CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

Art. 7. (de organisatie van de verkiezingen van de kerkraad; bezwaren)
§ 1. Met het oog op de eerste aanstelling of de verkiezing van de leden van de kerkraad zal de door het erkend representatief orgaan aangestelde verantwoordelijke van de parochie de vacatures bekendmaken en een oproep tot kandidaten organiseren binnen de parochie.
Het resultaat van deze oproep wordt bekendgemaakt binnen de parochie.

De door het bisdom aangestelde parochieverantwoordelijke, meestal de parochiepriester, zal aan de parochiegemeenschap schriftelijk het aantal te begeven plaatsen in de kerkraad mededelen waarbij tevens een oproep aan de leden van de parochiegemeenschap gelanceerd wordt om zich kandidaat te stellen. De lijst met kandidaten zal nadien bekend gemaakt worden. Uit deze lijst zal met meerderheid van stemmen het nieuwe lid of de nieuwe leden gekozen worden.

 

§ 2. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming en bij meerderheid van stemmen.
In geval van staking van stemmen wordt er opnieuw gestemd op een van de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Staken de stemmen bij de herstemming, dan wordt het lid bij lottrekking aangewezen.

Uit de notulen over de stemverrichtingen zal moeten blijken dat de verkiezing bij geheime stemming gebeurde en bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt opnieuw gestemd op een van de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Indien het dan opnieuw tot staking van stemmen zou komen, wordt het lid bij lottrekking aangewezen.

Meerderheid van stemmen: (aantal aangestelde of al verkozen aanwezige leden die geldig of niet-blanco stemmen gedeeld door 2) + 0,5 of 1 naargelang het aantal aanwezige leden oneven of even is.

[zie Omzendbrief BA 2008/01 dd 22.02.2008, Littera A, 1.5 Kiesverrichtingen]

§ 3. Tegen de kandidaten voor de bij verkiezing te begeven mandaten kan bezwaar worden ingediend bij de kerkraad binnen vijftien dagen na de dag van de bekendmaking.
De kerkraad doet uitspraak over het bezwaar binnen vijftien dagen na het indienen van het bezwaar.
De beslissing van de kerkraad wordt binnen drie dagen na de uitspraak met een aangetekende brief ter kennis gebracht van de bezwaarindiener.
Tegen de beslissing van de kerkraad kan door de bezwaarindiener binnen acht dagen na de kennisgeving van de beslissing beroep worden ingesteld bij het erkend representatief orgaan.
Het erkend representatief orgaan geeft voor de verkiezing met een aangetekende brief kennis van de uitspraak aan de bezwaarindiener en aan de kerkraad.

Ieder geïnteresseerde derde kan tegen een kandidaat-lid bezwaar indienen. Dit bezwaar kan zowel gelden voor redenen die in verband staan met de geloofsovertuiging (zie Decreet, art. 9, 1ste en 3de lid), als voor andere onverenigbaarheden ( zie Decreet, art. 9, 2de lid en art. 16). De aan de religie verbonden reden bij uitstek is de voorwaarde dat een kandidaat rooms-katholiek moet zijn.

Dat een kandidaat-lid moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente of van één van de gemeentes van de parochie is een aan de religie verbonden beperking. Hierbij moet uitgegaan van de permanentie-idee. Een toevallige, niet-voortdurende verwijdering uit de parochie schaadt niet aan deze voorwaarde.

Andere voorwaarden moeten ofwel vervuld zijn of vervulbaar zijn. Als voorwaarde wordt een minimumleeftijd van 18 jaar gesteld. Deze voorwaarde moet echter slechts bereikt worden op een bepaald tijdstip, namelijk het ogenblik van de aanstelling of de verkiezing. Dit wil zeggen dat het kandidaat-lid bij de kandidaatstelling jonger dan 18 jaar kan zijn, maar dat hij 18 jaar moet zijn op de dag van de effectieve aanstelling of verkiezing.

Andere bezwaren kunnen betrekking hebben op de familiale of bedrijfseconomische onverenigbaarheden als bepaald in artikel 16, namelijk een te dichte bloed- of aanverwantschap of ook nog een dienstverband. Familieleden tot in de 2de graad (kleinzoon of –dochter in rechte lijn; broers of zusters) of de echtgenoten(s) van al verkozen of aangestelde leden van de Kerkraad kunnen samen geen lid zijn van dezelfde Kerkraad. Kandidaten die worden tewerkgesteld door de kerkraad (bezoldigd dienstverband als arbeider of bediende van de kerkraad) kunnen ook geen kandidaat zijn.

De bezwaren moeten worden ingediend bij de Kerkraad. In principe moet dit gebeuren op de zetel van de kerkfabriek (zie Decreet, art. 3, 3de lid), indien niet, op het domicilie van de Voorzitter of de Secretaris, aangezien deze beide functies de Kerkraad vertegenwoordigen (zie Decreet, art. 15, 1ste lid). Bij ontstentenis kan echter bezwaar ook worden ingediend bij elk ander lid van de Kerkraad. De Kerkraad is immers het orgaan van de kerkfabriek die rechtspersoonlijkheid heeft. Meestal echter zal de parochieverantwoordelijke (-priester) gemakkelijker contacteerbaar zijn.

Het bezwaar moet ingediend en behandeld worden binnen een bepaalde termijn, namelijk 15 dagen enerzijds vanaf de dag na de dag van de bekendmaking van de lijst van kandidaten of anderzijds vanaf de dag na de dag van ontvangst van het bezwaar. Het resultaat van de behandeling van het bezwaar moet per aangetekend schrijven aan de bezwaarindiener worden meegedeeld binnen de 3 dagen na de behandeling. Deze vormvoorwaarde, namelijk een aangetekend schrijven geldt niet in hoofde van de bezwaarindiener. De bezwaarindiener kan in principe zijn bezwaar indienen bij gewoon schrijven.

Tegen de beslissing van de Kerkraad kan beroep worden ingesteld bij de Bisschop of zijn aangestelde binnen een termijn van 8 dagen na de kennisgeving.

Hierbij moet rekening gehouden worden met het arrest van het Grondwettelijk Hof waardoor de verzendingstheorie vervangen werd door de ontvangsttheorie [zie Decreet, art. 43, uitleg]. Indien met deze opvatting, die vervat is in art. 53bis GW, 2de lid,*  rekening wordt gehouden, dan wordt op de 3de dag vanaf de dag na de dag van de afgifte ter post de bezwaarindiener geacht de beslissing ontvangen te hebben en ervan kennis genomen te hebben. Vanaf de dag na deze derde dag begint de termijn van 8 dagen te lopen.

Indien de kennisgeving op de maandag aan de postdiensten wordt afgegeven, dan wordt de bezwaarindiener geacht ervan kennis genomen te hebben op de donderdag. De volgende vrijdag is dan de 1ste dag van de termijn van 8 dagen. De termijn is de daarop volgende vrijdag om 24 u 00 definitief verstreken.

* Art. 53bis (GW)

Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend:

wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, op zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats;

 

wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.

Het ingediende beroep is aan geen vormvoorwaarde gebonden. De Bisschop of zijn aangestelde moet een beslissing nemen en mededelen aan de indiener van het beroep mits een aangetekend schrijven. Het einde van de mededelingstermijn is bepaalpaar, namelijk de beslissing moet meegedeeld worden vóór de dag van de effectieve verkiezing.

Is deze beslissing definitief? Hierop moet ontkennend geantwoord worden. Aangezien de gemeenteoverheid, de provinciegouverneur en de Vlaamse Regering toezicht houden over de wettelijkheid van de genomen besluiten (zie Decreet, art. 58, § § 1 en 2 en art. 59) kunnen deze instellingen nog altijd optreden.

De toezichthoudende overheid kan, op klacht of ambtshalve, de aanstelling- of verkiezingsverrichtingen toetsen aan de decretale bepalingen, meer bepaald aan de voorschriften met betrekking tot de verkiesbaarheidvoorwaarden, onverenigbaarheden, de bekendmaking van vacatures en kandidaten. Van deze bepalingen kan niet worden afgeweken.

© PéDéWé 01.2009. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.