|
|
Art.
11. (de oud-leden)
De kerkraad kan aan een aftredend lid van de kerkraad dat zijn mandaat
gedurende ten minste tien jaar in dezelfde kerkfabriek heeft uitgeoefend, de
eretitel van zijn mandaat verlenen.
De kerkraad kan aan een uitgetreden
lid of een definitief vervangen lid de eretitel van zijn mandaat verlenen als
hij gedurende 10 jaar zijn mandaat heeft uitgeoefend. Blijkbaar lag het in de
bedoeling van de Decretale overheid om een lid te belonen voor zijn
jarenlange inzet. Het mandaat moet worden uitgeoefend in eenzelfde kerkraad.
Dat het mandaat 10 jaar ononderbroken moet worden uitgeoefend wordt niet
vermeld. De eretitel kan het best toegekend
worden onder de benaming van “Oud-voorzitter, Oud-secretaris,
Oud-penningmeester, Oud-lid van de Kerkraad van de parochie van …”. Iedereen
kan erevoorzitter worden, maar weinigen zijn Oud-voorzitter. |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.