CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

Art. 20. (de verbodsbepalingen bij persoonlijk belang)
Het is elk lid van de kerkraad verboden:
1° deel te nemen aan de bespreking van en de stemming over aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft en waarbij hij persoonlijk of als vertegenwoordiger is betrokken of waarbij zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten en om de individuele rechtspositie van personeelsleden. Voor de toepassing van dit artikel wordt de wettelijke samenwoning met aanverwantschap gelijkgesteld;
2° als advocaat of notaris tegen betaling te werken voor de kerkfabriek;
3° als advocaat of notaris te werken in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van de kerkfabriek;
4° rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan een overeenkomst, opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop voor de kerkfabriek. Dit verbod is tevens van toepassing op de handelsvennootschappen waarin het lid van de kerkraad vennoot, zaakvoerder, beheerder of lasthebber is.

In het decreet worden zowel onverenigbaarheden als verbodsbepalingen opgesomd. Onverenigbaarheden onderscheiden zich van verbodsbepalingen op het vlak van het lidmaatschap van de kerkraad.

Onverenigbaarheid is een wettelijk beletsel om lid te zijn van een kerkraad ondanks het voldoen aan de verkiesbaarheidvoorwaarden.
Verbodsbepalingen houden in dat leden van de kerkraad onder bepaalde voorwaarden en omstandigheden niet kunnen deelnemen aan de beraadslaging en / of de stemming in de kerkraad. Hun lidmaatschap komt hierdoor echter niet in het gedrang. [Standpunt van de permanente werkgroep erediensten; datum validatie 13/10/2005].

Een niet-limitatieve opsomming van verbodsbepalingen:

§      het deelnemen aan besprekingen of stemmingen met een rechtstreeks of onrechtstreeks (via bloed- of aanverwantschap) en persoonlijk belang;

§      het als advocaat of notaris tegen bezoldiging optreden voor of tegen het bestuur van de eredienst. Kosteloos optreden kan wel;

§       het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten zoals een pachtovereenkomst of een overheidsopdracht. Zo kan een lid niet zelf of via een tussenpersoon goederen verkopen aan of kopen van het bestuur van de eredienst.

Deze verbodsbepalingen zijn geďnspireerd op bepalingen in andere organieke regelgevingen voor lokale besturen. Voor het definiëren van het rechtstreekse en persoonlijk belang kan bijgevolg verwezen worden naar de geldende rechtsleer en rechtspraak. Hieruit volgt dat een aantal voorwaarden gelijktijdig vervuld moeten zijn:

§      het voor- of nadeel moet materieel en in geld waardeerbaar zijn, hetzij een verregaand moreel belang betreffen;

§      er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de beslissing en het voor- of nadeel;

§      het belang moet actueel zijn;

§      het belang moet individueel zijn.

[zie Decreet, art. 20; Omzendbrief BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera B, punt 1.3]

© PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.