|
|
Art.
45. (de annaliteit van het financieel boekjaar)
Het financieel boekjaar van de kerkfabriek begint op 1 januari en eindigt op 31
december van hetzelfde jaar.
De annaliteit van de boekhouding ligt verankerd in de algemene
principes bij het voeren van een boekhouding van een overheidsinstelling. Het boekjaar loopt vanaf 01.01 tot en met
31.12. van hetzelfde jaar [zie Nieuwe
Gemeentewet, art. 238, 1ste lid: “Het
financiële dienstjaar van de gemeente komt overeen met het burgerlijk jaar.”]. Door de toepassing van deze
principes eindigt het financiële boekjaar
onherroepelijk op 31 december. Het is dus niet langer mogelijk om in het
begin van het jaar nog uitgaven te doen op het voorgaande financiële
boekjaar. In het begin van januari kunnen nog wel de uitgaven worden geboekt
die op een bankuittreksel voorkomen met als bankdatum 31/12, maar geen nieuwe
uitgaven meer worden gedaan die betrekking hebben op het voorgaande jaar [zie GV boekhouding 22.02.2008, pt. 9.1 en Nieuwe Gemeentewet, art. 238, 2de lid: “ Behoren
tot een dienstjaar alleen de rechten verkregen door de gemeente en de
verplichtingen aangegaan ten opzichte van de schuldeisers tijdens dit
dienstjaar, ongeacht het dienstjaar waarin zij worden vereffend.”]. |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.