|
|
Meerjarenplan
Termijnberekening,
wettelijke feestdagen
Omdat termijnberekening
niet eenvoudig is, zijn de toepasselijke artikelen van het Gerechtelijk Wetboek
in extenso (infra) opgenomen. Daarenboven wordt recente rechtspraak vermeld en
wordt een voorbeeld gegeven.
Voor een goed begrip worden
ook de wettelijke feestdagen opgesomd : de zondagen, 1 januari, paasmaandag, 1 mei, hemelvaartsdag,
pinkstermaandag, 21 juli, Maria-ten-Hemelopneming (15 augustus), Allerheiligen
(1 november), 11 november en Kerstdag (25 december).
Hierbij valt op dat
Allerzielen (2 november) en 2de kerstdag (26 december) geen
wettelijke feestdagen zijn, maar gelijkgestelde feestdagen die in de
termijnberekening als gewone werkdagen worden beschouwd.
Pasen en Pinksteren zijn
niet vermeld, maar die vallen dan ook op een zondag…
Verzendingstheorie versus
ontvangsttheorie.
Met
een rechtspraakherziening bevestigde het Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof)
wat men besloten heeft de «ontvangsttheorie» te benoemen, terwijl het Hof van
Cassatie sinds 1998 resoluut koos voor de zogeheten «verzendingstheorie»
uitgaand van een letterlijke interpretatie van artikel 32 van het Gerechtelijk
Wetboek. Het gerechtelijk wetboek werd bij art. 2 van de wet van 13.12.2005 (BS
21.12.2005) aangepast, om tegemoet te komen aan de doelstellingen van
grondwettelijke aard die door het Arbitragehof zijn uitgevaardigd. Het principe
huldigend van de dubbele datum, voorziet men nu om – voor wat de geadresseerde
betreft – rekening te houden met de meest voor de hand liggende datum waarop
deze in de mogelijkheid verkeert om effectief kennis te nemen van een brief die
door middel van een officiële kennisgeving tot hem is gericht.
De Raad van State heeft in haar arrest van 24 oktober 2002 (R.v.St. nr.
111878, 24 oktober 2002, R.W. 2002-2003,
1466) gesteld dat een kennisgeving bij een ter post aangetekende brief
rechtsgeldig is wanneer de postbode zich aan de woning van de belanghebbende
heeft aangemeld en als hij de brief niet persoonlijk aan de geadresseerde of
zijn gemachtigde heeft kunnen overhandigen in de brievenbus een bericht heeft
achtergelaten waarin deze ervan op de hoogte wordt gebracht dat de brief kan
worden afgehaald op het postkantoor.
Termijnberekening, Gerechtelijk wetboek
Art. 52, 1ste lid (GW)
De termijn wordt gerekend van middernacht tot middernacht. Hij wordt
gerekend vanaf de dag na die van de akte of van de gebeurtenis die hem doet
ingaan en omvat alle dagen, ook de zaterdag, de zondag en de wettelijke
feestdagen.
Art. 53 (GW)
De
vervaldag is in de termijn begrepen. Is die dag echter een zaterdag, een zondag
of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de
eerstvolgende werkdag.
Art. 53bis (GW)
Ten aanzien van de geadresseerde, en
tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf
een kennisgeving op een papieren drager berekend:
1° |
wanneer de
kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een ter post aangetekende
brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de
brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend
geval, op zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats; |
2° |
wanneer de
kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de
derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten
overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst. |
Art. 54 (GW)
Een in maanden of in jaren bepaalde termijn wordt gerekend van de
zoveelste tot de dag vóór de zoveelste.
Termijnberekening,
Principes
De termijn wordt in dagen (van 24 u) geteld die lopen
van middernacht tot middernacht. De termijn begint altijd op de dag na de dag
van de gebeurtenis of van de akte (dies a quo). Dit wil zeggen dat de
gebeurtenis of van de akte niet in de termijn is inbegrepen.
De termijn eindigt op de laatste dag van de termijn om
24 u (dies ad quem). Dit wil zeggen dat de laatste dag van de termijn deel
uitmaakt van de termijn. [Maar een zaterdag, een zondag of een wettelijke
feestdag als vervaldag, verlengt de termijn tot en met de eerstvolgende werkdag
bij processenrechtelijke termijnen].
Als dag van ontvangst wordt aangemerkt (is dus de 1ste
dag van de termijn): bij de verzending van een bericht ter post of bij een ter
post aangetekend schrijven, de 3de werkdag die volgt op de dag van
de afgifte ter post.
Termijnen in maanden of in jaren worden geteld door
bij het getal van de maand of het jaar het aantal maanden of jaren bij te
tellen.
Een
voorbeeld:
het meerjarenplan moest gecoördineerd worden
ingediend ten laatste op maandag 02.07.2007 bij toepassing van artikelen 41
en 42
van het
Decreet. Indien de bisschop geen ontvangst meldt van de neergelegde
meerjarenplannen, dan begint de termijn van 50 dagen te lopen vanaf de 3de
dag na de dag van overhandiging aan de postdiensten.
In
de veronderstelling dat de dag van overhandiging aan de postdiensten valt op donderdag
28.06.2007,
dan begint de termijn van 50 dagen te lopen vanaf zondag 01.07.2007 en loopt ze af op zondag
19.08.2007. In tegenstelling tot wat artikel 53 (GW) doet vermoeden, wordt deze
termijn niet verlengd. Deze verlenging geldt alleen voor processenrechterlijke
termijnen. Indien de bisschop geen advies verstrekt, dan begint voor de
gemeenteraad een termijn van 100 dagen te lopen vanaf maandag 20.08.2007 en
loopt deze termijn af op woensdag 28.11.2007.
In de veronderstelling dat de
bisschop ontvangst meldt op maandag 02.07.2007, dan begint de termijn van 50
dagen te lopen vanaf dinsdag 03.07.2007 en loopt ze af op maandag 20.08.2007.
Toepassing
artikel 43, 1ste en 2de
lid van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.