|
|
Waardering
Het is niet de bedoeling dat in de
inventaris alle eigendommen en bezittingen van het bestuur van de eredienst
worden gewaardeerd. Niet alleen is het onbegonnen werk om van alle historische
bezittingen en van het volledige kunstpatrimonium van de besturen van de
eredienst de waarde in te schatten, maar het is ook niet zinvol. Veel
kunstvoorwerpen hebben in een marktcontext immers een grote waarde, maar hebben
dat niet in de context van het bestuur van de eredienst aangezien ze gebruikt
worden in de eredienst en dus niet zomaar kunnen worden verzilverd.
Het reglement1bepaalt echter dat van sommige elementen in de
inventaris wel de waarde moet worden opgenomen. Om te beginnen gaat het om alle
bezittingen die het bestuur verwerft vanaf 1 januari 2007. Bij een dergelijke
verwerving is het bestuur immers op de hoogte van de waarde, bijvoorbeeld de
aankoopwaarde of de schattingswaarde bij een schenking, zodat die waarde zonder
probleem kan worden opgenomen in de inventaris.
Daarnaast bepaalt het
reglement dat voor de onroerende goederen de ligging, het kadastraal inkomen,
de erop rustende lasten, de opbrengsten (huur- of pachtprijs) en het jaar van
verwerving worden vermeld. Het bestuur beschikt immers over die gegevens en ze
kunnen een aanduiding zijn voor de waarde van bezittingen.
Voor de vorderingen, beleggingen, liquide middelen en financiële schulden
moet de nominale waarde opgenomen worden, zonder dat het onderscheid wordt
gemaakt tussen wat het bestuur al bezit en wat het verwerft vanaf 1 januari
2007. De waarderingskwestie ligt normaliter minder moeilijk.
De waarderingen in de
inventaris zijn slechts een toelichting bij de informatie die uit de
boekhouding zelf blijkt, zonder financiële of juridische gevolgen voor de
tekorten van de besturen van de eredienst. Eventuele herwaarderingen kunnen
enkel worden doorgevoerd als ze echt nodig zijn en bedrijfseconomische
betekenis hebben. Hiertoe moet het bestuur van de eredienst een gemotiveerde
beslissing nemen. Investeringen voor gebouwen worden wel vermeld in de
inventaris, met verwijzing naar de desbetreffende investeringssteekkaart. Op
die wijze kunnen ook externen een zicht behouden op de uitgevoerde
investeringen.
[1] Besluit van de Vlaamse Regering houdende het
algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten
en van de centrale besturen van de erkende erediensten (Gecoördineerde versie
tot 05 september 2008)
Toepassing artikel 35 van het Decreet
© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk
gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de
interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de
Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en
haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en)
verbindt.