|
|
Art.
29. (taken van de secretaris-penningmeester van het centraal kerkbestuur)
De secretaris is in het bijzonder belast met het opmaken van de notulen van de
vergaderingen, met het bewaren van het archief, en met de boekhouding van het
centraal kerkbestuur.
Dezelfde
regels zoals hierboven bepaald [zie Decreet,
art. 13 en art. 14] zijn mutatis mutandis
van toepassing [zie Decreet, art. 31]. Maar de afgevaardigde heeft een dubbele functie: hij is
zowel secretaris als penningmeester. Zie echter ook art. 23 in verband met het opstellen van de
notulen. |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.