|
|
Penningmeester
Jaarrekening
De
jaarrekening wordt door de kerkfabriek opgesteld na het afsluiten van het
boekjaar en omvat de gegevens van het vorige boekjaar [zie
Jaarrekening]. Maar het ontwerp van de jaarrekening wordt in uitvoering
van artikel 14, 3° van het Decreet door de penningmeester opgesteld.
De
penningmeester maakt op het einde van elk financieel boekjaar een door hem
ondertekend bewijsstuk op (de kastoestand), waaruit moet blijken dat de cijfers
van de boekhouding overeenstemmen met de saldi van de financiële rekeningen en
de kassen van het bestuur van de eredienst.
Toepassing artikel 54 van het Decreet
Goedgekeurde jaarrekening en Kwijting
De
gouverneur keurt de rekening goed binnen een termijn van tweehonderd dagen
nadat hij de rekening heeft ontvangen en hij stelt daarbij de bedragen vast.
Als er binnen die termijn van tweehonderd dagen geen besluit wordt verstuurd
naar het centraal bestuur, wordt de rekening automatisch als goedgekeurd
beschouwd. De gouverneur deelt zijn beslissing ook mee aan het gemeente- of
provinciebestuur, het bestuur van de eredienst, de penningmeester en het erkend
representatief orgaan.
Nadat
de rekening is goedgekeurd, verleent het bestuursorgaan de penningmeester
kwijting tijdens de eerstvolgende vergadering.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
Afgekeurde jaarrekening en Gebrek aan kwijting
Het
niet-verlenen van kwijting aan de penningmeester kan alleen bij gemotiveerd
besluit. De penningmeester en de provinciegouverneur worden zonder verwijl en
gelijktijdig van deze beslissing in kennis gesteld.
Indien de jaarrekening niet wordt goedgekeurd en
er bijgevolg geen kwijting wordt verleend aan de penningmeester, dan moet de
kerkraad het vastgestelde tekort terugvorderen van de penningmeester.
Dit gebeurt in 2 fazen, namelijk een
ingebrekestelling wordt aan de penningmeester toegestuurd en het tekort wordt
mits betaling vóór een bepaalde datum effectief teruggevorderd. De
provinciegouverneur wordt van de gevolgde procedure eveneens ingelicht.
De kerkraad stuurt een aangetekend schrijven aan
de penningmeester op. Het tekort wordt uitdrukkelijk vermeld, evenals een
zinsnede die de terugbetaling van de gelden binnen een bepaalde termijn
(meestal 1 maand) vastlegt.
Indien de penningmeester de gelden binnen deze termijn
terugbetaalt, dan verleent de kerkraad kwijting. Deze terugbetaling wordt aan
de toezichthoudende overheid meegedeeld.
Toepassing artikel 55 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.