|
|
Secretaris-Penningmeester
De
secretaris-penningmeester wordt verkozen onder alle leden van het centraal
kerkbestuur. Daar behoren dus ook de vertegenwoordiger van de bisschop en de
expert bij. De mandaten van voorzitter en secretaris zijn niet cumuleerbaar.
Voor de functie
van secretaris-penningmeester komen alle leden van het centraal kerkbestuur,
behalve het lid dat al voorzitter is, in aanmerking. De voorzitter kan immers
niet ter zelfde tijd secretaris-penningmeester zijn door het cumulverbod.
In tegenstelling
met de kerkraad is er geen penningmeester voorzien. De secretaris is tevens de
penningmeester van het centraal kerkbestuur.
Toepassing artikel
28 van het Decreet
Taken
De
secretaris-penningmeester is in het bijzonder belast met het opmaken van de
notulen van de vergaderingen, met het bewaren van het archief, en met de
boekhouding van het centraal kerkbestuur.
Uit de
vergelijking van de functies van penningmeester en secretaris van een kerkraad
en secretaris-penningmeester van een centraal kerkbestuur blijkt dat de
functieomschrijving van de secretaris-penningmeester samenvalt met de
gecombineerde functies van secretaris en penningmeester van een kerkraad [zie Secretaris; zie Penningmeester].
Alhoewel niet
uitdrukkelijk bepaald, zijn dezelfde regels mutatis mutandis van toepassing.
Toepassing artikel 29 van het Decreet
Vervanging
De
secretaris-penningmeester wordt bij verhindering vervangen door het jongste lid
in leeftijd. Ook hiervoor komen de leden van rechtswege niet in aanmerking.
Dit wil zeggen
dat slechts de verkozen afgevaardigden die geen bijzonder mandaat al innemen
(de afgevaardigde die al de functie van ofwel voorzitter, ofwel
secretaris-penningmeester waarneemt) slechts in aanmerking komen om als
vervangend voorzitter of secretaris-penningmeester op te treden.
Toepassing artikel 30 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.