|
|
Penningmeester
Eindrekening
Een uittredende penningmeester voert de
boekingen (ontvangsten en uitgaven) uit tot aan de installatie van de nieuwe
penningmeester die vanaf dat ogenblik de boekingen zal verrichten. Daarnaast,
en in uitvoering van artikel 11 van de wet van 4 maart 1870, maakt de
uittredende penningmeester een eindrekening.
Toepassing artikel 14 van het Decreet
De
eindrekening heeft dezelfde vorm en inhoud als de jaarrekening, met dien
verstande dat het document enkel de gegevens tot en met de dag van het
beëindigen van het beheer van de penningmeester bevat.
Als
de functie van penningmeester eindigt, door zijn ontslag of eventueel
overlijden, moet er een eindrekening opgesteld worden van zijn beheer binnen
twee maanden [zie Decreet, art. 56, 1ste
lid]. Als het mandaat van de penningmeester ten einde loopt en hij wordt
herkozen, eindigt de functie niet en hoeft er dus geen eindrekening te worden
opgesteld.
Normaal
maakt de penningmeester zelf zijn eindrekening op, maar als hij daartoe niet
meer in staat is, valt die verplichting ten laste van zijn rechtverkrijgenden.
De eindrekening wordt niet noodzakelijk afgesloten op 31 december, maar wel op
de dag waarop het beheer door de penningmeester eindigt.
Het
bestuur van de eredienst neemt kennis van de eindrekening en daarna volgt het
document dezelfde procedure als een gewone jaarrekening.
De
rechtverkrijgenden, dit zijn ondermeer de verantwoordelijke familieleden of de
erfgenamen, zijn aldus verplicht om de bewerkingen over te nemen. Dit is eerder
een rechtsgevolg, dan een feitelijke mogelijkheid. Het is weinig waarschijnlijk
dat een familielid of een erfgenaam van de stellen boekhoudkundige bewerkingen
en accountantshandelingen op de hoogte zal zijn.
Als
een penningmeester ontslag neemt, zal het veelal het gemakkelijkste zijn om de
eindrekening te laten samenvallen met een jaarrekening, door de nieuwe
penningmeester op 1 januari in functie te laten treden. In dat geval kan één
document tegelijk dienst doen als jaarrekening en als eindrekening. Om hierover
geen misverstanden te laten bestaan, moet die dubbele functie van dat document
duidelijk worden aangegeven.
De
eindrekening wordt aan de gouverneur als toezichthoudende overheid toegestuurd.
Kwijting
Nadat de rekening is goedgekeurd, verleent het bestuursorgaan de
penningmeester kwijting tijdens de eerstvolgende vergadering. De procedure voor
het niet-verlenen van kwijting wordt geregeld in artikel 55, §3, van het
Eredienstendecreet. Daar wordt ook bepaald hoe het bestuur tekorten moet
terugvorderen van de penningmeester.
Door de kwijting kan de penningmeester niet meer in gebreke worden
gesteld voor de wijze van het voeren van de boekhouding en
voor de eventueel nadien vastgestelde tekorten. Indien de penningmeester echter
de kerkraad (en de toezichthoudende overheid) zou misleid hebben, dan komt zijn
verantwoordelijkheid opnieuw in het gedrang.
Toepassing artikel 56 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.