure kan elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte indienen.
De termijn voor ontvangst van de offertes bedraagt ten minste vijfendertig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht.
De offerte moet vergezeld gaan van de door de aanbestedende entiteit gevraagde informatie voor de selectie.
§ 2. Indien de aanbestedende entiteit een periodieke indicatieve aankondiging heeft bekendgemaakt die zelf niet als oproep tot mededinging werd gebruikt, kan de minimale termijn voor ontvangst van de offertes als vastgesteld in paragraaf 1, tweede alinea, worden verkort tot vijftien dagen, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan :
1° de periodieke indicatieve aankondiging bevatte alle door de Koning bepaalde informatie, voor zover laatstbedoelde informatie bij de bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging beschikbaar was;
2° de periodieke indicatieve aankondiging is tenminste 35 dagen en ten hoogste twaalf maanden vóór de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht ter bekendmaking verzonden.
§ 3. De aanbestedende entiteit kan, wanneer het in een urgente situatie welke door de aanbestedende entiteit naar behoren is onderbouwd, niet haalbaar blijkt de in paragraaf 1, tweede alinea, bepaalde termijnen in acht te nemen, een termijn vaststellen die niet minder bedraagt dan vijftien dagen te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht, wanneer het geraamd bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger dan de drempels bepaald voor de Europese bekendmaking en niet minder dan tien dagen, indien het geraamd bedrag lager ligt dan deze drempel.
§ 4. De aanbestedende entiteit kan de in paragraaf 1, tweede lid, bepaalde termijn voor ontvangst van offertes met vijf dagen verkorten indien de offertes langs elektronische weg worden ingediend overeenkomstig de door en krachtens artikel 14, § 1, tweede lid en §§ 5 tot 7, bepaalde regels betreffende de elektronische platformen.
§ 5. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de openbare procedure.
Artikel 119. (... - ...)
§ 1. In een niet-openbare procedure kan elke ondernemer naar aanleiding van een oproep tot mededinging een aanvraag tot deelneming indienen door verstrekking van de door de aanbestedende entiteit gevraagde informatie voor de selectie.
Voor de opdrachten waarvan het geraamd bedrag gelijk is aan of hoger ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, bedraagt de minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming in het algemeen niet minder dan dertig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht of van het verzoek tot bevestiging van belangstelling en bedraagt in geen geval minder dan vijftien dagen.
Voor de opdrachten waarvan het geraamd bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, bedraagt de termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming tenminste vijftien dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling of de aankondiging betreffende het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten. De aanbestedende entiteit kan echter een termijn vaststellen die niet korter kan zijn dan tien dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht, wanneer het in een urgente situatie die degelijk door haar werd onderbouwd, onmogelijk is de minimumtermijn die in dit lid is voorzien te eerbiedigen.
§ 2. Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie door de aanbestedende entiteit daarom worden verzocht, kunnen een offerte indienen. De aanbestedende entiteit kan in overeenstemming met artikel 149, lid 2, het aantal kandidaten die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd, beperken.
De termijn voor ontvangst van de offertes kan in onderling overleg tussen de aanbestedende entiteit en de geselecteerde kandidaten worden vastgesteld, mits alle geselecteerde kandidaten evenveel tijd krijgen om hun offertes voor te bereiden en in te dienen.
Wanneer er geen overeenstemming is over de termijn voor ontvangst van de offertes, bedraagt die termijn tenminste tien dagen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving.
§ 3. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de niet-openbare procedure.
Artikel 120. (... - ...)
§ 1. In onderhandelingsprocedures met voorafgaande oproep tot mededinging kan elke ondernemer een aanvraag tot deelneming indienen naar aanleiding van een oproep tot mededinging,door de aanbestedende entiteit gevraagde informatie voor de selectie.
Voor de opdrachten waarvan het geraamd bedrag gelijk is aan of hoger ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, is de minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming in het algemeen niet minder dan dertig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht of van het verzoek tot bevestiging van belangstelling, of wanneer een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling, en bedraagt in geen geval minder dan vijftien dagen.
Voor de opdrachten waarvan het geraamd bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, bedraagt de termijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming niet minder dan vijftien dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling of van de aankondiging betreffende het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten. De aanbestedende entiteit kan echter een termijn vaststellen die niet korter kan zijn dan tien dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van opdracht, wanneer het in een urgente situatie die degelijk door haar werd onderbouwd, onmogelijk is de minimumtermijn die in dit lid is voorzien te eerbiedigen.
§ 2. Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende entiteit worden uitgenodigd, kunnen aan de onderhandelingen deelnemen. De aanbestedende entiteit kan in overeenstemming met artikel 149, lid 2, het aantal geschikte kandidaten die tot deelneming aan de procedure wordt uitgenodigd, beperken.
De termijn voor ontvangst van de offertes kan in onderling overleg tussen de aanbestedende entiteit en de geselecteerde kandidaten worden vastgesteld, mits alle geselecteerde kandidaten evenveel tijd krijgen om hun offertes voor te bereiden en in te dienen.
Wanneer er geen overeenstemming is over de termijn voor ontvangst van de offertes, bedraagt die termijn tenminste tien dagen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving.
§ 3. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging.
Artikel 121. (... - ...)
§ 1. In de concurrentiegerichte dialoog kan elke ondernemer naar aanleiding van een oproep tot mededinging een aanvraag tot deelneming aan een concurrentiegerichte dialoog indienen door de door de aanbestedende entiteit gevraagde informatie voor de selectie te verstrekken.
De minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt in het algemeen dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of, wanneer een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling, en bedraagt in geen geval minder dan vijftien dagen.
Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende entiteit worden uitgenodigd, kunnen aan de dialoog deelnemen. Aanbestedende entiteiten kunnen in overeenstemming met artikel 149, lid 2, het aantal geschikte kandidaten die tot deelneming aan de procedure worden uitgenodigd beperken. De opdracht wordt uitsluitend gegund op grond van het gunningscriterium van de beste prijs-kwaliteitsverhouding, overeenkomstig artikel 81, § 2, 3°.
§ 2. De aanbestedende entiteit maakt zijn behoeften en eisen bekend in de oproep tot mededinging en/of in een beschrijvend document. Tevens worden in deze documenten de gekozen gunningscriteria aangegeven en nader uitgewerkt, en wordt een indicatief tijdschema aangegeven.
§ 3. De aanbestedende entiteit treedt overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 147 tot 152 in dialoog met de geselecteerde deelnemers, om na te gaan en te bepalen met welke middelen het best in haar behoeften kan worden voorzien. Tijdens deze dialoog kunnen zij met de geselecteerde deelnemers alle aspecten van de opdracht bespreken.
Tijdens de dialoog waarborgt de aanbestedende entiteit de gelijke behandeling van alle deelnemers. Daartoe verstrekt ze geen informatie op een discriminerende wijze die bepaalde deelnemers kunnen bevoordelen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende entiteit de voorgestelde oplossingen of andere vertrouwelijke inlichtingen die een van de deelnemers heeft verstrekt, niet zonder diens schriftelijke en voorafgaande toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 4. De concurrentiegerichte dialoog kan in opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken oplossingen wordt beperkt door toepassing van de gunningscriteria die in de oproep tot mededinging of in het beschrijvende document zijn vermeld. De aanbestedende entiteit vermeldt in de oproep tot mededinging of in het beschrijvende document of zij van die mogelijkheid gebruik zal maken.
§ 5. De aanbestedende entiteit zet de dialoog voort totdat zij kan aangeven met welke oplossing of oplossingen in haar behoeften kan worden voorzien.
§ 6. Nadat de aanbestedende entiteit heeft verklaard dat de dialoog is afgesloten en de resterende deelnemers daarvan op de hoogte heeft gesteld, verzoekt zij ieder van hen hun definitieve offerte op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen in te dienen. Deze offertes bevatten alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project.
De aanbestedende entiteit kan verzoeken om de offertes te verduidelijken, te preciseren en nauwkeuriger te omschrijven. Dit mag echter geen wijziging van de offerte of van de overheidsopdracht inhouden op essentiële punten, daaronder begrepen de in de oproep tot mededinging of in het beschrijvend document vermelde behoeften en eisen, indien daardoor de mededinging verstoord dreigt te worden of discriminatie dreigt te ontstaan.
§ 7. De aanbestedende entiteit beoordeelt de ontvangen offertes op basis van de in de oproep tot mededinging of het beschrijvend document vastgestelde gunningscriteria.
Op verzoek van de aanbestedende entiteit kunnen met de inschrijver die de offerte met de beste prijs-kwaliteitsverhouding heeft ingediend overeenkomstig artikel 81, § 2, 3°, onderhandelingen worden gevoerd om de in de offerte vervatte financiële toezeggingen of andere voorwaarden te bevestigen en de voorwaarden van de opdracht af te ronden, mits dit de essentiële aspecten van de offerte of overheidsopdracht, met inbegrip van de in de oproep tot mededinging of het beschrijvend document vermelde behoeften en voorschriften, materieel ongewijzigd laat en niet tot vervalsing van de mededinging of discriminatie kan leiden.
§ 8. De aanbestedende entiteit kan voorzien in prijzengeld of vergoedingen voor de deelnemers aan de dialoog.
De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de concurrentiegerichte dialoog.
Artikel 122. (... - ...)
§ 1. Bij een innovatiepartnerschap kan elke ondernemer naar aanleiding van een oproep tot mededinging een verzoek tot deelname indienen door verstrekking van de door de aanbestedende entiteit gevraagde informatie voor de selectie.
De aanbestedende entiteit geeft in de opdrachtdocumenten aan dat er behoefte is aan innovatieve producten, diensten of werken, en dat met de aanschaf van reeds op de markt beschikbare producten, diensten of werken niet in die behoefte kan worden voorzien. Ze geeft aan welke elementen van deze beschrijving de minimumeisen zijn waaraan alle offertes moeten voldoen. Dit wordt voldoende duidelijk aangegeven zodat ondernemers kennis kunnen nemen van de aard en de strekking van de gevraagde oplossing en kunnen besluiten al dan niet om deelneming aan de procedure te verzoeken.
De aanbestedende entiteit kan beslissen het innovatiepartnerschap met één partner te sluiten, dan wel met verschillende partners die afzonderlijke onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten voor hun rekening nemen.
De minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt in het algemeen niet minder dan dertig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht en bedraagt in geen geval minder dan vijftien dagen. Alleen de ondernemers die na de beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende entiteit worden uitgenodigd, kunnen aan de procedure deelnemen. De aanbestedende entiteit kan overeenkomstig artikel 149, lid 2, het aantal kandidaten dat tot deelneming aan de procedure wordt uitgenodigd, beperken. De opdracht wordt uitsluitend gegund op basis van het criterium van de beste prijs-kwaliteitsverhouding in overeenstemming met artikel 81, § 2, 3°.
§ 2. Het innovatiepartnerschap dient te zijn gericht op de ontwikkeling van innovatieve producten, diensten of werken en de daaropvolgende aankoop van de daaruit resulterende leveringen, diensten of werken, mits deze voldoen aan de prestatieniveaus die tussen de aanbestedende entiteit en de deelnemers zijn afgesproken en onder de afgesproken maximumkosten blijven.
Het innovatiepartnerschap wordt gestructureerd in opeenvolgende fasen die de reeks stappen in het onderzoeks- en innovatieproces volgen, hetgeen de fabricage van goederen, de verlening van diensten of de voltooiing van werken kan omvatten. In het innovatiepartnerschap worden tussentijdse, door de partners te bereiken doelen bepaald, en wordt voorzien in betaling van de vergoeding in passende termijnen.
Op basis van deze streefdoelen kan de aanbestedende entiteit na elke fase besluiten het innovatiepartnerschap te beëindigen of, bij een innovatiepartnerschap met meerdere partners, het aantal partners te verminderen door individuele opdrachten stop te zetten, mits de aanbestedende entiteit in de opdrachtdocumenten heeft aangegeven dat en onder welke voorwaarden zij van die mogelijkheden gebruik kan maken.
§ 3. Tenzij in dit artikel anders bepaald, wordt door de aanbestedende entiteit met de inschrijver of inschrijvers over hun oorspronkelijke offerte en over elke daaropvolgende offerte, met uitzondering van de definitieve offerte, onderhandeld om de inhoud ervan te verbeteren.
Over de minimumeisen en de gunningscriteria wordt niet onderhandeld.
§ 4. Tijdens de onderhandelingen verzekert de aanbestedende entiteit de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Hiertoe verstrekt zij geen informatie op een discriminerende wijze die bepaalde inschrijvers zou bevoordelen. Zij stelt alle inschrijvers wier offerte niet is afgewezen overeenkomstig paragraaf 5 schriftelijk in kennis van eventuele andere wijzigingen in de technische specificaties of andere opdrachtdocumenten dan die waarbij de minimumeisen worden vastgesteld. Na deze wijzigingen biedt de aanbestedende entiteit de inschrijvers voldoende tijd om hun offertes naar aanleiding van deze wijzigingen, indien nodig, aan te passen en opnieuw in te dienen.
Overeenkomstig artikel 13 maakt de aanbestedende entiteit de vertrouwelijke inlichtingen die een aan de onderhandelingen deelnemende kandidaat of inschrijver heeft verstrekt, niet zonder diens schriftelijke en voorafgaande toestemming aan de andere deelnemers bekend. Deze instemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke informatie.
§ 5. Er kunnen tijdens procedures voor innovatiepartnerschappen in opeenvolgende fasen onderhandelingen plaatsvinden om het aantal offertes waarover moet worden onderhandeld te beperken door middel van het toepassen van de gunningscriteria die in de aankondiging van de opdracht, de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling of de opdrachtdocumenten zijn vermeld. De aanbestedende entiteit geeft in de aankondiging van de opdracht, de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling of in de opdrachtdocumenten aan of zij van deze mogelijkheid gebruik zal maken.
Tijdens de selectie van de kandidaten past de aanbestedende entiteit in het bijzonder de criteria toe betreffende de capaciteiten van de kandidaten in het domein van onderzoek en ontwikkeling, alsook van het ontwikkelen en implementeren van innovatieve oplossingen.
Enkel de ondernemers die een uitnodiging ontvingen van de aanbestedende entiteit ingevolge de evaluatie van de vereiste informatie, mogen hun projecten van onderzoek en ontwikkeling, die aan de door de aanbestedende entiteit gestelde behoeften voldoen en die niet door bestaande oplossingen kunnen worden gedekt, indienen.
In de opdrachtdocumenten bepaalt de aanbestedende entiteit welke regelingen op de intellectuele-eigendomsrechten van toepassing zijn. Bij innovatiepartnerschappen met meerdere partners mag de aanbestedende entiteit voorgestelde oplossingen of andere door een partner in het kader van het partnerschap meegedeelde vertrouwelijke inlichtingen, overeenkomstig artikel 13, niet aan de andere partners zonder de schriftelijke en voorafgaande instemming van die partner bekendmaken. Deze toestemming mag geen algemene strekking hebben, maar moet verwijzen naar de beoogde bekendmaking van specifieke inlichtingen.
§ 6. De aanbestedende entiteit ziet erop toe dat de structuur van het partnerschap en in het bijzonder de duur en de waarde van de verschillende fasen rekening houden met de innovatiegraad van de voorgestelde oplossing en van de reeks van onderzoeks- en innovatieactiviteiten die vereist zijn voor de ontwikkeling van een innovatieve en nog niet op de markt beschikbare oplossing. De geraamde waarde van de leveringen, diensten of werken moet in verhouding staan tot de investering voor de ontwikkeling ervan.
§ 7. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op het innovatiepartnerschap.
Artikel 123. (... - ...)
§ 1. Overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging voor opdrachten waarvan de geraamde waarde lager ligt dan de drempel voor de Europese bekendmaking.
§ 2. In een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging kan elke belangstellende ondernemer naar aanleiding van een aankondiging van een opdracht een offerte indienen.
De termijn voor ontvangst van de offertes bedraagt ten minste tweeëntwintig dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van een opdracht. Artikel 118, § 4, is van toepassing.
Wanneer het in een urgente situatie die degelijk door de aanbestedende entiteit werd onderbouwd, onmogelijk is de minimumtermijn die in het tweede lid is voorzien te eerbiedigen, kan zij een termijn vaststellen die niet lager ligt dan tien dagen vanaf de datum van verzending van de aankondiging van de opdracht.
De offerte moet vergezeld gaan van de door de aanbestedende overheid gevraagde informatie voor de selectie.
§ 3. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging.
Artikel 124. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende entiteit kan in de volgende gevallen gebruikmaken van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging doch indien mogelijk, na raadpleging van meerdere ondernemers :
1° in geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer de goed te keuren uitgave zonder belasting over de toegevoegde waarde, lager is dan de bedragen bepaald door de Koning;
2° wanneer in het kader van een procedure met voorafgaande oproep tot mededinging geen of geen geschikte offertes en geen of geen geschikte aanvragen tot deelneming zijn ingediend, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk zijn gewijzigd.
De offerte wordt ongeschikt bevonden als zij niet relevant is voor de opdracht, omdat zij, zonder ingrijpende wijzigingen, kennelijk niet voorziet in de in de opdrachtdocumenten omschreven behoeften en eisen van de aanbestedende entiteit. Een aanvraag tot deelneming wordt niet geschikt geacht wanneer de betrokken ondernemer krachtens artikel 149, eerste lid, of artikel 151, § 1, moet of kan worden uitgesloten, of niet voldoet aan de overeenkomstig artikel 149 of artikel 151 door de aanbestedende entiteit bepaalde selectiecriteria;
3° wanneer een opdracht uitsluitend ten behoeve van onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling wordt geplaatst en niet met het oogmerk winst op te leveren dan wel de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken en voor zover het plaatsen van een dergelijke opdracht niet verhindert dat een oproep tot mededinging wordt gedaan voor latere opdrachten die dit doel in het bijzonder beogen;
4° indien de werken, leveringen of diensten alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, om een van de volgende redenen :
a) de opdracht heeft als doel het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of het leveren van een artistieke prestatie;
b) mededinging ontbreekt om technische redenen;
c) uitsluitende rechten moeten worden beschermd, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten.
De onder b) en c) genoemde uitzonderingen gelden alleen als er geen redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging niet het gevolg is van kunstmatige beperking van de voorwaarden van de opdracht;
5° voor zover dit strikt noodzakelijk is, de termijnen voor de openbare procedures, niet-openbare procedures en onderhandelingsprocedures met voorafgaande oproep tot mededinging wegens dwingende spoed voortvloeiend uit onvoorzienbare gebeurtenissen voor de aanbestedende entiteit, niet in acht kunnen worden genomen. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende entiteit te wijten zijn;
6° in het geval van opdrachten voor leveringen ten behoeve van aanvullende leveringen door de oorspronkelijke leverancier, die ofwel bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer een verandering van leverancier de aanbestedende entiteit ertoe zou verplichten leveringen te verwerven met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid zou ontstaan of zich bij het gebruik en het onderhoud onevenredige technische moeilijkheden zouden voordoen;
7° in het geval van een overheidsopdracht voor aanvullende leveringen van dezelfde aard en met dezelfde kenmerken, die ingevolge onvoorziene omstandigheden, worden gegund aan de leverancier van de oorspronkelijke opdracht, op voorwaarde dat het samengevoegde bedrag van de opdrachten gegund voor de aanvullende leveringen niet hoger ligt dan vijftig percent van het bedrag van de oorspronkelijke opdracht en het samengevoegde bedrag van alle opdrachten de bedragen voor de bekendmaking op Europese niveau niet bereikt;
8° in geval van nieuwe werken of diensten bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken of diensten die door dezelfde aanbestedende entiteiten aan de met een vroegere opdracht belaste ondernemer zijn toevertrouwd, op voorwaarde dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisproject dat het voorwerp uitmaakte van een oorspronkelijke opdracht die geplaatst werd bij een in artikel 117, § 1, eerste lid, bedoelde procedure. Het basisproject dient de omvang van de aanvullende werken of diensten evenals de voorwaarden waaronder deze zullen worden gegund, te vermelden. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden dient evenwel bij het in mededinging stellen van de eerste opdracht vermeld te worden en het geraamde totaalbedrag voor de daaropvolgende werken of diensten moet reeds vanaf dit ogenblik door de aanbestedende entiteiten in aanmerking genomen worden voor het al dan niet bereiken van de drempels voor de Europese bekendmaking;
9° het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;
10° voor gelegenheidsaankopen, wanneer zich gedurende zeer korte tijd een bijzonder voordelige gelegenheid tot aanschaffing van leveringen voordoet en waarvoor de te betalen prijs ver onder de normale marktprijs ligt;
11° wanneer het gaat om de aankoop van leveringen of diensten tegen bijzonder gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die zijn handelsactiviteiten stopzet, hetzij bij curatoren, de met een overdracht onder gerechtelijk gezag gelaste mandatarissen of vereffenaars van een faillissement, een gerechtelijke reorganisatie of een in de nationale wetgevingen of reglementeringen bestaande procedure van dezelfde aard;
12° in geval van een overheidsopdracht voor diensten wanneer de betrokken opdracht op een prijsvraag volgt en overeenkomstig de toepasselijke regels moet worden gegund aan de winnaar of aan een van de winnaars van die prijsvraag. In dit laatste geval moeten alle winnaars worden uitgenodigd om aan de onderhandelingen deel te nemen.
§ 2. Voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking, is het artikel 149 omtrent de selectiecriteria niet van toepassing op de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging. Indien de aanbestedende entiteit echter een aanbestedende overheid is, zijn de artikelen 67 en 68 wel van toepassing.
Bovendien is, behoudens tegengestelde bepaling in de opdrachtdocumenten, het artikel 81 betreffende de gunningscriteria niet van toepassing op de opdrachten die worden geplaatst door middel van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging waarvan de geraamde waarde lager is dan het in paragraaf 1, 1°, bedoelde plafond. Dit is eveneens het geval wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging in de volgende gevallen :
1° de diverse gevallen waarin slechts één ondernemer kan worden geraadpleegd zoals bedoeld in paragraaf 1, 4°, 6° tot 8°, ongeacht het geraamde bedrag;
2° in het geval van dwingende spoed zoals bedoeld in paragraaf 1, 5°, voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking;
3° het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen zoals bedoeld in paragraaf 1, 9°, voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking;
4° wanneer het gaat om gelegenheidsaankopen of aankopen onder bijzonder gunstige voorwaarden in de onder paragraaf 1, 10° en 11°, bedoelde gevallen, voor de opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager ligt dan de drempels voor de Europese bekendmaking.
De voormelde versoepelingen beletten niet dat de bedoelde bepalingen in de opdrachtdocumenten toch zouden opgelegd worden.
§ 3. De Koning kan de bijkomende procedurele regels bepalen die van toepassing zijn op de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging.
Artikel 125. (... - ...)
§ 1. Een aanbestedende entiteit kan raamovereenkomsten sluiten, voor zover zij de in deze wet voorgeschreven procedures toepast.
De looptijd van een raamovereenkomst, alsook van de opdrachten die erop gebaseerd zijn, mag niet langer zijn dan acht jaar, behalve in deugdelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen, met name op grond van het voorwerp van de raamovereenkomst.
§ 2. Opdrachten op basis van een raamovereenkomst worden gegund op basis van objectieve regels en criteria, waarbij de mogelijkheid bestaat de ondernemers die partij zijn bij de gesloten raamovereenkomst opnieuw tot mededinging op te roepen. Die regels en criteria dienen te worden bepaald in de opdrachtdocumenten voor de raamovereenkomst.
De objectieve regels en criteria, bedoeld in het eerste lid, garanderen de gelijke behandeling van de ondernemers die partij zijn bij de overeenkomst. Bij een nieuwe oproep tot mededinging stelt de aanbestedende entiteit een voldoende lange termijn vast voor de indiening van offertes voor elke specifieke opdracht, en gunt zij elke opdracht aan de inschrijver die de beste offerte heeft ingediend, op grond van de in de opdrachtdocumenten van de raamovereenkomst vastgestelde gunningscriteria.
De aanbestedende entiteit mag geen oneigenlijk gebruik van raamovereenkomsten maken en mag deze niet gebruiken om de mededinging te verhinderen, te beperken of te vervalsen.
Artikel 126. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan, overeenkomstig de krachtens artikel 44 bepaalde voorwaarden, gebruik maken van een dynamisch aankoopsysteem voor opdrachten voor werken, leveringen en diensten voor courant gebruik die algemeen beschikbaar zijn op de markt en waarvan de kenmerken voldoen aan haar behoeften. Niettegenstaande artikel 119 gelden, in afwijking van artikel 44, § 2, tweede lid, niettemin de volgende termijnen :
1° de minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelneming bedraagt in het algemeen dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of, wanneer een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling, en bedraagt in geen geval minder dan vijftien dagen. Er zijn geen verdere termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming wanneer de uitnodiging tot het indienen van een offerte voor de eerste specifieke opdracht in het kader van het dynamische aankoopsysteem is verzonden;
2° de minimumtermijn voor de ontvangst van offertes bedraagt tenminste tien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een offerte. Artikel 119, § 2, tweede en derde lid, is van toepassing.
De Koning bepaalt de bijkomende procedurele en materiële regels die van toepassing zijn op het dynamisch aankoopsysteem.
Artikel 127. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan, overeenkomstig de krachtens artikel 45 bepaalde voorwaarden, elektronische veilingen gebruiken waarin nieuwe, verlaagde prijzen, en/of nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de offertes worden voorgesteld.
De Koning bepaalt de bijkomende procedurele en materiële regels die van toepassing zijn op de elektronische veiling.
Artikel 128. (... - ...)
Wanneer het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht is, kan de aanbestedende entiteit, overeenkomstig de in artikel 46 bepaalde voorwaarden en regels, eisen dat de offertes in de vorm van een elektronische catalogus worden ingediend of een elektronische catalogus bevatten.
De Koning bepaalt de bijkomende materiële en procedurele regels voor het gebruik van elektronische catalogi.
Artikel 129. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan, overeenkomstig de in artikel 47, §§ 2 tot 4 bepaalde voorwaarden en regels, leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten aanbiedt als bedoeld in artikel 2, 7°, a).
Zij kan ook gebruik maken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft en mits naleving van de in artikel 47, §§ 2 tot 4, bedoelde voorwaarden, van de in artikel 2, 7°, b), bedoelde gecentraliseerde aankoopactiviteiten van een aankoopcentrale :
1° door gebruik te maken van een door deze aankoopcentrale gesloten opdracht;
2° door gebruik te maken van een door een aankoopcentrale geëxploiteerd dynamisch aankoopsysteem; of
3° door gebruik te maken van een raamovereenkomst die gesloten is door deze aankoopcentrale.
Wanneer een door een aankoopcentrale geëxploiteerd dynamisch aankoopsysteem door andere aanbestedende entiteiten mag worden gebruikt, wordt dit vermeld in de aankondiging van een opdracht voor het opzetten van het dynamische aankoopsysteem.
De in artikel 47, §§ 2 tot 4 vermelde voorwaarden en regels zijn van toepassing, met uitzondering van artikel 47, § 2, 3°.
Overheidsopdrachten die door een aankoopcentrale worden geplaatst met het oog op het verrichten van gecentraliseerde aankoopactiviteiten worden beschouwd als overheidsopdrachten voor de uitoefening van een werkzaamheid als beschreven in de artikelen 96 tot en met 102.
Artikel 130. (... - ...)
Twee of meer aanbestedende entiteiten kunnen overeenkomen bepaalde specifieke opdrachten gezamenlijk te plaatsen.
Wanneer een volledige plaatsingsprocedure gezamenlijk wordt uitgevoerd namens en voor rekening van alle betrokken aanbestedende entiteiten, zijn zij gezamenlijk verantwoordelijk voor het nakomen van hun verplichtingen. Dit geldt ook wanneer een aanbestedende entiteit de plaatsingsprocedure beheert en optreedt voor rekening van zichzelf en voor rekening van de andere betrokken aanbestedende entiteiten.
Als de uitvoering van een plaatsingsprocedure niet in haar geheel gebeurt namens en voor rekening van de betrokken aanbestedende entiteiten, zijn zij alleen gezamenlijk verantwoordelijk voor de gezamenlijk uitgevoerde delen. Elke aanbestedende entiteit is als enige verantwoordelijk voor het nakomen van haar verplichtingen met betrekking tot de delen die zij in eigen naam en voor eigen rekening uitvoert.
De Koning kan de bijkomende en procedurele regels bepalen voor de uitvoering van de gezamenlijke opdrachten.
Artikel 131. (... - ...)
Onverminderd de artikelen 113 en 114 kunnen aanbestedende entiteiten van verschillende lidstaten gezamenlijk een overheidsopdracht plaatsen, gebruik maken van gecentraliseerde aankoopactiviteiten die door in een andere lidstaat gevestigde aankoopcentrales worden aangeboden, een raamovereenkomst sluiten, een dynamisch aankoopsysteem exploiteren of een gezamenlijke entiteit oprichten. Zij kunnen eveneens opdrachten plaatsen op basis van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem.
De aanbestedende entiteit maakt geen gebruik van de in het eerste lid voorziene middelen om de toepassing te vermijden van dwingende publiekrechtelijke bepalingen die in overeenstemming zijn met het Unierecht en waaraan zij onderworpen is.
De in artikel 49, §§ 2 tot 4, bedoelde voorwaarden en regels zijn van toepassing, met uitzondering van artikel 49, § 2, tweede lid, 3° en de verwijzing naar artikel 43, § 1, tweede lid.
Artikel 132. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan een prijsvraag organiseren met toepassing van procedures die zijn aangepast aan de bepalingen van titel 1 en titel 3, eerste hoofdstuk, en aan de door de Koning bepaalde bijkomende materiële en procedurele regels.
De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag niet worden beperkt :
1° tot het grondgebied van het Rijk of een deel daarvan;
2° op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge reglementaire bepalingen, hetzij natuurlijke personen hetzij rechtspersonen moeten zijn.
Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers stelt de aanbestedende entiteit duidelijke en niet-discriminerende selectiecriteria vast. In elk geval moet het aantal kandidaten die tot deelneming aan de prijsvraag worden uitgenodigd, toereikend zijn om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.
Artikel 133. (... - ...)
Onderstaande bepalingen omtrent de voorbereiding van de opdracht zijn van toepassing op de in de onderhavige titel bedoelde overheidsopdrachten :
1° artikel 51 in verband met voorafgaande marktconsultaties;
2° artikel 52 met betrekking tot de voorafgaande betrokkenheid van kandidaten of inschrijvers;
3° artikel 53 met betrekking tot de opname van technische specificaties in de opdrachtdocumenten;
4° artikel 54, §§ 1 en 2 met betrekking tot keurmerken;
5° artikel 55 met betrekking tot testverslagen, certificatie en andere bewijsmiddelen.
Artikel 134. (... - ...)
Op verzoek van ondernemers die belangstelling hebben voor een opdracht verstrekken de aanbestedende entiteiten de technische specificaties die regelmatig in hun opdrachten voor werken, leveringen of diensten worden vermeld, of de technische specificaties die zij voornemens zijn toe te passen in overheidsopdrachten waarvoor de oproep tot mededinging een periodieke indicatieve aankondiging is. Deze specificaties worden met elektronische middelen beschikbaar gesteld voor onbeperkte, volledige, rechtstreekse en kosteloze toegang.
De technische specificaties worden evenwel toegezonden met andere middelen dan langs elektronische weg wanneer kosteloze, vrije, rechtstreekse en volledige toegang langs elektronische weg tot bepaalde opdrachtdocumenten niet kan of moet worden geboden om één van de in artikel 14, § 2, vermelde redenen of omdat de aanbestedende entiteit voornemens is artikel 13, § 3, toe te passen. Ook in dat geval is de toegang kosteloos.
Indien de technische specificaties gebaseerd zijn op documenten die met elektronische middelen vrij, rechtstreeks, volledig en kosteloos beschikbaar zijn voor belangstellende ondernemers, kan worden volstaan met een verwijzing naar deze documenten.
Artikel 135. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan een opdracht plaatsen die een of meer vaste gedeelten en een of meer voorwaardelijke gedeelten omvat. Alhoewel de sluiting van de opdracht betrekking heeft op de volledige opdracht, is de aanbestedende entiteit enkel gebonden door de vaste gedeelten. De uitvoering van elk voorwaardelijk gedeelte is afhankelijk van een beslissing van de aanbestedende entiteit die aan de opdrachtnemer wordt meegedeeld overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten bepaalde nadere regels. De uitvoering van het voorwaardelijk gedeelte mag de algemene aard van de opdracht niet wijzigen.
Een opdracht kan van bij de sluiting een of meer verlengingen omvatten, overeenkomstig de in de initiële opdrachtdocumenten vermelde nadere regels. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, moet over het algemeen beperkt blijven tot acht jaar na het sluiten van de opdracht. De verlenging mag geen aanleiding geven tot een wijziging van de algemene aard van de opdracht.
De in dit artikel bedoelde clausules moeten worden opgesteld in duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige bewoordingen. Deze clausules omschrijven het toegangsgebied en de aard van de eventuele gevolgen die eruit voort kunnen vloeien, alsmede de voorwaarden waaronder ze kunnen worden gebruikt.
De Koning kan de nadere regels bepalen voor het gebruik van de opdrachten in vaste en voorwaardelijke gedeelten en verlengingsclausules.
Artikel 136. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende entiteit kan inschrijvers toestaan of van hen vereisen varianten of opties in te dienen die aan de door de aanbestedende entiteiten gestelde minimumeisen voldoen. De aanbestedende entiteit vermeldt in de opdrachtdocumenten of zij al dan niet varianten of opties toestaat of vereist en, indien dat het geval is, aan welke minimumeisen deze moeten voldoen, alsmede elke specifieke voorwaarde voor hun indiening.
In afwijking van het eerste lid, kunnen de inschrijvers, behoudens andersluidend beding in de opdrachtdocumenten, voor de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, toch varianten of opties indienen, zelfs zonder vermelding dat dit toegestaan is in de opdrachtdocumenten. Deze varianten of opties worden "vrije varianten" respectievelijk "vrije opties" genoemd.
De aanbestedende entiteit vermeldt in de opdrachtdocumenten of varianten slechts kunnen worden ingediend wanneer ook een basisofferte is ingediend. Opties kunnen evenwel niet worden ingediend zonder basisofferte of, in voorkomend geval, een variante. Van deze laatste verplichting moet melding worden gemaakt in de opdrachtdocumenten.
De aanbestedende entiteit garandeert dat de gekozen gunningscriteria kunnen worden toegepast op de vereiste en toegestane varianten die aan de minimumvoorschriften voldoen en op de basisoffertes.
§ 2. Bij plaatsingsprocedures voor overheidsopdrachten voor leveringen of diensten mag de aanbestedende entiteit een variante of optie niet afwijzen uitsluitend omdat deze, mocht hij worden gekozen, tot een opdracht voor diensten in plaats van een opdracht voor leveringen, dan wel tot een opdracht voor leveringen in plaats van een opdracht voor diensten zou leiden.
§ 3. De aanbestedende entiteit is nooit verplicht om een optie te bestellen, noch bij de sluiting, noch tijdens de uitvoering van de opdracht.
§ 4. De Koning kan, voor de door hem te bepalen procedures, de nadere materiële en procedurele regels vaststellen inzake de varianten en opties.
Artikel 137. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan beslissen een opdracht te plaatsen in de vorm van afzonderlijke percelen waarvan zij de omvang en het voorwerp bepaalt.
De aanbestedende entiteit vermeldt in de aankondiging van de opdracht, in het verzoek tot bevestiging van belangstelling, of wanneer tot mededinging is opgeroepen in een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem, in de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling, of offerte kunnen worden ingediend voor één, voor meer, dan wel voor alle percelen.
De voorwaarden en regels van artikel 58, § 2, zijn van toepassing. De verwijzing naar de aankondiging van een opdracht moet evenwel gelezen worden als een verwijzing naar de aankondiging van de opdracht of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling, tot inschrijving, of tot onderhandeling.
Artikel 138. (... - ...)
De vaststelling van de termijnen gebeurt overeenkomstig de in artikel 59 bedoelde voorwaarden en regels. De verwijzingen naar de vastgestelde minimumtermijnen moeten gelezen worden als verwijzingen naar in de artikelen 118 tot 124 vastgestelde minimumtermijnen. De verwijzing naar de versnelde procedure moet gelezen worden als een verwijzing naar de in artikel 118, § 3, bedoelde situatie.
Artikel 139. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende entiteit kan haar voornemens met betrekking tot het plaatsen van opdrachten te kennen geven door middel van de bekendmaking van een periodieke indicatieve aankondiging.
§ 2. De aanbestedende entiteit kan eveneens een oproep tot mededinging doen door middel van een periodieke indicatieve aankondiging voor niet-openbare procedures en onderhandelings-procedures met voorafgaande oproep tot mededinging.
De periode waarop de periodieke indicatieve aankondiging betrekking heeft, is ten hoogste twaalf maanden vanaf de datum waarop de vooraankondiging ter bekendmaking is toegezonden.
§ 3. De Koning bepaalt de vermeldingen die in de periodieke indicatieve aankondiging of via het kopersprofiel van de aanbestedende entiteiten moeten opgenomen worden.
Artikel 140. (... - ...)
Wanneer de aanbestedende entiteit een kwalificatiesysteem overeenkomstig artikel 148 wenst in te voeren, moet met betrekking tot deze regeling de specifiek daartoe bestemde aankondiging worden opgesteld, waarin het doel van de kwalificatiesysteem, de geldigheidstermijn en de wijze waarop inzage in de werking van de regeling kan worden verkregen, worden aangegeven.
Indien deze aankondiging dient als oproep tot mededinging kan deze slechts aangewend worden wanneer de opdracht wordt geplaatst volgens een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging of nog volgens een concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap.
De Koning bepaalt vermeldingen die in aankondigingen inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem moeten opgenomen worden.
Artikel 141. (... - ...)
Bij niet-openbare procedure of onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, indien de aanbestedende entiteit ervoor kiest om een lijst van geselecteerde kandidaten op te stellen, wordt de oproep tot mededinging uitgevoerd door middel van een aankondiging betreffende het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten.
De lijst van geselecteerde kandidaten is maximaal drie jaar geldig vanaf de datum van de selectiebeslissing.
Tijdens haar geldigheidsduur blijft de lijst gesloten voor nieuwe kandidaten en nodigt de aanbestedende entiteit, voor elke te plaatsen opdracht, alle kandidaten op de lijst uit tot het indienen van een offerte. Het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten belet evenwel niet dat een afzonderlijke opdracht wordt geplaatst via de bekendmaking van een aankondiging van opdracht.
De onderhavige bepaling is slechts van toepassing op de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking.
Artikel 142. (... - ...)
Aankondigingen van opdrachten kunnen voor alle procedures worden gebruikt als oproep tot mededinging.
De Koning bepaalt de vermeldingen die in de aankondiging van de opdracht moeten opgenomen worden.
Artikel 143. (... - ...)
§ 1. Wat de opdrachten en raamovereenkomsten betreft waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de voor de Europese bekendmaking vastgestelde drempels, stuurt de aanbestedende entiteit een aankondiging van gegunde opdracht door met betrekking tot de resultaten van de plaatsingsprocedure. Deze aankondiging wordt uiterlijk dertig dagen na de sluiting van de opdracht of de raamovereenkomst doorgestuurd.
§ 2. Wanneer de oproep tot mededinging voor de betrokken opdracht is verricht door middel van een periodieke indicatieve aankondiging en de aanbestedende entiteit heeft besloten om geen verdere opdrachten te gunnen gedurende de periode waarop de periodieke indicatieve aankondiging betrekking heeft, wordt dit specifiek vermeld in de aankondiging van gegunde opdracht.
In het geval van overeenkomstig artikel 125 gesloten raamovereenkomsten is de aanbestedende entiteit niet verplicht een aankondiging betreffende de resultaten van de aanbestedingsprocedure te versturen voor elke opdracht die op deze overeenkomst is gebaseerd.
Voor de opdrachten die gebaseerd zijn op een dynamisch aankoopsysteem, is paragraaf 1 wel van toepassing, weze het dat de aanbestedende entiteit er voor kan kiezen om de betreffende aankondigingen per kwartaal te bundelen. In dat geval verstuurt de aanbestedende entiteit de gebundelde aankondigingen ten laatste dertig dagen na het einde van elk kwartaal.
§ 3. Sommige informatie betreffende de gunning van een opdracht of de sluiting van een raamovereenkomst behoeft niet voor bekendmaking te worden vrijgegeven indien de openbaarmaking van deze informatie de toepassing van de wet in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbaar belang, schade zou berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde publieke of particuliere ondernemers, of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers.
Artikel 144. (... - ...)
De Koning bepaalt de regels wat de bekendmaking van aankondigingen betreft, en dit zowel op Europees als op nationaal niveau.
Artikel 145. (... - ...)
§ 1. Tenzij in de in paragraaf 2 of 3 bedoelde gevallen biedt de aanbestedende entiteit met elektronische middelen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang tot de opdrachtdocumenten vanaf de datum van bekendmaking van een aankondiging overeenkomstig de krachtens artikel 144 bepaalde regels of vanaf de datum waarop een uitnodiging tot bevestiging van belangstelling werd verzonden.
Wanneer tot mededinging is opgeroepen door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem, wordt deze toegang zo snel mogelijk geboden en uiterlijk vanaf het ogenblik waarop de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling is verzonden. De tekst van de aankondiging of van deze uitnodigingen vermeldt het internetadres waar de opdrachtdocumenten toegankelijk zijn.
§ 2. Wanneer geen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang langs elektronische weg tot bepaalde opdrachtdocumenten kan of moet worden geboden om een van de in de in artikel 14, § 2, eerste lid, vermelde redenen, kan de aanbestedende entiteit in de aankondiging of in de uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling aangeven dat de opdrachtdocumenten zullen worden toegezonden met andere middelen dan langs elektronische weg overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, § 2, derde lid . Ook in dat geval is de toegang kosteloos.
In het in het vorige lid bedoelde geval wordt de termijn voor de indiening van de offertes met vijf dagen verlengd, behalve in deugdelijk gemotiveerde dringende gevallen als bedoeld in artikel 118, § 3, en wanneer de termijn in onderlinge overeenstemming is vastgesteld overeenkomstig artikel 119, § 2, tweede lid, of artikel 120, § 2, tweede lid.
§ 3. Wanneer geen kosteloze, vrije, volledige en rechtstreekse toegang langs elektronische weg tot bepaalde opdrachtdocumenten kan worden geboden omdat de aanbestedende entiteit voornemens is artikel 13, § 3, toe te passen, vermelden zij in de aankondiging of in de uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling of, wanneer de oproep tot mededinging de vorm heeft van een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem, in de opdrachtdocumenten, welke maatregelen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie zij eisen en hoe toegang kan worden verkregen tot de betrokken documenten. In dat geval wordt de termijn voor de indiening van de inschrijvingen met vijf dagen verlengd, behalve in deugdelijk gemotiveerde dringende gevallen als bedoeld in artikel 118, § 3, en wanneer de termijn in onderlinge overeenstemming is vastgesteld overeenkomstig artikel 119, § 2, eerste lid, of artikel 120, § 2, tweede lid.
§ 4. De aanbestedende entiteit verstrekt uiterlijk zes dagen vóór de uiterste datum van ontvangst van de offerte alle inschrijvers die aan de plaatsingsprocedure deelnemen nadere inlichtingen over de specificaties en de ondersteunende documenten, mits dit tijdig is aangevraagd. In het geval van de versnelde openbare procedure als bedoeld in artikel 118, § 3, bedraagt deze termijn vier dagen.
Artikel 146. (... - ...)
§ 1. Bij niet-openbare procedures, concurrentiegerichte dialogen, innovatiepartnerschappen en onderhandelingsprocedures met voorafgaande oproep tot mededinging nodigt de aanbestedende entiteit de daartoe uitgekozen kandidaten gelijktijdig en schriftelijk uit om een offerte in te dienen, deel te nemen aan de dialoog of te onderhandelen.
Wanneer overeenkomstig artikel 117, § 2, 1°, een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, nodigen de aanbestedende entiteiten de ondernemers die hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt, gelijktijdig en schriftelijk uit om hun onverminderde belangstelling te bevestigen.
§ 2. De uitnodigingen bedoeld in paragraaf 1 bevatten een verwijzing naar het elektronische adres waarop de opdrachtdocumenten rechtstreeks langs elektronische weg toegankelijk zijn. De uitnodigingen gaan vergezeld van de opdrachtdocumenten, wanneer deze documenten niet kosteloos, vrij, volledig en rechtstreeks toegankelijk zijn om de in artikel 145, § § 2 of 3, genoemde redenen en nog niet anderszins beschikbaar zijn.
De Koning bepaalt de overige informatie die de uitnodiging moet bevatten, alsook de bijkomende regels.
Artikel 147. (... - ...)
§ 1. Voor de selectie van deelnemers aan plaatsingsprocedures zijn de volgende regels van toepassing :
1° de aanbestedende entiteit die overeenkomstig artikel 149, eerste lid, of artikel 151, § 1, regels en criteria voor de uitsluiting van inschrijvers of kandidaten heeft vastgesteld, sluit ondernemers die aan deze criteria voldoen, uit op basis van deze regels;
2° zij selecteert inschrijvers en kandidaten overeenkomstig de in de artikelen 149 en 151 vastgestelde objectieve regels en criteria;
3° in niet-openbare procedures, onderhandelingsprocedures met oproep tot mededinging, concurrentie-gerichte dialogen, en innovatie-partnerschappen beperkt zij overeenkomstig artikel 149, tweede lid, in voorkomend geval het aantal op grond van de bepalingen onder 1° en 2° van onderhavige paragraaf geselecteerde kandidaten.
§ 2. Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem en met het oog op de selectie van deelnemers in plaatsingsprocedures voor de specifieke opdrachten waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft, volgt de aanbestedende entiteit de onderstaande regels :
1° zij kwalificeert ondernemers overeenkomstig artikel 148;
2° zij past de bepalingen van paragraaf 1 die betrekking hebben op niet-openbare procedures, onderhandelingsprocedures, concurrentiegerichte dialogen, of innovatiepartnerschappen, toe op die gekwalificeerde ondernemers.
§ 3. De aanbestedende entiteit mag, wanneer zij de deelnemers aan een niet-openbare procedure, een onderhandelingsprocedure, een concurrentiegerichte dialoog, of een innovatiepartnerschap selecteert, wanneer zij besluit over kwalificatie of wanneer de kwalificatiecriteria en -regels worden bijgewerkt :
1° aan bepaalde ondernemers geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die niet aan andere zijn opgelegd;
2° geen proeven of bewijzen eisen die een doublure zouden vormen met reeds beschikbare objectieve bewijzen.
§ 4. Onverminderd artikel 121, § 6, tweede lid, kan de aanbestedende entiteit, wanneer de door de ondernemers in te dienen informatie of documentatie onvolledig of onjuist is of lijkt te zijn of wanneer specifieke documenten ontbreken, de betrokken kandidaat of inschrijver verzoeken die informatie of documentatie binnen een passende termijn in te dienen, aan te vullen, te verduidelijken of te vervolledigen, mits dergelijke verzoeken worden gedaan met volledige inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie en, indien gebruik wordt gemaakt van de openbare of de niet-openbare procedure, zonder dat dit aanleiding mag geven tot een wijziging van de essentiële elementen van de offerte.
Een wijziging van de samenstelling van het personeelsteam dat ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de opdracht, die het rechtstreeks gevolg is van maatregelen die gericht zijn op het oplossen van belangenconflicten of situaties van voorafgaande betrokkenheid, wordt geacht geen aanleiding te geven tot een wijziging van een essentieel element van de offerte.
§ 5. De aanbestedende entiteit toetst de door de geselecteerde inschrijvers ingediende offerte aan de op de offertes toepasselijke regels en voorschriften en gunt de opdracht op basis van een of meerdere gunningscriteria, vastgesteld overeenkomstig de artikelen 81 en 153 en rekening houdend met artikel 136.
Onverminderd paragraaf 6 beslist de aanbestedende entiteit, indien ze vaststelt dat de economisch voordeligste offerte niet voldoet aan de in artikel 7 bedoelde verplichtingen op het vlak van het milieu-, het sociaal of het arbeidsrecht, evenwel om de opdracht niet te gunnen aan de inschrijver van hogervermelde offerte, tenminste wanneer het een verplichting betreft waarvan de niet-naleving ook strafrechtelijk beteugeld wordt. In de overige gevallen waarbij ze vaststelt dat deze offerte niet voldoet aan de voormelde verplichtingen, kan ze hetzelfde doen.
§ 6. In de openbare procedure en de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging kan de aanbestedende entiteit besluiten tot onderzoek van de offertes over te gaan voordat de geschiktheid van de inschrijvers wordt beoordeeld, mits de desbetreffende bepalingen van de artikelen 147 tot 153 worden nageleefd, met inbegrip van de regel dat de opdracht niet wordt gegund aan een inschrijver die overeenkomstig artikel 151 moet worden uitgesloten of die niet voldoet aan de overeenkomstig artikel 149, eerste lid, en artikel 151 door de aanbestedende entiteit vastgestelde selectiecriteria.
Artikel 148. (... - ...)
§ 1. De aanbestedende entiteit kan desgewenst een kwalificatiesysteem van ondernemers invoeren en beheren.
De aanbestedende entiteit die een kwalificatiesysteem invoert of beheert, zorgt ervoor dat ondernemers te allen tijde kunnen aanvragen om gekwalificeerd te worden.
§ 2. Het in paragraaf 1 bedoelde systeem kan verschillende fasen van erkenning van geschiktheid omvatten.
De aanbestedende entiteiten voorzien in objectieve regels en criteria voor de uitsluiting en selectie van ondernemers die aanvragen om gekwalificeerd te worden alsmede objectieve regels en criteria voor het beheer van het kwalificatiesysteem met betrekking tot aangelegenheden als de inschrijving in het systeem, eventuele periodieke bijwerking van de erkenningen en de looptijd van de regeling.
Wanneer deze criteria en regels technische specificaties bevatten, zijn de artikelen 53 tot 55 van toepassing. Deze criteria en regels kunnen zo nodig worden bijgewerkt.
§ 3. De in paragraaf 2 bedoelde criteria en regels worden desgevraagd ter beschikking gesteld van ondernemers. Deze bijgewerkte criteria en regels worden aan belangstellende ondernemers meegedeeld.
Wanneer de aanbestedende entiteit van oordeel is dat het kwalificatiesysteem van bepaalde andere diensten of instanties aan de voorwaarden voldoet, deelt zij de belangstellende ondernemers de namen van deze andere diensten of instanties mee.
§ 4. Er wordt een lijst van gekwalificeerde ondernemers bijgehouden; deze kan worden ingedeeld in categorieën naargelang van de aard van de opdracht waarvoor de kwalificatie geldig is.
§ 5. Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door middel van een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem, worden specifieke opdrachten voor de werken, leveringen of diensten waarop het kwalificatiesysteem betrekking heeft, gegund door niet-openbare procedures of onderhandelingsprocedures waarin alle inschrijvers en deelnemers worden geselecteerd uit kandidaten die reeds gekwalificeerd zijn overeenkomstig dit systeem.
§ 6. Alle bijdragen die in rekening worden gebracht met betrekking tot aanvragen om gekwalificeerd te worden of voor de bijwerking of het behoud van een reeds volgens de regeling verkregen kwalificatie, moeten evenredig zijn met de gemaakte kosten.
Artikel 149. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan objectieve regels en criteria opstellen voor de uitsluiting en selectie van inschrijvers of kandidaten; deze regels en criteria worden ter beschikking gesteld van belangstellende ondernemers.
Wanneer de aanbestedende entiteit een passend evenwicht tot stand moet brengen tussen de bijzondere kenmerken van de plaatsingsprocedure en de daarvoor noodzakelijke middelen, kunnen zij in niet-openbare procedures, onderhandelingsprocedures, concurrentiegerichte dialogen, of innovatiepartnerschappen objectieve regels en criteria vaststellen om in deze behoefte te voorzien en kunnen zij het aantal kandidaten beperken dat tot de inschrijving of tot onderhandelingen zal worden uitgenodigd. Bij de vaststelling van het aantal gegadigden wordt echter rekening gehouden met de noodzaak voldoende mededinging te waarborgen.
Artikel 150. (... - ...)
§ 1. Wanneer de objectieve criteria en regels voor uitsluiting en selectie van ondernemers die aanvragen om gekwalificeerd te worden, voorschriften betreffende de economische en financiële draagkracht van de ondernemer of zijn technische en beroepsbekwaamheid inhouden, kan deze zich in voorkomend geval beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die entiteiten.
Wanneer dit nodig is kan een onderneming zich eveneens beroepen op de draagkracht van andere entiteiten voor een bijzondere opdracht, wanneer de objectieve criteria en regels voor uitsluiting en selectie van kandidaten en inschrijvers voorschriften betreffende de economische en financiële draagkracht van de ondernemer of zijn technische en beroepsbekwaamheid inhouden.
Indien een ondernemer een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten voor het vervullen van de economische en financiële criteria, kan de aanbestedende entiteit, voor zover deze mogelijkheid niet uitgesloten werd door de opdrachtdocumenten, eisen dat de ondernemer en die entiteiten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid dient evenwel schriftelijk aanvaard te worden door de entiteit op wiens draagkracht beroep wordt gedaan, om uitwerking te hebben. Indien de voormelde schriftelijke aanvaarding niet wordt gegeven, kan de kandidaat of inschrijver zich niet op een dergelijke draagkracht beroepen. Het onderhavig lid doet geen afbreuk aan krachtens andere wetten ingestelde hoofdelijke aansprakelijkheidsregelingen, met name op het vlak van sociale, fiscale of loonschulden.
§ 2. In het geval van overheidsopdrachten voor werken, diensten en plaatsings- of installatiewerkzaamheden in het kader van een opdracht voor diensten kan de aanbestedende entiteit eisen dat bepaalde kritieke taken rechtstreeks door de inschrijver zelf worden verricht, of wanneer de offerte door een combinatie van ondernemers als bedoeld in artikel 8, § 2, is ingediend, door een deelnemer aan die combinatie.
§ 3. De Koning kan de nadere materiële en procedurele regels bepalen omtrent het beroep op de draagkracht van andere entiteiten.
Artikel 151. (... - ...)
§ 1. De objectieve regels en criteria voor uitsluiting en selectie van ondernemers die aanvragen om de kwalificatie te bekomen in het kader van een kwalificatiesysteem, en de objectieve regels en criteria voor uitsluiting en selectie van kandidaten en inschrijvers in openbare of niet-openbare procedures, onderhandelingsprocedures, concurrentiegerichte dialogen of innovatiepartnerschappen, kunnen de in artikelen 67 tot 69 bedoelde uitsluitingsgronden inhouden volgens de krachtens deze bepalingen opgelegde voorwaarden.
Wanneer de aanbestedende entiteit een aanbestedende overheid is, omvatten deze regels en criteria de in artikelen 67 tot 69 bedoelde uitsluitingsgronden volgens de in dat artikel bedoelde voorwaarden.
In voorkomend geval moet ook rekening worden gehouden met de in artikel 70 bedoelde corrigerende maatregelen.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde regels en criteria kunnen de in artikel 71 bedoelde selectiecriteria inhouden volgens de krachtens deze bepaling bepaalde voorwaarden.
§ 3. Voor de toepassing van de paragrafen 1 en 2 zijn de krachtens de artikelen 73 tot 76 bepaalde regels van toepassing.
De kandidaten of inschrijvers moeten, op het ogenblik van de indiening van de aanvragen tot deelneming of de offerte, dan wel op het ogenblik van de aanvraag tot kwalificatie en voor de opdrachten gelijk aan of hoger dan de drempel voor de Europese bekendmaking, het in artikel 73 bedoelde Uniform Europees Aanbestedingsdocument voorleggen, tenzij wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging in de in artikel 124, § 1, 4° tot 6° en 8° tot 11° bedoelde gevallen.
De Koning kan, voor opdrachten die lager zijn dan de drempel voor de Europese bekendmaking, de gevallen bepalen waarbij het Uniform Europees Aanbestedingsdocument eveneens moet worden voorgelegd overeenkomstig het tweede lid.
Artikel 152. (... - ...)
Inzake kwaliteitsnormen en normen inzake milieubeheer maakt de aanbestedende entiteit toepassing van de door en krachtens artikel 77 bepaalde regels.
Artikel 153. (... - ...)
Onderstaande bepalingen omtrent de gunning of, desgevallend, de niet-gunning van de opdracht zijn van toepassing op de in de onderhavige titel bedoelde overheidsopdrachten :
1° artikel 81 met betrekking tot gunningscriteria;
2° artikel 82 met betrekking tot levenscycluskosten;
3° artikel 84, met betrekking tot het prijs- en kostenonderzoek en abnormaal hoge of lage offertes;
4° artikel 85 met betrekking tot de niet-gunning van een opdracht.
Artikel 154. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is van toepassing op offertes die producten bevatten uit derde landen waarmee de Unie niet in multilateraal of bilateraal kader een overeenkomst heeft gesloten die ondernemingen in de Unie op vergelijkbare wijze daadwerkelijk toegang verschaft tot de markten van deze derde landen. Dit artikel laat de verplichtingen van de Unie of haar lidstaten jegens derde landen onverlet.
§ 2. Iedere offerte die wordt ingediend met het oog op de gunning van een opdracht voor leveringen, kan worden afgewezen wanneer het aandeel van de uit derde landen afkomstige producten, waarvan de oorsprong wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, meer dan vijftig procent uitmaakt van de totale waarde van de producten waarop deze offerte betrekking heeft.
Voor de toepassing van dit artikel worden de programmatuurtoepassingen die in telecommunicatienetten worden gebruikt, als producten beschouwd.
§ 3. Behoudens de tweede alinea wordt, wanneer twee of meer offertes volgens de gunningcriteria van artikel 81 gelijkwaardig zijn, de voorkeur gegeven aan de offertes die niet krachtens paragraaf 2 kunnen worden afgewezen. Voor de toepassing van dit artikel wordt het bedrag van de inschrijving als gelijkwaardig beschouwd indien het prijsverschil niet meer dan drie procent bedraagt.
Aan een offerte wordt echter niet op grond van de eerste alinea de voorkeur gegeven indien de aanbestedende entiteit hierdoor genoodzaakt zou zijn apparatuur aan te schaffen met technische kenmerken die afwijken van de bestaande apparatuur, en dit tot incompatibiliteit of tot technische moeilijkheden bij het gebruik of het onderhoud zou leiden of buitensporige kosten zou meebrengen.
§ 4. Voor de toepassing van dit artikel worden voor de bepaling van het in paragraaf 2 bedoelde aandeel van uit derde landen afkomstige producten de derde landen buiten beschouwing gelaten ten gunste waarvan de toepassing van richtlijn 2014/25/EU bij een besluit van de Raad overeenkomstig paragraaf 1 is uitgebreid.
Artikel 155. (... - ...)
De ondernemingen kunnen het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt in kennis stellen van :
1° moeilijkheden die zij feitelijk of rechtens hebben ondervonden bij het verkrijgen van opdrachten voor diensten in derde landen;
2° moeilijkheden die zij feitelijk of rechtens hebben ondervonden die te wijten zijn aan het feit dat de in bijlage II bedoelde internationale arbeidsnormen niet in acht zijn genomen toen deze ondernemingen trachtten in derde landen opdrachten voor diensten toegewezen te krijgen.
Artikel 156. (... - ...)
§ 1. Voor de in artikel 94, eerste lid, 1°, bedoelde opdrachten bepaalt de Koning de algemene uitvoeringsregels, met inbegrip van de regels inzake wijzigingen aan de opdracht, onderaanneming en de bepalingen omtrent het einde van de opdracht. De Koning kan aldus, voor de door Hem te bepalen opdrachten, regels uitwerken voor het nazicht door aanbestedende overheden op het ontbreken van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers.
Voor de in artikel 94, eerste lid, 2°, bedoelde opdrachten bepaalt de Koning de regels inzake wijzigingen aan de opdracht, onderaanneming en de bepalingen omtrent het beëindigen van de opdracht.
§ 2. Inzake onderaanneming kan de Koning in uitvoering van paragraaf 1, voor de door Hem te bepalen opdrachten, de keten van onderaannemers beperken overeenkomstig de door Hem te bepalen nadere regels.
De Koning kan eveneens, in uitvoering van paragraaf 1, lid 1 en overeenkomstig de door Hem te bepalen nadere regels :
1° het nazicht door de aanbestedende overheden op de afwezigheid van uitsluitingsgronden in hoofde van de onderaannemers uitbreiden naar de plaatsingsprocedure;
2° voor de door Hem te bepalen opdrachten van werken die worden geplaatst door aanbestedende overheden, de erkenning als aannemer overeenkomstig de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en haar uitvoeringsbesluiten uitbreiden naar alle onderaannemers van de keten.
Artikel 157. (... - ...)
De aanbestedende entiteit kan bijzondere voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits zij verband houden met het voorwerp van de opdracht in de zin van artikel 81, § 3, en vermeld zijn in de oproep tot mededinging of in de opdrachtdocumenten. Deze voorwaarden kunnen verband houden met economische, innovatie- of milieugerelateerde dan wel sociale of arbeidsgerelateerde overwegingen.
Artikel 158. (... - ...)
Onderhavig hoofdstuk is van toepassing op de overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten opgesomd in bijlage III, behalve wanneer deze, omwille van hun beperkte waarde, onder het toepassingsgebied vallen van hoofdstuk 7.
Artikel 159. (... - ...)
§ 1. In functie van de aard en de kenmerken van de in te vullen behoefte kan de aanbestedende entiteit, voor het plaatsen van de in artikel 158 bedoelde opdrachten voor diensten :
1° beroep doen op de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging;
2° beroep doen op de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging voor zover het geraamde bedrag van de opdracht lager ligt dan 1 000 000 euro of, wanneer het geraamde bedrag van de opdracht gelijk is aan of hoger ligt dan deze drempel, in de toepassingsgevallen bedoeld in het artikel 124, met uitzondering van de aldaar onder 1° en 7° bedoelde gevallen;
3° uitdrukkelijk verwijzen naar één van de in de hoofdstukken 2 en 3 bedoelde plaatsingsprocedures of aankooptechnieken, met uitzondering van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging en van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging, zonder dat noodzakelijkerwijs voldaan moet zijn aan de toepassingsvoorwaarden van deze procedures;
4° beroep doen op een procedure sui generis met voorafgaande bekendmaking waarvan zijzelf de regels bepaalt.
De procedures bedoeld in het eerste lid moeten in ieder geval de principes van transparantie, proportionaliteit en gelijkheid van behandeling van de ondernemers eerbiedigen.
De aanbestedende entiteit specificeert ofwel het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch meest voordelige offerte aan elk van de gekozen criteria toekent, ofwel de dalende volgorde van belangrijkheid ervan. Zo niet hebben de gunningscriteria dezelfde waarde.
§ 2. Indien de aanbestedende entiteit, overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 1°, toepassing maakt van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, is zij ertoe gehouden om ten minste de bepalingen na te leven vervat in titel 1, hoofdstuk 1 van titel 3, titel 4, hoofdstuk 1 van titel 5 alsook de artikelen 51, 52, 81, 82, 85, 123 § 2, 138, 147, 148, 149, 150, 156 en 157. Wanneer de aanbestedende entiteit een aanbestedende overheid is zij er tevens toe gehouden de artikelen 67 tot 70 en 151, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, na te leven.
De overige bepalingen van de wet zijn niet van toepassing, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten.
§ 3. Indien de aanbestedende entiteit, overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 2°, toepassing maakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging, is zij ertoe gehouden om ten minste de bepalingen na te leven vervat in de bepalingen van titel 1, hoofdstuk 1 van titel 3, titel 4, hoofdstuk 1 van titel 5 alsook de artikelen 51, 52, 81, 82, 85, 123 § 2, 138, 147, 148, 149, 150, 156 en 157. Wanneer de aanbestedende entiteit een aanbestedende overheid is zij er tevens toe gehouden de artikelen 67 tot 70 en 151, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, na te leven.
De overige bepalingen van de wet zijn niet van toepassing, behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten.
§ 4. Indien de aanbestedende entiteit ervoor kiest om toepassing te maken van paragraaf 1, eerste lid, 3°, is zij ertoe gehouden de plaatsingsprocedure waarnaar zij verwijst integraal toe te passen en is zij onderworpen aan de bepalingen van onderhavige wet.
§ 5. Indien de aanbestedende entiteit ervoor kiest om toepassing te maken van paragraaf 1, eerste lid, 4°, is zij ertoe gehouden om tenminste de bepalingen na te leven van titel 1, van hoofdstuk 1 van titel 3, titel 4 en hoofdstuk 1 van titel 5 na te leven. Wanneer de aanbestedende entiteit een aanbestedende overheid is zij er tevens toe gehouden de artikelen 67 tot 70 en 151, met uitzondering van paragraaf 1, eerste lid, na te leven.
Zij is er eveneens toe gehouden de nadere regels toe te passen die zijzelf heeft bepaald. Voor de bepaling van deze regels kan zij :
1° zich laten inspireren door de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken; of
2° verwijzen naar bepaalde artikelen van de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken en, in voorkomend geval, in afwijkingen voorzien.
Artikel 160. (... - ...)
§ 1. Behalve wanneer gebruik wordt gemaakt van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging, overeenkomstig artikel 159, § 1, eerste lid, 2°, mag de aanbestedende entiteit gebruik maken van één van de onderstaande aankondigingen als oproep tot mededinging en daarbij aangeven van welke in artikel 159 bedoelde keuzemogelijkheid gebruik wordt gemaakt :
1° een aankondiging van opdracht, voor alle procedures;
2° een periodieke indicatieve aankondiging wanneer de opdracht wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging;
3° een aankondiging inzake het bestaan van een kwalificatiesysteem wanneer de opdracht wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging, of in een concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap;
4° een aankondiging betreffende het opstellen van een lijst van geselecteerde kandidaten, wanneer de opdracht, waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempels voor de Europese bekendmaking, wordt geplaatst in een niet-openbare procedure of een onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging.
In de in artikel 159, § 1, eerste lid, 1° of 3°, bedoelde gevallen, verwijst de gebruikte aankondiging naar de benaming van de procedure in kwestie.
In het in artikel 159, § 1, eerste lid, 4°, bedoelde geval, verduidelijkt de aanbestedende entiteit, wanneer zij zich laat inspireren door de in deze titel bepaalde plaatsingsprocedures en aankooptechnieken, de concrete regels van de procedure op beknopte wijze in de aankondiging die zij gekozen heeft. Zij verduidelijkt deze regels op meer gedetailleerde wijze in de opdrachtdocumenten.
In het in artikel 159, § 1, eerste lid, 4°, bedoelde geval, verduidelijkt de aanbestedende entiteit, wanneer zij gedeeltelijk verwijst naar de in deze titel voorziene plaatsingsprocedures en aankooptechnieken, de van toepassing zijnde artikelen en, in voorkomend geval, de afwijkingen, in de aankondiging die zij gekozen heeft.
§ 2. In afwijking van artikel 139, derde lid, wordt de vooraankondiging op voortdurende wijze bekendgemaakt en kan deze betrekking hebben op een periode van meer dan twaalf maanden. In afwijking van artikel 140 wordt de aankondiging van het bestaan van een kwalificatiesysteem eveneens op voortdurende wijze bekendgemaakt.
§ 3. De aanbestedende entiteit die een opdracht gegund heeft voor de diensten bedoeld in artikel 158, maakt de resultaten van de plaatsingsprocedure kenbaar door middel van een aankondiging van gegunde opdracht. De aankondigingen van gegunde opdracht mogen worden gegroepeerd op trimestriële basis. In dat geval worden de gegroepeerde aankondigingen binnen dertig dagen na het einde van elk kwartaal toegezonden.
Deze paragraaf is slechts van toepassing wanneer de geraamde waarde van de opdracht gelijk is aan of hoger is dan 1.000.000 euro.
§ 4. De aankondigingen bedoeld in dit artikel worden bekendgemaakt en opgesteld overeenkomstig de regels bepaald door de Koning.
Artikel 161. (... - ...)
De Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook de door hen bepaalde instanties die tevens aanbestedende overheid zijn, kunnen de deelname aan hun respectieve plaatsingsprocedures voor overheidsopdrachten voor diensten die uitsluitend betrekking hebben op diensten op het gebied van gezondheid, sociale en culturele diensten als bedoeld in artikel 158 en die vallen onder de CPV-codes 75121000-0, 75122000-7, 75123000-4, 79622000-0, 79624000-4, 79625000-1, 80110000-8, 80300000-7, 80420000-4, 80430000-7, 80511000-9, 80520000-5, 80590000-6, van 85000000-9 tot en met 85323000-9, 92500000-6, 92600000-7, 98133000-4, 98133110-8, aan bepaalde organisaties voorbehouden.
Een organisatie als bedoeld in het eerste lid moet aan alle hierna volgende voorwaarden voldoen :
1° haar doel is het vervullen van een opdracht van algemeen belang die verband houdt met de in het eerste lid bedoelde diensten;
2° winsten worden opnieuw geïnvesteerd met het oogmerk het doel van de organisatie te behartigen. Wanneer winsten worden uitgekeerd of herverdeeld, dan moet dit op grond van participatieve overwegingen geschieden;
3° de beheers- of eigendomsstructuren van de organisatie die de opdracht uitvoert, zijn gebaseerd op werknemersaandeelhouderschap of beginselen van participatie, of vergen de actieve participatie van werknemers, gebruikers of belanghebbenden;
4° door de betrokken aanbestedende overheid is uit hoofde van dit artikel in de laatste drie jaar aan de organisatie geen opdracht voor de diensten in kwestie gegund.
De opdracht heeft een maximale looptijd van drie jaar.
In de aankondiging van een opdracht of de vooraankondiging wordt naar dit artikel verwezen.
Artikel 162. (... - ...)
De in artikel 94, eerste lid, 1°, bedoelde overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro zijn uitsluitend onderworpen aan :
1° de bepalingen van titel 1, met uitzondering van de artikelen 12 en 14;
2° de bepalingen inzake het personeel en materieel toepassingsgebied bedoeld in hoofdstuk 1 van titel 3.
Deze opdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur.
Artikel 163. (... - ...)
§ 1. Behoudens andersluidende bepaling is deze titel van toepassing op de plaatsing door de in artikel 2, 5°, bedoelde aanbesteders van overheidsopdrachten waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan de drempels voor de Europese bekendmaking.
§ 2. De Koning stelt een aanspreekpunt in voor de samenwerking met de Europese Commissie wat betreft de toepassing van deze titel en van de wetten en besluiten inzake overheidsopdrachten.
§ 3. Het aanspreekpunt is belast met het opstellen, uiterlijk op 18 april 2017 en vervolgens elke drie jaar, van een rapport dat bestemd is voor de Europese Commissie. Dat rapport bevat de resultaten van steekproefsgewijze monitoringactiviteiten inzake de toepassing van de regels betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en informatie over :
1° de institutionele organisatie en de betrokken toezichthoudende instanties;
2° de preventie, opsporing en adequate melding van gevallen van fraude, corruptie, belangenvermenging en andere ernstige onregelmatigheden in het kader van de plaatsing van overheidsopdrachten;
3° in voorkomend geval, de meest voorkomende factoren die tot verkeerde toepassing of rechtsonzekerheid leiden, met inbegrip van mogelijke structurele of terugkerende problemen bij de toepassing van de regels;
4° de mate van deelname van kleine en middelgrote ondernemingen, hierna "K.M.O.'s", aan de plaatsingsprocedures van de paragraaf 1 bedoelde opdrachten;
5° het ter beschikking stellen aan aanbesteders en ondernemers, in het bijzonder K.M.O.'s, van informatie over de toepassing van wetten, besluiten en omzendbrieven inzake overheidsopdrachten, alsook over de interpretatie ervan;
6° het ter beschikking stellen van ondersteuning of instrumenten zodat aanbesteders de plaatsingsprocedures kunnen plannen en uitvoeren.
Voor de toepassing van het eerste lid geldt voor "K.M.O." de ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen euro of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen euro niet overschrijdt.
Het eerste rapport heeft betrekking op de periode vanaf de inwerkingtreding van deze wet tot 31 december 2016 en nadien op opeenvolgende periodes van drie jaar.
§ 4. De Koning bepaalt de types van steekproefsgewijze monitoringactiviteiten die in aanmerking worden genomen en waarvan de resultaten kunnen worden opgevraagd door het in paragraaf 2 bedoelde aanspreekpunt bij de aanbesteders die onder de federale overheid vallen.
De Koning kan eveneens de in paragraaf 2 bedoelde informatie verduidelijken die door dat aanspreekpunt kan worden opgevraagd bij de in het eerste lid vermelde aanbesteders.
§ 5. De gemeenschaps- en gewestregeringen bezorgen het aanspreekpunt, uiterlijk op 15 maart 2017 en vervolgens elke 3 jaar, de resultaten van de steekproefsgewijze monitoringactiviteiten en de informatie, als bedoeld in paragraaf 3, die op hen betrekking heeft.
Daartoe kunnen de gemeenschaps- en gewestregeringen, ieder wat hen betreft, alle nuttige inlichtingen en informatie opvragen bij de aanbesteders die onder hun bevoegdheden vallen.
§ 6. Het aanspreekpunt is belast met de bekendmaking van de resultaten van de monitoringactiviteiten door middel van passende informatiemiddelen.
§ 7. In voorkomend geval bezorgen de gemeenschaps- en gewestregeringen het aanspreekpunt informatie over de praktische uitvoering van het strategische beleid inzake overheidsopdrachten.
§ 8. Onverminderd het bepaalde in wetten, decreten en ordonnanties inzake archieven, houden de aanbesteders, ten minste gedurende tien jaar vanaf de datum van sluiting van de opdracht en in ieder geval zolang de waarborgtermijn loopt, kopieën bij van alle gesloten overeenkomsten met een waarde van ten minste :
1° 1.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor leveringen of diensten;
2° 10.000.000 euro voor overheidsopdrachten voor werken.
De aanbesteders verlenen toegang tot deze opdrachten; de toegang tot specifieke documenten of informatie kan echter worden geweigerd voor zover en onder de voorwaarden bepaald in het toepasselijke recht van de Europese Unie of de toepasselijke wetten, decreten en ordonnanties inzake toegang tot bestuursdocumenten en gegevensbescherming.
Artikel 164. (... - ...)
§ 1. Voor elke opdracht, raamovereenkomst die of dynamisch aankoopsysteem dat onder het toepassingsgebied van titel 2 valt en waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan de drempel voor de Europese bekendmaking, bewaren aanbestedende overheden schriftelijk ten minste de volgende informatie :
1° de naam en het adres van de aanbestedende overheid, het voorwerp en het bedrag van de opdracht, de raamovereenkomst of het dynamisch aankoopsysteem;
2° in voorkomend geval, de resultaten van de selectie en/of beperking van het aantal kandidaten, offertes of oplossingen als bedoeld in de artikelen 79 en 80 namelijk :
a) de namen van de geselecteerde kandidaten of inschrijvers, met de juridische en feitelijke motivering van hun selectie;
b) de namen van de uitgesloten kandidaten of inschrijvers, met de juridische en feitelijke motivering van hun wering;
3° de juridische en feitelijke redenen voor de afwijzing van abnormaal laag bevonden offertes;
4° de naam van de geselecteerde inschrijver en de juridische en feitelijke motivering voor de keuze van deze offerte, met inbegrip van de kenmerken en voordelen ervan, alsook, indien bekend, het gedeelte van de opdracht of raamovereenkomst dat de geselecteerde inschrijver voornemens is in onderaanneming aan derden te geven; en, indien deze op dat ogenblik bekend zijn, de namen van de onderaannemers van de hoofdaannemer, in voorkomend geval;
5° bij mededingingsprocedures met onderhandeling en bij concurrentiegerichte dialogen, de juridische en feitelijke motivering die het gebruik van deze procedures in de in de artikelen 38, § 1, en 39, § 1, bedoelde omstandigheden rechtvaardigt of mogelijk maakt;
6° voor onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande bekendmaking, de juridische en feitelijke motivering die het gebruik van deze procedure in de in artikel 42, § 1, bedoelde omstandigheden rechtvaardigt of mogelijk maakt;
7° in voorkomend geval, de juridische en feitelijke redenen voor het besluit van de aanbestedende overheid om een opdracht niet te gunnen, een raamovereenkomst niet te sluiten of een dynamisch aankoopsysteem niet in te voeren;
8° in voorkomend geval, de redenen voor het gebruik van andere dan elektronische communicatiemiddelen bij het indienen van offertes;
9° in voorkomend geval, vastgestelde belangenconflicten en de in dit verband genomen maatregelen;
10° in voorkomend geval, de in artikel 52, § 1, bedoelde passende maatregelen;
11° de redenen waarom de opdracht niet in percelen is verdeeld.
De in het eerste lid bedoelde informatie moet niet beschikbaar zijn voor opdrachten die zijn gebaseerd op overeenkomstig artikel 43, § 4, of artikel 43, § 5, 2° gesloten raamovereenkomsten.
Voor zover de krachtens artikel 62 of artikel 90, § 3, opgestelde aankondiging van gegunde opdracht de in het eerste lid vereiste informatie bevat, kunnen de aanbestedende overheden naar die aankondiging verwijzen.
§ 2. Voor elke opdracht of raamovereenkomst die onder het toepassingsgebied van titel 3 valt en waarvan het bedrag gelijk is aan of hoger is dan de drempel voor de Europese bekendmaking, en telkens wanneer een dynamisch aankoopsysteem wordt ingevoerd, bewaren aanbestedende entiteiten schriftelijk voldoende informatie, met de juridische en feitelijke motivering, die hen later in staat stelt hun beslissingen te rechtvaardigen met betrekking tot :
1° de kwalificatie of de selectie van de ondernemers en de gunning van de opdrachten;
2° het gebruik van onderhandelingsprocedures zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 124;
3° de niet-toepassing van het bepaalde in de hoofdstukken 3 tot 5 van titel 3 krachtens de afwijking bedoeld in het eerste hoofdstuk van deze titel;
4° in voorkomend geval, de redenen voor het gebruik van niet-elektronische communicatiemiddelen bij het indienen van offertes;
5° in voorkomend geval, de in artikel 52, § 1, bedoelde passende maatregelen.
Indien de aankondiging van gegunde opdracht, opgesteld overeenkomstig artikel 143 of artikel 160, § 3, de in deze paragraaf vereiste informatie bevat, mogen de aanbestedende entiteiten naar die aankondiging verwijzen.
§ 3. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde informatie of de belangrijkste elementen daarvan worden desgevraagd aan het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt, aan de gemeenschaps- of gewestregeringen of aan de betrokken toezichthoudende instanties bezorgd.
§ 4. De aanbesteders documenteren het verloop van alle plaatsingsprocedures, ongeacht of deze al dan niet elektronisch worden verricht. Daartoe zien zij erop toe dat zij voldoende documentatie bijhouden om de besluiten in alle stadia van de plaatsingsprocedures te kunnen motiveren, zoals documentatie over de communicatie met ondernemers en interne beraadslagingen, het opstellen van de opdrachtdocumenten, de eventuele dialoog of onderhandeling, en de selectie en gunning van de opdracht. Deze documentatie wordt ten minste gedurende tien jaar bewaard vanaf de datum van sluiting van de opdracht en in ieder geval tot het einde van de waarborgtermijn, onverminderd het bepaalde in wetten, decreten en ordonnanties inzake archieven.
De onderhavige paragraaf is van toepassing op elke opdracht of raamovereenkomst die onder het toepassingsgebied van titel 2 of 3 valt, ook op de opdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan de drempel voor de Europese bekendmaking. De onderhavige paragraaf is echter niet van toepassing op de in de hoofdstuk 7 van titel 2 of in hoofdstuk 7 van titel 3 bedoelde overheidsopdrachten van beperkte waarde.
Artikel 165. (... - ...)
§ 1. De aanbesteders bezorgen het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt desgevraagd alle statistische inlichtingen en gegevens die nodig zijn voor het opmaken van statistieken betreffende de overheidsopdrachten waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of hoger is dan de drempels voor de Europese bekendmaking.
§ 2. De aanbesteders bezorgen het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt, uiterlijk op 15 maart 2017 en vervolgens elke drie jaar, de totale waarde van de opdrachten met een bedrag onder de drempels voor de Europese bekendmaking. De totale waarde van deze opdrachten wordt opgesplitst naargelang het gaat om opdrachten voor werken, leveringen of diensten.
De overgemaakte gegevens hebben betrekking op de drie voorafgaande jaren.
Artikel 166. (... - ...)
De bevoegde overheden verstrekken, ieder wat hem betreft, de inlichtingen die opgevraagd worden in het kader van het informatiesysteem interne markt, hierna "IMI", ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie, teneinde de informatie uit te wisselen zoals bedoeld in de artikelen 53 tot 55, 67 tot 70, 73, 75, 77 en 84, voor de klassieke sectoren, en in de artikelen 133, 5°, 152 en 153, eerste lid, 3°, gelezen in samenhang met de artikelen 55, 77 en 84, voor de speciale sectoren.
Op vraag van een gemeenschaps- of gewestregering, of van het in artikel 163, § 2, bedoelde aanspreekpunt, verstrekken de aanbesteders de in het eerste lid bedoelde inlichtingen.
Artikel 167. (... - ...)
Behoudens indien anders is bepaald gebeurt de berekening van de krachtens deze wet bepaalde termijnen overeenkomstig de verordening 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden.
Artikel 168. (... - ...)
§ 1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten die onder het toepassingsgebied vallen van titel 2 van deze wet, alsook op de overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten die ingevolge de werking van de bepalingen van Onderafdeling 3 van Afdeling 2 van Hoofdstuk I van titel 2, van het materieel toepassingsgebied van deze titel uitgesloten worden.
§ 2. De Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen verwerven wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties. Hetzelfde geldt ten aanzien van de publiekrechtelijke instellingen waarvan ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak door een van de eerstgenoemde overheden gefinancierd wordt, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van een van die overheden, ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door een van die overheden zijn aangewezen. Wat de van de Gewesten of van de Gemeenschappen afhangende publiekrechtelijke instellingen betreft is de verplichting echter slechts van toepassing voor zover het bestuursinstellingen betreft waarvan de werkingssfeer overeenstemt met deze van het Gewest of van de Gemeenschap.
De aanbestedende overheden onderworpen aan het in het eerste lid bedoelde verplichting worden, voor de toepassing van dit artikel, "centrale overheden" genoemd.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "het verwerven van een gebouw" ook de huur en het verwerven van zakelijke rechten op een gebouw verstaan.
De aanbestedende overheden waarop het eerste lid niet toepasselijk is, overwegen wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties.
Als voorwaarde voor de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties geldt dat die in overeenstemming zijn met de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid, de duurzaamheid in een breder verband, de technische geschiktheid, alsmede met de aanwezigheid van voldoende concurrentie.
Alle aanbestedende overheden overwegen bij het plaatsen van opdrachten voor diensten de mogelijkheid energieprestatiecontracten voor de lange termijn te sluiten die energiebesparingen op de lange termijn opleveren.
§ 3. De Koning stelt de nadere regels vast voor de toepassing van paragraaf 2. Daartoe bepaalt Hij onder meer de minimumeisen inzake energie-efficiëntieprestatie voor de door Hem te bepalen producten, diensten en gebouwen.
Artikel 169. (... - ...)
Elke minister kan, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, de beslissingen nemen inzake de plaatsing en uitvoering van opdrachten voor rekening van de federale overheid en van de instellingen die onder zijn hiërarchisch gezag staan.
Voor de andere publiekrechtelijke personen dan deze bedoeld in het eerste lid worden de bevoegdheden voor het plaatsen en uitvoeren van opdrachten uitgeoefend door de overheden en organen bevoegd krachtens de bepalingen van een wet, decreet, ordonnantie, reglement of statuut.
De bevoegdheden toegekend krachtens het eerste en tweede lid kunnen, voor de bevoegde overheden en organen bedoeld in deze leden, die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren, worden overgedragen binnen de grenzen vastgesteld door de Koning, behalve wanneer een bijzondere wettelijke bepaling deze overdracht regelt.
Artikel 170. (... - ...)
De koninklijke besluiten welke in uitvoering of met toepassing van deze wet worden vastgesteld, worden in Ministerraad overlegd.
Artikel 171. (... - ...)
De Koning kan de maatregelen nemen, met inbegrip van de opheffing, aanvulling, wijziging of vervanging van wetsbepalingen, die nodig zijn om de omzetting te verzekeren van de verplichte bepalingen die voortvloeien uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de internationale akten die genomen werden krachtens dit verdrag en die de overheidsopdrachten betreffen bedoeld in deze wet.
De maatregelen maken het voorwerp uit van een verslag dat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt voorgelegd.
De Koning kan tevens de bepalingen van deze wet opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen om te voorzien in de omzetting van niet-verplichte bepalingen die voortvloeien uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de internationale akten die genomen werden krachtens dit Verdrag en die betrekking hebben op de overheidsopdrachten en de opdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld in deze wet.
De in het vorige lid vermelde maatregelen maken het voorwerp uit van een wettelijke bekrachtiging binnen de twee jaar na hun inwerkingtreding.
Artikel 172. (... - ...)
De Koning kan de organieke en statutaire bepalingen in overeenstemming brengen met de bepalingen van deze wet wat de in respectievelijk artikel 2, 1°, en 2°, bedoelde aanbestedende overheden en overheidsbedrijven betreft die, krachtens een wet of besluit, onder het hiërarchische gezag of het toezicht van een federale minister staan.
Artikel 173. (... - ...)
In artikel 3 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2010 en bij de wet van 22 november 2013, wordt het derde lid aangevuld met de woorden :
", onder voorbehoud van de regelgeving inzake overheidsopdrachten en concessies op het vlak van de verificatie- en betalingsregels zoals vervat in de algemene uitvoeringsregels".
Artikel 174. (... - ...)
Artikel 3/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 november 2013, wordt opgeheven.
Artikel 175. (... - ...)
In artikel 2 van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, worden de bepalingen onder 2° en 3° vervangen als volgt :
"2° overheidsbedrijf : elke onderneming die een activiteit als bedoeld in de artikelen 96 tot 102 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten uitoefent waarop de aanbestedende overheden rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of in de onderneming geldende voorschriften. De overheersende invloed wordt vermoed wanneer deze overheden, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van de onderneming :
a) de meerderheid van het maatschappelijk kapitaal bezitten; of
b) over de meerderheid van de stemmen beschikken die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen; of
c) meer dan de helft van de leden van het bestuurs, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen;
3° persoon die geniet van bijzondere of exclusieve rechten : de persoon die bijzondere of exclusieve rechten geniet wanneer hij een activiteit uitoefent als bedoeld in titel 3 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. De bijzondere of exclusieve rechten zijn rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde overheid verleende machtiging op grond van een wettelijke, reglementaire of administratieve bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een van de voormelde titel 3 bedoelde activiteiten aan een of meer entiteiten voorbehouden blijft waardoor de mogelijkheden van andere entiteiten om dezelfde activiteit uit te oefenen wezenlijk nadelig worden beïnvloed;
De rechten toegekend door middel van een procedure die het voorwerp was van een gepaste bekendmaking en waarbij gebruik werd gemaakt van objectieve criteria, vormen geen "bijzondere of exclusieve rechten" in de zin van het onderhavig punt.
Deze procedures zijn onder meer de volgende :
a) de procedures voor de plaatsing van een opdracht met voorafgaande oproep tot mededinging, overeenkomstig onderhavige wet, de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten;
b) de procedures ingevolge andere rechtshandelingen van de Europese Unie, opgesomd in bijlage IV van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, die een voldoende voorafgaande transparantie waarborgen met het oog op het toekennen van vergunningen op basis van objectieve criteria.
Artikel 176. (... - ...)
In de artikelen 2, 4, en 37 van dezelfde wet worden de woorden "aanbestedende entiteit" vervangen door de woorden "persoon die genieten van bijzondere of exclusieve rechten", worden de woorden "aanbestedende entiteiten" vervangen door de woorden "personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten" en worden de woorden "aanbestedende entiteit(en)" vervangen door de woorden "persoon of personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten".
Artikel 177. (... - ...)
In dezelfde wet wordt het opschrift van titel 3 "Opdrachten afgesloten door aanbestedende entiteiten" vervangen door onderstaand opschrift :
"Titel 3 - Opdrachten afgesloten door personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten".
Artikel 178. (... - ...)
In dezelfde wet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 4/1. In het geval van gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op verwervingen die onder deze wet vallen of onder artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of onder één van de gevallen zoals bepaald in artikel 15, tweede lid, als op verwervingen die onder titel 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vallen, is artikel 24 van deze laatste wet van toepassing.
In het geval van gemengde opdrachten die zowel betrekking hebben op verwervingen die onder deze wet vallen of onder artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of onder één van de gevallen zoals bepaald in artikel 15, tweede lid, als op verwervingen die onder titel 3 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vallen, zijn de artikelen 106 en 107 van deze laatste wet van toepassing.".
Artikel 179. (... - ...)
In artikel 13 van dezelfde wet worden de woorden "als bedoeld in titel III van de wet van 15 juni 2006" vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 94, 1°, b, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten".
Artikel 180. (... - ...)
Artikel 15 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
"Art. 15. Deze wet is van toepassing op de overheidsopdrachten die betrekking hebben op :
1° de levering van militair materieel, inclusief onderdelen, componenten en/of assemblagedelen;
2° de levering van gevoelig materieel, inclusief onderdelen, componenten en/of assemblagedelen;
3° werken, leveringen en diensten die rechtstreeks met het onder 1° en 2° genoemde materieel verband houden, voor alle fasen of voor een deel van de levenscyclus ervan;
4° werken en diensten voor specifiek militaire doeleinden of gevoelige werken en gevoelige diensten.
In onderstaande gevallen is echter uitsluitend titel 3/1 van toepassing :
1° indien en voor zover de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van het Rijk niet kan worden gewaarborgd door minder ingrijpende maatregelen, bijvoorbeeld door eisen te stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de informatie die de aanbestedende overheid overeenkomstig de bepalingen van titel 2 en 3 van deze wet beschikbaar stelt;
2° indien en voor zover de toepassing van de bepalingen van titel 2 en 3 van deze wet het Rijk ertoe zou verplichten informatie ter beschikking te stellen waarvan hij de openbaarmaking in strijd acht met zijn essentiële veiligheidsbelangen;
3° wanneer het plaatsen en de uitvoering van de overheidsopdracht geheim zijn verklaard of overeenkomstig de in het Rijk geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen gepaard moeten gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, voor zover vastgesteld werd dat de essentiële belangen niet kunnen worden gewaarborgd met minder ingrijpende maatregelen, zoals die bedoeld in de bepaling onder 1° ;
4° indien artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is.".
Artikel 181. (... - ...)
Artikel 16 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Artikel 182. (... - ...)
In artikel 22, derde lid, van dezelfde wet wordt de zin "Hij kan specifieke gunningsregels toepasselijk maken op de overheidsopdrachten waarop artikel 346, 1, b, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is." opgeheven.
Artikel 183. (... - ...)
In artikel 25, 1°, van dezelfde wet wordt de bepaling onder b) opgeheven.
Artikel 184. (... - ...)
In artikel 35 van dezelfde wet wordt het tweede lid opgeheven.
Artikel 185. (... - ...)
Artikel 40/1 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :
"Art. 40/1. § 1. De Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen verwerven wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties. Hetzelfde geldt ten aanzien van de publiekrechtelijke instellingen waarvan ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak door een van de eerstgenoemde overheden gefinancierd wordt, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van een van die overheden, ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door een van die overheden zijn aangewezen. Wat de van de Gewesten of van de Gemeenschappen afhangende publiekrechtelijke instellingen betreft is de verplichting echter slechts van toepassing voor zover het bestuursinstellingen betreft waarvan de werkingssfeer overeenstemt met deze van het Gewest of van de Gemeenschap.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "het verwerven van een gebouw" ook de huur en het verwerven van zakelijke rechten op een gebouw verstaan.
De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet :
1° wanneer daardoor een conflict zou ontstaan met de aard en het hoofddoel van de activiteiten van de strijdkrachten;
2° voor opdrachten voor levering van militair materieel als bedoeld in de artikelen 3, 16° en 15, 1°.
De aanbestedende overheden waarop het eerste lid niet toepasselijk is, overwegen wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties.
Als voorwaarde voor de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties geldt dat die in overeenstemming zijn met de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid, de duurzaamheid in een breder verband, de technische geschiktheid, alsmede met de aanwezigheid van voldoende concurrentie.
Alle aanbestedende overheden overwegen bij het plaatsen van opdrachten voor diensten de mogelijkheid energieprestatiecontracten voor de lange termijn te sluiten die energiebesparingen op de lange termijn opleveren.
De aanbestedende overheden onderworpen aan het in het eerste lid bedoelde verplichting worden, voor de toepassing van dit artikel, "centrale overheden" genoemd.
§ 2. De Koning stelt de nadere regels vast voor de toepassing van paragraaf 1. Daartoe bepaalt Hij onder meer de minimumeisen inzake energie-efficiëntieprestatie voor de door Hem te bepalen producten, diensten en gebouwen.".
Artikel 186. (... - ...)
In artikel 43 van dezelfde wet worden de woorden "aanbestedende entiteiten, alsook de aanbestedende overheden en de overheidsbedrijven bedoeld in artikel 72 van de wet van 15 juni 2006" vervangen door de woorden "personen die genieten van bijzondere of exclusieve rechten bedoeld in artikel 93, 2°, b, en de overheidsbedrijven en aanbestedende overheden respectievelijk bedoeld in artikel 93, 2°, a, en c, voor de aldaar vermelde taken".
Artikel 187. (... - ...)
In dezelfde wet wordt een titel 3/1 ingevoegd, luidende "Titel 3/1 - Op grond van essentiële veiligheidsbelangen of van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie uitgesloten opdrachten".
Artikel 188. (... - ...)
In titel 3/1, ingevoegd bij artikel 187, wordt een artikel 43/1 ingevoegd luidende :
"Art. 43/1. De Koning kan specifieke plaatsingsregels, controle- en uitvoeringsmodaliteiten van toepassing maken op de in artikel 15, tweede lid, bedoelde overheidsopdrachten.".
Artikel 189. (... - ...)
In artikel 41/1 van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid van paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
"De Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen verwerven wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties. Hetzelfde geldt ten aanzien van de publiekrechtelijke instellingen waarvan ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak door een van de eerstgenoemde overheden gefinancierd wordt, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van een van die overheden, ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door een van die overheden zijn aangewezen. Wat de van de Gewesten of van de Gemeenschappen afhangende publiekrechtelijke instellingen betreft is de verplichting echter slechts van toepassing voor zover het bestuursinstellingen betreft waarvan de werkingssfeer overeenstemt met deze van het Gewest of van de Gemeenschap.";
2° tussen het eerste en tweede lid, wordt een lid ingevoegd, luidende :
"De aanbestedende overheden onderworpen aan het in het eerste lid bedoelde verplichting worden, voor de toepassing van dit artikel, "centrale overheden" genoemd.";
3° het tweede lid van paragraaf 2 wordt opgeheven.
Artikel 190. (... - ...)
De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 3, 12° en titel II, Hoofdstuk IV, afdeling III, onderafdeling V, van de wet van 15 juni 2006.
Artikel 191. (... - ...)
In het koninklijk besluit, van 13 juli 2014 betreffende de energie-efficiëntie-eisen in het kader van bepaalde overheidsopdrachten betreffende de verwerving van producten, diensten en gebouwen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in artikel 2, onder 8°, wordt de definitie voor het begrip "centrale overheden", opgeheven;
2° in artikel 3 worden de woorden "laagst vermelde" opgeheven.
Artikel 192. (... - ...)
De Koning kan de bepalingen van deze wet, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen in zake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie, coördineren.
Te dien einde kan Hij :
1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
De coördinatie krijgt het volgende opschrift : "Wetten met betrekking tot de overheidsopdrachten, gecoördineerd op ...".
Ze treedt in werking op de dag van de bekrachtiging ervan bij de wet.
Artikel 192/1. (01/04/2019- ...)
[De ondernemers kunnen hun facturen elektronisch versturen naar de aanbesteders.
De aanbesteders ontvangen en verwerken de elektronische facturen die naar hen worden verstuurd (ing. W. 7 april 2019, art. 9, I: 1 april 2019)].
Artikel 193. (14/07/2016- ...)
De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet, met uitzondering :
1° van dit artikel, dat in werking treedt de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt;
2° van de artikelen 185, 189 en 191, die in werking treden de tiende dag na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, voor de overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten die vanaf die datum worden bekendgemaakt of hadden moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie of in het Bulletin der Aanbestedingen, alsook voor de overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten waarvoor, bij ontstentenis van een verplichting tot voorafgaande bekendmaking, vanaf die datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een aanvraag tot deelneming of van een offerte.
BIJLAGE I (... - ...)
Lijst van werkzaamheden in de zin van artikel 2, 18°, a)
BIJLAGE II (... - ...)
Lijst van internationale sociale en milieuovereenkomsten, als bedoeld in artikel 7, eerste lid
BIJLAGE III (... - ...)
Diensten bedoeld in de artikelen 88 en 158
BIJLAGE IV (... - ...)
Lijst van de in artikel 2, 3°, bedoelde "andere juridische handeling van de Europese unie"