Centraal
Kerkbestuur Gent Stad |
Deze webpagina is een
inlichtingsbron voor de leden van de kerkraden die vallen onder het Centraal
Kerkbestuur Gent Stad, maar mag ook geraadpleegd worden door andere
geïnteresseerde derden. |
Meerjarenplan
Termijn
Binnen
de zes maanden vanaf de installatie van de gemeenteraad na de gehele
vernieuwing van deze raad, legt de kerkraad een meerjarenplan vast dat de
financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode
van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de
algehele vernieuwing van de gemeenteraad.
De
gemeenteraadsverkiezingen vonden plaats op 08.10.2006. De installatie van de
nieuwe gemeenteraad is voorzien op de 1ste werkdag van de maand
januari 2007 om 20 uur [zie Gemeentedecreet, art. 7, § 1, eerste lid]. Dit was
dinsdag 02.01.2007 om 20 uur. Het meerjarenplan moet worden opgesteld binnen
een termijn van 6 maanden te rekenen vanaf de dag van de installatie. Het
eerste meerjarenplan moet dus opgemaakt worden ten laatste op 02 juli 2007 om
24 uur en treedt in werking op 01.01.2008 voor een periode van 6 jaar, dit is
tot 31.12.2013.
Definitie
Het
meerjarenplan bevat alle afspraken voor een periode van zes jaar die steeds
ingaat het tweede boekjaar van de (gemeentelijke) legislatuur. Alle cijfers van
het meerjarenplan worden afgerond tot op de gehele euro.
Samenstellende
delen
Het
meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een
opsomming van de afspraken met de gemeente of provincie.
Strategische
nota
De
strategische nota geeft minstens uitleg over de beleidsdoelstellingen en over
de belangrijke verschillen met het vorige meerjarenplan. Die nota omvat
eveneens een omschrijving van de investeringsprojecten die in de financiële
nota worden opgenomen en het tijdpad waarbinnen ze zullen worden gerealiseerd.
Financiële nota
De
financiële nota van het meerjarenplan maakt een onderscheid tussen de
ontvangsten en uitgaven, inclusief overboekingen, die betrekking hebben op de
exploitatie enerzijds en op de investeringen anderzijds.
Ze
geeft ter vergelijking de cijfers van de laatst vastgestelde jaarrekening en de
cijfers van het laatst vastgestelde budget en ze omvat de raming van alle
ontvangsten en uitgaven, inclusief overboekingen, die tijdens de periode waarop
het meerjarenplan betrekking heeft, kunnen worden verricht, met uitzondering van
de geldverrichtingen die enkel betrekking hebben op de beschikbare kasvoorraad.
Per
financieel boekjaar worden de gemeentelijke (of provinciale) toelagen berekend.
Evenwicht
tussen Inkomsten en Uitgaven
In
elk van de financiële boekjaren waarop het meerjarenplan [of de wijziging van
het meerjarenplan] betrekking heeft, [behalve het eerste,] is het totaal van de
geraamde ontvangsten in de exploitatie, aangevuld met de eventuele
gemeentelijke of provinciale exploitatietoelage, […] gelijk aan de som van de
geraamde uitgaven in de exploitatie en de overboekingen. De gemeentelijke (of
provinciale) exploitatietoelage is de sluitpost van die berekening. [Tot
05.09.2008 gelde volgende regel: Voor het eerste financieel boekjaar waarop het
meerjarenplan of de wijziging van het meerjarenplan betrekking heeft, geldt de
bepaling van artikel 20, eerste lid.]
Evenwicht
tussen Investeringsontvangsten en Investeringsuitgaven
In
elk van de financiële boekjaren waarop het meerjarenplan betrekking heeft, is
het verschil van de investeringsontvangsten, inclusief de overboekingen, en de
investeringsuitgaven gelijk aan of groter dan nul.
[Tot
05.09.2008 gelde volgende regel: De zelfbedruipende besturen mogen gemotiveerd
afwijken van de bepalingen van dit artikel.].
Afspraken
De
afspraken met de gemeente (of de provincie) kunnen beperkingen bevatten voor de
aanwending van de in het meerjarenplan opgenomen kredieten, afspraken over het
tijdstip en de wijze van uitbetaling van de toelagen en aanvullende voorwaarden
voor het doorvoeren van interne kredietaanpassingen. Die opsomming is niet
limitatief.
Indeplaatsstelling
De
decretale indeplaatsstelling waarbij het centraal kerkbestuur optreedt voor
rekening van de kerkraad die in gebreke blijft om een meerjarenplan op te
stellen, is gebaseerd op artikel 32, 7° van het decreet.
Herzieningen
De
herzieningen die aan het meerjarenplan worden aangebracht moeten fundamenteel
zijn. Daarenboven moeten de wijzigingen betrekking hebben op het actuele
meerjarenplan 2008-2013. Er zijn twee soorten herzieningen: de wijzigingen en
de actualiseringen.
Soorten Wijzigingen
Er
wordt een onderscheid gemaakt tussen de verplichte wijziging, de
opportuniteitswijziging, de verschuiving en de verboden wijziging.
Verplichte
wijziging
De
wijzigingen zijn verplicht als in de financiële nota de gemeentelijke (of
provinciale) exploitatietoelage wordt vermeerderd of als de afspraken worden
gewijzigd; als in de financiële nota het totaal van de uitgaven van een van de
hoofdfuncties van de investeringen wordt vermeerderd of als de
financieringswijze van een investering definitief wordt gewijzigd.
Opportuniteitswijziging
Het
meerjarenplan mag gewijzigd worden als de vermeerdering van het totaal van de
uitgaven van een van de hoofdfuncties van de investeringen enkel het gevolg is
van verdisconteringen of van terugbetalingen van renteloze
thesaurievoorschotten of als het beleggingen betreft die gecompenseerd worden
door extra investeringsontvangsten.
Verschuiving
De
verschuiving van een investeringsuitgave, van een daarmee samenhangende
overboeking of van een daarmee samenhangende ontvangst naar het daaropvolgende
financieel boekjaar dat deel uitmaakt van hetzelfde meerjarenplan, geeft geen
aanleiding tot een wijziging van het meerjarenplan. Maar de verschuiving moet
wel worden opgenomen en toegelicht bij de actualisering van het meerjarenplan.
Verboden
wijziging
Het
is dus niet toegestaan dat het meerjarenplan zou worden gewijzigd enkel en
alleen om een overschot van het verleden op te nemen. De overschotten en
tekorten van de exploitatie van het verleden worden normaal gezien in de
budgetten verrekend en alleen als het meerjarenplan om een andere reden moet
worden gewijzigd, kunnen die overschotten en tekorten op dat ogenblik wel
worden opgenomen in het meerjarenplan.
Actualisering
Het
meerjarenplan moet geactualiseerd worden opdat het een correct werkdocument zou
blijven voor de kerkraad, maar vooral voor de toezichthoudende overheid. De
toetsing van de financiële gegevens kan slechts gebeuren indien het
basisdocument waarover de toezichthouder beschikt de juiste weergave is van de
reële cijfers en van de werkelijke doelstellingen die opgenomen zijn in het
meerjarenplan. Dat betekent dat als een budget wordt opgesteld of gewijzigd de cijfers
van het meerjarenplan in overeenstemming moet worden gebracht met de meest
actuele planning.
De
actualisering bestaat uit het vervangen van de cijfers van de desbetreffende
kolommen van het meerjarenplan door de cijfers van de intussen vastgestelde
budgetten, in voorkomend geval inclusief budgetwijzigingen, of jaarrekeningen.
Het geactualiseerde meerjarenplan vormt een verplichte bijlage bij elk budget
en elke budgetwijziging.
Reële cijfers
Voor
de jaren waarvan intussen de reële budgetcijfers bekend zijn, worden de
initiële cijfers van het meerjarenplan aldus vervangen door die van het budget.
Voor de jaren waarvoor de rekening intussen werd opgesteld, worden de cijfers
vervangen door de cijfers van de jaarrekening. Dat betekent dus dat door de
opeenvolgende actualiseringen de oorspronkelijke cijfers van het meerjarenplan
achtereenvolgens worden vervangen door de cijfers van het budget en de
jaarrekening voor dat jaar. Naarmate de periode waarover het meerjarenplan
loopt, verstrijkt, worden er dus steeds meer reële rekeningencijfers opgenomen
in het meerjarenplan.
Een
wijziging van het meerjarenplan heeft dezelfde vorm en dezelfde inhoud als een
gewoon meerjarenplan.
Toepassing
artikel 41 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.