|
|
Art.
30. (de vertegenwoordiging van het centraal kerkbestuur, handtekening,
vervanging)
Het centraal kerkbestuur wordt vertegenwoordigd door de voorzitter en de
secretaris in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen.
De akten en de briefwisseling van het centraal kerkbestuur worden ondertekend
door de voorzitter en meeondertekend door de secretaris.
Onverminderd artikel 28, tweede lid, wordt de voorzitter die verhinderd is,
vervangen door het oudste lid in leeftijd van het centraal kerkbestuur en wordt
de secretaris die verhinderd is, vervangen door het jongste lid in leeftijd van
het centraal kerkbestuur.
Als de
voorzitter verhinderd is, wordt hij vervangen door het oudste lid in
leeftijd, de secretaris wordt bij verhindering vervangen door het jongste lid
in leeftijd. Ook hiervoor komen de leden van rechtswege niet in aanmerking [zie Omzendbrief BA – 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt.
2, alinea 9 in fine]. Dit wil
zeggen dat slechts de verkozen afgevaardigden die geen bijzonder mandaat al
innemen (de afgevaardigde die al de functie van ofwel voorzitter, ofwel secretaris-penningmeester
waarneemt) slechts in aanmerking komen om als vervangend voorzitter of
secretaris-penningmeester op te treden. |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.