CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Opbrengsten en ontvangsten

Stichting

Een stichting (ook soms fundatie genoemd) is een schenking of een legaat waarbij een onroerend goed (grond of gebouw) en/of een roerend goed (bv. kunstwerk, geldsom, kasbon) aan de kerkfabriek wordt geschonken met de last de opbrengst ervan voor een bepaalde tijd (of soms eeuwigdurend) geheel of gedeeltelijk aan te wenden voor de aangegeven opdracht.

Het geschonken of gelegateerde kapitaal of goed wordt dus niet opgebruikt om de last te volbrengen: alleen de jaarlijkse opbrengst wordt hiertoe geheel of gedeeltelijk aangewend. Deze last omvat doorgaans het laten opdragen van een bepaald aantal missen per jaar, soms ook het onderhoud van een graf of andere concrete opdrachten.

Vrome wilsbeschikking

Dergelijke stichtingen zijn een concrete vorm of een welbepaald gevolg van een “vrome wilsbeschikking” waaraan de kerk steeds een bijzondere zorg en aandacht heeft besteed.

Vrome wilsbeschikkingen in het algemeen, en stichtingen in het bijzonder, vallen onder de regelgeving van zowel de burgerlijke als de kerkelijke overheid. In zover zij deel uitmaken van een schenking of een legaat vallen zij onder Boek III. Titel II van het Burgerlijke Wetboek, en voor kerkfabrieken vooral ook onder de wetgeving en onder het administratief toezicht op de kerkfabrieken, zoals bepaald in het decreet van de Vlaamse regering van 7 mei 2004, art. 36- 38 en 57-58.

Op basis van hun inhoud behoren vrome wilsbeschikkingen en stichtingen ook tot het domein van de kerkelijke wetgeving (Wetboek van canoniek recht, Boek V, Titel IV, can. 1299-1310). Men zal dus i.v.m. stichtingen nauwgezet de burgerlijke wetgeving en de voorgeschreven burgerlijke procedure in acht nemen. Wanneer dit niet gebeurd is moeten de erfgenamen erop gewezen worden toch zo goed mogelijk de wil van de erflater te eerbiedigen (can. 1299 § 2). Men zou hier kunnen spreken van een morele erflast [Vademecum, ptn. 585 en 586].

De jaarlijkse inkomsten van de openbare stichtingen (bvb. huishuren, pachten, renten en intresten) worden in de begroting en ook in de rekening ingeboekt bij de gewone inkomsten. De jaarlijkse uitgave voor de uitvoering van de last, bvb. de voorziene missen (soms ook voor het onderhoud van het graf), wordt ingeboekt bij de gewone uitgaven [Vademecum, pt. 592].

Toepassing artikel 51 van het Decreet

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

Printversie