Het Erkenningsdecreet legt talrijke
verplichtingen op.
Morele verplichtingen
De (toekomstige) lokale geloofsgemeenschap
heeft geen banden met binnenlandse of buitenlandse organisaties die de
Westerse cultuur verwerpen en / of bestrijden (zie E.Art. 7, 5°). De
memorie somt op (MvT, p. 7):
-
Gekwalificeerd verbod op
buitenlandse financiering en ondersteuning als die financiering of
ondersteuning afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van een lokale
geloofsgemeenschap;
-
Verbod op financiering of
ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met
terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging;
-
Verbod op rechtstreekse of
onrechtstreekse bezoldiging door een buitenlandse overheid van bedienaars
van de eredienst en hun vervangers;
-
De verzoekers leven gedurende
het ganse bestaan van de (toekomstige) geloofsgemeenschap administratieve
verplichtingen na, die de transparantie bevorderen en toezicht door de
Vlaamse overheden mogelijk maken (zie E.Art. 7, 5°, 6° en 7°).
Administratieve en / of boekhoudkundige
verplichtingen
Deze verplichtingen omvatten niet alleen
de voorzieningen van E.Art. 11 en 12, maar ook alle verplichtingen die in
het Eredienstendecreet zijn vervat.
Als in het Erkenningsdecreet, E.Art.7, gesproken
wordt van ‘200’ leden voor de lokale geloofsgemeenschap, dan wordt er in
art. 6 van het Eredienstendecreet gesproken over het aantal (verplichte) leden
van het bestuursorgaan van de eredienst. Art. 26 van het Eredienstendecreet
spreekt zich uit over aantal leden van het Centraal Kerkbestuur.
De frequentie van de vergaderingen wordt
in beide decreten vastgelegd. Enerzijds Eredienstendecreet, art. 17,
anderzijds Erkenningsdecreet E.Art. 12. In beide decreten: minstens éénmaal
per kwartaal.
Het bijhouden van een Register van
Giften springt in het oog (zie E.Art. 11, § 2, 3°), dat door E.Art. 66
gemeen gemaakt is voor alle besturen van de eredienst. Het bijhouden van
dit register is eenvoudig verwoord, maar de praktische uitvoering bij
giften die in meerdere malen gegeven worden, zal heel wat kopbrekers
veroorzaken.
Het Register van Zakelijke Rechten
maakt deel uit van de inventaris vervat in de jaarrekening voorzien in het
Eredienstendecreet, art. 54. Dit Register wordt opgelegd aan de besturen
van de eredienst, vooral als ze geen eigenaar van de gebouwen van de eredienst
zijn (E.Art. 16, 4°).
Persoonsgebonden verplichtingen
De lokale geloofsgemeenschappen en de
besturen van de eredienst moeten een lijst met persoonsgegevens bijhouden
(E.Art. 16, 5° en 17, § 2). De wijzigingen van de personen vermeld op deze
lijsten (leden, bestuursleden, bedienaars en schenkers) moeten permanent
bijgehouden worden en meegedeeld worden aan de diverse toezichtorganen (Vlaamse
Regering, representatief orgaan, financierende en eventueel adviserende
gemeente) binnen een periode van 30 dagen.
|