|
|
Verkiezingen
Verkiezingsprocedure van de Kerkraad
Het verloop van de aanstelling- of
verkiezingsprocedure is in eerste instantie een aangelegenheid van de betrokken
eredienst zelf, waarbij het erkend representatief orgaan erop toeziet dat de
verrichtingen correct verlopen.
De raad en uiteindelijk het erkend
representatief orgaan spreken zich uit over bezwaren die tegen bepaalde
kandidaten worden ingediend.
De toezichthoudende overheid kan, op klacht
of ambtshalve, de aanstelling- of verkiezingsverrichtingen toetsen aan de
decretale bepalingen, meer bepaald aan de voorschriften met betrekking tot:
- de verkiesbaarheidvoorwaarden;
- de onverenigbaarheden;
- de bekendmaking van vacatures en kandidaten.
1. De door
het bisdom aangestelde parochieverantwoordelijke, meestal de parochiepriester,
zal aan de parochiegemeenschap schriftelijk het aantal te begeven plaatsen in
de kerkraad mededelen waarbij tevens een oproep aan de leden van de
parochiegemeenschap gelanceerd wordt om zich kandidaat te stellen.
2. De lijst
met kandidaten zal nadien bekend gemaakt worden.
3. Uit deze
lijst zal met meerderheid van stemmen het nieuwe lid of de nieuwe leden gekozen
worden.
Bij de eerste samenstelling werden de leden
van de kerkraad "aangesteld" en werd gesproken van aangestelde leden.
Gedeeltelijke 3-jaarlijkse vernieuwing
1.
Bij elke gedeeltelijke
vernieuwing van de kerkraad en staat vast welke leden uittredend zijn:
beurtelings de "kleine" en de "grote" helft. Het aantal
uittredende leden en te begeven mandaten is aldus gekend.
2.
De parochieverantwoordelijke
deelt schriftelijk aan de parochiegemeenschap het aantal te begeven mandaten
mee en verzoekt aan de leden van de parochiegemeenschap om te kandideren.
De uittredende leden zijn herverkiesbaar als zij nog voldoen aan de
verkiesbaarheidvoorwaarden [zie Decreet, art. 9 en art. 16] en zij zich
kandidaat stellen.
Ter zelfde tijd kondigt de
parochieverantwoordelijke de effectieve verkiezingsdatum en verkiezingplaats
mee.
Om alles tijdig klaar te
krijgen wordt aangeraden om die vergadering te plannen in de maand februari van
het verkiezingsjaar.
3.
Op de verkiezingsdag kiezen
de overblijvende zittende leden en de parochieverantwoordelijke bij gewone
meerderheid de nieuwe leden van de kerkraad uit de leden die vermeld zijn op de
lijst van kandidaat-leden.
4.
Het proces-verbaal van de verkiezing wordt alleen
ondertekend door de kiesgerechtigden, d.w.z. de kleine helft of de grote helft
en de vertegenwoordiger van het representatief orgaan.
5.
Het proces-verbaal wordt
genotuleerd op de eerstvolgende vergadering van de kerkraad. Voor de ondertekening
van de notulen gelden de gewone regels.
Vanaf de eerste gedeeltelijke vernieuwing
worden de uittredende leden vervangen door "verkozen" leden. De
overige zittende leden zijn “aangestelde” leden tot hun herverkiezing of
definitieve vervanging.
Toepassing artikel 5 t.e.m. 7 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten
hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en
omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk
standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de
burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en
haar instelling(en) verbindt.