|
|
Art.
42. (de gecoördineerde indiening van het meerjarenplan)
De meerjarenplannen worden gecoördineerd en gelijktijdig bij de
gemeenteoverheid, het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur
ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.
Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek het
meerjarenplan in.
De Vlaamse Regering bepaalt het model voor het opmaken van het meerjarenplan
door de kerkraad en voor het gecoördineerd indienen van de meerjarenplannen
door het centraal kerkbestuur.
Tot het takenpakket van het centraal
kerkbestuur behoort het gecoördineerd indienen van het meerjarenplan (en de
wijzigingen), van het budget (en de wijzigingen) en van de jaarrekening [zie Decreet, art. 32,
1° t.e.m. 3°]. Het centraal kerkbestuur
dient de meerjarenplannen gecoördineerd in, maar behoudt de vorm van de
onderscheiden meerjarenplannen, aangevuld met een overzicht van de daarin
opgenomen gemeentelijke (of provinciale) toelagen per financieel boekjaar en
per bestuur van de eredienst, en van het totaal van die toelagen. Bij de
wijziging van een of meer meerjarenplannen van de betrokken besturen van de
eredienst, moet het overzicht daarenboven worden aangepast aan de nieuwe
bedragen in die meerjarenplannen. Het centraal bestuur dient die wijziging of
wijzigingen samen met het aangepaste overzicht in [zie
AR-Bh tot 05.09.2008, art. 16]. Dat centraal kerkbestuur
heeft een belangrijke coördinerende rol in het overleg tussen het gemeente-
of provinciebestuur en de besturen van de eredienst van die gemeente. In het
decreet is bepaald dat het centraal bestuur de verschillende meerjarenplannen
samen moet indienen. Dat moet op een gecoördineerde wijze gebeuren, dat wil
zeggen dat de verschillende meerjarenplannen samen worden ingediend. Er
blijft echter per bestuur van de eredienst een afzonderlijk meerjarenplan
bestaan. Het is dus zeker niet de bedoeling dat er per centraal bestuur één
meerjarenplan wordt gedistilleerd uit de meerjarenplannen van de afzonderlijke
besturen. De enige formaliteit die het centraal
bestuur moet vervullen bij het indienen van de meerjarenplannen is het
toevoegen van een samenvatting waarin voor alle jaren van het meerjarenplan
de verschillende toelagen voor de verschillende besturen worden opgesomd. Die
samenvattende tabel kan op verschillende manieren worden opgesteld. Een mogelijke werkwijze is een opsplitsing
te maken tussen de exploitatie en de investeringen, en ook tussen de
verschillende investeringsprojecten per bestuur. Dat geeft dan een
voorstelling als volgt:
Ook de wijzigingen van de
meerjarenplannen moeten door het centraal bestuur gecoördineerd worden
ingediend. Daarbij moet ook het samenvattende overzicht worden aangepast,
waarbij de cijfers voor de besturen waarvan het meerjarenplan niet gewijzigd
werd, moeten worden hernomen. Om praktische redenen zal het daarom wenselijk
zijn om de formele wijzigingen van het meerjarenplan zo veel mogelijk te
groeperen. De meeste wijzigingen zullen immers nodig zijn bij het opstellen
van de budgetten en zullen dus allemaal rond hetzelfde ogenblik worden
doorgevoerd [zie GV boekhouding
22.02.2008, pt. 4.4 en AR-Bh tot 05.09.2008, art. 16]. De gegevens die de kerkraden
meedelen aan de burgerlijke en kerkelijke overheden moeten in een tabel
worden opgenomen die enerzijds de gewone exploitatie-uitgaven en anderzijds
de investeringen omvat. De gegevens van deze tabel moeten juist en in
overeenstemming zijn met de gegevens van vorige ingediende jarenplannen en
met de wijzigingen die door de burgerlijke overheden werden aangebracht. Deze
overeenstemming onderzoeken is een inherente opdracht van het centraal
kerkbestuur [zie Decreet, art. 32]. De meerjarenplannen moeten
gecoördineerd en gelijktijdig worden ingediend door het centraal bestuur bij
de gemeente- en / of provincieoverheid, het representatief orgaan van de
eredienst (de bisschop) en de provinciegouverneur [zie GV boekhouding
22.02.2008, pt. h4.5]. Er
bestaan modellen die kunnen worden gedownload op www.binnenland.vlaanderen.be/kerkfabrieken/erediensten_modellen.htm. |
© PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.