|
|
Jaarrekening
Vergoeding
Het terugeisen van de
gelden is het logische gevolg van het betalen van een vergoeding aan de
penningmeester. Hoewel hij geen borg meer moet stellen voor eventuele tekorten,
blijft hij financieel verantwoordelijk voor zijn opdracht. De positieve
waardering, namelijk de vergoeding, moet de penningmeester toelaten om de
negatieve gevolgen van zijn beheer te kunnen financieren om de meestal kleine
kastekorten aan te zuiveren.
Sedert het invoeren
van het Decreet (01.01.2005) moet de kerkraad een besluit nemen. In dit besluit
moet worden bepaald, dat :
1. De penningmeester aanspraak kan maken op een vergoeding als
vergelding voor zijn prestaties en voor het risico op een eventueel tekort bij
het beheer van de financiële middelen van de kerkfabriek;
2. De grootheid van de vergoeding moet worden vastgesteld.
Traditioneel
wordt de vergoeding bepaald op maximum 5 % van de gewone ontvangsten na aftrek
van de gewone gemeentelijke toelage en van de orderverrichtingen RSZ en
bedrijfsvoorheffing.
Er kan
ook bepaald worden dat een maximumbedrag niet mag overschreden worden, bv. €
500,00. Dit maximumbedrag kan mits een nieuw besluit gewijzigd worden.
3. De penningmeester slechts de vergoeding zal ontvangen onder
aftrek van de som van de tekorten die in
de financiële middelen van de kerkfabriek werden vastgesteld indien de som van
de tekorten kleiner is dan de te betalen vergoeding, of mits terugbetaling van
het saldo van de vastgestelde tekorten indien de som van de tekorten groter is
dan te betalen vergoeding;
4. De penningmeester slechts recht heeft op vergoeding op basis
van zijn opgestelde en goedgekeurde jaar- of eindrekening;
Deze
laatste bepaling moet het mogelijk maken dat de penningmeester (of zijn
rechtverkrijgenden bij zijn overlijden) bij zijn ontslag op een ander tijdstip
dan het einde van het werkjaar wordt vergoed.
5. De vergoeding slechts zal uitbetaald worden nà het verlopen
werkjaar en nà de aanvaarding van de jaar- of eindrekening door de
toezichthoudende overheid.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.