CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Kerkraad

Aanneming van werken

Als openbare instelling zijn de besturen van de erediensten voor het uitbesteden van opdrachten van werken, leveringen en diensten onderworpen aan de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.

Voor de leden van de raad zijn, wat de deelname aan overheidsopdrachten betreft, naast de algemene verbodbepalingen in het decreet, ook die van artikel 10 van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten van toepassing.

Het is de raad die beslist over het uitschrijven van een overheidsopdracht. De raad kiest de wijze waarop de opdrachten gegund zullen worden en stelt de voorwaarden (dat is het bijzonder bestek) vast. De raad stelt ook de procedure in en gunt de opdracht.

Op deze bevoegdheidsregel bestaan de onderstaande twee uitzonderingen [zie Decreet, art. 40]: de delegatie van bevoegdheid en de dringende spoed.

Delegatie van bevoegdheid

Voor opdrachten die betrekking hebben op het dagelijks beheer van het bestuur van de eredienst en die gefinancierd worden door middelen die voorzien zijn op het exploitatiebudget (dat is de gewone begroting) kan de raad zijn bevoegdheden om de wijze van gunnen te bepalen, de voorwaarden van de opdracht vast te stellen en de opdracht te gunnen, delegeren aan de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden.

De raad kan daarbij vrij beslissen over de omvang van de delegatie. De kerkraad kan die beperken tot een bepaalde periode of tot opdrachten waarvan de prijs een door hem bepaald bedrag niet mag overschrijden. Voor opdrachten die de grenzen van de delegatie te buiten gaan, bijvoorbeeld opdrachten waarvan de vermoedelijke kostprijs meer bedraagt dan het in het delegatiebesluit vermelde bedrag, blijft de raad bevoegd.

Dringende spoed

In gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden, mogen de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden, op eigen initiatief de wijze van gunnen en de voorwaarden van een opdracht vaststellen en de opdracht gunnen.

De voorzitter en de secretaris, die samen optreden, moeten de raad daarvoor niet vooraf om een delegatie vragen: ze bezitten een eigen bevoegdheid hierover, ongeacht het bedrag van de opdracht.

Het speelt evenmin een rol of de opdracht gefinancierd moet worden door kredieten die op de gewone begroting zijn ingeschreven, dan wel door kredieten die op de buitengewone begroting zijn ingeschreven.

Onvoorzienbare gebeurtenis

De onvoorzienbare gebeurtenis wordt gekenmerkt door zijn plotse aard en door de spoed waarmee de instandhoudingwerken moeten gebeuren. Bij de beoordeling van de concrete omstandigheden door de toezichthoudende overheid moeten deze twee kenmerken onderzocht worden.

Een voorzienbare gebeurtenis, zoals het normaal onderhoud en de gewone herstelling kan niet bij dringende spoed gegund worden. Aan de plotse aard van de gebeurtenis is niet voldaan.  Een voorbeeld: een goot lekt en er sijpelt water via de kerkramen in de kerk. Het herstellingswerk aan de goot is voorzienbaar en treedt niet plots op.

De plotse gebeurtenis zoals het dringend (nood)herstel van een dakbedekking is wel een onvoorzienbare gebeurtenis die aanleiding geeft tot een herstel met dringende spoed. Een voorbeeld: het overwicht aan sneeuw doet een dak gedeeltelijk instorten. Het noodzakelijk noodherstel is dringend, zo niet komt de instandhouding van de kerk in het gedrang. De hevige sneeuwval is een onvoorzienbare gebeurtenis.

De dringende aard van het herstel is een echter een voldoende voorwaarde: noch de 10 procent meer regel, noch de oorsprong van de aan te wenden middelen (gewone of buitengewone kredieten), noch het te besteden bedrag zijn belangrijk.

De dringende aard van het herstel is noodzakelijk: werken die geen spoed vereisen, moeten wel onderworpen worden aan de kerkraad.

Informatieplicht

De voorzitter en de secretaris moeten tekst en uitleg verschaffen over hun samen genomen beslissing op de eerstvolgende vergadering van de kerkraad. Maar hun beslissing is niet voor betwisting vatbaar door de overige leden van de kerkraad: zij nemen er slechts akte van  en hoeft die niet te bekrachtigen.

De beoordeling van de concrete omstandigheden in het licht van laatstgenoemde voorwaarde behoort tot de bevoegdheid van de voorzitter en secretaris, die samen optreden, onder controle echter van de toezichthoudende overheid [zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera G].

De toezichthoudende overheid (gemeente, provincie, Vlaamse Regering) kan de spoedeisende aard van de omstandigheden onderzoeken, beoordelen en eventueel sanctioneren.

Ogenschijnlijk is geen bestraffing van de aangenomen houding door de voorzitter en secretaris mogelijk, dan de vraagstelling naar de opportuniteit van de genomen beslissing. Wat echter de financiële en administratieve verantwoordelijkheid aangaat, kunnen toch kanttekeningen worden gemaakt.

Schorsing en vernietiging

Het algemeen administratief toezicht voorziet in een schorsing- en vernietiging van de beslissingen van de kerkraad, alsmede op de beslissingen van de voorzitter en de secretaris van de raden die voor overheidsopdrachten samen optreden.

De uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst worden als het gemeentelijk belang en in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente geschaad worden [zie Decreet, Art. 58, § 1, 1ste en 2de lid]. De provinciegouverneur kan eveneens de uitvoering schorsen als het besluit de wet schendt of het algemeen belang schaadt [zie Decreet, Art. 58, § 2, 1ste lid].

De besluiten van de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden bij overheidsopdrachten, kunnen ook geschorst en vernietigd worden op grond van dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad, dus wegens het schaden van het gemeentelijk belang, in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente, het schenden van de wet of het schenden van het algemeen belang.

 Omdat die besluiten niet worden opgenomen in de notulen, vangt de toezichttermijn van dertig dagen pas aan op de dag na de dag van ontvangst van het door de toezichthoudende overheid opgevraagde dossier. Bovendien moet het schorsingsbesluit binnen voormelde termijn aan het bestuur van de eredienst en aan het centraal bestuur worden verstuurd.

 De Vlaamse Regering [zie Decreet, Art. 59, 1ste en 2de lid] kan de voormelde besluiten van de voorzitter en de secretaris, die samen optreden, ook vernietigen binnen dezelfde termijn en om dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad, dus wegens het schaden van het gemeentelijk belang, in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente, het schenden van de wet of het schenden van het algemeen belang. De termijn waarbinnen de Vlaamse Regering kan optreden, kan niet worden gestuit [zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera I].

Toepassing artikel 39 van het Decreet

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

Printversie