|
|
Verkiezingen
Gewone
meerderheid
Bij de verkiezing van de
mandatarissen van de Kerkraad moet de gewone meerderheid bereikt worden.
De gewone meerderheid wordt als
volgt berekend:
Naargelang van het aantal leden waaruit het
bestuursorgaan bestaat, wordt de meerderheid berekend door de helft van het
aantal uitgebrachte stemmen te vermeerderen met 1 (bij een even aantal leden)
of met 0,5 (bij een oneven aantal). De blanco of de ongeldige stemmen worden meegeteld.
Voorbeeld: als in de raad zes leden
zitting hebben, wordt de gewone meerderheid bereikt bij vier stemmen (de helft
van zes + één).
In het geval van vijf leden is de
gewone meerderheid drie leden (de helft van vijf + een half).
Als het aantal geldige stemmen niet
bereikt is, wordt de kandidaat niet verkozen.
Zie Omzendbrief 2008/01 dd
22.02.2008, deel III, pt. 4
Volstrekte meerderheid
De
kandidaten van een Centraal kerkbestuur worden verkozen met een volstrekte
meerderheid van stemmen van de aanwezige leden van de kerkraden.
De
volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte
stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet meegenomen in de
berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van
de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal
wordt eventueel afgerond naar de hogere eenheid.
Zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt. 1.2,
in fine
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.