|
|
Waarderingsregels
Waarde
Bij het aanschaffen van goederen (gebouwen, materieel, gereedschap, meubilair en rollend
materieel) zijn er in de boekhoudtechniek drie manieren om de waarde ervan vast
te leggen: de aanschafwaarde, de inbrengwaarde en de samenstellingswaarde.
De aanschafwaarde
is de gefactureerde waarde, hetzij de werkelijk betaalde prijs (inclusief
belastingen en / of taksen indien deze niet kunnen worden gerecupereerd).
De inbrengwaarde
is de schatting door een onafhankelijke deskundige van de waarde van de
goederen die worden overgedragen aan de kerkraad. Dit wil zeggen dat een expert
de waarde van het goed in vergelijking met de marktwaarde vaststelt en deze
waarde onder de vorm van een verslag of een proces-verbaal aan de kerkraad
meedeelt.
De samenstellingswaarde
of fabricagewaarde ontstaat doordat door eigen werk een investering
ontstaat. Het is de waarde die aan een
goed gegeven wordt, rekening houdende met de geďnvesteerde arbeid door eigen
personeel of door de leden van de kerkraad, en de eigen gebruikte of verbruikte
materialen om het goed te maken.
Vb. Leden van de kerkraad maken zelf een kast met planken en materialen die
de kerkfabriek nog in voorraad heeft. De waarde van de kast is de prijs die in
de kleinhandel zou moeten betaald worden voor een gelijkwaardige kast. In
principe zal deze prijs de aanschafprijs van de materialen overstijgen, en
aldus rekening houden met de zelf gepresteerde arbeid.
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten (in de groene kaders)
hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale
verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven
een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s),
noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke
overheid en haar instelling(en) verbindt.