|
|
Art.
6. (de gedeeltelijke vernieuwing van de kerkraad)
De kerkraad wordt om de drie jaar gedeeltelijk vernieuwd in de loop van de
maand april.
Bij de eerste vernieuwing na drie jaar gebeurt dit door het uittreden van drie
leden die door het lot worden aangewezen. De twee overige leden treden uit na
verloop van zes jaar.
Voor de rooms-katholieke
eredienst zijn artikel 6 (kerkraad) en artikel 27 (centraal kerkbestuur) van
toepassing. Het decreet plant de gedeeltelijke vernieuwing in de loop van de
maand april. Procedure De procedure bij de eerste gedeeltelijke vernieuwing
bestaat uit twee stappen: de loting en de verkiezing van de nieuwe leden. §
De loting: door loting wordt bepaald welke leden uittredend zullen
zijn. §
De loting is eenmalig en vindt alleen plaats bij de eerste
gedeeltelijke vernieuwing sinds de inwerkingtreding van het decreet. Hierbij
wordt de "grote helft" uitgeloot. §
Bij alle volgende gedeeltelijke vernieuwingen staat vast welke leden
uittredend zijn: beurtelings de "kleine" en de "grote"
helft, waarbij het aantal uittredende leden afhankelijk is van het aantal
leden waaruit het bestuursorgaan is samengesteld. §
Om te bepalen in welke vergadering van het bestuursorgaan geloot moet
worden, kan best rekening worden gehouden met de procedure en de termijnen
die gelden voor de verkiezing (zie verder). §
Om alles tijdig klaar te krijgen wordt aangeraden om die vergadering
te plannen in de maand februari 2008. Voor de verkiezing zijn ook omzendbrief
BA-2005/01, punt A,1, 1-8 en punt A,2 en omzendbrief BA-2005/02, punt A,1,
1-8 en punt A,2[bepalingen voor de gemeentelijke
overheid of de provinciegouverneur] van toepassing. §
Voor alle erediensten gelden dezelfde decretale verkiesbaarheidvoorwaarden
[zie Decreet, art. 9 en art. 16] als bij de
eerste samenstelling sinds de inwerkingtreding van het decreet, met uitzondering
van de leeftijdsvoorwaarde, die weggevallen is. §
De uittredende leden zijn herverkiesbaar als zij nog voldoen aan de
verkiesbaarheidvoorwaarden [zie Decreet, art. 9 en art. 16] en zij zich kandidaat
stellen. §
Het proces-verbaal van de verkiezing wordt alleen ondertekend door de
kiesgerechtigden, d.w.z. de kleine helft en de vertegenwoordiger van het
representatief orgaan. Voor de notulen gelden de gewone regels. §
Bij de eerste samenstelling werden de leden van de kerkraad
"aangesteld" en werd gesproken van aangestelde leden. §
Het bestuursorgaan van de eredienst beslist autonoom over de datum van
de vergadering waarop de verkiezing zal plaatsvinden, maar de verkiezing moet
plaatsvinden in de maand april. Tijdens diezelfde vergadering treden de
uitgelote leden uit. [zie
Omzendbrief BA 2008/01 dd 22.02.2008] |
©
PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.