|
|
Art.
15. (de vertegenwoordiging van de kerkraad)
De kerkraad wordt vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris van de
kerkraad in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen.
De voorzitter en de secretaris, die samen optreden, zijn belast met de
uitvoering van de besluiten van de kerkraad.
De bekendmakingen, de akten en de briefwisseling van de kerkfabriek worden
ondertekend door de voorzitter en meeondertekend door de secretaris.
Onverminderd artikel 12, tweede lid, wordt de voorzitter die verhinderd is,
vervangen door het oudste lid in leeftijd van de kerkraad en wordt de
secretaris die verhinderd is, vervangen door het jongste lid in leeftijd van de
kerkraad.
De kerkraad is het orgaan van de
kerkfabriek. De voorzitter en de secretaris kunnen gelijk gesteld worden aan
de bestuurders of de afgevaardigde beheerders van een vennootschap. Zij
treden gezamenlijk op bij het uitvoeren en de opvolging van de besluiten van
de kerkraad. Bij elke handeling, gerechtelijk of buitengerechtelijk, vertegenwoordigen
zij de kerkraad. De voorzitter en de secretaris ondertekenen de
bekendmakingen, de akten en de briefwisseling van de kerkfabriek. Zij
kunnen hun (dagelijkse) bevoegdheden noch geheel, noch gedeeltelijk, noch
permanent, noch tijdelijk overdragen aan een ander lid van de kerkraad [Standpunt van de permanente werkgroep erediensten; datum
validatie 13/10/2005]. Indien de voorzitter en / of de secretaris
belet zijn, dan worden ze vervangen respectievelijk door het oudste lid en
het jongste lid van de kerkraad. Daarbij moet enerzijds de cumulregel zoals
voorzien in art. 12, 2de lid van het Decreet gerespecteerd worden
en anderzijds de quorumregel zoals voorzien in art. 19 van het Decreet in
acht genomen worden. Leden van
de kerkraad die ook andere mandaten of functies uitoefenen (gemeenteraadslid,
voorzitter van het OCMW-bestuur, burgemeester, lid van het Centraal
Kerkbestuur), alsook leden die een persoonlijk, familie- of professioneel
belang hebben, rechtstreeks of onrechtstreeks, al of niet strijdig met de
belangen van de kerkraad, moeten de vergadering verlaten bij de behandeling
van deze agendapunten of zich onthouden op te treden. Een
niet-limitatieve opsomming: §
het deelnemen aan besprekingen of stemmingen met een
rechtstreeks of onrechtstreeks (via bloed- of aanverwantschap) en persoonlijk
belang; §
het als advocaat of notaris tegen bezoldiging optreden
voor of tegen het bestuur van de eredienst. Kosteloos optreden kan wel; §
het rechtstreeks
of onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten zoals een pachtovereenkomst of
een overheidsopdracht. Zo kan een lid niet zelf of via een tussenpersoon
goederen verkopen aan of kopen van het bestuur van de eredienst. Deze
verbodsbepalingen zijn geďnspireerd op bepalingen in andere organieke
regelgevingen voor lokale besturen. Voor het definiëren van het rechtstreekse
en persoonlijk belang kan bijgevolg verwezen worden naar de geldende
rechtsleer en rechtspraak. Hieruit volgt dat een aantal voorwaarden
gelijktijdig vervuld moeten zijn: §
het voor- of nadeel moet materieel en in geld
waardeerbaar zijn, hetzij een verregaand moreel belang betreffen; §
er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de beslissing
en het voor- of nadeel; §
het belang moet actueel zijn; §
het belang moet individueel zijn. [zie Decreet, art. 20; Omzendbrief
BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera B, punt 1.3] |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.