|
|
Art.
58. (de besluiten van de kerkraad of het centraal kerkbestuur; schorsing door
de gemeente of door de provincie)
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen kan, bij een gemotiveerd
besluit, de uitvoering schorsen van een besluit waarbij de kerkraad of het
centraal kerkbestuur het gemeentelijke belang en, inzonderheid, de financiële
belangen van de gemeente schaadt.
Het schorsingsbesluit moet aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur
worden verstuurd binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op de dag
nadat de notulen bij de gemeenteoverheid zijn ingekomen.
Van de schorsing wordt in de notulen melding gemaakt in de rand van het
desbetreffende besluit.
Van het schorsingsbesluit wordt door het college van burgemeester en schepenen
dadelijk kennisgegeven aan de provinciegouverneur, het erkend representatief
orgaan en de Vlaamse Regering.
Het regelmatig geschorste besluit kan worden ingetrokken.
De kerkraad of het centraal kerkbestuur, naar gelang van het geval, kan het
geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen een termijn van honderd dagen
die ingaat op de dag na het versturen van het schorsingsbesluit. In dit geval
wordt het handhavingsbesluit, op straffe van nietigheid van het geschorste
besluit, uiterlijk de laatste dag van die termijn naar de Vlaamse Regering
gestuurd met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de
provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan.
§ 2. De
provinciegouverneur kan, bij een gemotiveerd besluit, de uitvoering schorsen
van een besluit waarbij de kerkraad of het centraal kerkbestuur de wet schendt
of het algemeen belang schaadt.
Het schorsingsbesluit moet aan de kerkfabriek en het centraal kerkbestuur
worden verstuurd binnen een termijn van dertig dagen die ingaat op de dag nadat
de notulen bij de provinciegouverneur zijn ingekomen.
Van de schorsing wordt in de notulen melding gemaakt in de rand van het
desbetreffende besluit.
Van het schorsingsbesluit wordt door de provinciegouverneur dadelijk
kennisgegeven aan de gemeenteoverheid, het erkend representatief orgaan en de
Vlaamse Regering.
Het regelmatig geschorste besluit kan worden ingetrokken.
De kerkraad of het centraal kerkbestuur, naar gelang van het geval, kan het
geschorste besluit gemotiveerd handhaven binnen een termijn van honderd dagen
die ingaat op de dag na het versturen van het schorsingsbesluit. In dit geval
wordt het handhavingsbesluit, op straffe van nietigheid van het geschorste
besluit, uiterlijk de laatste dag van die termijn naar de Vlaamse Regering
gestuurd met een afschrift aan het college van burgemeester en schepenen, de
provinciegouverneur en het erkend representatief orgaan.
De
uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad of van het centraal bestuur kan
door het college van burgemeester en schepenen geschorst worden als het
gemeentelijk belang en in het bijzonder de financiële belangen van de
gemeente geschaad worden. De provinciegouverneur kan eveneens de uitvoering
schorsen als het besluit de wet schendt of het algemeen belang schaadt. Het
schorsingbesluit moet aan het bestuur van de eredienst en aan het centraal
bestuur verstuurd worden binnen dertig dagen vanaf de dag na de dag van
ontvangst van de notulen bij de gemeenteoverheid of de provinciegouverneur. Die
termijn kan worden gestuit (de termijn houdt op te lopen en doet een nieuwe
evenlange termijn lopen) door de verzending van een aangetekende brief waarin
het college of de provinciegouverneur het dossier betreffende dat besluit
opvraagt of er aanvullende inlichtingen over inwint. Een nieuwe termijn neemt
een aanvang de dag na de ontvangst van de gevraagde stukken. Ook de
aangetekende verzending van een klacht aan een toezichthoudende overheid
stuit de lopende termijn. De raad of
het centraal bestuur waarvan de beslissing regelmatig werd geschorst, kan die
beslissing intrekken of ze gemotiveerd handhaven binnen honderd dagen nadat
het college of de provinciegouverneur het schorsingbesluit heeft verstuurd [zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera I, pt.
1.2]. De
handhaving is echter afhankelijk van het vervullen van een driedubbele
voorwaarde. Vooreerst het toesturen in origineel aan de Vlaamse regering van
een gemotiveerde beslissing tot handhaving van het geschorste besluit, en van
het toesturen van een kopie van de gemotiveerde beslissing tot handhaving aan
de gemeentelijke overheid, de provincie en het erkend representatief orgaan. Vervolgens
moet de beslissing tot handhaving van het geschorste besluit aan de Vlaamse
Regering worden toegestuurd uiterlijk op de laatste dag van de termijn van
100 dagen die hierboven is bedoeld. En ten
laatste, de beslissing tot handhaving moet gemotiveerd worden, dit is met
redenen omkleed en uitleg verschaffen waarom het geschorste besluit toch
gehandhaafd wordt. Indien
niet aan de gemotiveerde mededelingsplicht binnen de gestelde termijn wordt
voldaan, dan is de beslissing tot handhaving van het geschorste besluit,
volstrekt nietig. Bij de berekening van de termijnen
moet eventueel rekening gehouden worden met de ontvangsttheorie [zie Decreet, art. 43]. |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.