|
|
Inventaris
Omschrijving
De inventaris is een
genummerd overzicht van alle bezittingen, vorderingen, rechten, schulden en verplichtingen,
van welke aard ook, van het bestuur van de eredienst.
De inventaris omvat alle niet-verbruiksgoederen
waarover het bestuur de beschikking of het beheer heeft. In het bijzonder
worden hier ook de goederen bedoeld die als roerend erfgoed beschouwd worden.
Die inventaris is in elk geval geen statisch
document: hij moet op geregelde tijdstippen geactualiseerd worden.
De kerkraad neemt akte van de inventaris. De
inventaris wordt opgenomen in de notulen van de raad en garandeert als dusdanig
een kennisgeving aan de toezichthoudende overheid.
Er wordt geen
specifiek administratief toezicht uitgeoefend op het toezenden van de
inventaris, maar er is wel een algemeen administratief toezicht door het verplicht
toesturen van de notulen van de vergaderingen van de raden.
Om welk soort goederen
het gaat, wordt slechts omschreven. Eigendom is echter geen absolute vereiste.
Goederen die ter beschikking worden gesteld, moeten ook in de inventaris worden
opgenomen.
Opsomming
In art. 32 van het AR-Bh tot
05.09.2008, wordt een opsomming gegeven, namelijk alle bezittingen,
vorderingen, rechten, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, maar met
uitzondering van de verbruiksgoederen. De legaten en de stichtingen worden
afzonderlijk vermeld. Van de bezittingen die deel uitmaken van het privaat
patrimonium worden de rechten van het bestuur van de eredienst verduidelijkt.
Onderscheid
Bezittingen zijn alle roerende en onroerende
goederen die deel uitmaken van het patrimonium van de kerkfabriek en die niet
aangemerkt worden als verbruiksgoederen. Verbruiksgoederen gaan teniet bij een
eenmalig (vb. miswijn) of kortstondig gebruik (vb. altaarkaarsen). De andere
roerende goederen gaan enige tijd mee en zijn daarom aan veroudering (vb.
biechtstoelen) of sleet onderhevig (vb. kerkstoelen). Op zich zijn het dikwijls
roerende goederen die door hun bestemming of gebruik onroerend worden als
dienstig voor de exploitatie van de kerk.
Onroerende goederen zijn ondermeer het kerkgebouw
of de pastorij die ofwel eigendom van de kerkfabriek zijn, ofwel aan de
kerkfabriek worden ter beschikking gesteld.
Gelden zijn ook roerende goederen maar worden apart
opgenomen in financiële overzichten of rekeningen en worden in dit artikel niet
onmiddellijk bedoeld.
Een vordering is elk bedrag dat door een welbepaalde derde aan het
bestuur van de eredienst verschuldigd is. Het zijn ontvangsten die nog moeten
geïnd worden. Een vordering wordt gekenmerkt door zijn toekomstige en onzekere
aard. Een vordering wordt slechts definitief een ontvangst voor het deel dat
effectief geïnd wordt.
De vorderingen worden
vastgesteld door de voorzitter en de secretaris en worden door de
penningmeester onmiddellijk, doorlopend genummerd, opgenomen in het desbetreffende
deel van de inventaris, met vermelding van de datum van het stuk, het
financieel boekjaar en het bedrag.
De inventaris vermeldt
tevens het eventueel al ontvangen bedrag en het saldo. Minstens eenmaal per
jaar en in ieder geval op 31 december worden alle ontvangsten, evenals de
oninbaar verklaarde bedragen die betrekking hebben op een van die vorderingen
in dat deel van de inventaris opgenomen, zodat de openstaande vorderingen
kunnen worden afgelezen.
Een schuld is elk bedrag
dat door het bestuur van de eredienst aan een welbepaalde derde verschuldigd
is. Het zijn betalingen die nog moeten uitgevoerd worden. Een schuld wordt
gekenmerkt door zijn toekomstige en onzekere aard. Een schuld wordt slechts
definitief een uitgave voor het deel dat effectief betaald wordt.
De schulden worden
door de penningmeester onmiddellijk, doorlopend genummerd, opgenomen in het
desbetreffende deel van de inventaris, met vermelding van de datum van het
stuk, het financieel boekjaar en het bedrag. De inventaris vermeldt tevens het
eventueel al betaalde bedrag en het saldo. Minstens eenmaal per jaar en in
ieder geval op 31 december worden alle betalingen van schulden in dat deel van
de inventaris opgenomen, zodat het saldo kan worden afgelezen.
Verplichtingen vloeien
dikwijls voor uit stichtingen. Het zijn de (positieve) daden die een
kerkbestuur moet stellen als een aan een stichting verbonden voorwaarde.
Beperking
Art. 34 van het AR-Bh tot 05.09.2008 beperkt de bezittingen die het bestuur van de eredienst moet opnemen in
de inventaris. Alle goederen die reeds in het bezit waren vóór 01 januari 2007
moeten niet in de inventaris worden opgenomen.
Toepassing artikelen 35, 51 en 52 van het Decreet
Waardering
Het is niet de bedoeling dat in de inventaris
alle eigendommen en bezittingen van het bestuur van de eredienst worden
gewaardeerd. Niet alleen is het onbegonnen werk om van alle historische
bezittingen en van het volledige kunstpatrimonium van de besturen van de
eredienst de waarde in te schatten, maar het is ook niet zinvol. Veel
kunstvoorwerpen hebben in een marktcontext immers een grote waarde, maar hebben
dat niet in de context van het bestuur van de eredienst aangezien ze gebruikt
worden in de eredienst en dus niet zomaar kunnen worden verzilverd.
Het reglement bepaalt echter
dat van sommige elementen in de inventaris wel de waarde moet worden opgenomen.
Om te beginnen gaat het om alle bezittingen die het bestuur verwerft vanaf 1
januari 2007. Bij een dergelijke verwerving is het bestuur immers op de hoogte
van de waarde, bijvoorbeeld de aankoopwaarde of de schattingswaarde bij een
schenking, zodat die waarde zonder probleem kan worden opgenomen in de
inventaris.
Daarnaast bepaalt het reglement dat voor de onroerende goederen de
ligging, het kadastraal inkomen, de erop rustende lasten, de opbrengsten (huur-
of pachtprijs) en het jaar van verwerving worden vermeld. Het bestuur beschikt
immers over die gegevens en ze kunnen een aanduiding zijn voor de waarde van
bezittingen.
Voor de vorderingen, beleggingen,
liquide middelen en financiële schulden moet de nominale waarde opgenomen
worden, zonder dat het onderscheid wordt gemaakt tussen wat het bestuur al
bezit en wat het verwerft vanaf 1 januari 2007.
Herwaardering
De waarderingen in de inventaris zijn slechts een toelichting bij de
informatie die uit de boekhouding zelf blijkt, zonder financiële of juridische
gevolgen voor de tekorten van de besturen van de eredienst. Eventuele
herwaarderingen kunnen enkel worden doorgevoerd als ze echt nodig zijn en
bedrijfseconomische betekenis hebben. Hiertoe moet het bestuur van de eredienst
een gemotiveerde beslissing nemen.
Investeringen
Investeringen voor gebouwen worden wel vermeld in de inventaris, met
verwijzing naar de desbetreffende investeringssteekkaart. Op die wijze kunnen
ook externen een zicht behouden op de uitgevoerde investeringen.
Jaarrekening
De geactualiseerde inventaris is een onderdeel van de neer te leggen
jaarrekening [zie art. 54 van het Decreet].
Schenkingen, Legaten en Stichtingen
Schenkingen,
legaten en stichtingen moeten ook in de inventaris opgenomen worden. Zie Schenkingen en
legaten
Toepassing artikel 35 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.